vernia'kender wereld te genieten, en ontving alzoo vele jonge edelen. [Ije» wel de reglementen verboden, kinderen beneden zestien jaren aan te bieden, werden langzamerhand meer en meer vergunningen verleend, zoodat men op eiken leeftijd werd toegelaten. Niettemin begon het beroep dergenen, die minderjarig werden aangenomen, eerst met hun vijf en twintigste jaar, en het gebeurde, dat vele hunner, alvorens cot die jaren te komen, uithoofde van overlijden hunner oudere broeders, of om andere redenen, van het af. leggen hunner gelofte werden ontslagen en weder in de wereld verschenen. De ridders, die tot de verschillende waardigheden der orde willen gera. 'ken, waren tot het afleggen van vier caravanes of reizen van zes maanden ieder gehouden. Wanneer zij voorheen ten strijd tegen de ongeloovigea trokken, droegen zij boven hunne kleederen eene sopra-vaste of reisrok, voor en achter met een wit kruis versierd. Later droeg men een geëmail leerd -kruis aan een zwart lint gehecht; een gebruik, dat bleef bestaan tot dat de revolutie van 1791 alle godsdienstige corpöratien in Frankrijk afschafte. De orde van St. Lazarus, te Jeruzalem in 1119 opgerigt, om de pelgrims die het heilige land kwamen bezoeken, te helpen, te verplegen en te be schermen, kwam zich onder Lodewyk de Jongein Frankrijk vestigen. Deze Vorst gaf hun het land van Boigny nabij Orleans, alwaar zij het reglement van den heiligen Augustinus tot in 1667 volgden. Op dat tijdstip werden zij door Hendrik IC mee de orde van Notre-Dame du Mont-Carmcl vereenigd, welke hij pas had ingesteld. Het ondeischeidings-teeken der orde van St. Lazarus en van Notre-Dame du Mont-Carmcl, was eén kruis met acht punten, met purper en groen ge ëmailleerd, en met gouden rand. Het purperen lint werd aan het knoopsgac gedragen. De commandeurs droegen een breed lint van gelijke kleur om den hals. Later voegde men er een groen kruis bijdat op den rok of den mantel werd geborduurd. Negen Fransclie ridders, die Godfried van Bouillon bij de verovering van Palestine hadden gevolgd, vereenigden hunne pogingen om de talrijke pel. grims, die door eenen heiligen ijver van alle oorden naar Jeruzalem werden gedreven, tegen de aanvallen der Muzelmannen te beschermen. Hun voor. beeld werd weldra door eene menigte edelmoedige krijgslieden opgevolgd, die zich bij hen voegden, en zich door de moedigste daden onderscheidden. Zoodanig was de oorsprong van de beruchte orde der Tempel-heeren, ook soldaten van Christus genaamd, welke door de kerkvergadering van Troyes 1111128 werd goedgekeurd. Deze orde bereikte weldra eenen zoo hoogen trap van luister dat nijd, vrees en hebzucht zamenspanden om haren val te berokkenen. Omstreeks 1147, gedurende de laatste jaren der regering van Lodewyk de Dikke, stichtten de Tempel-heeren een huis te Parijs. Dit huis dat in 1793 tot gevangenis voor Lodewyk XCI diende, was de plaats alwaar de ridders van Frankrijk en Engeland zich in kapittel vereenigden. De orde was in een groot aantal priorschappen verdeeld, welke onder de commandeurschappen ressorteerden, die allen het opperste gezag van den grootmeester erkenden. De magt, welke aan deze godsdienstige en militaire orde, door haren rijk. dom en beproefde dapperheid van hare ridders, werd gegevenhad er een onaflianklijk ligchaam in den Staat van gemaakt. Geene andere magt dan die des Heiligen Stoels erkennende, konden zij in de menigte twisten, welke zich tusschen de Pausen en de Koningen van Frankrijk, hunne Souvereinen verhieven, geene partij voor deze laatste kiezen. Dikwijls zelfs mengden zij zich in oorlogen, welke de godsdienst niet tot doel hadden; van dit alles werd gebruik gemaskt om