v. m. A". 1838. 0 5 R i N l i: yds c it e MAANDAG, 4 J U N IJ. t KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat, door Hun Ed. Gr. Achtb. de 11. II. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandbij dispositie van den 15. dezer maand, N°. 9, is goedgekeurd liet door den Edel Achtbaren llaad dezer Stad, op den 9. April bevorens, gearresteerd Reglement op de algemeene Stedelijke begraafplaatsen binnen deze Staden op het begraven der lijken binnen dezelve vallendemet autorisatie om voorloopig in te vorderen het verhoogde Ta rief der begrafenisregtenbehoudens Zijner Majesteits nadere goedkeuring van hetzelve alsmede dat genoemd Reglement op den eersten: Junij aanstaande zal worden in werking gebragt en hetzelve voor de belanghebbenden, tegen betaling van dertig centsbij den Opziener der Stedelijke begraafplaatsen zal te verkrijgen zijn. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydenop den 25. Mei 1838. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, p. a. du p ut. NEDERLANDEN. Leyden den 3den Junij. Men meldt uit 's Gravenhage van den isten Junij: Bij Koninglijk besluit van den 22 Mei, N°. 72, is benoemd tot substituut '"van den Officier bij de Regcbank van Eersten Aanleg te Dordrecht, Mr. P, FTimmert Verhoeven. '—Nog is bij Koninglijk besluit tot Secretaris-Generaal bij het Departement 'Voor de 'Koloniën ad interim benoemd de heer EliasOost-Indisch ambte naar op wachtgeld, en zulks in de plaats van Mr. B. Brocxdie door Z. M. tot Griffier van den Hoogen Raad is benoemd. Ter voldoening aan 's Konings besluit van 10 April, waarbij bepaald wordt, dat de Hooge Raad der Nederlanden, op Vrijdag, den iscen Junij zal worden geinstalleerdhebben de President, vice-President, Leden, Procu reur-Generaal en verdere ambtenaren bij het Hoogste Regterlijke Koliegie, heden middag ten één ure, in handen van Z. M., den bij art-, 29 der wet op de zamenstelling der Regterlijke Magt vascgesteldeu eed, afgelegd. Ten naif drie ure heeft zich Z. Exc. de Minister van Justitiedaartoe aoor den Koning gecommitteerd, naar de groote vergaderzaal van het Hooge Geregtshof be geven, en den Hoogen Raad geinstalleerd. Z. Exc. werd plegcscatig aldaar ontvangen en hield te dezer gelegenheid eene aanspraak, waarin, naar men verneemt, de Minister zijne vreugde te kennen gaf, dac de nationale instel ling van den Hoogen Raad thans werd daargesteld. Onderscheidene omstan digheden, bijzonder de Belgische opstand, hadden de vroegere vestiging daarvan, welke reeds was voorbereid geweest, verhinderd. Z. Exc. deed het koliegie de hooge pligten kennen, welke hetzelve te vervuilen had en .hoopte, dat de invoering der nieuwe regtelijke instellingen, waarvan de heugelijke gebeurtenis van dezen dag den aanvang was, aan het Vaderland, sche regtswezen vastheid en zekerheid zou geven, tot eene goede regtsbe- deeling leiden en daardoor aan den wensch ties Nederlaudschen Volks vol doen zouden. Z. Exc. meende dit te meer te mogen hopen daar er aan het hoofd van het koliegie een man geplaatst was, die gedurende eene lange reeks van jaren van zijne groote kennis en doorzigt, van zijnen bijzonderen ijver, van zijne onvermoeide werkzaamheid, in eene hooge regterlijke be- 'trekking, had doen blijken; terwijl ook geheel het koliegie was zamenge* steld uit mannen, waardig om hunne hooge roeping te vervullen. De hoog edel gestrenge heer President van den Hooge Raad bedankte het achtbaar hoofd der Justitie in ons land