a". 1838: leydsche C O E A R T. VRIJDAG, NEDERLANDEN. .•J'lit'JC - 17 AUGUSTUS. *Ti .p. l/u- Leyden den lfiden Augustus. Volgens eene missive van den Heer Staacs-Secretaris D. Schultznit Toe- plitz, bij den Koninglijken Paardenpostmeescer, den Heer L.kV. Burgers, zl- hier ontvangen, vertrok H. K.'K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje den loden dezer uit genoemde plaats en zon den 22Sten in deze stad van paar. den verwisselen, zich naar 's Gravenhage begevende. Men meldt uit 's Gravenhage van heden den 16 Augustus: Zijne Maj. de Koning en H. K. H. Prinses Albert van Pruissen hebben II. Maandag namiddag een uitstapjé per rijtuig naar Loosduinen gedaan. Bij gelegenheid van de nakermis dier plaats was er eene menigte volks en rij. tuigen op halfweg tnsschen die gemeente en de Residentie verzameld, zoo. dac de Vorstelijke Personen genoodzaakt waren zich aldaar korten tijd op te houden, voor en aleer de weg zonder ongelukken re passeren ivas. Naar men verzekert, zal Zijne Ex'c. de Baron Fagel, Nederlandsch bui. tengewoon Gezant en gevohnagttgd Minister te Pakijs, den 25sten deze Re. sidentie verlacen, om zijne betrekking, van welke hij een geruimen tijd ver wijderd geweest is, weder op te vatten. Binnen weinige dagen wordt de heer.Fabrs'cius, gewezen Zaakgelastigde van Nederland aan het Fransehe Hof, uit Parijs, in deze Residentie terug, verwacht. Naar men verzekert, zou de heer C. E. Stijft, geheim-Referendaris voor de zaken van het Groothertogdom Luxemburg, als een blijk van des Kontngs tevredenheid over de door denzelven, in die betrekking, aan Hoogst, denzelveti bewezene diensten, onlangs verheven zijn geworden tot Geheim raad voor de zaken van het Groothertogdom. Bij Koninglijk besluit van 3 Augustus jl. is de overeenkomst der ge zamenlijke deelhebberen in de, te Rotterdam gevestigde maatschappij ter verzekering voor zeegevaar, aangegaan bij openbare acte, op den2 Julij 1838, ten overstaan van de aldaar residerende Notarissen J.M. J.Valeton en A.van Ryckevorsel JVzn., verleden, om deze maatschappij, waarvan de bepaalde lijd van duur, op den 14 Junij jl.verstreken was, nog tien jaren te doen voortduren, op denzelfden voet en voorwaarden, als waarop dezelve tot hiertoe bestaan heeft, goedgekeurd en bekrachtigd, met bepaling, dat, be houdens een ieders regt, deze bekrachtiging en goedkeuring gerekend zal worden van waarde te zijn sedert den 14 Junij dezes jaars, terwijl tevens bij hetzelve Koninglijke besluit goedkeuring verleend is aan de, door deelheb beren voorgestelde wijziging in het laatste gedeelte van art. 8 der maatschap, pelijke statuten, met betrekking tot het jaarlijksehe honorarium van den Directeur dezer maatschappij. Blijvende overigens de verdere bepalingen der statuten zoo als die bij Koninglijk besluit van den 14 Junij 1828, 11°. 99, goedge keurd zijn, van kracht en waarde, en zullen dienvolgens in allen opzigte moeten worden opgevolgd en nageleefd. Ten gevolge van eene zich voorgedaan hebbende vraag, hoedanig be hoort te worden gehandeld, ten aanzien van eenen door de stemgeregngden benoemden stedelijken kiezer, die,lezen noch schrjjven kan, is door Z. M. beslist, dat Kiezers, die noch lezen noch schrijven kunnen, niet van het kiesregt kunnen verstoken worden, maar hetzelve kunnen uitoefenen, het zij door middel van vooraf ingevulde biljettenhet zij door het .middel van bil jetten in de kiesvergaderingen zelve door eenen anderen kiezer, in wien zij vertrouwen stellenin te vullen. Bij een der gewestelijke Besturen was twijfel gerezen, of zoodanige schutters, welke de inschrijving verzuimd hebben, sedert de Mobiele Schut terijen met onbepaald verlof huiswaarts zijn gezonden en alzoo niet meer in werkelijke dienst zijn, wel kunnen geacht worden zich aan de werkelijke dienst der Mobiele Schutterij te hebben onttrokken, en in de termen te val. len, om volgens art. 9 der wet van 31 December 1832 jStaatsbladU° ,6yj, te worden behandeld, ten dien effecte dat,, indien zij geene voldoende-rede- nen voor hunne nalatigheid kunnen bijbrengen,, zij bij de Natiogale Militie worden ingelijfd. Op de daaromtrent aan den Minister van Binnenlatfdsche Zaken gedane vraag, is door Z. Exc. te kennen gegeven,, dat Z. M.na den Raad van State te hebben gehoord, Z. Exc. heeft gömagtigd, op de be. doelde vraag te kennen te geven, dat voormelde wet ten aanzien van de voor. schreven nalatigen, even als vroeger, toen de corpsen Mobiele Schutterij nog te velde waren, moet geacht worden volkomen