A'. 1838. ke ze en e* IV U ke en ór ets ;s- e- letdsche WOENSDAG, d: o. rs, en is, :et a- de n. er «- E, n, s» :a. «n S, 5» n. ir. r®- no /e. in. je ll, :n, Je» f6» 7» na. Ög- eel op den ven bij. ey. een Uit eu ter ai tor- l>e- KT, ing» ;eq- tiec be- ge. wil die lijk- ring, zon- aar- >i par CHw NEDERLANDEN. Leyden den 3isten Julij. ryne Maj. de Koning heeft in de onlangs opgerigte Karwijksche naam- |e maatschappij tot uitoefening van kust- en steurharing-visscherij, voor mndeelen, ieder groot ƒ500, ingeschreven; ook is voor het fonds tot aan- tdiging der Nationale Nijverheidvoor 15 aandeelen of/7,500 deelgenomen, jet heeft Zijne Maj. behaagd, aan den 2den Luitenant-Ingenieur H, de )Ul te vergunnen, om, als gedetacheerd van het corps, gedurende den van vijf jaren, bij het wapen der genie in onze Oost-Indische Bezittin- dienst te doen. Den 30 Julij is in 's Gravenhage aangekomen Z. H. de Vorst Paske- i, zoon van den Veldmaarschalk van dien naam. Z. H. is aan het Bad. te Scheveningen afgestapt. Voorts is te 's Hage aangekomen Z. II. de st Ernest van Hohenlohe-Langenburgdie aan het hócei de Bellevue aldaar ie intrek genomen heefc en zich naar Londen begeeft. Het Journal de la Haye behelst een brief, door een zijner geabonneer- gescbreven, ten betooge strekkende, dat de 24 artikelen dén ondeelbaar ieel uitmaken. Als slotsom stelt de schrijver: Toen er alcijd beklagenswaardige onlusten in het Koningrijk der Nederlanden ontston- vreesden de groote Europesche Mogendheden voor de uitbarsting van een algemeenen lva welke deze onluscen konden veroorzaken. Dat noodlot meenden zy tegen allen 3'te moeten voorkomen. Intusschen beschouwden zij de gebeurtenissen, waaromtrent !de noodzakelijkheid gevoelden zich gezamenlyii bezig te houden, niet alle uit het- "lc oogpunt. Hare neiging was verdeeld; sommigen gaven hunne voorkeur aan Belgie, nite, uic gevoel en uit overeenstemming, aan Holland. Ten einde deze uiteen- opende gezigtspunteh overeen te brengenbesloten d- Mogendheden tot wedcrkeerige bfferingeii. De 24 artikelen behelzen "er dc eenvoudige en bepaalde uitdrukking van. ezelve hebben den dubbelen aard van een tusschen Holland en Belgie uitgesproken von- s en eener geslotene overeenkomst tusschen de Mogendheden, die tot deze aroitrale Ispraak hebben medegewerkt. Hun gemeenschappelijke wil zal ongetwijfeld geheiligd ezer voor allen en voor ieder in het bijzonder. liclgi wankelde niet zich aan de beslissing der Mogendheden te onderwerpen. Zonder mige voorwaarde, tcekende het met de Mogendheden het bij het 48ste protocol vast stelde verdrag. Langen tijd aarzelde dé Nederlandsche Regering denzelfden weg te volgen. Unge- ïiifeld had het van de Mogendheden afgehangen om aan die Regering een tijdstip te epalen, dat zij zou worden toegelaten het verdrag met haar te teeltenen. Zij deden het chter niet,'en uit dien hoofde heeft de Koning der Nederlanden zeker ter geschikter e het verdrag, dat hem was aangeboden of opgelegd, in deszelfe geheel aangenomen. 'Alle de partijen zijn alzoo verbonden, en indien eene enkele hare verbindtenissen n'trent eenig punc mogt verorekenzou zij eene groote verantwoordelijkheid jegens het (bestuur en; de geheele-wereld op zich laden. De dreigende kans van eenen algemeenen flog, en alle de rampspoeden, die daarvan het gevolg; zouden zijn, zouden op het rd van die partij nederkomen. Het is waar, de Revue des deux mondes (het is tegen een artikel van dat tijdschrift, if de brief in het Journal de la Haye gerigt is) „verlangt, maar ducht ook geenszins 