PORTUGAL.
Lissabon den 30 Mei. De laatste berigten uit deze stad ontvangen, be.
vestigen niet, dat het den Engelschen Gezant Lord Howard de Walden zou
gelukt zijn, een nader verdrag over den slavenhandel met de Portugesche
Regering te sluiten.
Het gerucht loopt tveer, dat Don Michel in het zuiden van het Rijk
zou geland wezen; doch dit vond weinig geloof.
Men had te Lissabon berigt ontvangen, dat het Mfguellistisch Opper
hoofd Remechido in de Algarven een belangrijk voordeel op de troepen der
Koningin behaald had.
SPANJE.
[Berigten over Parijs van den 8 Juts ij'
Er loopen geruchtenvolgens berigten van Bayonne van den 2 Junijdat
Espartero voornemens was eenen aanval op Estella te doen; op zijn bevel
had eene sterke colonne den 27 Mei tot digt bij die plaats eene verkenning
gedaan en eenige dorpen bezet; de Carlisten evenwel, die aldaar in. gering
getal tegenwoordig waren, hadden zich dapper geweerd en toen zij verster.
king bekomen hadden, zijn de Christinos gedwongen geweest terug te trek-
)jen< Van onderscheiden andere kanten wordt insgelijks gemeld, dat Es.
partero bevel gekregen had om Estella aan te tasten.
Uit Saragossa schrijft men van 31 Mei:
Een geloofwaardig persoon, heden uit Lerida alhier aangekomen, deelt
de tijding mede, dat eene colonne ligte troepen, bij gelegenheid van eenen
uitval uit de stad Reus, de Carlistische Junta van dit district verrast en
vermoord zou hebben, alsmede-derzelver escorte, bestaande uit 76 soldaten.
Men verneemt, dat een lid den opperste Junta van Berga zich onder het
getal der dooden bevindt; deze verrassing is door het verraad van eenen
deserteur geschied, welke heeft verhaalddat de Junta dien nacht in de ge-
melde plaats zoude vertoeven. De Postillon van Girome bevat eenen brief
uit Viliaiianca del Cansdès, die dat berigt bevestigt. Volgens denzelven
zou het de colonne van Balleza zijn geweest, die, op bevel van den Ge
neraal Ayerve, deze beweging op Fontrubi heeft gedaan, alwaar de junta
met derzelver escorte is overvallen.
Men verzekert, dat de Carlistische Junta van Berga die stad heeft veria,
ten, om zich op Fransch grondgebied te begeven.
De Hertog de Fézensac, de nieuwe Fransche Ambassadeur, heeft den
28 Mei zijne eerste plegtige audiëntie bij de Koningin gehad. Hij is door Hoogst,
dezelve op de minzaamste wijze ontvangen geworden.
De aanspraak, die Hij tot H. M. de Koningin-Regentes heeft gehouden,
luidt als volgt:
Mevrouw Z. M. de Koning van Frankrijk heeft mij met de eervolle zen-
ding wel willen belasten, om Hoogstdenzelven bij uw Hof te vertegenwoor
digen; dit bewijs van Hoogstdeszelfs vertrouwen is des te vleijender voor
mij, omdat hetzelve mij veroorlooft Uwe BI. geluk te wenschen met het
welgelukken der pogingen van uwe troepen, en het herscellen van de orde
en krijgstucht in uw leger. Deze gelukkige gevolgen ziin zeer geschikt om
Uwe M. te troosten voor de vroegere ongelukken, en de gegrondsce hoop
voor eene betere toekomst te doen voeden. Mogt Spanje, den door een
zoo wijs en gematigd Gouvernement voorgeschreven weg volgen, en daar
door den troon van deszelfs jonge Koningin onder het opzigt van Uwe M.
bevestigen; deze triumf zal zij verschuldigd zijn aan de geestkracht eener
Koningin en aan de teederheid eener moeder. Ik zal mij gelukkig rekenen,
wanneer ik gedurende mijne zending aan Uwe M.het einde mag zien
naderen dier ongelukken, welke eene zoo edele als dappere natie treffen;
eene natie, in welke Z. M. de Koning van Frankrijk het levendigste belang
stelt, en die zoo veel deelneming in geheel Frankrijk vindt.