voor den lof, aan het koliegie toegezwaaid en hoopte, dat het in de menigvuldige moeijelijke werkzaamheden, welke het te vervullen had, steeds toonen zou het in hetzelve gestelde vertrouwen 'waardig te zijn. Het zou steeds alle pogingen aanwenden, om tot de gelijk, heid in de uitoefening van het regt bij te dragen. Niettegenstaande zijnen - 'gevorderden ouderdom, zou hij trachten zijnen gewigtigen arbeid met dien ijver en die zorg te vervuilenals eene zoo gewigtige werkzaamheid vor derde. De Procureur-Generaal, de heer de Bordesheeft daarop eene tref fende aanspraak gehouden, waarin hij het gewigt der gebeurtenis van dezen dag schetste, en tevens met levendige kleuren het groote belang afschilder dehetwelk geheel het land in de eindelijke regeling en grondvesting onzer 'eigene, nationale regterlijke instellingen had. Hoe zwaar hem ook de hooge bettëkking riiogt toeschijnen, welke hem thans was opgedragen, zoo hoopte hij, dat hij dezelve bij dit hoogste regterlijke koliegie, aau welks hoofd een man geplaatst \vas, met wien hij als Advocaat-Geiferaal de moeijelijke func- tien van het Publiek Ministerie zoo lang had vervuld naar eisch en naar be- hooren te kunnen bekleeden. Alle de hooge regterlijke ambtenarendeleden van den Raad van State en hooge geëmploijeerdenhebben deze installatie bijgewoond. Des middags vereenigde zich dat koliegie eti deszelfs ambtena ren bij *Z. *E'xc. den Minister, alwaar een groot diner gehouden werd. Van deszelfs installatie af, en alzoo van heden, tot op het tijdstip vóór de invoering der nieuwe Nederlandsche wetgeving, op i°. October aansraande zal de Hooge Raad zich alleen en bij uitsluiting bezig houden met de na te melden werkzaamheden, als: *Het ontwerpen der verordeningen, voort spruitende uit het bepaalde bij art. 19 der wet op de zamenstelling der Rer- terlijke magt en het beleid der Justitie (namelijk de wijze van eeds-aüegging Tiet costuum der onderscheidene regterlijke ambtenarende afwezigheidde "afwisseling en de orde van de inwendige dienst van den Hoogen Raad, gelijk mede van de hoven en regtbanken, de advokaten, procureurs en regtsbe dienden, hetgeen alles bij reglementen van openbaar bestuur zal bepaald worden); b. net opstellen der tarieven, voordragten en reglementaire veror deningen, bij Zr. Mjs. besluiten van 8 Junii 1&29 Staatsblad N°. 42, 43 en *44), en bij dat van 16 Junij 1830 "Staatstblad N°. 28),breeder omschreven mitsgaders het ontwerpen van reglementen van orde en discipline van de Ad vokaten en Procukeurs bij den Hoogen Raad, de provinciale geregtshoven en de arrondissements-regtbankenen eindelijk van de reglementen op de .organisatie en de dienst der deurwaarders en regtsbedienden in het algemeen. Met eerstgemelde tarieven worden bedoeld die ten aanzien van salarissen der practizijns, notarissen, deurwaarders, mitsgaders ten opzigte der schadeloos* stelling van experten en getuigen in burgerlijke zaken, en eindelijk omtrent het bedrag en de vereffening van geregeskosten wijders dat voor emolumen ten der kanton-geregtenen voorts de tarieven ten opzigte van al hetgeen tot de criminele justicie-kosten betrekkelijk is; eindelijk een tarief, waarbij, met in achtneming der plaatselijke omstandigheden, de hoegrootheid zal zijn bepaald der som, welke de schuldeischers respeccivelijk zullen behooren uit re schieten tot het onderhoud hunner geguzelde schuldenaren; c. het ont werpen eerer wet op de misdaad van zeerooverijalsmede omtrent de