'den algemeenen oorlog, en gelooft, dat men niet alles moet doennoch alles moet 'nalaten 0111 dien te vermijden." Ongetwijfeld is het uit naam van Frankrijk dat gezegd «schrift dit beginsel bloot legt, waarvan de. toepassing inderdaad niet alleen tot het houd van den vrede medewerkt, maar ook van de onafhankelijkheid der volken zonder elke er geen zekere, geen «erlijke vrede bestaat. Dat geschrift zal ons veroorloven jtzelfde beginsel in te roepen, een beginsel, hetwelk de liefde voor den vrede zoo wel ,ct overeenstemmen met het besef van de verpligtingen dier Regeringen, en wel ten [hoeve van de tegenwoordig met Frankrijk zoo naauw verbonden Vorsten. Die liefde is ec alleen hun allen, maar ook den Koning der Franschen waardig, en.dezelve zal uit linnen raad, zoo wel aanmatigende vorderingen, als eene lage onderwerping, verbannen. „Alles geelt derhalve grond, om te gelooven, dat de Areopagus, die in 1831 zijne bluften voorgeschreven heeft, dezelve in 1838 niet weder op losse schroeven zal stellen at hijgetrouw aan zijn zoo luid gegeven wóórd, dit zal weten te vervullen; en dat ij, zonder verder verwijl, de geheele en volledige uitvoering van het verdrag zal weten uewei ken. „En indien de eensgezindheid, welke, ten gevolge van wederkeerige opofferingenin 831 is gevestigd, steds bij de Kabinetten heeVscht; welke zijn in dat geval de geva- en, die zij alsnog ie vreezen hebben? Zouden hunne bewindslieden terugdeinzen voor kuiperijen van eene woelzieke pdrrij, die het óp de volslagen omkeering van de maat-" bhappelijke en staatkundige orde toelegt? HelaasI die partij, aan welke, ten gevolge lande tuoeijelijkhcid der tijden, reeds te veel opofferingen ren behoeve van den Belgi- fchen opstand gebragt zijn, die partij bestaat door opofferingen en hijgt er on verzade! ijk laar. Tot het bestrijden van die partij, behoort men slechts de Wapenen te gebruiken, ferst der regtvnardigheidder welwillendheid, eener verstandige en rijk overdachte toe levend li cid maar vervolgens; des noods, die eener standvastigheid, welke voor gcenc (limcii eelier muiczuchtige menigte buigt. Indien deze beginselen van regering daarenho- ten onder den invloed der eendragt van de Mogendheden worden gehuldigd, en wanneer lie beginselen alsdan niet meer toereikende zijn om de spanning té doen ophouden ïelke kwaadwilligen zoeken daar te stellen, dan moeten de magrigsre Vorsten zich wel un het juk daarvan onderwerpen en besluiten óf óm afstand van de regering te doen, óf Heli onder hunne verbrijzelde trooneii te begraven; Dit zal echter niet geschieden." tl in 's Hage ziet thans het licht een, bij de aanstaande invoering der lieuwe Nederlandsche wetgeving, zeer nuttig en noodzakelijk werk, name- ijk Tabellen, behelzende de artikelen van het Wetboek Napoleon, en daar. tgen over het nummer van het gelijkluidend of overeenstemmend artikel van et Nederlandsch Burgelijk Wetboek, en omgekeerd. Dit werk, hetwelk 'oor alle regtsgeleerden, die v^n het nieuwe wetboek veel gebruik moeten laken, zeer gemakkelijk ia, is met de vereischce zorg bewerkt door Mr. Je Pinto, Advocaat bij het Hoog-Geregtshof te 's Gravenhage. Men verneemt, dat de Raadkamer der Regtbank van eersten aanleg Rotterdam dezer dagen naar het Hoog-Geregtshof, Kamer tot het in staat Un beschuldiging stellen, heeft gerenvoijeerd de commiesen en visiteurs, 'ie zich in de uitoefening hunner functien aan het te kort doen van 's Rijks chatkist schuldig zouden gemaakt hebben. Aangezien de stukken, betrekkelijk dit gewigtig regtsgeding, zeer wijd- Mplg