A*. 1838. LEYDSCHE O U R .1 N T0 WW 'm4 VRIJDAG, KENNISGEVING. SCHUTTER IJ. ^Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende de wet van den jj April 1827, brengen bij deze ter kennisse van de belanghebbenden^ .dat, ter voldoening aan dezelve, weder een aanvang, zal worden gemaakt met de lnsc.iryving voor den Schutterlijken dienst, van degenen, welke daartoe dit jaar in de verpUgting vallen. Dat deze Inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke Registers, met dien verstande, dat dtt personen, geboren in 1804 tot 1812 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige Inschrijving, uit andere plaatsen met de woon hebben nederge zet, waaronder ook zijn begrepen d'c militairen, die sedert de laatste Inschrijving dcr- zelvcr paspoort verkregen en. zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Stad, sints dc laatste Inschrijvinggevestigd hebbende vreemdelingen (waaronder verstaan worden zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zet ten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van Hun bestaan, naar herwaarts, zonder dat de tijdelijke uitoefening vaii een bedrijf of handwerkin eehige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt), zul jen worden ingeschreven achter de Re gisters, waartoe zij, volgens hunnen ouderduin, behooren; .terwijl de geborenen in het jaai^ 1813, zullen worden geplaatst in een nieusV .Register, të wet^n-: het eerste van den jtire 1838, en het tiende of dat der geborenen in 1803 van liet vorige jaar, zal komen "te vervallen. - Dat van de Inschrijving, niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen té behooren, en dus ook niet die per sonen, welke reeds hun ontslag uit. den Schutterlijken dienst hebben bekomen; zijnde echter,, ten gevolge van deswege nader gemaakte bepalingen, de vrijwillige Mobiele Schut terszoo lang zij in dienst zijn of zich met onbepaald verlof in hunne woonplaats be vinden, even als de militairen, van de Inschrijving voorlooping vrijgesteld. Dat de Registers van inschrijving zullen worden geopend op Maandag den 14 Meién op Vrijdag den isten |üi>ij daaraanvolgende finaal zuilen worden gesl'otcn. Dat dcrhalygn de personen, welke zich. vóór gemelde sluiting op den isten jfunijniet hebben duen Inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen; wonenof .'de in dit jaar zich alhier gevestigd he.bbcnde vreemdelingen, alsmede dc militairen, welke toe de iigting van 1828 behoord hcbUencfe., dcrzelver finaal ontslag hebben bekennen, cii niet weder zijn in dienst getreden,) bij ontdekking', als nog aciiter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan liet einde van liet Register te plaatsen, 'izullen worden Ingeschrevenmet de bijvoeging van liet woordambtshalve, en dezelve volgens art. p, dooi den Schuttersraad; zullen worden verwezen tot ëeue geldboeteen daarenboven dadelijk zender lotingbij de Schutterij ingelijfdindien het_zal blijken dat er, tijdens de verzuimdeInschrijvinggeene rédenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien bestondeii.;terwijl iii zoodanig geval het huwelijk hun "ook geene aan spraak geeft om in 4e tweede klasse gebragc te worden^ Dat een ieder wordt vermaand, onj voor zoo veel hij van geene-bewijs zijner doop of geboorte voorzien, is, voor die, vyfellie alhier geboien zijn, hetzelve te komen afhalen ter Secretarie dezer Stad van heden af aan, 's morgens vap, 10 tot rsnamiddags 1,uur; terwijl diegenen welke elders geboren zijn',. zictAhetzelve onverwijld vóót de Inschrijving zullen moeten aanschaffenzullende een ieder verantwoordelijk zijn voorde gevolgen, \vanneer hij, bij gemis zijner doop-of geboorte-lictedoor eene verkeerde opgave van 'het geboorte-jaar, aijiisivelijk wierd ingeschréven. Dat de belanghebbenden bij deze nog