Utrecht 7Ó2VriesAjitf.f'j., Overijssel 199 en Groningen 114. Ce uitgaven
daarvan hebben f 539,861.bedragen, en de inkomsten 563,778.11.
Naar men verneemt, iibeft het 7.. M. den Koning van Pruissen behaagd,
onzen verdienstelijken landgenoot, den Kapitein-Ingenieur IV. F. Kamp, in
garnizoen te Vlissingente begiftigen met eenen kostbaren ring in diamanten
en zulks als een blijk van Z. M. tvelwillendheid en erkentenis voor de aan
Hoogstdenzelven aangeboden belankriike werken, ten titel voerende: Bijdra
gen tot de Bouw- en Natuurkundige JVetenschappen.
Bij eene te Parijs gepasseerde acte, is dezer dagen eene maatschappij
tot stand gebragt, waarvan het kapitaal, groot 500,000, verdeeld is t'ri
duizend aandeden, elk van f 500, ten doel hebbende de galvanisering van
metalen in Nederland, naar de wijze van Sorel. De oprigters dier maatschappij
waarvan de zetel te Delft gevestigd is, zijn de heeren van Peteghem, te
's Gravenhage, John Cockerill, te Luik, en L. du Portail, voormalig kwee.
keling van de polytechnische school te Parijs.
De Hollandsclie haringvloot bestaat dit jaar uit 122 schepen, als: van
Viaardingen cum annexis 9:; van Maassluis 15; van Enkhuizen 3; van de
Rijp 6; van Amsterdam 7; benevens 7 jagers, waarvan één naar Hamburg
bestemd is, en de overige naar onze havens zullen terugkeeren.
De zeiidag dier schepen is bepaald op den rgden dezer, ten einde tegen
den 24sten dezer, op de hoogte van Hitland, eenen aanvang te kunnen ne
men met de uitoefening dier visscherijwelke, als nationaal bedrijf, nog
steeds de algemeene belangstelling verdient.
Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 16 Junij:
Z. K. H. Prins Frcderik der Nederlanden is, vergezeld van Iloogstdes.
zelfs Adjudant, heden nacht uit Berlijn in deze Residentie teruggekeerd.
Bij Konlnglijk besluit is de heer P, J. Veth, Kandidaat in de tetteren en
godgeleerdheid aan de Hoogeschool te Leiden, benoemd tot Leeraar in de
Engelscbe en Oostersche talen aan de Militaire Akademie.
Het heeft H. K. H. Prinsses Albert van Pruissen behaagd, voor een
zeker getal exemplaren van het Album der Aardrijkskundevervaardigd door
den kondigen onderwijzer, den heer P. Mendel, alhier, in te teekenen es
alzoo een werk te ondersteunen, hetwelk wezenlijk nationaal kon worden
genoemd. De tweede aflevering van hetzelve is bereids ter perse, en be
helst eene natuur- en geschiedkundige, benevens eene plaatselijke beschrij
ving van de provincie Noord-Holland, vergezeld van eene kaart en onder
scheidene, op de plaats zelve vervaardigde afteekeningen.
Naar men verneemt is Z. Exc. de Minister van Financien onderrigt,
dat in eene, en welligt in meer provinciën des Rijks, door ambtenaren van
de active dienst,die, voor het werk der peilingen bij de broodbakkers
en meelverkoopersnaar aanleiding van de daartoe, bij onderscheidene re-
solutien van 1832 en 1833 gelatene bevoegdheid, volstaan met slechts eene
aanteekenlng te houden van den op het oogenbliit der peiling bevonden voor.
raad, biljetten tot dekking van dien voorraad zijn aangenomen, veel ouder
dan de tijdgedurende welken dezelve, ingevolge 2 van art. 95 der wet
op het gemaal, van 29 Maart 1833, daartoe nog van kracht zijn, en zulks
niettegenstaande, volgens de laatste der opgemelde resolutien, in het bij
zonder is aanbevolen, om toe te zien, dat de aanwezige goederen behoor
lijk door geldende biljetten zijn gedekt. Er bestaat voorts aanleiding, om
het daarvoor te houden, dat bij het doen van gelijksoortige peilingenals de
hiervoren bedoeldebij de winkeliers en nering doende personen inzeep, doör
de beambten mede biljetten tot dekking van den voorraad worden aangenomen,
welke reeds van oudere dagteekening zijndan de plaats gehad hebbende laatst-
voorgaande peiling, en welke biljetten alzoo daartoe niet geldig zijn. Tot overwe
ging uerlialve van de noodzakelijkheid, om zoodanige verkeerdheden tegen te
gaanheeft Z. Exc.de Minister laatstelijk bepaald, dat, wanneer bij de peilingen
in broodbakkerijen, meelverkooperijen of winkels van zeep wordt gebruik
gemaakt van de bevoegdheid, bij de boven aangehaalde resolutien gegeven,
de commiesen zullen gehouden zijn een dubbel van elk door hen afgegeven
bewijs van gedane peiling, vergezeld van de ingetrokken en als geldig aan.
