A0. 1838. L EYDSCHE U R A N MAANDAG, KENNISGEVING. tpr Timavm h m >n K TS 18 J U N IJ. Cl Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende eene arculaire aanschrijving van Mijnheer den StaatsraadGouverneur van Zuid-Hollandin ,l dito den 26 February jl. Provinciaalblad N°. 26) houdende, om, door het aansporen dsr Iugezetenen tot.milddadigheid, zoo veel mogelijk mede te werken tot jiet wel doen slagen der jaa?lij]csche CoïlQcte, welke, ten gevolgq,van Zijner Majesteits dispositie, van den, 16. November 1820 81, door de Distribts-Commissie 'tol aanmoediging en onder steuning van den bewapenden Dienst in de Nederlanden zal worden gehouden, brengen 'bij dezen ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, datr ingevolge het verlangen van 'gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gekwalificeerde personen, in gesloteije bussen, op Maandag, en JJingsdagdie zijn zullen den i8en en igen Junij aanstaandeaanvangende s jnörgens ten negen ureaan de huizen der Ingezetenen, die verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften order te stellen-. Burgemees ter en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen.in gemelde circulaire vervat noodigen bij dezen uit de Ingezetenen dezer Stad, om volgens huhne bekende liefdadig heidook in deze Collecte rijkelijk van. het hunne bij te dragen .en meenen hierop bij- zónder te mogen aandringenuit hoofde eene milde bijdrijge voor deze Instelling hoogst belangrijk is. De opbrengst derzelvcn immers strekt eerst en vooral ter ondersteuning l van de zoodanigen, die in vroegere oorlogen verminkt zijn; terwijl hetr overschietende ten behoeve van. de deelgeregtigden na 1813 en voor de slagtoffers uit den tegenwoordigen strijd tegen oproer en geweld wordt gebruikt. Vermits de uitgavenzoowel van het primitive fonds, als van dat voor de slagtoffers uit den strijd met Belgie, door de in- 'komsten niet meer kunnen worden bestreden, niettegenstaande de vele beperkingen, die in bet opnemen van deelgeregtigden zijn ingevoerd, zoo volgt daaruit van zelf, dat het kapitaal jaarlijks vermindertweshalve hét fonds de milde bijdrageu der Ingezetenen bij voortduring dringend blijft behoeven. Aldus gedaan en.gepubliceerdbij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 11 Juhïj 1838. J. G, de ME y. Ter ordonnantie van dezelve P. A. du Pui, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis van de genen, die zulks zoude mogen aangaan, dat, ingevolge eene nadere aanschrijving van Zijne Exc. den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, in dato den 4Junij jl. CProv. Blad N°. 49), de aankoop der nog ontbrekende twee. en dertig paarden aan het getal, 'twelk, ingevolge Z. M. besluit van den 16 Januarij dezes jaars N°, 50, voor de dienst der artillerie moet worden aangeschaft, zal plaats hebben te Gorinchem iXop-Don derdag den 28 Junij aanstaande en zoo noodig op de twee volgende dagen. Zullende de leverancie ges'ci ieden op de voorwaarden en de paarden moeten bezitten de vcreischte'u by de JCennisgevingen yan den 12 Februarij en 20 April jl. vermeld. Leydenden u 'Juuy 1838. Burgemeester en Wethouders voornoemd J1 G, de Mey. Ter ordonnantie van dezelve,. P. A. du Pui. Burgemeesterj en Wethouders der Stad Leyden, bij besluit van Zijne Exc.den Heer Staatsraad, 'Gouverneur van Zuid-Holland van den 26 Mei jl. (Prov. Blad N°. 47) ontvangen hebbende de door H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gearresteerde Lijst der bevoegd erkende geneeskunst-oefenaren voor den jare 1838 welkers inhoud door 'afkondiging is bekend gemaakt, brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat .gemelde Lijst ook:, ter visie van dezelven, ter Secretarie dezer Stad is gedeponeerd. Leydenden 11 Junij 18380 Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G* DE MEY. Ter ordonnantie 'van dezelve, T>. A. x>u P O i. NEDERLANDEN. Leyden den i^den Junij. Onder de verbeteringen en verfraaijingén, die wij gedurig in onze stad zien daargesteld, verdienen ook die genoemd te worden, welke in dit vonr- 'jaar aan den grijzen Burgt .hebben plaats gehad. Dat gedeelte grondsdat jglooijende tot den bovepsten ringmuur opliep, was slechts een ruw en onge regeld grasveld, met vruchtboomen beplant, waardoor zij, die den Burgc 'bezochten, ter naauwernood, en dan nog met, gevaar-van naar béneden te vallen, =ich konden doordringen -, terwijl de hoog opgeschoten vruchtboomen boven °P de. omgang het vergezigt zeer belemmerden. Door de zorg van onzr Edel Achtb. Regering en onder het opzigt van den Stads-ArChitect, den Wel-Edi. heer va» der Paauw, is van dat ongebruikt gedeelte een schoon plantsoen pn wandelplaats, gemaakt. 