hare kracht behouden te hebben en zelfs letterlijk opgenomen wordende van toepassing te zijn ge bleven dewijl de manschappen dezer corpsen, ongeacht het onbepaald verlof v»n tijd tot tijd, het bijwonen van inspectiën, tot het doen van garnizoens diensten, of tot diensten bij de staven der bataljons verpligt zijnde, de nala tigen, waarvan alhier de reden is, mitsdien, door het begaan verzuim, zich aan de werkelijke dienst bij de Mobiele Schutterijen onttrokken hebben. Naar men verneemt is van wege de Synode, der Nederlandsche Her- vormde Kerk, aan de Kerkelijke besturen aanschrijving gedaan, dat zij, inge- volge art. 60 van het algemeen Reglement op het Bestuur der Hervormde Kerk, de klassikale besturen niet alleen geregtigd, maar ook verpligt ver klaart, over de bijzondere Diaconie-administratien, onder hunne respective ressorten, het noodige toezigt te houden, zoodanig dat de klassikale bestu ren vooral kennis nemen van alle misbruiken en wanorde, in die administratie bestaande en daarop orde stellen. De Synode had tot deze aanschrijving aanleiding gekregen door onderscheidene van tijd tot tijd, bij haar ingelto- mene aanvragen en voorstellen, betrekkelijk de administratien der Diaconien, bij de Hervormde gemeenten in dit Koningrijk, waaruit gebleken is, dac zelfs sommige klassikale besturen onzeker zijn, of zij zich met de Diaconie- administratien hebben te bemoeijen. Voorts werd door haar daarbij in aan merking genomen, dat de Diaconie-administratien niet begrepen zijn onder de kerkelijke administratien, op welke, bij provinciale reglementen de noo. dige orde is gesteld, en over welke het toezigt aan provinciale collegien is opgedragen; dat de zorg, voor de Diaconie administratien, bij de huishou delijke reglementen op de Kerkenraden wel overal aan de Kerkenraden der bijzondere gemeenten is aanbevolen, doch dat, behoudens art. 31 van het algemeen reglement op de Kerkenraden, een hooger en algemeener toezigt in deze, voor de belangen der gemeente niet slechts als wenschelijk, maar ook als zeer noodig beschouwd mag worden; en dat bij art. 60 van het al. gemeen reglement op het bestuur der Hervormde Kerk in dit Koningrijk, de zorg voor de belangen der kerken in hun ressort, en toezigt over de gemeenten en Kerkeraden, aan de klassikale besturen is opgedragen en dat hiertoe ook bijzonder de belangen der Diaconie-administratien moeten gere. kettd worden ie behooreu. Uit Amsterdam wordt van den 14 Augustus het volgende gemeld: Heden hield de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, hare 54ste alge. meene vergadering. Dezelve werd door den Voorzitter, den heer Bruno Tideman, in de Luthersche Nieuwe Kerk alhier, geopend met eene rede. voering, houdende het betoog: Dat in de meer algemcene, persoonlijke mede werking der leden van de MaatschappijTot Nut van 't Algemeeneen kracht vol middel ligt opgesloten ter volkomever bereiking van het edel doel harer in stelling, De redenaar toonde hierbij aan: hoe die'medewerking werd voor. ondersteld, i°. door den aard der maatschappij; 20. door hetgene zij gedaan heeft; en 30. door hetgene haar nog te doen staat. Vervolgens schetste hij cle verelschten, welke de persoonlijke medewerking in ons vordert; de wijze waarop zit zich zou kunnen openbarenen de vruchten daarvan te verwach ten; terwijl eene opwekking tot algemeene medewerking zijne rede besloot. Na het eindigen der redevoering, welke door vocale en instrumentale mo. zijk werd afgewisseld, ontvingen Johannes Sterk en B'astiaan Van Grieken uit handen van den Voorzitter, de hun toegewezen eereblijken voor edel. moedtg'e bedrijven, en werd de gouden eereprijs voor den heer J.W.L.van Oordt,aan zijne bekroonde prijsverhandeling, in het verleden jaar ten deel gevallen, bij afwezigheid'van dien heer, aan den Secretaris ter hand gesteld. Deze plegtiglteid afgeloopen zijnde, begaven zich de Afgevaardigden der onderscheidene departementen naar de Kerk der Doopsgezinde gemeente, al. waar de werkzaamheden der vergadering een aanvang namen. Uit het alge. meen verslag, door den Secretaris voorgedragen, bleek, dat de maatschappij zich bij voortduring over eenen toenemendén bloei mogt verheugen. Zij had in het afgeloopen jaar eene zuivere aanwinst van nier minder dan 12 depar tementen en 211 leden; zoodac de maatschappij thans bestaat uit 231 depar tementen, bevattende 13721 leden. Vervolgens gaven hoofdbestuurders be. rigt, dat uit hun midden tot Voorzitter der algemeene vergadering van het volgende jaar, de wel-eerw. heer .7. Boeke, en tot nieuwe leden van het hoofdnestHur, de heereu Mr. J. Smits Verburg en IV. FJ. de Vfiese, verko zen waren, die zich deze keuze hadden laten welgevallen. Daarna werd gelezen het verslag wegens de door de maatschappij opge- gevene prijsstoffen; waaruit onder anderen bleek, dat op de vraag: „Een „naar de vatbaarheid des gemeenen mans ingerigt vertoog, waarin het spreek woord: Zei de tering naar de nering, Rit een gezet en ontwikkeld wordt, enz.," waren ingekomen 12 antwoorden, waarvan aan N°. 