genomen documenten van inslag, aan hunnen Controleur over te leggen,die,
bevindende, dat door de commiesen, bij de in deze bedoelde verrigting,
biljetten tot dekking van den voorhanden voorraad zijn aangenomen, welke
daartoe, volgens de bestaande wetten en instructien, niet geldig waren,
daarvan door cusschenkomst van den «rrondissements-Inspecteur, zullen ken
nis geven aan den Gouverneur der provincie, ten einde daaromtrent het noo-
dige voorstel aan den Koning te doen.
Uit Rotterdam meldt men van 15 Junij:
Woensdag ochtend, omstreeks elf ure, is door het Voornsche Kanaal Zr.
IWajs. stoomschip Phoenixonder bevel van den Kapitein-Luitenant ter zee
le Jeune, te Hellevoetsluis gearriveerd, aan boord hebbende Z. Exc. den
Baron van der CapcllenExtraordinaris Ambassadeur van Z. Maj. den Koning
bij de krooning van H. M. de Koningin van Groot-Britannie. Dewijl de
stoomboot door het tij genoodzaakt was nog eenige uren aldaar te vertoeven,
werd de Commandant der zeemagt te Hellevoetsluis, de Kapitein ter zee F.
Jonker, in de gelegenheid gesteld, vergezeld van den Onderdirecteur der
Marine, beneyens de Kapitein-Luitenants ter zee Lans en van Franc, hunne
opwachting bij Z. Exc. te maken.
Circa één ure begaf Z. Exc. zich met zijn gevolg, en vergezeld van den
Commandant van genoemd stoomachip, den Kapitein-Luitenant le Jeune
naar het huis van den Onderdirecteur der marine, den Kapitein-Luitenant
ter zee Bronovomet wien Z. Exc. mede vergezeld van den Commandant
der zeemagt, met veel belangstelling 's Rijks werf, drooge dokken en ma.
gazijnen heeft bezigtigd, waarna Z. Exc. zich aan boord begaf van Zr. Ms,
wachtschip de Amstel en aan boord van Zr. Ms. stoomschip de Cerberus, on.
der bevel van den Kapitein-Luitenant ter zee van Franc; wordende Z. Exc.
aldaar bij zijne komst aan boord met het volk paraderende in het wand en
op de raas ontvangen.
Ten vier ure stoomde de Phtenix uit de haven naar zee, en werd door
de ter reede liggende kanonneerbooten, onder bevel van den Kapitein-Lui.
tenant ter zee Rietveld, met zeventien schoten gesalueerd,
Uit Dordrecht meldt men van den 13 Junij:
Gisteren morgen omstreeks half 9 ure is alhier van de werf van den scheeps
bouwmeester Jan Schouten, van stapel geloopen het schip de Admiraal Jan
Evertsenen onmiddelijk daarna de kiel gelegd voor het schip Delta, beiden
bestemd voor de vaart op Oost-Indie.
Men schrijft uit 's Hertogenboschdat op dén sden dezer aldaar Is gear,
resteerd zekere 71/. Soeren, oud 20 jaren, van beroep wever, als beschul
digd van diefstal en moord, op den 2 Mei I. 1., onder Oirschot (provincie
Noord-Braband)jegens J. Castiens gepleegi. Deze persoon is reeds vroe.
ger gecondemneerd geweest tot een tweejarig confinement, wegens valsch.
lieid in een authentiek geschrift, terwijl hij eerst ruim eene maand vóór het
plegen van eene nieuwe misdaad de gevangenis heeft verlaten.
Volgens berigten van Santa-Cruz op Teneriffe, van den 27 Mei II.,
zijn aldaar gèarriveerdZr. Majs. corvet Amphi'triie Kapitein Tengbergen, en
het transportschip Merwede, benevens het koopvaardijschip Rhoon en Pen
drecht, aan boord hebbende de Generaal-Majoor Verveer en verdere troepen
voor de expedie, naar de Afrikaansche kust bestemd.
