"blijkt, dat de tarwe, ten gevatge v«n de strenge vorst, genoegtiam geheel ■verloren is; dat de rogge en wifttergerst mede zeer veel hebben geleden; dat het koolzaad gansch weg is; dat de ziekte onder het hoornvee, over het algemeen, ofschoon zich öp 'plaatsen vertoonende, wellte tot hiertoe verschoond zijn gebleven, nogtans op vele andere, of geheel heeft op,-e houden, of zeer verminderd is, en dat, niettegenstaande den voortgang der ziekte, het hoornvee in deze provincie steeds overvloedig is eu de prijzen matig blijven. In den avond van den 18 April heeft te ®s Haze het groot vocaal en instrumentaal concert plaats gehaa, gegeven door de leden der Koningfijite Hof kapel/onder directie v^n den, heer .7. Lubecken met medewerking van Mad. 'F. Marinoniden heer IV. P. de Chavonnes VrugtKatnerzanger van Zijne Maj., eenige heeren liefhebbers en de meest gevorderde éféves der Kohinglijke muzijkschoolals hulde dan de nagedachtenis van wijlen den verdiebstvollen C. J. Lechleitnerin ieven Concertmeester van Zijne Maj. en Hoofdonderwijzer aan de KoningUjke muztjkschoo!, en ten behoeve van, des. zelfs weduwe; zoowel het vocaal als instrumentaal gedeelte van dit concert werd meesterlijk uitgevoerd, vooral de 'duo uit GuiUaume Telldoor Mad, Marinoni en den heer Vrugtde concertante voor twee violen, door de heeren F. IV. Lubeck en Tómtrsini geexecuteerd; de zangsolo's uit de opera Zemire en Azorgezongen door mejufvróuwen MorelHoppenbrouwersvan Hove, den heer Vrugt, den heer van Hove en den heer deden daverende toejuichingen opgaan, en werden met even veel gevoel als kracht voorge dragen. Een'talrijk en uitgezocht publiek woonde deze heerlijke muzijkale soirée bij, eene waardige herinnering aan de ongemeene bekwaamheden van den te vroeg ontslapen Lechtleitner. Bij arrest van het Hof van Cassatie, van den eisten dezer, heeft het zelve het door .7. A. Holtus gedane verzoek, om het door het Hof van Assises der provincie Holland, zuider-kwartier, tegen hem gewezen arrest, te doen casseren, verworpen Uit Amsterdam meldt men van den 20 April: Naar men verzekert, zullen ook HH. KK. HH. de Prinsen van Oranje en Frederikbenevens HH. KK. HH. de Prinsen iVillem en Alexander, in het begin der aanstaande week, deze hoofdstad bezoeken, doch zullen HH. KK. HH. de Prinsessen van Oranje en Frederik, ditmaal, de reis met hunne Vorstelijke Gemalen niet mede doen. Voorts verneemt men, dat Zijne Maj. en de Prinsen de geheele week te Amsterdam zullen verblijven. De Opperkamerheer dés Konings heeft beltend gemaakt, dat Zijne Maj. op aanstaanden Dingsdag den 24 April, des voormiddags te elf ure, aan het paleis binnen Amsterdam audiëntie zal verleenen. Volgens partikirtier berigt, is Z. K. H. Prins Hendrik den 13 Februarij II., in volmaakte gezondheid van zijne binnenlandsche reis te Calcutta terug, gekomen. Z. K. H. was voornemens den 17 Februarij van ddar naar Madras te stevenen. De equipagie van het fregat Beilona, alsook die van de Snel, beid, genoten eene goede gezondheid. De heeren Commissarissen der Hollandsche ijzeren-spoorweg-maat. schappij, aan wie bij vroegere Koninglijke besluiten concessie is verleend tot het aanleggen van eenen ijzeren spoorweg van Amsterdam naar Haarlem hebben dezer dagen ten tweede male een rekwest aan Z. M. ingediend, ten einde ook concessie te mogen erlangen voor den weg naar Haarlem op Rotterdam. Men verneemt, dat dit tweede rekwest bereids naar de onderscheiden Ministerien is gezonden, tot bekoming van consideratien en advies. De zittingen van het Hof van Assises voorde provinciën Holland Noor. derkwartier en Utrecht, voor het 2de kwartaal van 1838, zullen geopend wor. den op Maandag den 30 April aanstaande, 's morgens ten 10 ure, order voorzitting van den heer Mr. .7. 