worden herinnerd, dat. zij bij de Inschrijving tevens zullen moeten opkeven hunne woonplantsbenevens bet Wijk en Nummer hunner huizen derzclver beroep en dal van Minne Ouderszoo die nog in leven zijn alsmede den tijd van derzelvéi; ipvvoning alhier, en eindclyk of zij ingeschreven gehuwd of onge huwd zijnen in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja hoe veel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, 0111 zich van een extract uit het Huwelijks- Register te voorzien, om daarop door. .den lieer der Gebuurtef- waarin zij wonen bet getal hunner kinderen tè doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede, tot de afgifte dier huwelijks-extracten worden gevaceerd ter Stads Secretary, van lieden af, des voor-middags van 10 tot 'snamiddags ten 1 uur. .Dat eindelijk studentengeëmployeerden in huizen van negotie, bedienden en werklie- 'dep, moeten ïnse.'chrcven wórden in de Gemeenten, waar zij hunnè studiën of werkzaam heden uitoefenen, of dienstbaar zijn, zoo als Zulks ook bet geval is van klerken van ad- yokaten en notarissen; dat ambtenaren en geëmployeerden (al wonen zij eld:rs) zich moe ten laten Inschrijven in dë plaats, alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen uitoefenen; dat zij, welke buiten 's lands werkzaam zijn, of zich aldaar op de studiën toeleggen, in de Gemeente hunner vorige woonplaatsen., laatstelijk schipperster plaatse waar zij het laatst gewoond hebben, of de belasting voor bun vaartuig betalen, ingeschreven moeten worden. Dat, ten einde de Inschrijving geregeld afloope, een iegelijk in de termen van dezelve gallende, bij 'deze wordr opgeroepen, oin zich te vervoegen in één der vertrekken van het-Raadhujs, en.wel: Öp Woensdagden \6 Mei 1838, des voormiddags van 10 tot 1 uur de Bewoners van Wijk I, 11 en 111. Op Donderdagden 17 Mei 1838, des voormiddags vaii 10 tot 1 uur de Bewoners van Wijk IV, V en VI. Op Vrijdagden 18 Mji 1838, des voormiddags van 10 tot 1 uur de Bewoners van Wijk Vil en VIII. - met uirnoodigingom op den bepaalden dag zich stipteljjk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wjften hebbe de gevolgen, welke uit-her ncjner- Miiven zouden ontstaan; zullende wijders bet tijdstip, dat de Registers ter bezigtiging Zuilen leggen, en de dagen der. lotingwelke volgens de. wet, vóór den isten Julij aan staande, geheel zal moeren zijn afgeloopènnader worden bekend gemaakt. En verder celet hebbende op art. 7 van Zyner,Majs. besluit van den 7 September 1828 Staatsblad N°. 55)roepen bij deze op alle personen, welke als Gehuwd of als Wedu- wenaars met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar„. ih de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de,tweede klasse van de algemeené.-.rol der Scnutterij te worden ge brast, doch sedert dien tijd door,hfct overlijden van derzelver vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verlorenom in die klasse te verblijvenen dus als nu in dé eerste klasse der voor dit jaar daar te stellen alsenieene Schutters-rol geplaatst moete-n worden, om vaii dusdanige verandèring van omstandigheden schriftelijk kennis aan HunEd. Acbtb. te geven, of ^ich daartoe ter Stads Secretarie aan te melden, des morgens tusschen 10 en 1 lire, vóór de aan te vangen Inschrijving, en dus uiterlijk tot dén T2 Mei aanstaande5 Zullende, wanneer deze Kennisgeving door den belanghebbenden mogt zijn verzuimd, en hij dus, dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester eft Wethouders Proces-Verbaal tegen hein moeten worden opgemaakt en aan de Regtbank toegezonden, ren einde op de nalatisen toe te passen de strafbepaling van art. 1 der wet van den 6 Maart 1818, fStaatsblad N°. 