Alles was op die bodems welvarend.
AMERIKA.
Volgens de laatste berigten van de helft van Mei was het in Kanada rus",
tig. Men zag de aankomst van Lord Durham te gemoetvóór zijne aan.
komst zou geen doodvonnis tegen de opstandelingen voltrokken worden.
Te Philadelphia heef: den 20 Mei een oproer plaats gehad, aangelegd
door hen, die zich tegen de afschaffing van den slavenhandel verzetten,
Eenige voorstanders van de afschaffing hadden zich dien dag vereenigd. Het
gepeUpeL heeft hen uit het huis, waarin zij waren, verjaagd, het geplun
derd en toen in brand gestoken. De Regering was niet in staat om het op.
roer te stuiteneen neger is vermoord geworden.
T U R K> Y E-
Uit Toulon meldt men van 7 Jtinij
Men heeft hier brieven uit de Levant van eene jonge dagteekening, dié
van groote scheeps-uitrustingen te Konstantinopel spreken. Het schijnt zeker,
dat de Turksche vloot, die dit jaar veel sterker dan het vorige zal zijn,
weldra de Dardanellen zal uitzeilen. Nooit, zéggen de bedoelde brieven,
heeft men in den Bosporus zoo vele oorlogschepen bijeen gezien, en telkens
ziet men er nieuwe uit de dokken te voorschijn komen. Turkye heeft op
dit oogenblik niet minder dan 26 geheel uitgeruste linieschepen en fregatten.
Ofschoon men aan het spoedig uitzeilen der Turksche vloot gelooft, is hare
bestemming onbekend.
ZWEDEN.
Stokholm den 28 Mei. Het belangrijke vraagstuk om te weten of er vóór
de reis van Christophorus Columbus eenige gemeenschap tusschen Amerika eit
de oude wereld heeft bestaan is thans volkomen bevestigend opgelost dank
zij de ijverige nasporingen van eenen jeugdigen Zweedschen geschiedkundige,
den lieer Foison. Met geen andèr doel, dan om deze zaak te onderzoeken,'
heeft de heer Foison, nu twee jaren geledén, eene reis gedaan naar IJsland
waar hij onderscheiden handschriften van de tiende eeuw heeft weten te be-
nagtigen, uit welke blijkt, dat twee IJslandsche zeelieden, met namen Bsoerri
Hcrsuefson en Leif EriksonAmerika in het begin van gezegde eeuw hebben
ontdekt, en in welke men eene beschrijving vindt van de beide kapen, die
thans de namen voeren van Cod en van Sinte Martha, van de landstreken,
die de benamingen bekomen hebben van Nieuw Engeland en van Nieuw
Schotland, en vooral van eenige eilanden van de baai van Narraganset, waar
die reizers en hunne togtgenooten, omstreeks de drie jaren hebben omge.
zworven.
Zijn vertrouwen niet willende schenken aan dit geschreven verhaalbegaf
de heer Foison zich naar Amerika en bezocht hij in persoon de genoemde
plaatsen, om zich van de juistheid der IJslandsche beschrijving te overtuigen.
Hij bevond dezelve zoo naauwkeurig mogelijkmaar dit was hem nog niet
genoeg. Hij wilde in Amerika zelve eenig materieel bewijs opsporen, waar.
uit het plaats gehad hebben van vroegere gemeenschap tusschen de nieuwe
wereld en Europa af te leiden mogt zjjn. Hij zette zijn reizen dus voort en
had het geluk op eenige rotsen in het district van Assonett, bij de rivier van
Tauton, in den Staat der Massachusetssinscriptien te vinden, geheel in
Schandinavische (dat is te zeggen in Rhnnische) karakters gesteld, en de
namen vermeldende van IJslandsche en Noorweegsche oorlogslieden, die een
kamp in die streken hadden nedergeslagen. Ongelukkiglijk vindt men er geene
dagteekening bij opgegeven, maar de karakters geven, volgens den heer Foi
son, genoegzaam te kennen, dac {die inscriptien van vroeger, dan van de
negende eeuw moeten zijn.