77. Huijgens, Raadsheer in het Hoog-Ge Tegtshof te 's Gravenhageen zullen, naar wij vernemen, als leden in de zelve zitting hebben, de wel edel gestr. heeren Mrs. Jonkheer A. IVarin, IV. C. 't HoenIV. J. C. van Hasselt en J. R. van der Schaafleden van de Regtbank van Eersten Aanleg alhier. Uit Dordrecht meldt men van den 20 April: Als eene bijzonderheid kunnen wij melden, dat alhier den t8den dezer een brief van den 16 beoruanj van Java ontvangen is. De brief was per stoomboot naar Bombay en van daar met de Engelsche brievenmaal over Suez en Maltha naar Europa gekomen, en is dus tot hier in alles 60 dagen ónder weg geweest. Uit 's Hertogenbosch schrijft men van den 20 April: Gisteren middag heeft Theodoras Koenen, schuldig aan moedermoord, te Vierlingsbeek, de doodstraf alhier ondergaan. Aanhoudend tot op zijne laat ste oogenblikker. door zijnen geestelijken herder bijgestaan, verneemt men, dat hij, vol berouw en leedwezen over zijne afschuwelijke misdaden, met gelatenheid en vol vertrouwen op God de eeuwigheid is ingegaan. AMERIKA. Curasao den 4 Maart. De jongste tijdingen van de vaste kust komen hierop neder. Den 20 Januarij heeft de Vice-President het Congres te Ca racas geopend met eene aanspraak, waarin de toestand des lands gunstig wordt afgeschilderden tevens gezegd wordt, dat men aan de maatregels van toe gefelijkheid te danken heeft, dat de rust thans heerschende is, en dat alle vrees voor verderen opstand is verdwenen. Hij laat tevens blijken de nood zakelijkheid, om de amnestie verder uit te strekken. Het antwoord van het Congres op dit punt is dubbelzinnig: Het keurt de toegetelijkheid goed in zoo verre, dat den kwaadwilligen geene gelegenheid en middelen daardoor gegeven worden, om op nieuw onlus'en te verwekken. Het dagblad, het welk het orgaan van den Vice-President is, betoogt, dat de vernieuwde po gingen van opstand, die onlangs hebben plaats gehad in de provincie van Cumana ten Oosten en Marecaïbo ten Westen der republiekmoeten toege schreven worden aan de groote gestrengheid, welke tje Reformisten, in den strijd geoefende militairen, van hun vaderland verwijderd houdt, en hen nood zaakt wanhopige middelen aan te vatten, om terug te keeren. De andere dagbladen daarentegen bewerendat de ai te ligte straf, en groote toegefe - lijkheid van het Bestuur de oorzaak is geweest van de beide genoemde ver. nieuwde pogingen tot opstand; daar geen der hoofdopstandelingen met den dood, maar slechts met ballingschap is gestraft, hetgene de kwaadwilligen aanmoedigt, om nieuwe onlusten te verwekken. Door deze herbaalde, hoe wel mislukte opstanden, wordt de staat in onrust gehouden, het vertrouwen verminderd en de finantien ten achteren gebragt, zoo als reeds blijkt uit de jongste aanspraak van den Vice-President, waarin de toestand der financien vrij ongunstig wordt afgeschilderd. De berigten uit New-York loopen tot 25 Maart en mélden, dat de bepa. lingen van de Engelsche Regering, om de Wetgevende Ligchamen in de beide Kanada's te schorsen en Lord Durham, met buitengewone volmagt voor. zien, naar Kanada heen te zenden, algemeen misnoegen had veroorzaakt; vooral in Opper-Kanada, waar de bevolking zich zelfs tegen de revolution- nairen krachtdadig verzet had. De regtspleaing over sommige hoofden van de revolutie was te Torento, in Opper-Kanada, begonnen; men dacht wel, dat de doodstraf tegen hert zon uitgesproken worden, maar meende ook, dat men dezelve niet zou dur ven voltrekken. Ondertusschen waren onderscheiden hoofden niet in de magt der Engelschen, want van Renselaer zat te Albany in hechtenis, Mackensie had naar het zuiden de wijk genomen, en van Nelion en Brown wist niemand wit geworden wal- ZWEDEN. Men meldt uit Stökholm en Gothenburg, van het laatst van Maart, dat de winter in al derzelver strengheid in geheel Zweden nog voortduurde. In eerstgenoemde