De Hertog van Nemours heeft Zaturdag avond een brillnnte partij ge geven, die door meer dan 250 personen is bijgewoond. Bij gelegenheid der krooning zullen gedurende den dag 146 kanonschó» ten gelost worden. Den 2östen heeft de Marquis van Westminster in het IIooger-Huis aan gekondigd, dat hij in de volgende Parlements-zitting eene motie doen zou, om het stemmen bij procuratie, voor leden die niet in het Huis tegenwoor dig waren, af te schaffen. Voorloopig wilde hij zich tot de aanwijzing van het verkeerde en gevaarlijke dat in deze gewoonte gelegen was bepalen,, en werd daarin door Lord Brougham ijverig ondersteund, terwijl de Graaf Fitz- jHilliam dit aloud gebruik met ernst verdedigde. De derde lezing der wet wegens de stedelijke Besturen in Ierland, is in het Lager-Huis den 25sten met 169 tegen 134 stemmen doorgegaan. In de zitting van den 2Ósten, toen de Spaansche zaken ter spraken kwa men, heeft de Generaal van het gewezen Engelsch legioen gezegd, dat aan officieren en manschappen door Spanje nog meer dan anderhalf millioen gul. dens moest betaald worden. Door het dagblad de Sun is aangekondigd, dat het op den-dag der krooning met gouden letters zal uit gegeven worden, om de merkwaardig, heid der plegtigheid alzoo op te luisteren. Men heeft berigten uit Rio di Janeiro tot den 22 April. Zij behelzen geen staatkundig nieuws, en de handels-aangelegenheden bleven nagenoeg op den zelfden voet. Het Bricsche oorlogschip the Rover had drie slaven, handelaren, waarvan een met 289 en de ander met 207 slaven aan boord, ge. öomen. De portugesche Consul heeft daartegen geprotesteerd; doch het zal denzelven waarschijnlijk niet gelukken, den verkoop van de prijzen te beletten. De slavenhandel in deze wateren wordt zoo sterk gedreven, dat men het aantal negers voor Bahia en Fernambuch jaarlijks op 60,000 rekent. F R A N K R IJ K. Parijs den 29 Junij. Zijne Maj. de Koning heeft den Baron de Talleyrand, buitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister bij den Koning van Dene- marken, tot Pair van Frankrijk verheven, en in zijne plaats aan het Deen. "sche Hof den heer Alexis de St. Priest benoemd. De Generaal Haxo, die als Chef der artillerie het beleg voor het kas. teel van Antwerpen in 1832 bestuurd heeft, is den 25sten dezer te Parijs 'overleden. t Den 28sren is het Hof der Pairs, als Kamer van beschuldiging bijeen, gekomen, om het rapport der Commissie van instructie, in de zaak van den ex-Luitenant Laity te hooren en tevens te beslissen op het requisitoir van den Procureur-Generaal. Laity wordt daarin schuldig verklaard aan de mis* daad- van provocatie zonder gevolg tot eenen aanslag tegen de veiligheid Van den Staat, welke met detentie en en eene boete van 10,000 tot 50,000 fr. kan gestraft worden. De debatten worden op den 9 Julij geopend. Het Journal de Havre van den 26 Junij berigtdat het Gouvernement van Chili zich schuldig gemaakt heeft aan dezelfde beleedigingen tegen Frankrijk, als die, welke de blokkade van Mexico en Buenos-Ayres heb ben noodzakelijk gemaakt, zoodat eerlang het Frausche smaldeel, dat zich in den Zuidelijken Oceaan 'bevindt, de blokkade der haven van Valparaiso zal hebben bewerkstelligd. MENGELINGEN. VAN MADRID NAAR VALENCIA. Niets is makkelijker, in ons land, dan het reizen; het komt er alleen op aan, zijne plaats op diligence, stoomboot of schuit, weldra zal het ook op de stoomwagens zijn, te bespreken, en zonder verdere omwegen vangt men de reis aan. Om van Madrid naar Valencia te reizenheeft men eene kleine formaliteit meer in acht te nemen, namelijk zich te verzekeren of Palillos of een ander opperhoofd eener rooverbende, nog altoos in de Mancha rond waart, of Cabrera cum suis het tooneel hunner oorlogsfeiten noord- of zuidwaarts van den straatweg hebben verplaatst; wanneer de laatste post. wagen bestolen of verbrand werden eindelijkof de weg vrij is en of men zoo gelukkig zijn zal, gezond en wel, op de plaats zijner bestemming aan te komen. Wanneer men omtrent