'Onderscheiden zacht oploopende slin gerpaden zijn door het grasperk daargesteld, de ongemakkelijke trap, die naar boven leiddeis weggenomen, onderscheiden perken met heestergewassen 'en andere boomen aangelegd, een groot getal vruchtboomen uitgeroeid, en een tweede poort in den muur geopend, doorweilte men naar het binnenste plantsoen gh.atbetgeen vóór eenige jarèn aangelegd is en waarop reeds schoone boomen, onder anderen eenige hoog opgeschoten populieren prijken, d|e men bijna van allp kanten der stad zien kan. Wij meenen bij deze den dank'van ónze burgerij voor deze verbetering en verfraaijing aan onze Edel. Achtb. Regering en den Wel-Ed. heer Architect te mogen toebrengen, ter wijl wij stadgenooten en vreemdelingen kunnen uitnoodigenom zeiven den Burgt te bezoeken en over het verbeterde te oordeelen. Ook de Professoren J. Geel alhier en C. A. den Tex te Amsterdam zijn tot honoraire leden van de Atbeensche Maatschappij van Oudheidkunde benoemd; Uit 'sGravenhagè meldt men van den 15 Jung: Wij' vernemen, dat Z. M. een besluit heeft genomen, Waarbij bepaald is dat: 1°. De Hooge Raad aan het Ministerie van Justitie eene voordragt zal inoeten inzenden van personen, welke, met 1 October aanstaande, voorloo pig, als Procureurs de regtszaken zullen waarnemen, tot de bemoeijenissen van den Hoogen Raad behoorende. 2°. De Procureurs, thans bij het Hoog-Geregtshof te's I-lage,zullen voor. lOopig in diè betrekking .werkzaam blijven, bij het provinciaal Geregtshof van Holland, voor zoo ver zij niet mogten verlangen,, voorloopig in die betrek king bij een der Geregtshoven in de andere provinciën te fungeren, in welk geval zij echter daartoe 's Konings vergunning behoeven. 3°. De functieu van Procureurs bij de provinciale Geregtshovenuitge. ïonderd in Holland, zullen voorloopig worden waargenomen door de Procu. jcurs, thans aangesteld bij de Regtbank van Eersten Aanleg, in de hoofd, plaats van elke provincie, onverminderd de bevoegdheid, om tevens voorloo pig bij de nieuwe arrondissements-Regtbank aldaar werkzaam te zijn. s 4°. De Procureurs, thans bij de Regtbanken van Eersten Aanleg, zullen Voorloopig werkzaam blijven bij de arrondissements-Regtbanken, 5°,- De Deurwaarders, thans bij het Hoog-Geregtshof te 'sHage funge. rende., zullen voorloopig, van t October af, die functien bij den Hoogen Raad en het provinciale Mof van Holland uitoefenen. 6°. Bij de overige Gcregts-Hoven zullen insgelijks voorloopig de func tien van den Deurwaarder worden waargenomen door de Deurwaarders, bij de Regtbank van Eersten Aanleg in dé hoofdplaatsen der provinciënzij zijn tevens bevoegd, om dezelfde functien voorloopig bij de nieuwe arron dissements-Regtbank aldaar, te bekleeden. 70. De Deurwaardersthans in functien bij de Regtbanken van Eersten Aanleg, zullen voorloopig die hoedanigheid blijven uitoefenen bij de arron- dfesements-Regtbank. De Deurwaarders der Vrede-geregten zullen hunne functien blijven uitoefenen bij de kanton-Geregten. 3". De Deurwaarderswelke voorloopig bij de arrondissements-Regtbank te Amsterdam zullen fungeren, zijn tevens bevoegd, om bij de criminele Regtbank aldaar dezelfde ambtsverrigtingen te vervullen. p°. De Hooge Raad, de provinciale Hoven en de criminele Regtbank, zuilen voordragten doen, omtrent de definitive aanstelling van Procureurs en verdere beambten. Dezer dagen is door de Hof-Commissie Zijner Majesteit eene nadere bepaling gemaakt, ten aanzien van het costuum, waarmede men ten Hove verschijnt. Dien ten gevolge zullen de heeren, welke costnum dragen, voortaan bij het klein costuum i neffen blaauwe pantalons, bij het meer ge kleed klein costuum in effen witte pantalons, en bij het groot costuum in witte pantalons, met een goud gallon op den naad, mogen verschijnen, ter. wijl voor het geval van hofrouw, wanneer zwarte onderkfeeding vereischc wordt, effen zwarte pantalons zullen moeten gedragen worden. Bij besluit van Z. Exc. den Gouverneur van Zuid-Holland is bepaald, dat de aanslagbiljetten, zoo wegens de grond- als ter zake van andere be. lastingen, betreffende Schatpligtigen die buiten de gemeenten eener ontvangst wonen of zich ophouden, te gelijk met de overige kennisgevingen, uit het qnohier ontstaande, zullen opgemaakt en door tusschenkomst van den ont vanger over de