O O S T - I N D I E. De Amsterdamtche Courart van 1. 1. Vrijdag, bevat de volgende correrpon. dentie, geteeltend Gcdongkebo op Java i Februari] 1838: Na de bemagtiging van de hardnekkig verdedigde, door natuur en kunst versterkte positie van Bonjol, zijn ons de handen op Sumatra vrij wat ruimer geworden, waardoor men zich in staat bevindt, de lang te voren beraamde maatregelen te kunnen ten uitvoer brengen; daartoe behooren onder anderen: het in bezit nemen van de 13 Kotta's, grenzende aan Padang. Dit district, in de nabijheid van die plaats, nog niet aan het Nederlandscbe Gouverne ment onderworpen en met geen krijgsmagt bezet zijnde, gaf wel aanleiding om Padang eenigermate als onveilig te beschouwen, mitsgaders ook de meer noord-wescelijk gelegene binnenlanden, waarvan de bevolkingen aan ons on derworpen zijn, dewelke, in rust zijnde, zich gedeeltelijk met landbouw en handel bezig houden. Dezer dagen heeft de Colonel Michiels, Commandant op Sumatra, aan het hoofd vin een vrij aanzienlijk corps troepen, zich in beweging gesteld, en is, door doelmatige in het werk gestelde mesures, volkomen geslaagd om de 13 Kotta's in bezit te nemen, zoodat de bevolking van die gewesten (ten Z. O. van Padang gelegen} zich goedwillig onderworpen heeft. Tot dat einde is almede de Luitenant-Colonel Mess, uit de Vorstenlanden van Java, met troepen'naar Paierabang vertrokken, welke, met eerstgenoemde troepen agerende, daardoor Palemnang met Benkoelen en Padang in communicatie gebragt hebben; deze voortreffelijke manoeuvre is voor ons Gouvernement zeer belangrijk. Ten aanzien van de aan ons onderworpene Batta's-landen, gelegen ten N. O. van Bonjol en grenzende aan het Adschineesche, zijn er geruchten in omloop, dat de bewoners van die gewesten (zijnde een woest kustvarend volk), de eerstgenoemde!) hebben aangevallen. Dit geeft aanleiding, dat van onze zijde eenige troepen naar de Batta's districten'zouden gezonden worden; vermoedelijk zal onze zeemagt ten deze ook mede ageren; den uitslag zal men te gemoet zien. Het schip de Dortenaar, dat eenigen tijd op eene modderbank had vastgezeten, is eindelijk losgeraakt, en heeft de reis naar het Vaderland voortgezet. AMERIKA. New-York den ad Junij. Op de grenzen der beide Kanada's heerschte nog veel onrust. Er waren door opstandelingen in de stad Detroit wapenen weggeroofd en 400 hunner hadden zich op,her grondgebied van Opper-Kanada vertoond. Door Lord Durham waren maatregelen getroffen om de grenzen beter te beveiligen. De Voorzitter der Vereenigde Staten, van Buren, had eene boodschap aan het Congres ingezonden, waaruit bleek, dat hij geneigd was de goede ver standhouding mqt de Engelschen te bewaren en daarom van voornemens was troepen naar de Noordelijke grenzen te zenden, ten einde aldaar de wetcen te handhaven. In de Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben weder twee treu. rige ongevallen met stoombooten plaats gehad. Eene Washington genaamd, die bijkans nieuw was, is den 16 Junij, niet verre van de Zilver-kreek, tot op het water verbrand, waardoor omtrent 40 personen het leven hebben verloren. Van eene andere, de Pulaski geheeten, is in den nacht van den I4den dierzelfde maand, op 30 mijlen van de kust van Noord-Carolina, een der ketels gesprongen, ten gevolge waarvan het schip terstond begon te zin ken, en nagenoeg 100 personen, waaronder een aantal vrouwen en kinderen, hun graf in de golven gevonden hebben. RUSLAND. Z. K. H. de Russische Grootvorst Troonopvolger, is door Z. M. den Ko. ■ning van Kopenhagen benoemd tot Ridder van de Elefants-orde. De Groot vorst heefc van zijnen kant de orde van St. Andreas