Volgens Carlistische berigten hebben 2000 man het fort Bafgoea aange *l
.vallen, hetwelk door 50 Carlisten zoo manmoedig verdedigd werd, dat de
Christinos met verlies van een opper-oflïcieren2 Kapiteins en 18 man afge
slagen en door het oprukken van hulptroepen genoodzaakc werden naar Viana
terug te keeren i na een gevecht met die troepen, waarin zij nog 150 man
verloren hadden.
Omtrent den Carlisciscken bevelhebber Garcia, die onlangs een gevoelig
verliesvolgens berigten der Christinoszou ontvangen hebbenhoort men
thans niets met zekerheid; er liep een gerucht, dat hij de scad Murcia was
binnengetrokken.
De wegen der Encarcaciones en van Asturie zijn bijna geheel aan de
Carlisten vrijgelaten, aldaar bevinden zich slechts kleine observatie-detache
nienten. De Generaal Latre is te Miranda del Ebro, en Buerens wordt te
Logrono verwachtom zich bij liet leger aan ce sluiten. Hetzelve heeft
gebrek aan levensmiddelen, en deszelfs werkeloosheid ontmoedigt de inwo
ners; hec is daarom, dat noodzakelijk een veldslag zal moeten plaats hebben.
Een particuliere brief uit Madrid van den 14c!en meldde, dat de Minis
ter Ofalia zijn ontslag had ingediend, en dat dit voorbeeld door twee andere
Ministers was gevolgd geworden. Ondercusschen spreken de Madridsche dag.
bladen van dezelfde dagteekening hiervan niet.
Cabrera zou het plaatsje Biuaj-os bemagtigd hebben en voor Alicaniz
hec beleg gaan slaan.
Telegraphische Depeche.
Bayonne 21 February o
Espartero heeft den idden dezer eene verkenning gedaan in de rigting van
Estellamaar is dèti ipden te Haro teruggekeerd, zonder eenen aanval te
hebben durven ondernemen.
ZWITSERLAND.
Uit Bern schrijft men van den 16 Februarij:
Nadat eensklaps de koude wedei teruggekeerd was, is gisteren in onze
gebergten weder eene groote hoeveelheid sneeuw gevallen, waarop heden
hevige scorciegens gevolgd zijn. Bij een plotselingen dooi zal eene or.tzec-
tende massa water naar den Rhijn afkomen en die rivier eene buitengewone
hoogte doen bereiken. Op de bergen van den Jura ligt eene massa sneeuw
gelijk men die in vele jaren niet gezien heeft; op de meeste plaatsen is de
zelve vijf voeten hoog. Even zoo is het, op ue Alpen en in de streken cus
schen dat gebergte en den jura. De bewoners der Rhijnoevers zullen wel
doen, in tijds maai regelen van voorzorg te nemen.
De geestelijkheid der stad Schaffnauzen, heeft aan hare burgers hec
bouwen van eenen nieuwen Schouwburg afgeraden, omdat hec tooneel chans
een leerschool is van zedeloosheid. Toe bewijs daarvan voeren zij tien stuk
ken aan van Fictor Hugo en HlexDumas111 welke allerlei ondeugden in een
beliagelijk daglicht worden voorgesteld.
duitschland.
Men schrijft het volgende uic Érfurc:
I11 onze stad werden geboren en leven nog vijf afstammelingen van den
beroemden Hervormer Martin Lutherwelke allen nog zeer jong, ouderloos
en arm zijn; als: Mariageboren in 1819; Anna, geboren in 1820; Anton
geboren in 1821; Johanngeboren in 1826, en Theresia, geboren io den
jare 1831. Allen zijn kleinkinderen van den overledenen Doctor Johann Mei-
chior LutherHoogleeraar in de geneeskunde aan de Universiteit van Erfurt.
Hun vader, een geleerd philoloog, vertrok naar. Bohemenalwaar hij tot de
Roorasche godsdienst overging en in ellende stierf. De Municipaliteic dezer
stad, getroffen door de armoede dezer afstammelingen van Duitschlands. Her
vormer, heefc de ruïne van het Erfurcer klooster, waarin Martin Luther
drie honderd jaar. geleden als een eenvoudig monnik leefde, gekocht. In dat
klooster heefc zij eene voegzame woning voor de vijf weezen lacen in ge
reedheid brengen, en besloten, dat dezelve mee goedkeuring des Konings
aldaar, tot dat zij den ouderdom van 20 jaren bereikt hebben, op stads kos
ten zullen gekleed en verzorgd worden. Reeds heefc dit door de scedelijke
Regering gegeven voorbeeld navolgers gevonden. Men heefc eene inschrij
ving geopend ter voorziening in de kosten van de opvoeding der kinderen van
Lutheren reeds heeft een zeker getal inwoners van Erfurc zich verbonden,
tot eene voor dit doel bestemde.jaarlijksche bijdrage.