de geheele orde in eene algemeene vogelvrijver klaring te begrijpen. In 1307, toen dezelve haren hoogsten trap van luister bereikt had, waren de geldmiddelen van het Rijk zoodanig uitgeput, dat Philips IC, die feeds hêc ongelukkig middel had gebezigd om de munten te veranderen, door de Sta. ten-Generaal genoodzaakt geweest zijnde, zich te verbinden'om deze mun. ten op de waarde te herstellen, welke dezelve ten tijde van Loiev/ykIXhad. den, zich gedwongen zag zijn Koninglijk woord te breken, nieuwe verande ringen daar te stellenen zwaardere lasten Op te leggen. Verschillende prövin. cien geraakten in opstand, waaronder Normadije. Door de uiterste schaarsch. heid van geld gedrongen, en genoodzaakt zijne ordonnantiën in te trekken, eigende hij zich eerst de bezittingen der Joden toe, en weldra wierp hij zijn oog op de rijkdommen der Tempel-heeren. De magt dezer ridders begon ongerustheid te barenvooral daar zij gedurende de oorlogen tusschen het huis van Anjou en dat van Arragon, welke zich den troon van Sicilië be twistten, verkeerdelijk partij voor het huis van Arragon hadden gekozen, en hetzelve daardoor de overwinning hadden verzekerd. Dientengevolge zag men den grootmeester en eene menigte ridders, den 12 Qccober 1307, te Parijs gevangen nemen. Men maakte zich van hunne schatten meester, de Koning bezette hun paleis, en denzelfden dag werden gelijke arrêstatien in alle com mandeurschappen van Frankrijk bewerkstelligd. j. Maar op dat tijdstip zoude het volk, dat geheel aan den invloed van dert geestelijken toestel onderworpen was, eenen zoodanigen maatregel niet lijd zaam hebben aangezien, zoo dezelve alleen door staatkundige redenen werd verdedigd. De adel zelf was geneigd, partij voor de beroofde ridders te kiezen. Ook deed de Koning, hetgeen tot nogtoe ongehoord was, alle in' woners van Parijs zamen te roepen om hun de redenen te doen kennen, welke hem tot dezen stap hadden doen overgaan, beweegredenen, welke alleen bestonden in eene beschuldiging van ketterij en heiligschennis," Geloofsonderzoekers door den Koning benoemd werden door geheel Frankrijk belast, het proces van deze geestelijke orde te instrueren, zonder het hof van Rome te raadplegen, dat weldra echter deze inquisiteuren hi derzeiver functien schorste. De standvastigheid, welke de Koning echter hierin aan den dag legde, noodzaakte den Paus, die door Hem te Poitiers nagenoeg werd gevangen gehouden, zijne ^oppositie in te trekken. Van toen »f aan werd de Tempel-orde door geheel het Christendom vervolgd. Men deed meer, men verwierf 's Pausen bevel om door middel der pijnbank be kentenissen van de Tempel-heeren af te persen, welke beletten moesten,dat de proceduretot hunne regtvaardiging afliep. Vele ridders kwamen onder de hevigste folteringen om, anderen die dezelve konden doorstaan, bleven hunnen pligt getrouw. Diegenen onder hen, die, zoo als Jacques Malay, Grootmeester der orde, door de pijnbank tot die bekentenissen genoodzaakt werden, welke hunne beulen hun oplegden, trokken dezelve weder moedig in. Reeds was een groot aantal ridders op den brandstapel omgekomen; de Grootmeester kwijnde nog in eenen kerker: de Heilige Vader had zich des- zelfs vonnis voorbehouden dat hij steeds vergeefs bleef inroepen. Eindelijk belastte de Paus den Bisschop van Alba en twee Kardinalen daarmede, die Jacques Molay tevens met drie andere opperhoofden der ridders tot eeuwig durende gevangenis veroordeelden. Maar Molay had de bekentenissen inge trokkenwelke de pijnbank hem had afgeperst. Op deze tijding, riep dé Koning zijnen raad te zamen, en veroordeelde, zonder zich eens aanhef vonnis der Pauselijke Commissarissen te kreunen, Zelf, den