deze kleinigheden bevredigende berigten bekomen heeft, dan begeeft men zich moedig op weg, dringt zich op, dat niet de helft der omloopende geruchten waar zijn, verheft zijnen geest boven alle kleine vrees, het algemeen eigen", neemt een paspoort, laat het door de constitutionele alkaden viseren, wanneer men deze toevallig te huis treft en verschijnt des morgens ten vier ure aan het bureau der Koninglijke snel. post. Terwijl men de muildieren inspant, heb ik tijd over eenige eigendom, melijkheden te spreken, die den heerschenden geest kenmerken, vooral te Madrid. Eene zucht, om al het vreemde na te volgen, beheerscht thans die hoofdstad. De philosophie der laatste eenw heeft tot nog toe in Spanje niets tot stand gebragt, maar zij werkt ais een bijtend zuur op het oude Spaansche karakter, zij werkt het om, lost het op en laat inde smelt, kroes, welke Madrid is, het wonderlijkste en zeldzaamste mengsel na. Hol. taire, DiderotHolney b. v. genieten hier nog al de philosophische gunst, welke zij in hun vaderland beginnen te verliezen; men spreekt er veel over, en leest herhaaldelijk hunne werken. Deze lectuur heeft, bij hem, hier en daar, vrijgeesten en atheïsten gevormd, zelfs bij Priesters. Van de andere zijde blijven zij, uiterlijk ten minste, aan de oude denkbeelden gehecht. Men hoort een klein klokje, het is het heilige Sakrament, dat door de stra ten wordt gedragen. Men stelle zich aan het venster en betrachte de voorbij gaanden, hoe zij, vrijgeesten zoo goed als andere, zich op de straat neder, werpen en in deze houding afwachten tot dat het Allerheiligste voorbij zij. Ik zag vrouwen, die niet tot de onverbiddelijkste behoorden, de heilige maagd van Carmel eene gelofte doen om een of ander voordeel te erlangen en om deze gelofte te vervullen, droegen zij bij eene hitte van 32 graden, eenen vreeselijk warmen wollen mantelvoorzien met kleine gewijde meta len voorwerpen waaraan verschillende wonderdadige werkingen werden toe- geschreven. In alles vindt men de gedwongene vermenging van het oude en nieuwe weder; zoo ook b. v. in de kleederdragt. De Spaansche vrouwen beginnen zich overhare mantilla, Aten sierlijken, poëtischen sluijer, welke den schoonen glans hare fonkelende oogenzoo voordeelig doet uitkomen, te schamen. Men draagt hoeden, maar ach! welke hoeden? Zij zouden het geringste burgermeisje bij ons, eenen verachtelijken lach afpersen. Zoo ziet men achitterend roode hoeden en daarbij groene shawls dragen, ook wel shawls onder de mantillas; het Spaansche op het Fransche, het Grieksche op het barbatrsche gepakt, en de aanminnigste gezigtjes,in dit graf van alle schoon, heid, levend begraven. Ook de taal wordt verbasterd; het Fransche breekt er in door; de oude Castilliaan hult zich in zijnen mantel en zucht, wan. neer hij, door de jonge Spaansche vrouw, de tertulias door suarès soirtes on el torador door de tualeta toilettehoort uitdrukken; en wanneer hij op het tooneel-berigt leest, dat die en die dansers, een padedu (jas de deux) zullen uitvoeren, vreest hij, met Arguelles, dat weldra het Spaansch hem onverstaanbaar zal zijn geworden. Terwijl ik dit verhaal, heeft men de namen der reizigers opgelezen, de postillon heeft zich op het voorste der tien muildieren geplaatst, de mayoral e.n zagal hebben broederlijk de zitplaats voorop gedeeldhet zweep-signaai tot de afreis doet zich hooren, elke reiziger maakt het teeken des kruises, en wij rollen naar Aranjuez. Daar de weg hoogst treurig isvolgens oud Castiliaarsch gebruik zonder eenen enkelen boom, en men de koetsramen moet digt doen om zich van het heiscbe stof te bevrijden, zoo wil ik den tijd besteden om ons voertuig te beschrijven. Vooraan acln, tien tot twaalf muilezels, twee aan twee te zamengespannen, op een der twee voorste een kleine postillon; op den bok de mayoral of conducteur, welke de tivee laatste muilezels ment; aan zijne zijde de zagal. Deze zagal is de pylades, de Euryalus des mayoralshij is zijn handlanger, zijn