stad stond de Thermometer van Fahrenheit nog 2 graden onder mil, Er yiel nog eene buitengewone menigte sneeuw; dezelve lag op som mige plaatsen' 8 a ia voeten hoog. Men dacht, dat hec nog in geen maand open water zou worden. PORT U G A L. Lissabon den to April. Den 4den dezer, de bepaalde dag, waarop de Koningin den eed op de nieuwe constitutie afleggen en de Cortes sluiten zou, is zander stooring der openbare rast.ten ginde geloppen. H. M. beggf zich met groote plegtigheid haar de Kamer de linietroepen en de nationale garden waren langs de straten geschaarder was alle officiële ten toon sprei ding van völksvreugdemaar rifet de minste zweem van volksgeestdrift. In de zaal der Cortes aangekomen, die prachtig opgesierd was, las de Koningin, na haren zetel ingenomen te hebben, en met haren gemaal, Don Ferdinand, aan hare linker zijde, de volgende aanspraak voor: „Heeren! Ik kom in den boezem der nationale vertegenwoordiging, otn de staatsregeling der Monatchij, welke de constituerende Cortes gedecreteerd hebben, plegtiglijk te bezweren. Met het daarzijn van dezen zoo vurig ver. langden dag vvensch ik mij zelve opregtelijk geluk. Het werk der nationale wijsheid, de vrucht van uwen langdurigen en ijverigen arbeid, staat thans de eerste onzer behoeften te vervullen, door de eendragt van het Portugeescrt volk te bevestigen, eene vereemging, die, ik ben hiervan vasteltjk over- luigd, orde, rust en algemeene welvaart zal herstellen. „Op dit oogenblik, nu ik, met God tot mijn getuige, op het punt ben otn mij aan de grondwet, welke gijlieden vastgesteld en ik heb aangenomen, onherroepelijk te verbinden, gevoel ik 'den zoetsten troost, uljenen aan te kondigen, dat ik beginnen zal die wet ten uitvoer te leggen met de oefening van een der dierbaarste voorregten, welke zij mij toekent te weten ntec vergetelheid te beveien van al de noodlottige verdeeldheden welke de natie geteisterd hebben. Dit doende, Heeren, zal het nieuwe maatschappelijke verdrag, door al mijne onderdanen te vereenigen, het heil bewerken eener edele natie, die dit geluk uit zoo velen opzigten verdient. Alsdan, rondom mijnen troon vereenigd, zal geheel het ;Portugesche volk te zamen werken tot de bevestiging van de grondwet der Monarchijwelke ikvrij en onge dwongen aanneem en zweer te handhaven." Het geschreven formulier van den eed werd nu aan H. M. aangeboden; zij onderteekende hetzelve, en de Président der Cortes haar eenen Bijbel hebbende voorgehouden, legde zij hare hand op denzelven, en sprak den eed met duidelijke stem. Vervolgens hield zij het boek aan haren gemaal voor, oie almede den eed uitsprak. Dit geschied zijnde, ontbond de Koningin de Cortes, hen bij deze gelegenheid met de volgende woorden toesprekende: „Mijne heeien, de Afgevaardigden der Portugesche natie! Door mijne aanneming van en mijnen gedanen eed op de constitutie der Monarchij, is de regeringsvorm op vasten voet geregeld geworden. Heeren, gij hebt wetten van het grootst gewigt overwogen en besloten, en de herhaalde bewijzen, welke gij mij gegeven hebt van het belang, hetwelk gij stélt in de gevestigd heid van mijnen troon, van uwe getrouwheid jegens mij en van uwen ijver voor het welzijn mijner onderdanengeven u aanspraak op mijne opregtste erkentehis. „De zitting der algemeene buitengewone en constitutionDele Cortes van de Portugesche natie is gesloten." Hierna vertrok de Koningin. Men verwachtte te Lissabon nogmaals eene Miniscer-verandering. Sa da Bandeira en Joao Óliveira zonden hun afscheid 'nemenzoodra men opvolgers voor hen gevonden zou hebben. Eene algemeene amnestie was verleend geworden voor alle staats-misdrij- ven, sedert September 1836 begaan. Dit zou aan alle uitgewekenen vrijheid geven om terug te keeren, en de Chartistische officieren in hunne posten bij het leger