Grootmeester en den edelen ridder, die zijn voorbeeld had gevolgd, tot de vlammen. De beide slagtoffers werden dus op eenen brandstapel gesleept, welken men langzaam aanstak, opdat zij nog den tijd zouden hebben om de goedertierenheid des Konings in te roepen; en zich schuldig te bekennen. Hunne standvastigheid verloochende zich echter niet, en terwijl hunne half verbrande ligchamen afschuw en medelijden inboezemden, betuigden zij nog hunne onschuld en die der orde. De asch der beide martelaren werd verzameld en als reliquie bewaard. Verscheidene historie-schrijvers hebben gemeld, dat de Grootmeester Op den oogenblik zijns doods zoude hebben uitgeroepen: „Clemens, wreedaardig en boos regter, ik daag u binnen veertien dagen voor den regteritoel Godil" Men heeft er ook bijgevoegd, dat hjj den Koning uagetjjks geroepen bad^ binnen bet jaar te verschijnen. De Paus en de Koning stierven werkelijk de eene, eene maand, de and) reeen jaar na de teregtstelling der Tempel-heeren. Om deze vreemde t geheimvolle geschiedenis volledig tfe maken, moet men hierbij voegen, Engucrrand de Marigny, Minister van Phitips de Schooncen een der hevig, ste vijanden der Tempel-heerenvan tooverij beschuldigd zijnde, ter dót veroordeeld en opgehangen werd aan de galg van Montfaucon, welke zelf had doen oprigten. De orde der Tempel-heeren bestaat thans nog, en zoo men de hedtj daagsche ridders geiooven mag, zouden de Grootmeescerj altoos zonderen schenpoozing benoemd zijn geworden, èn zulks in weerwil der vervolgit gen, welke zoo lang tegen de leden dier orde werden ingesteld. De cegeo woordige Tempel-heeren vereenigen zich van tijd tot tijd bij plegtige geit genheden; de vereenfging voor Parijs is nabij de passage du Caire. J5EE-TIJDING. In Tessel binnengekomen A. Nannings, H. Mulder, J, J. Remkes, H. H. Zeylstn P. J. Kerkhoven en J. H. M. Struben, van Batavia, II. 'Branvan Kio di Janairo' A» Bartlett,. van Charleston, Ysberg, van Samos en Smyrna, G. Broomvanillic!; In het Vlie en Tersch.. niets gepasseerd. Het.schip the HopeKapt. Davis, heeft dén '2 Maart te Londen een aanvang gamut 'met Iadetl voor Amsterdam. Te Cardiff liebbcn den 3 Maart een aanvang gemaakt met "laden de schepen Maris, Kapt. E. G. Pekelder, en üiadaKapt. R. H. Duit, beide voor Rotterdam. Arrivcmentcn: Te Samarang Kapt. A. Hazekamp, van Sourahaya*, -dezelve is scde tiaar Rotterdam vertrokken; tc Straat Sunda H. J. Bonn. te Baltimore II. 'dbbs ent Triest B G. Peters, allen van Rotterdam: te Gfavesend Stuurman Roeland van Ev S. He ij en van dér Triest B G. Peters, allen van Rotterdam; te Gfavesend Stuurman Roeland van Egmonf Zee, Kruse en Verboon, van Scheveningen. PRIJS-COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 12. Maart 1838. Nederlanden. Werkel. Schuld 2JpCt. 53 a 53J DitO 5 '102 8102 y LJitg, 8 'Kans-Biljetren22ia 22* A mort.Syndic. 4!94,8 95 3t 77l* 78i Hand.-Maats. 4^ -180 ai8o. Nieuwe dito.. 4 j Aandl.JI.Spoorw. Rotterd. Dito 100 aiooj a t Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCt. k - Rusland. Gb.ff.&C°.i798 5pCt.ió5ÏajoSt -18JS 5 i°5j8io5? Ina. en Certif. 669 a 69' -i8|T 5975» 97; Gebl. S3,' 102J 2»! 180 J looi 103} 105! 69 rt 97! PrUISSen. Geldl. te Lond.qpCt. - Aandeelen van dito.. a - Spanje. Nieuwe 1B35É85 5pCt. i8jaipJ Ditoonbep.st...a DitO passive4^8 4! Dito uitgest. sfa 6 Coupons 1 Nov...1 Oostenrijk. Ób'l. Geil! &tC. 5 pCt. a Certificaten.2I1 Neg. Metaliekoj1 Idem ......5 Ï02 aiói{ Dito in Lond. 5 - a Bank-Aktien.3 a Napels, Certificaten.5 pCt. a Dito in Napels. 5 a GeV, IJ los1, ï>5Ste Lijst. 20ste 27 ste 0- 28 ste 273ste KON1NGLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ'. Trekking Her Vijfde Klasse. N". 