In Hanover heefc de stad Boderweider door het plotseling losgaan van
het ijs, in den,nacht van den nden op den i2den Februarij, gedurende eenige
uren geheel onder water gestaanwaardoor groote schade veroorzaakc is.
Te Tillau is dezer dagen een man gestorven, die den ouderdom van
118 jaren bereikt had, hij had den 7jarigen oorlog medegedaan, was 5 maal
gehuwd geweesc, had 25 kinderen bij zijne s vrouwen verwekt, van welke
echter niet ^én hem heeft overleefd; zijn jongste zoon stierf in den ouder
dom van 70 jaren. Zes weken voor zijn dood ging hij nog anderhalve mijl
ver naar de kerk.
De Oostzee cusschen Zweden en Aland ligt zoo sterk toegevroren, dat
de Finsche post den 4den Februarij voor de eerste maal mee paarden naar
Stokholm is overgekomen,
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 20 Februarij. Er Ioopen sedert eenige dagen geruchten,
dat er oneenigheid in het Ministerie ontstaan is, ten gevolge van welke
eenige Ministers, onder welke bepaald Lord J. Russe/l genoemd wordt, hün
ontslag zouden nemen.
In het Lager-Huis is eene petitie ingediend, ten doel hebbende, om
te verzoeken, dat de leden van het Hooger-Huis ook aan verkiezing mog.
ten, onderworpen zijn. Na eenige woordenwisseling over de vraag, of het
Lager-Huis wel magt had, om zich met zulk eene voordragt te bemoeijen,
is echter de petitie aangenomen.
Sir R. Perl heeft ook zijn voornemen te kennen gegeven, om spoedig
wederom over het heffen van inkomende regcen van Engelsche goederen op
Java te spreken; daar zijne vorige voordragt dienaangaande te weinig had
uitgewerkt.
De Minister Russell heeft op aanvraag van Sir R. Peel te kennen gegeven,
dat de Regering binnen kort de plannen omtrent de hervorming van gods.
dienstig onderwijs in Schotland, aan de gemeenten zou voorleggen.
Nadat vervolgens de wet op de vereischten der kiezers voor het Parle-
ment, met de geringe meerderheid van slechts 17 stemmen, was aangeno
men, zijn de beraadslagingen over de Iersche armwet voortgezet, en is men
met de aanneming er van tot het 56ste artikel gevorderd. Het belangrijkste
dat hierbij plaats had bestond in de discussiën over een amendement van den
heer Shaw, die wilde, dat geen andere personen in de werkhuizen zouden
worden opgenomen, dan de zoodanige, die, ten gevolge van zwakheid of
)igcbaamsgebreken, buiten staat waren in hun onderhoud te voorzien. Vijf
en zeventig stemmen verklaarden zich voor deze wijziging, maar zij is ech
ter met eene meerderheid van negen en vijftig stemmen afgekeurd.
lie dagbladen maken gewag van eenen verschikkelijken orkaan, welke
op de kusten van Grooc-Britannie en in het kanaal den 14 en isden dezer
gewoed heeft, waardoor Veel schepen vergaan, en een groote menigte scha
de hadden bekomen. De orkaan had 48 uren geduurd en de oudste zeelie
den hadden een' dusdanigen nooic beleefd.
FRANKRIJK.
Parijs den 23 Februarij. In de Kamer van Afgevaardigden heefc de heer
Ctuin, in de zitting van den 2osten zijn voorscei tot conversie der 5 pCt.
renten medegedeeld. Daar bij het echter aan de Ministers heeft overgelaten,
om den tijd en wijze van die conversie te bepalen zee zal nat voorstel van
den kant der Ministers niet veel tegenstand ondervinden.
De Arabische Bevelhebber joussoufdie tot verwondering van elk,
maanden lang zich te Parijs heeft opgehoudenis thans tot Lüitenant-Colotièl
der Spahis benoemd, met order 0111 dadelijk naar Afrika terug te Iteergn.
Op last van denRegter van Instructie zijn in den nacht van den arseen
dezer, 8 personen in hechtenis genomen, als verdacht van tot eene onge-
oorloofde maatschappij of genootschap te behooren. Ook heefc men bij
hen eene vrij groote hoeveelheid wapenen en jagtgeweren, benevens kruid
en patronen gevonden. De nieesce dezer personen zijn ambachtslieden, en
orider hen is een zekere Leprestre-Dubocagedie reeds verleden jaar wegens
een complot teregt heefc gestaan en veroordeeld is geworden.
De geleerde wereld, zoowel als de Kamer der Pairs heeft een gevoe.
lig verlies geleden; de met roem jaren lang bekende schrijver en taalkenner
Silvester de Sacy, is in den ouderdom van 80 jaren overleden.
Den 22scen heelt er een bal op de Tuilerien plaats gehad, hetgeen
bijna 3000 personen bijwoonden.