Het antwoord van H. M. is daarop het volgende geweest:
Mijnheer de Gezant, het is mij zeer aangenaam, u belast te zien met
eene zending, die strekken moecom de betrekkingen, welke tusschen
Frankrijk en Spanje bestaan, aan te kweeken; jhet vertrouwen, dat Z. M.
de Koning u. heeft geschonken, is een genoegzame waarborg, dat ook ik
u het mijne schenken kan. Ik twijfel niet aan de belangstelling van Z. M.
den Koning, mijn' oom en bondgenoot, ten voordeele der Spaansche natie,
en van mijne bcmir.de dochter. Ik ontvang met genoegen de gelukwenschin
gen over de onlangs door mijne getrouwe verdedigers in de zaak van Spanje
behaalde overwinningen.
Uit Bayonne meldt men van den 3 Junij, dat Don Carlos van Estella
te Tolosa was aangekomen. Voor zijn vertrek van Estella was de Auditeur-
Generaal van Oorlog Barricarti voor een krijgsraad gesteld geworden en
doodgeschotenook waren de Fiskaal Zariateguy en de Bisschop van Leon
gevangen genomen en men verzekert, dat zij dij vonnis, hetgeen door Don
Carlos goedgekeurd is, ter dood verwezen zijn.
Men- wilde te Bordeaux weten, dat Don Carlos zijne staatkunde in
Navarre zou veranderen en aldus de in ongenade gevallen Generaals, als
p'iliareal, Zariateguy en anderen wederom in betrekking zouden geplaatst
worden.
DUITSCHLAND.
Men heeft te Weenen brieven uit Konstantinopel van den 16 Mei ontvan.
gen, in welke berigt wordt, dat de Belgische Gezant aan het Weener Hof
(fSullivan de Gras, door zijne Regering belast om met de Porte te onder
handelen over het sluiten van een handelstractaat, in laatstgenoemde stad
was aangekomen.
Den 2den dezer zijn de feesten te Berlijn besloten met een prachtig
dejeuner, hetgeen door Z. M. den Keizer van Rusland in het hótel van hec
Russische Gezantschap is gegeven geworden. Het Hof en vele hooge gasten
hebben zich des avonds naar Potsdam begeven.
Z. M. de Koning van Hanover benevens de Koningin, zijn naar hunne
residentie uit Berlijn vertrokken, ook is de Koning van Wurtemberg met
zijne beide dochters naar zijne Staten wedergekeerd.
De Keizer van Rusland heeft voor den opbouw van een burger-hospitaal
te Berlijn, hetgeen naar zijnen naam zal genoemd worden, 1000 dukaten
geschonken.
Aan het 6de regiment kurassiers en het uhlanen-regiment van den Groot
vorst troonopvolger, heeft hij 150 fraaije rijpaarden ten geschenke gegeven.
Uit Berlijn schrijft men:
Het denkbeeld, hetwelk eenige voorname grondeigenaren in Polen reeds
voor eenige jaren opgevat hadden, om Duitschers als kolonisten naar hunne
uitgebreide, maar dun bevolkte en daardoor slecht bebouwde bezittingen te
lokken, heeft bij de uitvoering reeds zeer gunstige gevolgen opgeleverd.
Men heeft maatregelen getroffen, dat alleen personen, die als redelijke en
vlijtige menschen bekend staan, en niet geheel van vermogen ontbloot zijn,
tot kolonisten worden aangenomen.
Men schrijft uit Frankfort van den sden, dat tusschen de aldaar wo
nende Israëliten .een kerkelijke strijd is uitgebroken. De partijen zijn verdeeld
in aanhangers van het oude of Talmudisten en de voorstanders van hervor-
mingen.
Nog schrijft men uit die plaats:
Ten gevolge van de warme weersgesteldheid, welke wij sedert eenige
weken gelnkkiglijk genieten, is de wijnrank in de Rhijnstreken wederom tame
lijk bekomen. Ook uit Frankenland en van de Bergstrasse luiden de berigten
nopens den staat van de wijngaarden gunstig.
Uit Löwenberg wordt van den 25 Mei geschreven, dat een wolkbreuk
deze en de naburige plaatsen onder water had gezet, waardoor eene grooce
schade aan boomeu, veldvruchten en huizen was te weeg gebragf.