woonplaats der schatpligtigen of hunne zaakbezorgers, kos. tefoos, uitgereikt moeten worden; alsmede dat de geluktijdige uitvaardiging van een dwangbevel, ten aanzien van de zoodanigen, niet zai vermogen plaats te hebben, maar dat deze, in geval van nalatigheid in de aanzuivering van verschuldigde termijnen, even als alle andere schatpligtigen, deswege zullen behcoren vervolgd te worden. Den 12, dezer had alhief, in de gehoorzaal der maatschappij, Diligcntia, de plegtige uitreiking plaats der eereprijzen, welke, ten gevolge der mededin ging van den jare 1836 en 1837, door heeren Commissarissen waren toege wezen aan de kweekelir.gen van het bloeijènd Instituut van Teekenkunde der 's Gravenhaagsche afdeeling van de maatschappij: Tut Nut vanUAlgneen. De vergadering, die aanzienlijk was, werd vereerd door de tegenwoor digheid van Z Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken en van Afge. vaardigden uit onderscheidene alhier gevestigde wetenschappelijke, kunstlie vende en andere nuttige inrigtingen. De heer A. D. .7. Mloulet. lid der bovengenoemde afdeeling, opende de plegtigheid met eene doeltreffende verhandeling, tot betoog, „dat, uit een opvoedkundig oogpunt beschouwd, de beoefening der teekenknnst een mid del is ter beschaving, aangezien dezelve t°. het verstand ontwikkelt; 20. eene weldadige strekking geeft aan het schoonheidsgevoelen 3°. voordee- lig op de zedelijkheid.kan werken." Uit deze redevoering, zoowel ais uit de ten toon gestelde proeven van de vorderingen der kweekelingen, mogt weder overtuigend blijken, dat ge zegd teekenihsticuut, onder de leiding van den verdienstelijken eersten on derwijzer van Hove, loffelijk ondersteund door de heeren Hojfer en van der Groen en mejnfvr. Temninek, en het doelmatig toezigt van den heer Frauen- felderallezins blijft beantwoorden'aan het edeie doei, zoo der stichters als van het 's Gravenhaagsche Departement. Na de uitdeeling van prijzen aan onderscheiden leerlingen werd dit feest door gepaste 'aanspraken besloten. Heden is alhier.de Evangelische Lnthersche Synode, op de gewone wijze gesloten. De wei-eer waarde .heer Wf. C. II. Toewater is benoemd tot eden Pre. dikant bij de Hervormde Gemeente in Oost-Incfie. De vrijdom en de verminderingl van scheepvaartregten voor Nederland- sche schepen, ten gevolge van'.het tractaat met Pruissen van den 3 Junij 1837, op de Waal en Lek daargesteld, zijn door de Regering als nu ook, naar men verneemt, toepasselijk gemaakt op de IJsselvaarr. Het getal der genootschappen rot het verleenen van onderstand aan be hoeftige kraamvrouwen heeft in 1836, in ons land 25 bedragen, waarvan in Noord-Holland acht, Zuid-Holland vier, Gelderland vier, Overijssel drie Utrecht twee, Vriesland twee, Groningen een en Noord-Braband een; ter wijl in de provinciën Zeeland en Drenthe in dit jaar nog geene dergelijke ge nootschappen gevestigd waren. De gezamenlijke uitgaven daarvan hebben eene somma van ƒ18,776. 15 bedragen, waarvan alleen in de provincie Noord. Holland f 4,528.98. Het getal der kraamvrouwen, die uit deze heilzame instellingengedurende dit. jaar, onderstand hebben genoten, bedraagt 2280, waarvan alleen in de stad Rotterdam 327; en hebben 2783 leden daartoe gecontribueerd, waarvan het getal Jn de provincie Noord-Holland alleen 613 beloopen heeft, bedra gende de middelen, waardoor in die uitgaven is voorzien, eene som van f gr,066. 85. Gedurende het bovengemelde jaar is het getal der godshuizen, met uitzon dering van de gast- of ziekenhuizen, hier te lande 345 geweest, waarvan in de provincie Noord-Holland 75, Zuid-Holland 79, Noord-Braband 34, Gel derland 38, Zeeland 10, Utrecht 8, Vriesland 50, Overijssel 29, Groningen 19 en Drenthe 3. In die godshuizen zijn 14,151 behoefcigen geplaatst geweest, waarvan 5,09b oudé lieden, 1,966 gebrekkigen en 7,095 kinderen. Het montant del- uitgaven voor die godshuizen heeft eene som van f 1,948.257 beloopen; tér- wijl de middelen, waardoor in deze' uitgaven is voorzienf 2,093,738,65 heeft mogen bedragen. Gedurende het jaar 1836 hebben hier te lande 43 gast- of ziekenhuizen bestaan, als; in de provincie Noord-Holland 8, Zuid-Hol land 14, Overijssel 5Utrecht 4Gelderland 4, Noord-Braband 3Zee land 3Vriesland rGroningen 1 en Drenthe geene 5,733 personen zijn in dje gasthuizen, verpleegd, waarvan in de provincie Noord-Holland 1,241, Zuid-Holland 2,235, Noord-Braband 629, Gelderland 227, Zeeland 239,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1