aan Prins Christiaan van Denemarken, en de orde van St. Alexander Newsky aan den Minister van Buitenlandsche Zaken aldaar geschonken. Door een gevatte koude werd Z. K. H. te Kopenhagen, tegen zijn plan, eenige dagen opgehouden. Te Petersburg is bekend gemaakt een verslag over het openbaar onder wijs, gedurende de vijf laatste jaren. Daaruit blijkt, onder anderen, dat er gedurende dien tijd 480 nieuwe instellingen tot opvoeding der jeugd, waar onder eene Hoogeschool9 gymnasien enz. zijn opgerigt. Het getal leer lingen is met 25,000 vermeerderd, en bedraagt in de scholen, aan het Mi nisterie van volksonderwijs onderworpen, 95,566, leverende zulks eene ver houding met de volksmenigte van 1: 43 op; voorzeker een voortgang voor Rusland, doch eene verhouding, welke nog zeer ongunstig is, in vergelij. king met andere landen. Een Parijsch blad bevat het volgende omtrent den oorlog van Rusland tegen Circassie: Wat de zaken van Circassie betreft; het Russisch smaldeel, dat de kusten van Abasle geblokkeerd houdt, heeft geene versterking noodig. Het is genoeg zaam, om alle gemeenschap en het aanvoeren van koopwaren te onderschep pen. De daartoe behoorende schepen zijn meerendeels klein, maar zenden gewapende sloepen en platboomde vaartuigen uit. Linieschepen en fregatten zouden daar niet gebruikt kunnen worden. De brieven uit Odessa bevestigen overigens de reeds medegedeelde bijzonderheden over de kleine nederlagen der Russen in Kuban en over de noodzakelijkheidwaarin de van Auapa en Ekaterinodar uitgezondene detachementen gebragt zijn, om naar die plaatsen terug te trekken. De Circassiers gaan aan die zijde van den Kaukasus overal aanvallender wijze te werk. Te Londen had men het berigtover Suez ontvangen, dat de Russen de hoofdstad van Persie, Teheran, hadden ingenomen en dezelve bezet hielden. Men had echter alle regt om aan die onwaarschijnlijke tijding te twijfelen, SPANJE. Berigten over Parijs van den 13 Ju lij. Uit Madrid wordt van den 3 Julij gemelddat de Generaal Pardinas die stad verlaten en zich naar Arragon beven had, om de militaire operatien tegen Cantavieja en Morella te beginnen. De wet op de buitengewone oorlogslasten, ten bedrage van 603,986,284^3. lenof bijkans 100,000,000 is te Madrid afgevaardigd. De berigten uit de hoofdstad bevatten onderscheiden bekendmakingen van door Christinos-Generaals op de Carlisten behaalde voordêelen, die ech ter, zooals gewoonlijk zeer overdreven zijn. Honderde manschappen waren bij de Carlisten gevallen, bij de Christinos slechts tin of twee! De Generaal-Majoor Don Antonio Urbistondo is door Don Carlos tot algemeen bevelhebber van Guipuzcoa benoemd. De Carlisten bezetten nog gedurig de omstreken van Pampeluna en houden dezelve in staat van blokkade. Er zou in het hoofdkwartier van Don Carlos te Elorrio een belangrijke som geld aangekomen zijn. Ook is Puycerda, in Catalonie, door de Carlisten belegerd. De Christinos hebben het beleg van Trempe opgebroken. Door Espartero zijn wederom eenige groote operatien ondernomen; hij heeft zich met al zijne troepen naar Mirando begeven, en men meent, dat hii door la Rioja op Logrono zal aanrukken. 13e Cariistische Bevelhebber Marotto .is naar Estella vertrokken, ver. onderstellende, dat Espartero van plan was, om die plaats aan te tasten. I T A I, 1 E. n? Napckclie Regering fceefrvolgens cru heri. "i; ?