civile geschillen en misdrijven in zaken van prijzen én buit, bij art. 89 en 93 dér wet op de zamenstelling der Regterlijke magt btecder vermeld (Art 09. De hooge raad neemt insgelijks ter eerster instantie kennis van alle geschillen in zaken van prijzen en buit, die door schepen van oorlog van den Staat, tof door schepen bij particulieren uitgerust en van commissie of lettres de maique voorzien, worden aciirerhaald en'opgebragtmitsgaders van alle geschillen, >velke cusschen de nemers onderling ueswege zouden mogen ontstaan. Art. 93. De hooge raad wijst ook in het eerste en hoogste ressort: i°.over de mis. daad van zeerooverij; en 20. over alle misdrijven gepleegd aangaande prijzen en buit, in art. 89 vermeld); d. bec ontwerpen van een regiement ten opzigte van liet hooger beroep van vonnissen, gewezen'bij de hoven van Justitie in de koloniën van den Siaaten e her advijseren op verzoeken om gratie en dispensatie vat? wettelijke bepalingen, naar aanleiding van de art. 67 en 63 der grondwet (Art. 67. De Koning heeft het regc van gratie, na ingenomen advies van den IToogen Raad der Nederi2nden. Art. 68. Behalve de geval len, waarin het regt van dispensatie van den Koning bij de wet zelve wordt toegekend, verleent dezelve ook, wanneer de Staten-Generaal niet verga derd zijn, en de zaken niet gevoegelijk uitstel kunnen lijden, na den Raad van S.aten gehoord te hebben, dispensatien op bepaalde verzoeken van bij zondere personen, wier belangen na ingenomen advies van den Hoogen Raad in materie van justitie, en na behoorlijk onderzoek der zaken bij de overige departementen van algemeen bestuur, welke zulks aangaat, gebleken zijn zoodanige vrijstelling van wettelijke bepalingen in billijkheid te vereischen. Bij de eerstvolgende vergadering der Staten-Generaal, wordt door de Koning opening gegeveli var. alle de dispensatien, alzoo door Hein verleend.) Heden zijn de ridderschappen voor de onderscheidene gewesten in de hoofdplaatsen der provinciën vergaderd. Die van Holland heefc die jaar hare bijeenkomst in deze Residentie gehouden. Naar men verzekert, zal bij de eerstvolgende K011. Ned. Loterij, het getal van derzelver Loten weder met 500 vermeerderd worden. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 3 Junij: Bij Koninglijk besluit is ook Hoogstdeszelfs Kamerheer, JV. Graaf Ben.- titicktoe edelman van de ambassade benoemdwelke, den 28sten der vorige maand, aan Zr. Majs. Secretaris van Staac, Baron van der Capellenis op gedragen. Wijders is door Z. M. benoemd tot Ridder der orde van den Neder- landschen Leeuw, de heer A. Olfeniusvroeger Adjudant bij het 2de regi ment Nassau., thans Hertogelijke Nassausche Inspecteur van den tol te Lim burg aan de Lahn. Gisteren is in deze Residentie mee militaire eerbewijzingen plegtig ter aarde besteld de dezer dagen in den ouderdom van 28 jaren alhier overleden heer C. A. F. Pexlaatstelijk iste Luit. bij het 3de Bat. Oost-In'dische in fanterie, die na een verblijf van omstreeks 16 jaren in de Overzeesche Be zittingen, alwaar hij den Koning en het Vaderland met ijver en trouw ge diend heeft, eerst sinds weinige dagen in het Vaderland was teruggekeerd. Zijne wapenbroeders bewezen hem de laatste eere. De Avondbode deelt de volgende correspondentie uit Londen mede: De aangelegenheden van de Hollandsch-Belgisclie kwestie worden hier zoodanig geheim behandeld, dac het schier niet mogelijk is met eenige ze^ kerheiri te vernemen, hoe ver zij gevorderd is, en