'Uit Allstedt wordt gemeld, dat men op den 16 Mei, omstre.zs pen
middag, in den omtrek van Eisleben, een zoiuieumg .uideraardsch gedruist;;!
heeft vernomen, veel gelijkenis hebbende an t het geit;... tan h.n.oii; choteu
en het knetteren van pelotonsvuur. Van a.r.lbeviug heelt men echter niets
ontwaard. Dezelfde verschijnselen zijn te Malie, Maust'elu en Asciierslv-
ben opgemerkt.
Uit Siiizie schrijft men, dat men, niettegenstaande het ongunstige we
der hoop had op eenen goeden oogst. De graanprijzen waren ecluer 30 pCt.
gerezen.
Uit Luxemburg meldt men dat Z. K. H. Prins Frederik van Pruissen
die bondsvesting Binnen kort zou komen inspecteren.
Men herinnerde zich te Petersburg geen voorjaar, waarin dejijsgang uit
het Ladogameer, door den Nevastroom in de Finnsche golf, zoo lang uiiurde
als in hec tegenwoordige. Dezelve had bereids eene maand aangehouden,
en gedurende dezen geheelen tijd heeft men eene koude weergesteldheid
gehad. Genoegzaam dagelijks werd daardoor de gemeenschap met de stad en
derzelver op eilanden gebouwde gedeelten afgebroken.
GROOT-BRIT ANNIE,
Londen den 6 Junij. Op bevel van H. M. zijn aan de Commissie, belast
met de verzameling van vrijwillige bijdragen tot oprigting van een siandbeeid
in de hoofdstad ter eer van wijlen den beroemden Britschen Admiraal Nel
son, 500 guinjes ter hand gesteld. Ook heelt H. M., tot eene bijdrage ter
oprigting eens standbeeld voor den Hertog van Wellingtoneene gelijke som
geschonken.
Op een groot diner, hetgeen I. 1. Zondag door den Hertog en Hertogin
van Cambridge gegeven is, en waartoe vele personen van rang genoodigd
waren, is deNederlandsche Gezant, Baron Dedel en zijne echgenoot tegen,
woordig geweest.
liet gerucht wil dat Lord Mulgrave, die zich thans in deze hoofdstad
bevindt, niet naar Londen terugkeeren, maar tot Ambassadeur te St. Pe.
tersburg benoemd worden zal. en dat de Marquis van Conyngham zijn Lord
schap in hoedanigheid van onder-Koning van Ierland zal vervangen.
Ook loopen er losse geruchten, wegens aanstaande veranderingen in hec
Ministerie, volgens welke de heer Spring-Rice, Secretaris van Colonien en
Lord .7, Russell Kanselier van den Exchequer worden zou.
In het Iersche Graafschap Waterford, is den isten dezer een vrij ern.
stig oproer ontstaan, bij gelegenheid van den geregtelijken verkoop van vee,
dat aan een man toebehoorde, die de vrijwillige voldoening zijner tienden
geweigerd had. Hec volk heeft de Policie-beambten en militairen, welke
de orde moesten handhaven, aangerand en vier der eerste bedenkelijke won
den toegebragt.
F R A N K R IJ K.
Parijs den 8 Junij. Het budget voor het onderwijs is in de Kamer der
Afgevaardigden aangenomen. Thans zijn de beraadslagingen begonnen over
de aangevraagde credieten voor de Afriksansche bezittingen. Die credieten
bedragen 17,000,000 fr. en zijn bestemd om de troepen, welke aldaar 48,000
man uitmaken, doch vroeger op slechts 23,000 waren gebragtte bezoldigen.
Het Journal des Dèbats meldt ais eene waarschijnlijkheid, dat de Ko
ning den loden de nationale garde van Parijs in oogenschouw zou nemen.
Uit Mets wordt gemeld, dat de verplaatsing van het observatie-corps,
in den omtrek dier stad onlangs bijeengetrokkenbinnen eenige dagen begin,
nen zou. Twee veldbataljons, welke te Mets in gamisoen lagen, zouden
naar Parijs marcheren, alsmede het 3de bataljon, hetgeen te Palsbourg ge
legerd is.