-T-r"-?hare roe. stemming .gegeven, tot het bouwen van e 1" Protcstantsche kerk aldaar, die de eerste zal zijn, welke op het eiland Sicihe gevonden wordt. Uit Napels meldt men, dat de cholera, die in 1837 aldaar vrij sterk ge- heerscht hadtenen nadeeligen invloed op de bevolking had uitgeoefend. Den isten January 1S37 telde de 12 kwartieren der stad, behalve de voor. steden 351,719 zielen; den isten Januarij 1838, 336,302 dus 15,417 tuinder. In 1837 telde men 28,464 sterfgevallen en 13,047 geboorten. Te Napels is eene vrouw in de zevende maand harer zwangerschap van vijf levende kinderen bevallen, die alle gezond zijn. Uit Venetie meldt men van 23 Junij: Heden morgen ten 10 ure én 18 minuten des voormiddags bespeurde men alhier drie ligte aardschokken, van eenen golvenden aard, in de rigting van het Oosten naar het Westen; de twee eerste schokken volgden onmiddellijk op elkander, de derde na eene korte tusschenpozing. Te zarnen heeft dit natuurverschijnsel ongeveer acht seconden aangehouden. ZWITSERLAND. Den eden Julij is de gewone Zvvitsersche Landdag te Lucern geopend. In zijne bij die gelegenheid gehoudene aanspraak, heeft de Voorzitter, de heer Kopp, zich ernstig beklaagd over de gebeurtenissen te Schwyz, en over de tegenkanting, die het Eedgenootschappelijk Bewind in de handha ving der vrijheid en grondwettige orde ondervond. De door het Bestuur van Sclivvyz op den Landdag gezondene Afgevaardigden zijn bij de opening der vergadering tegenwoordig geweest, maar bij het daarop volgende onder zoek hunner geloofsbrieven, zijn hunne volmagten niet in orde bevonden. De Landdag zou echter, naar het schijnt, nader bepaaldelijk beslissen om. trent derzelver toelating. De Landdag heeft daarna met 9 en 2 halve tegen 9 en één halve stem be paald, dat de Gezanten van Schwyz ter Landdag niet konden toegelaten wordendeze hebben hiertegen geprotesteerd. Een Zvvitsersch republiekeinsch dagblad verzekert, dat de hooge vreemde diplomatie, en voornamelijk het Fransche gezantschap, pogingen zou aanwenden, ten behoeve van de algeheele handhaving der Staatsregeling van Schwyz. DUITSCHLAND. Z. K. H. de Erfprins van Oranje is den 3 Julij uit Weenen uaar Munchen vertrokken. Z. M. de Keizer van Oostenrijk heeft den Prins begiftigd met het Grootkruis der St. Stephanus-orde. Z. K. H. is den 7 Julij te Munchen 'ouder den naam van Graaf van Buren aangekomen en in een logement afgestapt. Z.K.H.zou zich teMunchen eenige dagen ophouden en dan naar Wisbaden vertrekken. De Koning van Saksen heeft op zijne reis naar Dalmatie de Montene- grynen, een woest volk, dat zich aan geene vreemde heerschappij wil onder werpen, bezocht en is door hen goed ontvangen geworden. Geen Vorst had voor hem dien grond betreden. Uit Hanover meldt men van den 7 Julij: Ons Regeringsbiad behelst thans eene soort van verdediging van den laat* sten maatregel des Konings, de verdaging van de Kamers. Het blad meent, dat de aanleiding daartoe, zonder algemeen bekend te zijn gemaakt, genoeg zaam uit de handelingen der Stenden is op te maken geweest. De Tweede Kamer.had, namelijk (met 34 tegen 24 stemmen), eene verklaring aange nomen, volgens welke de bij de komst van Z. M. op den troon regtmatig bestaande grondwet niet mogt worden afgeschaft, zonder toestemming van de volgens die grondwet in wezen zijnde vertegenwoordiging. Het blad oordeelt, dat genoemde Kamer geen regt had, zulk een besluit te nemen. Nadat toch de Koning de grondwet van 1833 buiten kracht had gesteld, en de Stenden naar de vroegere staatsregeling van 1819 zamengeroepen had, had de meer derheid der kiesvereenigingen derzelver keuzen nitgebragt; de verkozenen hadden hunne benoeming aangenomen, zij hadden zich als Stenden van 1819 geconstitueerd en hadden staatsbegrootingen ingewilligd en wetten goedge keurd. Dit alles was sinds een vierendeeljaars geschieden nu komt men tot het besluit, dat de geldigheid der grondwet van 1819 