welke de gevoelens zijn der verschillende Mogendheden, van welke hare oplossing nu afhangt. Dac geheim is zoodanig ondoordringbaar, dat ik naauvvelijks zwarigheid maak u te verzekeren, dac alles, wat de dagbladen deswege inhouden, niet veel anders dan loucere gissingen zijn, daar ik van nabij weet, clat Redactiën, die gewoon zijn geene uitgaven of middelen te ontzien, om achter de waar heid te komen, in dit bijzondere geval eene teleurstelling ondervonden heb ben, zelfs daar, alwaar zij stellig reden hadden, om staac te maken van te zullen slagen. Aan deze diepe geheimhouding is het ook toe te schrij ven, dac ik u deswege zoo weinig berigtdaar mij voorkomt, dac hec bete is te zwijgen, dan allerlei losse geruchten mede te deelen, op hec gevaar af van dezelve door de gebeurtenissen misschien zeer spoedig reeds te zien logenstraffen. Dit alleen kan ik 11 uit de beste bronnen verzekeren, dat de zaken van uwen Koning wel gaan en dac hec Kabinet van Londen dezelve zeer is toegedaan. Zijn mijne inlichtingen naauwkenrig, dan moeten de Mogendheden hec daarover eens zijn, dat de 24 arcikelen, wat hec grond gebied betreft-, behooren gehandhaafd te worden; maar bestaat er, van zq- keren kant, nog geene afdoende beslissing, omtrent hec gewigcige punt der schuld, of liever van de door Belgie aan te zuiveren achterstallen. Is dac zoo. dan zal hec gelukken of niet gelukken der eindschikking daarvan wel- ligt kunnen afhangen; hier althans wordt algemeen in twijfel getrokken, of uw Gouvernement, na 's Konings stellige verklaring deswege, ook genegen zonde zijn daarin te.treden, wanneer uiec hec genoemde tractaac zijne alge- heele uitvoering erlangt. Uit Utrecht melde mén van den 31 Mei: Wij hebben dezer dagen een tapijt uit de fabrijk van den heer Gerjeanne alhier gezien hetwelk ten bewijze strekt van 's mans ijver en kunde. Op hetzelve is eene graftombe bewerkt, omschaduwd met creurwilligenver sierd met de.gekroonde wapens van Nederland en Pruissen, omgeven in een eiken en een cijpressen taken daaronder de woorden Fredcrika Louisa IVil- helmina Koningin der Nederlandengeboren Prinses van Pruissenoverleden den 12 October 1837. Het punt der graftombe is een urn mee een sluijer om hangenwaaronder het zinnebeeld der eeuwigheid. Nevens die monument staan Z. M. de Koning, de Prins van OranjePrins Frederik en Prinses Marianne in eene treurende houding. Aan de andere zijde, ziet men eene vrouw met den Bijbel, het zinnebeeld der Godsdienst. Wij vernemen, dac de heer Gerjeanne dit tapijt aan Z. M. den Koning zal aanbieden, en het weldra naar den Haag zal gezonden worden. Den 31 Mei heefc er des avonds na het eindigen van den schouwburg te Brussel een oploop van volk plaats gehad, hetwelk met geweld uiteen is gedreven. Deze oploop, uit omstreeks 400 personen bestaande, ea schreeuwende Leve de stedelijke Regering! Leve de Burgemeester Weg met d& Priesters! fVeg met de Theux! hadden eerst voor hec huis Van den heer Rouppe patriottische liedjes gezongen en wilden zich daarop naar de woning van den Minister de Theux begeven', om hem een charivari te brengen. Daar het volk: op de.sommatie van de agenten van Policie niet uit elkander wijde gaan, reden de guides regt op hetzelve in en verstrooide het^ een bataljon ihfanT terie had voor hec huis van den Minister post gevat. De winter op IJsland cn in Lapland is volgens berigten uit Stölkholtëv, zeer zacht geweest*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1