12). houdende eene' geldboete van ten hoogste ƒ50, en eene .gevangenis uiterlijk van drie dagenhetzij afzonderlijk, ofwel beide de straffen te zatnen genomen, i En opdat njemaud hiervan onwetenbeid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden gedrukt,, afgekondigd en aangeplakt, ter plaatse waar zulks gebruikelijk is. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 7 Mei 1838. J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve P. A. du Püu ilTTr x NËDERLANDEN. L.eyden den ioden Mei. Gisteren is altlier de a8sten verjaardag van H. K. H. Mevrouw de Prin. Jes Albert van Prnissen op de gewone wijze eevierd geworden. In de Residentie was er dien dag des namiddags diner ten Hove. De Hollandsche maatschappij der wetenschappen te Haarlem, heeft tot Secretors verkozen, den Hooggeleerde heer J. C. S. van BredaProfessor aan de Hoogeschool alhier. In het Dagblad van 's Gravenhage leest men: t Meermalen leest men in de nieuwspapieren voorheelden van moed en zelfopoffering inliet redden van met gevaren worstelende natuurgenooten. Deze Residentie heeftweinige dagen geleden, mede een dergelijk geval u ME I. opgeleverd, hetwelk wel eenige opzettelijke vermelding verdient. Aan het hoekhuis, den naam van de Loopschans dragende, bij de Groote- of Sc. Ja. cobs-kerk alhier, waren werklieden bezig eene .waterwel te herstelled. Eenige 'jonge knapen zich daar ter plaatse bevindende, had een derzelven bet ongeluk van in den put te storten, ivelke destijds met bijna zes. voet water oezet was. De steilte van den put en oogenblikkelijk gebrek aak eenig voorhanden zijnde middel, om den.zich in levensgevaar bevindende te hulp te komen, deden den persoon van H. Roos, die daar voorbij ging, die hoezeer zelf vader van een talrijk huisgezin, een mensch die reeds uieer .dan eens soortgelijke bewijzen van zelfsopofferïng heefc gegeven, zonder verder beraad tot de kloekmoedige daad besluiten, om zich In den pilt ne der tè laten. Doch hier trof hem het ongeval, dat een balk, waarop hij was nedergekomenonder hem brak, waardoor nu ook de moedige ei* mensch bevende redder te gelijk met den jongeling in een hoogst gevaarvol, Ier. coestand geraakte. Eerstgemelde zijne tegenwoordigheid van geest be. houdende greep den zinkenden jongen bij de hand en hield hem tot aan den mond in het water staande tot dat het, door het aanbrengen van een ladder enz., den omstanders moge gelukken, beiden schier bezwijkenden gelukkig uit den put en op het drooge te halen, en alzoo als het ware aan het leven terug te geven. In het /l/gemeen Handelsblad leest men het volgend artikel: Men zal zich iv.el herinneren, dac de Kapitein Hoedt, Bevelvoerder van het Rotterdamsch'e koopvaardijschip Phtnomème, onlangs de equipage eo gedeelcelijke kostbare laaing van het Engelsche schip de Columbia, ge. voerd geweest door Kapitein Thornton (zie Algemeen Handelsblad van den 16 Maart jl.) heeft gered, en zich daarbij, zoowel als zijne bemanning op eene hoogst loffelijke wijze heeft onderscheiden. Thans verneemt men dat de Engelsahe Admiraliteit, de helft van het geredde kapitaal, zijnde 5500 aan de reederij, Kapitein en bemanning van de Phénomême heefc toegekend, hetwelk op de volgende verdeeling uitkomt 33,000, voor de feeders, 24.500 voor de bemanning en f 8500 voor den Kapitein, Aan. genaam is de op nieuw ontvangen overtuiging, dat ieder beschaafde natie dergelijke daden van neleid en menscheniiefde weten te waardeeren, en de Kapicein Hoedt bij zijne prijzenswaardige daad, den Engelschen andermaal heeft bewezen, dat het karakter van den Nederlandschen zeeman, zich ia geene omstandigheden verloochenc. Uit Utrecnt meldt men, dac laatstleden Zacurdag op de Lage Vuursc eene boerenplaats afgebrand is; de paarden en het vee zijn kunnen gered worden, doch al het huisraad is door de vlammen verteerd. Maandag den 30 April is bij