adjudant. Wanneer een streng breekt, vliegt de zagal van zijne zitplaats. Wanneer een muildier valt of uit het spoor wijkt, wanneer het gespan de zweep behoeft, om het in vollen gang te zetten, dan is de zagal dadelijk beneden, volgt de muildie ren, slaat, vermaant hen, houdt geheele redevoeringengelijk wijle Auto. medon aan de paarden van Achilles, roept hen bij naam, maakt hunne eer. zocht gaande, en lacht hen uit; nu wendt hij zich tot de capitana, dan tot de coronela, en wanneer hij dezelven nu in vollen gang heeft gezet, vat hij den riem welke voor aan het rijtuig hangt, en zwaait zich, in eenen sprong, aan de zijde des mayorals, die hem, onbewegelijk en stilzwijgend, ziet han delen. De zagal behoort tot de eigendommelijkheden van Spanje; hij is gewoonlijk klein maar krachtig en levendig, en brengt geheel zijn leven met op- en afstijgen en loopen door. Ik geloof niet, dat er sedert de Olympische spelen, toen de worstelaars zich met zand inwreven, iets stoffigers, morsi- gers en verwarders gezien is, dan het, met zweet en zand overdekte, hoofd, haar des zagals, wanneer hij een kwartier utirs met zijne muildieren gjeloopen heeft en zich afgemat, doch mee zelfvoldoening op zijnen zetel wringt. Doch wij zijn reeds te Aranjuezwij zullen eenen oogenblik poozen. Aranjeuz, de Koninklijke residentie, door Philippus, H gebouwdwas in den aanvang dezer eeuw getuige der eerste bewegingen in Spanje. Daar begon voor dat ongelukkig land de reeks der vreesselijkste revolutien en burgeroorlogen, daar viel de vredensvorst onder de algemeene verwenschin- gen des volks; daar leide de zwakke en goedhartige Karei IH de kroon ne- der, welke hij, door de onbezonnenheden zijner gemalin en de verkwistin gen zijns gunstelings, bevlekken liet, daar betrad. Ferdinand VII, nog jong zijnde, zijne zoo wisselvallige staatkundige loopbaan. Al wat men in Spanje gezien heeft, verbleekt voor het schouwspel dat dit oasis, hetwelk op eene zoo verrassende wijze de naakte eentoonige vlakte afbreekt, aanbiedt. De Taag, welke het park van Aranjeuz doorstroomt, verlevendigt den bodem, die door de zon geheel verdord is. Als door een wonder ziet men in de akelige vlakte, welke naauwelijks eenige vale roze. marijn kan voeden, zich olmen, populieren en reusachtige cederboomen ver. heffen. Het even te voren zoo dorre land ontleent van de weldadige voch. tigheid der Taag, eene zoodanige kracht en vruchtbaarheid, dat ik olmen vond, die bijna vijfrig voet omvang hadden, en zeker de rijkste bosschen onzer gematigde luchtstreek eer zouden hebben aangedaan. Het verwondert mij, dat Aranjeuz geenen grooteren roep in Europa heeft, want, behalve Valencia, kan ik zeggen, dat ik nog nergens in Spanje een' grootscher na. tuur zag. Het paleis biedt niets bijzonder merkwaardigds aan. Meer we gens rijkdom, dan wegens goeden smaak, kan men de Caza del Labrador, een klein, als lusthuisje gebruikt wordend pavilloen, waarin de 011deKareiIV uit tijdverdrijf millioenen scliats heeft begraven, noemen. Het goud, het marmer, de kostbare tapijten en eenige fraaije schilderijen, thans aan het opzigt van eenen slotvoogd toevertrouwd, zijn blijvende getuigen van deze Koninklijke verveling. Achter Aranjuez, begint de onvruchtbaarheid weder, welke nog toeneemc wanneer men Ocanna voorbij is. Van Ocana valt weinig te zeggen, als alleen dat de eetkamer van het logement, waarin men zich ophoudt, met behangsel voorzien is, waarop men, hoe ellendig dah ook, de heldendaden des Keizer, rijks heeft voorgesteld. Wij zijn thans reeds midden in de Mancha doorgedrongen. Deze treurige provincie stelt eene groote vlakte zonder water voor;, waarop geene verhoo. ging van grond, geenen enkelen boom te vinden is, en waaraan het oog alleen in deszelfs zwakheid grenzen vindt, In het zuiden, ver van den straatweg, verschijnt de Sierra Morena, als een nevel aan den gezigteinderdaartus- schen liggen onmetelijke woestenijen Qdespobladoswaarin men vier of vijf uren reizen kan, zonder eene menschelijke