herstellen. Deze tijdingen hebben de Portugesche fondsen aan de Beurs te Londen ééfa pCt. doen rijzen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 20 April. Uit Madrid schrijft rtien van den 8sten: De afdeeling van Graaf Negri, 5000 man en 300 paarden sterk, heeft zicil Van Segovie naar de provincie Toledo begeven, alwaar Basilio zich bevindt', Eene andere Carlistische expeditie, bestaande uit 6 bataljons, 300 paarden en 2 stukken geschut 'onder bevel van Sopolanais uit de provinciën van Biskaye en Navarre getrokken; zij begeeft zich naar Astnrie, doch kan, wanneer zij zulks verkiest; links af in Castilie vallen. De divisie in Opper- Arragon tracht zich met Cabrera te vereenigen, ten einde van daar naar de omstreken van Madrid op te rukken. De vereeniging dezer magt, die onge veer 25,000 man sterk is, zal beslissen, of Don Cartas zich aan het hoofd van de Baskiers en de Navarrezen zal stellen'; bijaldien hij dezelven kan bewegen, hunne provinciën te veriaten, hetgeen zeer twijfelachtig is: want, sedert hunne laatste expeditie, weigerden zij hardnekkig, om den Ebro over te trekken. Maar het is echter waarschijnlijk, dat zij daartoe zullen beslnii ten, wanneer hun zal worden onder het oog gebragt, dat het oogenblik daar is, om een einde aan den oorlog te maken. In dat geval zal Don Carhs, aan het hoofd van 30,000 man, tegenover de Christinos s aan. Een ander schrijven uit Madrid geeft te kennen, dat Basilio wel dege lijk schade aan de kwikzilvermijnen té Almaden beeft toegebragt; het vol gende wordt hierover gemeld'; Wij zijn op eene zeer smartelijke Wijze uit de begoocheling gewektwaarin trten ons ten aanzien van den voorgewenden eerbied, dien Basilio voor de mijnwerken te Almaden had gehad, heeft weten te brengen. Arte de nit die stad aangekomen berigten komen daarin overeen, dat deze Wandaal in die rijke bezitting overgroote schade heeft aangerigt, en er in geslaagd is, om 'eene schorsing der werken in de mijnen voor eenen gernimen tijd noodzake. lijk te maken, ten zij wij daarvoor geldsommen mog'ten besteden, die onè tegenwoordig vermogen verre te boven gaan. Gelukkig is het Carlistisch Opperhoofd in de wetenschap der bergbouwkunde niet verre gevorderden Zijne volgelingen hebben dus twee dagen lang onophoudelijk moeten ar'beii den, om eene verwoesting tot stand te brengen, die een deskundige in wei nige uren had kunnen bewerken. De schade ituusschen is zeer aanzienlijk en had 'toch zoo gemakkelijk kun nen worden voorgekomen. Wij zullen den invloed daarvan vooral ook in dert prijs, waartegen de ontworpene geldleening zal worden aangegaan, gevoelen; Niet slechts toch hebben wij de waardij der werktuigen verloren, die doof de opstandelingen onbruikbaar gemaakt of medegenomen ziinniet sleclits zullen wij om de schade ie herstellen, aanzienlijke geldsommen behoeven! en de inkomsten missen, die de mijnen tot het oogenblik toe, dat zij weder édele metalen kunnen opleveren, zonden hebben opgebragt; maar nu deze mijnwerken, die tot hypotheek voorde nieuwe geldleening moesten streki ken, zoo veel minder waard zijn, zullen ook de voorwaarden dier leening bezwarender zijn. Men voege daarbij het verlies van 300 man, die Basilio té Almaden gevangen genomen, van 127 paarden, die hij aldaar heeft buit gemaakt; men berekene het overgroote cijfer der schade en beslisse dan, of Spanje niet het regt heeft, en de Cortes verpligt zijn, om wegens deze ge beurtenis rekenschap te vragen en de gestrengste verantwoordelijkheid op het hoofd der schuldigen te doen nederkomen. Volgens eenen brief van de grenzen van Catalonie, heeft den loden in de nabijheid van Vich, aan den oever van de Tor, tusschen de Carlisien, ouder bevel via Tristan] eu d* colonne vin den Gene rial Car bo, ceu ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2