nog door de Sten- den van 1833 moet worden bes-list. Dit besluitaldus gaat het blad voort, is strijdig met onze tegenwoordige staatsregterlijke betrekkingen. Het is onbe twistbaar, dat in een land geene twee staatsregelingen te gelijk kunnen be staan. Hebben de Stenden zich als Stenden van 1819 geconstitueerd, zoo kunnen zij niet beweren, dat de staatsregeling van 1833 nog tevens in kracht zij. Meergenoemd besluit der Tweede Kamer strijdt evenzeer tegen den ge- heelen regtmatigen grondslag van de tegenwoordige Stendenverzameling, en de uitvoering van hetzelve moet de zwaarste verwikkelingen te weeg bren gen. Als de tegenwoordige Stenden zich geregtigd hebben kunnen houden zonder medewerking der Stenden van 1833, wetten te maken en staatsbe grootingen in te willigen, zoo moeten zij zich ook geregtigd achten, waarop het hier aankwam, over een ontwerp van staatsregelingdat toch ook eene nieuwe wet is, te beraadslagen. De President der Tweede Kamer, moet uit dien hoofde, gemeld besluit niet in omvraag hebben willen brengen; de stemming moest onder de leiding van den Vice-President geschieden. Ook heeft de Eerste Kamer het besluit der Tweede verworpen. „Daarbij komt, dat de Tweede Kamer slechts éénmaal over dit besluit ge. stemd heeft, hetgeen wij niet in overeenstemming met het reglement be schouwen, hetwelk bij dergelijke gewigtige besluiten eene drievoudige stem. ming schijnt te vorderen. De Kamer heefc dan ook met de geringe meerder heid van 31 stemmen tegen 27 besloten, dat eene drievoudige stemming niec noodig ware. „Onder deze omstandigheden, terwijl de meerderheid der Tweede Kamer zich zijdelings tegen de geheele regtmatigheid van haar tegenwoordig bestaan verklaard had, kwam her der Regering doelmatig voor, de vergadering, ge lijk geschied iste verdragen." Het dagblad eter stad Keulen behelst een bekendmaking van den Vicaris. Generaal van het Aartsbisdom Keulen, Dr.Hüsgcn, betrekkelijk dé Raïise. lijke breve, nopens zijne erkenning in dat Aartsbisdom. De bekendmaking begint aldus „De vaderlijke en wijsheidvolle zorg van onzen Paus Gregorius XPI voor het bestuur van het Aartsbisdom Keulen, heeft zich in eenen zeer genadi- genden 9] Mei dezes jaars, aan het hoogwaardige Metropolitaan-kapitcel gen'gten brief, en in eenen anderen aan ons, van gelijke dagteeker.ingge. openbaard. Vermits gij sedert de bekendmaking van het hoogwaardige Metro, politaan-kapittel van 21 November des verleden jaars, de Pauselijke beve len te gemoet gezien hebt, vertragen wij niet, eertv. broeders, met u het besluit en den hoogst te vereeren wil van den Paus, nadat de toestemming des Konings daartoe den 13 Junij gegeven ,tsmede te deelen. Dezelve zal aller gemoederen geruststellen, cwijfelingen wegnemen, en voor allen een rigtsnoer en wet zijn. De Paus heeft namelijk verklaard-dat het den 12 Maart jl. te Brussel uitgevaardigde en vervolgens ook door den druk verspreide schrij ven, hetwelk eenigen verontrust en bezorgd gemaakt had, in geenen deele van den Apostolischen Stoel heeft kunnen afkomstig wezen; dat de Paus het zich ook niet ontveinst, dat deszelfs inhoud bijna in alle deele strijde men .den in zijnen naatn verkondigden wil; dat de Paus volstrekt geenen last heefc gegeven, om eenig oordeel uit te spreken over het door het Kapittel opgenomene bestuur, noch over de verkiezing van eenen Vicaris-Generaal dat de Paus zich met opzet onthouden heefc van het vellen van eenig oor deel over dat alles, gelijk de Paus ook nu zich daarvan onthoudt, omdat hij de onderscheidene omstandigheden der gebeurtenis, waarvan eene juiste be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 3