De heer Foison doet opmerkendat Christophus Columbus in IJsland aangeland
zijndejin 1477, anderen plaatsen dit in 1467 en wederom anderen in 1464,
maar allen voor zijne ontdekking van Amerika,j op welk tijdstip de togt der
IJslanders naar Amerika, zoo bij mondelinge overlevering als uitgeschre
ven boeken, bekend heeft moeten zijn, het niet onwaarschijnlijk is, dat deze
groote zeeman daar de eerste kennis heeft opgedaan van het bestaan van hec
groote vaste land aan gene zijde dér Oceaans, hétwéïk later door hem ont.
dekt is geworden.
Uit Stokholm schrijft men van den 22 Mei:
De bi) Koninglijk besluit van 15 Januarij 1835 vastgestelde termijn van in
voer van rogge, roggemeel en garst, in al de havens van het Rijk, tegen,
betaling van de helft der regten, tot 15 Junij aanstaande, is thans, bij Ko
ninglijk besluit van u Mei ji., tot 15 Julij aanstaande verlengd geworden-
Deze maatregel is genomen, ten einde in de nadeelige gevolgen van den stren-
gen winter eenlgzfn<» te gemuec tc komen waardoor dan ook onze scheep-
vaart slechts sedert weinige dagen is geopend geworden.
PORTUGAL.
Lissabon den 5 Junij. Het Gouvernement zou thans niet ongeneigd zijd
om met Engeland en Frankrijk een tractaat tot afschaffing der slavernij te
teekenen.
Op onderscheiden plaatsen zijn er onlusten voorgevallen, die den strijd
tusschen de Chartisten en de andersgezinden weder vertconen.
Bij voortduring verontrusten de Miguelistische Guerillas de streken van
Guarda, en hebben eenen Spaanschen monnik, Alveto Auello, am het hoofd,
die zich voor Don Miguel uitgeeftmet wien hij dan ook eene treffende ge.
lijkenis heeft. In weérwii van al de Koninglijke waardigheidwelkt hij ten
toon spreidt, heeft zijne krijgstnagt echter eene duchtige les van de nationale
garde van Gnarda en eenige detachementen van het 3de en 8ste regiment
jagers ontvangen. Omstreeks 30 der zijnen zijn gesneuveld, en de drie, welk*
krijgsgevangen waren, dadelijk te Sabugol doodgeschoten; terwijl de troepen
der Koningin slecht» eenen Luitenant der jagers hebben verloren.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 15 Junij,
Telegraphische Depeche.
Narbonne, 12 Junij.
Uit Valencia wordt van den eden dezer geschreven, dat Oraa op dit oogen.
blik 20,000 man, waarbij 1500 ruiters, onder zijn bevel heeft en dat hij te
Alcaniz approvianderingen verzamelt. Cabrera, die eene krijgsmagt van
15,000 man bezit, doei evenzoo te Moreilj. Den 7den heeft de Baron dé
Meer te Tarragona veie arrestatien doen plaats hebben en een gedeelte der
nationale garde ontwapend.
In een l'ransch dagblad leest men onder dagteekening van 9 Junij het
volgende:
Op den 4dën heeft tusschen de Navarresche bataljons, die den Arg«,
onder het bevel van den Generaal Sanz, waren overgetrokken, en de divisie
van den Geneiaal Alaix een gevecht plaats gehad; het schijnt, dat de Car»:
listen genoodzaakt waren, met verlies "over den Arga terug te trekken;
vooral moet het 3e bataljon veel geleden en krijgsgevangenen achtergela.
ten hebben.
De cavalerie van Leon el Conde, ondersteund door eene brigade onder de
bevelen van Mer.dez Figo, heeft de Carlisten, onder Cuergui en Carmona>
bij Villa Ayerbe aangetast. Het gevecht was bloedig. Thans kan Leon el
Conde, wanneer hij zulks verkiest, Barbastro bezetten en den weg van Sa-
ragossa dekken. Firmin Iriarte zal wederom in dienst treden. Buerens is
met 9000 man Tolosa genaderd, en Espartero zal zich naar Tudela begeven;
deze begeert, dat Narvaez in het Koningrijk Valencia zal binnen rukken,
om de operatien van het legercorps van Arragon te ondersteunen.
Uit ontvangene brieven uit Madrid van den 4 Junij, ziet men, dat de
tijding der verovering van Ciudad-Rea!de hoofdstad van la Manchadoor
de Carlisten, ongegrond is geweest. Een voordeel, hetwelk de Carlistische
Bevelhebber Falillos ouder de muren dier stad behaald heeft, schijnt tot hec