zijn, zoo gelooft men, dat het nog wel eenigen tijd zal aanhouden, Ivorens die Kamer zal hebben beslist, of er al dan niet termen zijn, de {klaagden naar de Assises te renvoijeren, en in allen gevalle is bet aller ■aarschijnlijksc, dat dezelve niet zal worden behandeld in de laatste Assis- die op Maandag den 6 Augustus, nog volgens de Fransche wet, bin- a 's Gravenhage zullen worden geopend. Op den isten Julij II. was de staat van 's Rijks zeemagt, als volgt: In active dienstM9 fregatten, waaronder 3 wachtschepen; 7 corvetten «taronder een kostschip; 4 groote brikken, waaronder 1 kostschip; 2 kleine brikken, 3 stoomschepen, 2 transportschepen, 1 exercitie vaartuig; 13 gaf fel-kanonneerbooten van 5 stukken ieder, en 25 idem van 3 stukken. Alle wtlke schepen bemand zijn met 4, 793 koppen. la aon active dienst waren op gemeld tijdstip: 8 linieschepen, 13 fregat ten, 7 corvetten, 0 groote brikken, 3 kleine brikken, 1 stoomschip en een groot aantal gaifel-'kanonneerbooten. Uit Rotterdam schrijft men van den 30 Julii Sedert den verkoop van den jaagharing, zijn achtervolgens in de vorige COURANT. 1 AUGUSTUS. week aangekomen: den 24 Julij 2 schepen te Vlaardingenwaaronder 1 van Pernis, en 1 te Maassluis; den 25Sten 1 te Amsterdam en 1 te Vlaardingen; den 2Östen 1 te Amsterdam en 1 te Maassluis, en den 28sten 2 te Vlaardin. gen en 1 te Amsterdam van de Rijp, te zamen met 864 ton of ongeveer 62 lasten haring, en door de Hoofdcommissie der vereeniging de verkoops prijzen gesteld als volgt: den 24 en 25 Julij de volle op f 40 en de maatjes °P f 5°. den 26sten op 36 en 50 en den 28sten op 34 en 50. Het dagblad de hondbode van heden bevat wederom eene bijzondere briefwisseling uit Londen van den 27 Julij, waarin ónze zaken met Belgie lang zoo goed niet -Morden voorgesteldals sedert eenigen tijd aan dat dagblad uit Engeland was gemeld geworden. Uit een en ander echter kan men op. maken, dat alles wat tot hiertoe daarover geleverd is, slechts gissingen zou- der grond zijn, en men eigenlijk van den gang der zaak niets weet. Uit Utrecht meldt men van den 29 Julij het volgende: Den 23scen dezer is alhier, onder voorzitting van den Hoogleeraar Dr. A, Numan, gehouden de eerste algemeene vergadering van deelhebberen der maatschappij tot aankweeking van den witten moerbeziënboomde opvoe ding van zijdewormen en de zijdeteelt, in welke een belangrijk verslag moet zijn voorgelezen, waarvan wij ons vleijen eerstdaags eenige mededeelingen ce zullen doen. Uit Vlissingen meldt men van 27 Julij: Heden namiddag, omstreeks 4 ure, stoomde langs deze reede de Schelde op naar Antweipen, de Engelsche vrachtboot the Menai, aan boord van welke de Belgische buitengewone Gezant voor de krooning te Londen, de Prins de Ligne, zich bevond, hebbende, tot bevreemding van een ieder, de Engelsche, en daaronder de Belgische vlag waaijen. Wat kan dat becee- kenen? Heefc de gemelde diplomaat daardoor willen bewijzen, stoutheid genoeg te bezitten, om deszelfs nog niet door ons erkende vlag aan ons oog te vertoonen, of wel, moet men beprijpen, dat dit alleen onder de bescher. ming der Engelsche geschiedt? Het plaatsen van twee vlaggen onder elkan der, heeft tot heden alleen plaats, wanneer de bovenste eene overtVinDing of prijs op de onderste heeft behaald. En wat kan men dan al niet van die vertooning denken! O O s T I N D I E. Batavia den 6 Maart. Alhier is van Calcutta ontvangen eene den 29 December aldaar uitgevaardigde nieuwe bepaling omtrent het toelaten van vreemde (niet Engelsche) schepen in de