Een groot aantal werklieden heeft zich tot het Ministerie van Marine
gewend, om dienst te krijgen in de Fransche koloniën; de meeste aanvragen
zijn aangenomen.
In Frankrijk zijn sedert 1830 even zoo veel bruggen gebouwd, als er
tijdens da'zelfde jaar in het geheele Rijk bestonden. Er zijn ook sedert dat
zelfde tijdstip vele nieuwe wegen aangelegd, die te zamen eene lengte van
1800 mijlen beslaan.
Het hótel van wijlen Prins de Talleyrand, te Parijs, is voor een mil.
lioen fr. ter koop aangeboden.
Vóór 1820 bestonden er in Frankrijk slechts 57 stoomwerktuigen, te
zampn van 963 paardenkracht. Op 31 Dec. 1836 telde men er 1,549, van
23,411 paardenkracht; op 31 Dcc. 1837, 2,073 van 27,533 paardenkracht.
Over Engeland heeft men berigt, dat de Fransche zeetnagt op de kusc
van Buenos-Ayres met den isten April de blokkade der.havens aldaar, of
ten minste van Montevideobegonnen heeft. Aan de onzijdige schepen was
tot den 10 Mei tijd gegund, om zich te verwijderen. Te Montevideo en
in den omtrek heerschte groote verwarring.
en wetten werd toegelaten, werden tevens alle, verbannen Korsikanen terug
geroepen. Paoli ijlde uit Engeland naar Parijs om de nationale vergadering in
zijnen naam en dien zijner landgenoten te bedanken. Op Korsika terugko
mende, werd hij met onuitsprekelijke geestdrift ontvangen en met eerbewij
zen en ambten overladen, welke hem eene groote magc gaven.
De jonge Buonaparte woonde den zegevierenden térngtogt van Paoli als
ooggetuige bij, en ziet, in plaats dat zijne bewondering ten top zoude zijn
gestegen, kwam hij tot andere gedachten. De knaap had in de eersce op
welling van vaderlandsch gevoel niets heerlijkers gedroomd, dan PaolPs werk
voort te zetten; daar nu echter de held zelf terug kwam om het begonnen
werk te voleindigen, was het voor Buonaparte als of hij hem iets had ont
nomen, dat hem toekwam. Napoleon had Paoli's magc meenen te erven, en
had daarom zeer gearbeid om deszelfs aandenken geliefd en populair te hou.
den, niet denkende dat de banneling immer zoude terug keeren. Door deze
terugkomst was zijne jeugdige eerzucht gekrenkt, hij kon zijne plannen niet
doorzetten, zijne droombeelden waren vervlogen, en zijn geest, welke zich
nu niet meer met Korsika kon bezig honden, wendde zich geheel naar
Frankrijk, wiens belangen ook door hec meerendeel zijner betrekkingen wer
den aangekleefd, want alleenzijn vader Carlo Buonaparte was door de banden
van [persoonlijke vriendschap en onverbreekbare trouw aan den Generaal Paoli
verbonden. Napoleon kon dus voor hem zijne Fransche herinneringen niec
vergeten; hij, die door Frankrijk in deszelfs wedergeboorte begrepen was,
die het voorbeeld eener revolutie bij een groot volk gezien had, hoe klein
moest hem nu deze burger-oorlog op het afgelegen eiland voorkomen. Zoo
kwam het dan spoedig, dat Buonaparte den eens vereerden vaderland'schen
held als vijand beschouwde.
Napoleon als interimair Commandant eens bataljons bezoldigde nationale
garden naar Korsika gezonden, werd beschuldigd van het aldaar uitgebarsten
oproer der hevige patriotsche Korsikanen te hebben aangestookt, ten einde
zich door de demping van hetzelve verdienstelijk te maken. Hij werd te
Parijs geroepen om zich te regtvaardigen, en was daar tijdens de omwente
ling van 10 Augustus 1792. Al dadelijk voorzag hij toen de gelegenheid om
eene groote rol te spelen. Hij keerde naar Korsika weder en bleef het Paoli
lastig maken, tot dac deze, ten uiterste getergd zijnde, de vaan desoproers
MENGELINGEN.
EEN HANDSCHRIFT van NAPOLEON.
'Fervolg.
Toen in 1790 het eiland Korsika tot gelijk genot van alle Fransche resten