12, geteekend met de spreuk: Door wijsheid wordt een huis gebouwd, enz., op prae-advijs van hoofdbestuurders, de gouden eereprijs werd toegewezen. Bij de ope ning van het naambriefje, ontdekte men hiervan schrijver te zijn, de heer F. van der Ploeg, Predikant te Ouddorp. Op gelijke wijze werd, ingevolge verslag wegens de ingekomene drieja rige Schoonschriftenaan den schrijver van NL 5, geteekend met de spreuk: De tijd ontziet geen\ zuil, enz., de tweede daartoe uitgeloofde prijs toe. gekend, terwijl geen der ingezondene opstellen den eersten prijs had mogen wegdragen. De schrijver bleek bij opening des naambiljets te zijn, de heer G. A. Kesteloo, te Domburg. Voor liet overige hadden er ten aanzien der andere prijsstoffen, dit jaar geene belooningen plaats gehad. Onder de Handelsberigten in het Algemeen Handelsblad van heden, trefc men eenige opgaven omtrent de veldgewassen aan, waaruit blijkt: dat er te Nijmegen den 13 Augustus reeds eenige partijen nieuwe tarwe ter markt tsaren, allen van zeer goede hoedanigheid, doch verschillend van droogte. Van nieuwe rogge waren meer dan 50 verschillende partijen ter markt, die, hoewel niet droog re noemen, echter veel minder geschoten was, dan men reden had te vreezen, en zeer bruikbaar was. De landlieden verzekerden, dat tarwe en rogge zwaar geladen zijn. Van winrergarst, waarvan slechts twee partijtjes ter markt waren, is er weinig gewassen. De te veld staande haver belooft even als andere zomergranen een gunstigen oogst. De boek. weit had aan droog weer veel behoefte, beg.cn. echter goed te zetten en kan een ruimen oogst opleveren. Koplzaad n as er weinig, door den regen veel geleden hebbende. Erwten en .p'aardenbopnetï belooven een goed ver schot. Aardappelen zijn er buitengewoon veel gewassen en worden tot 65 cents per mnd aangeboden, om tot den oogst van bet volgende jaar toe, gele. verd te worden. Uit Brussel schrijft men van den 13 Augustus: Gisteren heeft op den ijzeren spoorweg.van Brussel naar Gent een ver- schrikkelijk ongeluk plaats gehad: door eene onvoorzigtigheid van den coil, ducreur moet een der stoomwagens, na' te Termonde water te hebben inge nomen, mee zoodanig geweld tegen de waggons aangestooten hebben, dat deze bijna letterlijk zijn verbrijzeld en een dertigtal personen daarbij min of meer gewond; eene dame, onder anderen, 1. pet het hoofd midden door zijn gespleten. Gelukkig echter, waren al de reizigers nog niet geplaatst, zoo. dat velen, die anders daarvan het slagtoffer zouden geweest zijn, bevrijd zijn ggbleven. AFRIKA. De Zuid-Afrikaan bevat eenige nadere bijzonderheden omtrent de neder laagwelke de kolonisten van Port-Natal door het Kaffer-opperhoofd Din- gaan geleden hebben. Door twee Italianen, dien het gelukt is, te ontving, ten, zijn desaangaande tijdingen te Graaf-Reinet aangebragt, waaruit blijkt, dat Dingaan de kolonisten in een hinderlaag had gelokt en hen dus gemakke. lijk had van kant gemaakt; een zekere Maritz was aan het hoofd der kolo nisten, die zelf gevangen genomen en naar het verhaal van-genoemde Italia nen levendig gevild is; de grootste wreedheden is aan vrouwen en kinderen gepleegd; van de gansche troep, die uitgegaan was, om de Kaffers te be strijden, is slechts één ontvlugt. AI de kolonisten zijn echter ntet-vernie. tigd over het overblijfseldie aan het gevecht geen deel hadden genomen, is nu een andere Maritz gesteld, die zich echter in hagcheliike omstandig, heden bevindendaar Dingaan hunne legerplaats met 6 bendenelk van 12,000 man omsingeld had. Ook Port-Natal werd door hem bedreigd. Voor de weduwen en wezen der gesneuvelden is in de Kaap-kolonie eene inschrijving geopend. SPANJE. Berigten over Parijs van den 14 Augustus, Telegraphische Depeche. Bayonne, 11 Augustus. De post van Arragon is heden niet aangekomen, maar men weet, dat O-,-an de belegering van Morella heeft begonnen, en dat deze vesting den sden 11'og niet was overgegaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1