het eiland Schouwen het Engelsch sclioo. nerschip Ann trilliams, met ijzer, van Nieuwpoort naar Dordrecht, gezon ken. De equipage heefc zich nog kunnen redden. Het Belgisch Gouvernement heeft aan de vertegenwoordigers een ont werp van wet aangeboden voor eene leening van 180,000,000 fr., tot rem- boursement der leening van 100,000,000, van 16 December 1831. GRIEKENLAND. De Engelschej Fransche en Russische Gezanten hadden, volgens een be. rigt uit Athene van den 14 April, aangekondigd, dac hunne Regeringen de uitgaaf van de 3de serie der Grieksche leening hadden toegestaan; zoodat de dadelijke geldverlegenheid was opgehouden. De rooverbenden waren aan de Turksche grenzen sedert eenigen tijd wederom zeer toegenomen, zoodat er meerdere troepen naar die punten wa ren gezonden. In de gevechren, die nu en dan geleverd werden, behielden de Grieken wel al.tijd de bovenhand, maar ook de roovers vonden ge. durig eene veilige wijkplaats op Tu.ikschen boden, daar de Tnrksche Over heid zich aan het bestrijden van hen niet veel liet gelegen liggen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 8 Mei. Na zich van de stad Calenda te hebben meester gemaakt, heeft Cabrera den Weg nagr Carinera ingeslagen. Op het naderen der Carlisten tot die stad, stelde de bevelhebber dezelve in Staat van beleg, en benoemde eene Junta, om over de inwoners te waken,.en middelen te beramen, ten einde de stad te versterken; alles werd aangewend, om Carinera voor het lot van Calenda te beveiligen. Een detachement van de bende van Cabaneto heefc zichzegt menop den weg van Calataynd meester gemaakt van eene. groote pattij modes-arti kelen van Parijs naar de Koningin-Regentes, Christina, gezonden,, en welke 60,000 fr. gekost had. Dit berigc heeft de Koningin zeer. verdrietig getpaakt en er is efn parlementair naar Cabanero gezonden om die goederen terug, te koopen. Met is waarschijnlijk, dat het Carlistisch Opperhoofd het. zelve tegen eene goede som geld zal teruggeven, want het zijn voorwer- pen, waarvan een vrouw alleen zich bedienen kan, In het rapport, hetwelk de Christinos-Generaal Esparieroomtrent de overwinning over de Carliscische afdeelïng onder Negri behaaldaan den Minister van Oorlog te Madrid gezonden heeft, zegt hij, dac hij, eerst de Carlisten vervolgd en hun 2 stukken ontnomen hebbende, hen aantrof achter het dorp Piedrahita, waar zij post hadden gevat. Hij besloot daarop zijne infanterie buiten gevecht te latén en alleen met de ruiterij den aanval te doen. „De onderneming, dus zegt hij in dat rapportwas roekeloos, maar onvermijdelijk, indien ik een buitengemeen voordeel behalen wildé, en be. letten dat de vijand den weg naar het gebergte en naar de mastbosschen in sloeg. Eene korte maar .krachtige toespraak aan mijne ruiters deed hnnnen moed ontbrandenen mij aan hun hoofd gesteld hebbende, braken wij door de gelederen des vijand* heen, en dwongen het grootste gedeelte zijner infan terie de wapenen neder te leggen; het overschot viel in onze handen, 6ij het ijverig vervolgen van den vijand tot bij Villafraca, met paarden die reeds van vermoeijenis afgemat waren. De rijtuigenwaaronder dat van NegH, de paarden, muilezels, ammunitie, wapenen, artillerie en krijgsvoorraad der p'proerigen, alles is in onze magc gebleven; de factie vah Negri eindelijk besrant niet meer." Madrid den 30 April. Op de voorstelling vzw Marlines ie la Rosa, beeft de Kamer der Afgevaardigden van heden, met eenparigheid van I35stemmen besloten, aan den Generaal Espartero en aan de troepen onder ziin bevel, dank te zegger.voor de schitterende overwinning, in welke hij de benden van Negri vernieiigd heeft; want de tijding van dit belangrijk voordeel worde heden ten voilé bevestigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1