Britsch-Oost-Indische havens, houdende, dac het aan alle schepen te huis behoorende in landen van Europa of Amerika, met Engeland in vriendschappelijke betrekking staande, vrijstaat in genoemde havens binnen te loopen, het zij uit derzelver eigen of andere landen komende, alle goederen, zonder onderscheid, aan of uit ce voeren, alles overeenkomstig de bestaande of nog daar te stellen bepalingen, met uitzondering voor zoo veel den uitvoer betreft, in tijde van oorlog tusschen Engeland en eenige andere Mogendheid, van alle krijgs- of mondbehoeften; en te alle tijde van de vervoer- of vrachtvaarc tusschen de onderscheiden Britsch-Indische havens, zijnde het echter;geoorloofd met eene van buiten lands ingevoerde lading naar die onderscheiden havens te verzeilen en overal geheel of gedeeltelijk te lossen, en ook in die onderscheiden havens eene gedeeltelijke lading in te nemen. Den 12 April 11. is te Batavia, in den ouderdom van 57 jaren overle den, de Hoog Edel. Gestr. heer P. C. Reeder, in leven gepensioneerd Co. ionel, oud-Resident en Commandant van Banca. SPANJE. Berigten over Parijs van den 29 Julij. Het Ministerie te Madrid heeft aan twee dagbladschrijvers bevel gezon. den, om niet alleen Madrid, maar ook het Spaansch grondgebied te verlaten. Onder een gewapend geleide zijn zij tot aan Santander gebragt en zullen aldaar op een schip genomen worden. Een van deze heeft zich het Ministerie tegengemaakt door het uitgeven van een vlugschrift over de buitenlandsche geldleening. Eenigen beschuldigen hen, dat zij aan eene heimelijke doch pas ontdekte zamenspanning hadden deel genomen. De Baron de Meer was met eene aanzienlijke legermagt tegen Berga dat door 4000 man en 20 stukken verdedigd werd, in aantogt. Uit Bayonne berigt men van 23 Julij, dat Estella toen nog niet was aangetast. In de omstreken van Saragossa hadden zich twee Carlistische bataljons ver toond hetgeen veel opschudding in de stad had te weeg gebragt. ZWITSERLAND. Men heeft het herige uit Schwyz ontvangen, dat de kantons-vergadering, door den Landdag verordend, aan den Rooden Toren den 22sten in de vol- maakste rust gehouden is. De partij der horenmannen heefc bij de verkie zing voor het Bestuur des kantons de overhand behouden. De verkiezing is echter door heide partijen erkend, regtvaardig te zijn, en alzoo zijn aan zienlijke hoofden der partij van de horenmannen, zoo als de zich reeds vroe. ger bekend gemaakt hebbende Ab-yberg, verkozen geworden. Men kan dus die geschil tusschen de horen- en klaauwermannen voor geëindigd rekenen, en wei zonder dat het voorzittend kanton maatregelen van geweld gebruikt heeft, hetgeen zich eerst niet alzoo liet aanzien. DUITSCHLAND. Den 2<Ssten Julij is Z. M. de Koning van Wurtemberg, reizende onder den naam van Graaf von Teek, te Frankfort aangekomen. HH. MM. de Keizer en Keizerin van Rusland zijn van Töplitz naar Munchen vertrokken. De Keizerin is in laatstgenoemde plaats den 24sten gearriveerd. Z. K. H. de Grootvorst Troonopvolger van Rusland, die thans zich te Hanover ophoudt, ram langzamerhand in beterschap toe. Hij vertoonde zich echter nog niet in het openbaar. Men was daar van goederhand onder, rigt, dac hij die stad niet verlaten zou, voor hij volkomen hersteld was. Uit Weenen berigt men, dat aldaar den 3den Julij een tractaat van koophandel tusschen Engeland en Oostenrijk geteekend was; welk tractaat niec alleen ten doel had de handelsbetrekkingen te verbeterenmaar ook om den vrede van Europa te waarborgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1