woning te ontwaren. Het men- schelijke geduld schijnt aan dit land gewanhoopt te hebbendat zelfs niet het geringste plantje schijnt te kunnen voortbrengen. Er is piers akeligers uit te denken dan deze woestijn,, alwaar de zon op- en ondergaat, zonder iets dat leven heeft, beschenen te hebben, en de naakte aardeaan hare vurige stralen blootgesteld, zich van een splijt en uit uitdroogt. Het is de woestijn zonder hare stormen, hare zandwolken en troostende beeldender fata morgana, het is de gemeene, prozaische woestijn. Slechts hier en daar verstrooid, vindt men op den weg eenige vlekken, waarvan de armza lige op elkander leunende hutten op die ongelukkige schapen gelijken, welke, daar zij niets meer te grazen vindenbij hoopen vereenigdde koppen der eenen tusschen de póoten der anderen gestokenom zich wederzijds tegen de zonnehitte te beschermen, onbeweeglijk op een stoppelveld staan. De menschelijke bewoners der Mancha lijden onder den gruwzamen druk der natuur. De Manchego, die weinig van zijn werk te hopen heeft, is 'dienvolgens een trage vagebond. Gebrek eti onreinheid verteren hem. De straatweg is met bedelaars, gebrekkige kinderen, die weder andere geheel naakte wezens op de armen dragen, bezet. Oud en jong, alles bedelt, en eene volslagene luiheid is het eenige erfdeel dat dit onwaardige geslacht op deszelfs nakomelingen overdraagt. Het is wel onnoodig te zeggen dat de Manchego bij zijne naburen in afschuw is. Hij wijdt zich gaarne aan den sluikhandel, een zwervend leven of den diefstal, legt zich gaarne in hinder, laag, om op den postwagen te loeren, en denzelven te plunderen, terwijl deze, bekend met het lievelings handwerk der Mancha, niet dan met twee of drie escopeteros op de imperiale, elk met een goed geweer en scherpe pa. tronen voorzien, de reis onderneemt. Aan dezen.natuurlijken aanleg, heb. ben de partijgangers, die gedurig de Mancha doorkruisen, talrijke recruten te danken. Men kan berekenen dat de eene helft der Mancha op de kosten der andere leeft, en in alle herbergen alwaar wij ophielden, vernamen wij telkenmale, dat er stroopcorpsen gezien waren, en het keukengereedschap, uit vrees voor aanvallen, onder den grond verborgen was. Een eenige roem blijft de Mancha over. Cervantes heeft er het vaderland en de schouwplaats der daden van zijnen held van gemaakt. Daar werden de groote Don Quisote en zijn onsterfelijke schildknaap geboren, daar stier, ven zij, en het volk wijst nog eenige hunner glorierijke slagtvelden aan. Regts van den straatweg, eenige mijlen van Quintanar de la Orden, wees men ons Toboso, het vaderland van Dulcinea; aan den straatweg zeiven, de herberg, alwaar de held tot ridder werd geslagen, en iets verder links, de honderdarmige reuzen, welke een ijverzuchtige toovenaar, in windmo lens veranderde. Wanneer men Aibaceto, eene tamelijke beduidende stad, en de hoofdplaats der provincie, welke door hare messenfabrijken in Spanje even zoo bekend is, als Chatelleraud in Frankrijk, voorbij is, laat men Chinchilla, eené oude graauwe stad, gelijk aan een adelaarsnest op de rot- sen, links liggen, en bevindt zich te Almanza, alwaar de Hertog van Ber wick, den 25Sten April 1807, den vermaarden veldslag won, welke aan Philippus V de kroon van Spanje verzekerde. Deze veldslag, geleverd tus. schen twee mededingers, welke, ook toen, zich den troon betwistten, blijft merkwaardig, wegens de tegenstelling der toenmalige energie met de tegenwoordige laauwheid, een onder meer dan een opzigt zeldzaam con trast; waarom streed men toen? Om niets anders, dan of een Fransch of een Oostenrijksch geslacht over Spanje heerschen zoude, en of de een voudige Karei II, door zijn testament, een der beide Pretendenten meer dan den anderen begunstigen kon. Thans wil men uitmaken (ten minste dit schijnt een ieder te gelooven) of een oud regerings-systema met deszelfs oude misbruiken zal worden hersteld, dan wel of Spanje eindelijk de ga.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 3