22465 en f5788, ieder een prijs van f 1000. N°. 14880, 14740 en 13944, ieder een prijs van 100Ó. Geene. N°. 11 :o een prijs VÉS f idod. Hedeh behaagde bet den Almagtige tot zich te nemen, mijnen gé. liefden Echtgenoot ABRAHAM de MUNNIK, na een langdurig lijden, ft den ouderdom van rnim 78 jaren, waarvan ik met hem bijna 55 jaren mogi vereenigd zijn geweest. Dieptreffend is dit verlies voor mij, in mijne hoogt jaren, en voor mijne Kinderen, Kinds- en Kindskinds-Kinderen, waarvooi hij een Man en Vader geweest is, en elk zal moeten beseffen, wat wij ia hem missen. Leyden, P. Dé Kt £f ft N I K, den 8 Maart 1838. geb. Wolterinw.- Zijn talrijke Vrienden én èettéflden tuilen deze Kennisgeving voor No. tificatie wel gelieven aan Ce nemen. Heden overleed alhier, na eene xiekte vin eenïgè maanden; In den jeugdigen leeftijd van 21 jaren, onzi teedergeliefde jongste Dochter PAU. LINA SOPHIA CORNELIA. Leiden, u Maart 1838» P. F. HÜBRËCHT; iS. M. H. HÜBRËCHT; geb. de Veer. 1 1 1 - Men verlangt tegen primo Mei aanstaande: Een bekwamen HUIS KNECHT, van de R. C. Godsdienst en van goede Getuigschriften voorzien zoo omtrent eerlijkheid en onbesproken gedrag, tevens met Paarden kun nende omgaan. Adres in persoon of met ge frankeer de Brieven onder Iettè H., bij D. du MORTIER, en ZOON, Boekhandelaars te Leyden, Op Zaturdag den 24 Maart 2838, des avonds ten zes ore, zil t het Heeren-Logement aan den Burg binnen de Stad Leydenpubliek worde geveild en VerkochtN°. 1. Een groot en zeef ruim GÉtJÖUW,. zijnde d voormalige Roomsch-Catholijke Kerk, bekend geweest onder den naam vt de Kuipersteeg, waartoe hetzelve tot, in het afgelöopen jaar 18^7 heefc gt diend, met het WOONHUIS of PASTORIE daartoe behöorende; staand en gelegen binnen de Stad Le.ydén, aan de Zuidzijde van het Matendorp t Haarlemstraat, op de hoek der Kuipersteeg, en strekkende langs en uitgan hebbende aah de Oostzijde van dezelve Steeg; bevorens geweest zijnde 0» derscheidene Percelen, doch thans aan elkander verheeld, geteekend Wijlt. N"s. 280 en 280 rood; bij her Kadaster bekend Sectie H N°. 558. N°.t Een HUIS en ERVE, Staande en gelegen binnen de Stad Leyden, aan i Oostzijde van d? Kuipersteeg, omtrent het Marendorp of Haarlemstraat geteekend Wijk 6 N°. 99; bij liet Kadaster bekend Sectie H N°. 559. N°. i kan dadelijk worden aahvaafd; N°. 2 is verhuurd tót primo M( aanstaande, en zullen de Partijen, N°. i eiken Vrijdag van ied'ére Week e ook op den dag der Verkooping, en de Partij N°. 2 daags vdtjr en ot> dt dag der Verkooping, telken dage des voormiddags van io tot des namif dags ten 2 ure, door een ieder kunnen wordén bezigtigd. Zijnde Inmiddels nadere Informal iën 'te bekomen ten Kantore van dé Ni tarissen H.R.OSKES te Leyden en C. KLAVERWYDEN, te Soéterwonds VRIJWILLIGE VERKOOPING op Zaturdag den 24 Maart 1838 des avonds ten 6 ure, in het Neeren-Logement aan den Burg binnen Ley den, van Drie Partijen ALLERBEST WARMOËSLAND, gelegen its d Waatd, op het Broederspad, buiten d< Hoogt woerdspoort der Stad Leydet onder Leyderdorp, genaamd: De Groote ea Kleine Êerrije in het Wegje; het Kadaster bekend in Sectie A, N°i. 1003, 1004, 1004M1, 1009, io»t. ion, 1045, 1052; 1053, 1054, loss, 1056201057; ter grootte vannB» des, 19 Roeden, 87 Ellen; beiend ten Westen de Heer D. van Loon, t# Zuiden de Heer C. van der Post C.S.ten Noorden de Heer Bronsgeest, ten Oosten de Zijlbhrgsloot. Zijnde Verhuurd tot Kersmis 1838, ttgt f zoo. 's jaars, en inmiddels nadere Informatiën te bekomen ten Kadtos van den Notaris A. B. BARKEY Nz., te Leyden. By de Wed. ANTHONY di KLOPPER 1* ZOON, te Leydea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 4