De Gezant van Denemarken, welke van den Aartsbisschop van Parijs
moeijelijkheid ondervond in het voltrekken van zijn huwlijk met eene R00111-
sche vrouw, heeft chans dat huwlijk in het Bisdom van Versailles doen voltrekker.»
MENGELINGE N.
ANTECEDENTEN
van de
TWEEDE KAMER der STATEN-GENERAAL.
Onlangs is er melding gemaakt van het binnen 's Gravenhage in het lichc
verschenen zeer belangrijke geschrift, vervaardigd door den heer J. L. ft'.
Baron de Geer, Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaalen in
houdende de Antecedenten, welke dezelve Kamer, sints derzelver bestaan,
van den jare 1815 af, heeft opgeleverd.
In hét eerste gedeelte van hetzelve gaat de schrijver na de Antecedenten,
welke de handelingen der Tweede Kamer hebben opgeleverd uit hec oog
punt der grondwet, en wel, in de eerste plaats, uit dat van het derde hoofd,
stuk, handelenue van de Staten-Generaal; vervolgens geeft hij de Ancece-
denten, waartoe de voorschriften van liet 124578 en 10, alsmede
het 11de hoofdstuk en de additionele artikelen der grondwet, bepalingen
behelzende, die mede op de Staten-Generaal betrekking hebben, aanleiding
hebben gegeven.
In hec tweede gedeelte van het geschrift worden nagegaan de Anteceden
ten der Kamer, ten opzigte van hec Reglement van orde, en voorts de zit.
ring-dagen, teekeningslijst, notulen, afdcelingen, centrale afdeeling, voor
drage van bedenkingen, stemming, protesten, uitgifte van resoluciën, teeke-
nen van.goed- of afkeuring van hec publrek, comité-generaal, geheimhou
ding, voorstellen van leden, voordrage tot .hec voorzitterschap, keuren of
nominatien, zieltce of afwezendheid van den voorzitter, voorzitterschap van
het oudste lid in jaren, overlijden van den voorzitter, commissie toe de
verzoekschriften, benoeming van commission, ampliatiën en veranderingen.
Eindelijk bevat hec derde deel van dit geschrift eenige belangrijke bijlagenals
I. Het Koninglijk besluit van 8 December 1819, nopens de wijze, waarop
door de leden der Kamers van de Staten-Generaal, in hec bekomen van hun
omslag, behoort te worden gehandeld. Te dien einde zullen zij zich aan
den Koning moeten adresseeren, en daarvan aan de Kamers kennis geven,
toe welke zij behooren.
II. De wet van 27 December 1815, tot regeling van de reiskosten van
de leden der Tweede Kamer. Daarbij is bepaald dat zij 3. 15 zullen ge
nieten voor ieder uur afscands cusschen hunne woonplaats en de stad, al
waar de Staten-Generaal bijeengeroepen zijn.
UI. Naamlijst der leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van
1815—1837.
IV. rnstructie voor den Griffier der Tweede Kamer van de Scacen-Genea
raai, gearresteerd den 28 September 1815.
V. De bekende Koninglijke boodschap van den 11 December 1829.
VI. Hec Koninglijk besluit van 8 Junij 1820, nopens de officieuse betrek
kingen, cusschen de hoofden der onderscheidene Departementen van alge.
meen bestuur, en de afdeelingen van beide de Kamers der Staten-Generaal.
VII. De Koninglijke boodschap van 20 October 1830, waarbij kennis
gegeven wordt, dat 's Konings zorgen zich voortaan geneel uitsluitend tot
de getrouwe Noordelijke Provinciën zullen bepalen.
VIII. Notulen der Tweede Kamer van 4 January 1816, nopens de op.
stelling der notulen van de Kamer.
IX. Koninglijk besluit van 20 Januarij 1830, vaststellende, eenige ruimere
bepalingen, omtrent de betrekkingen van de hoofden der ministeriële Depar
tementen met de Staten-Generaal.
X. Reglement, houdendebepalingendienende om hec onderzoek van
het burgerlijk wetooek ce regelen.
XL koninglijk besluit van 18 Jan. 1822, wegens de continuatie van de
commissie van redactie voor de cweede afdeeeling des burgerlijken wetboekt.
XII. Het verslag der centrale afdeeling van 6 Februarij 1816, waarbij
een adres aan den Koning is voorgesteld, om Hoogstdenzelven eerbiedig te
verzoeken, de beide voorgedragene belastingen van het dienstboden-, paar
den-, pleizier-, land- en passagie-geld in te trekken, en het antwoord van
Zijne Maj. op dat later aangeboden adres gegeven.
XIII. Rapport van de Commissie der leden van de Staten-Generaal der
Vereentgde Nederlanden, in wier handen, om consideratie en advies, gesteld
was het ontwerp van grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden. In
dat rapport wordt onder anderen gezegd: „Wij zouden ce vergeefs U Edel
Mog. verbergen, dac wii vele zwarigheden en bedenkingen van verschil
lenden aard en onderscheiden gewigc ontmoet hebben, die uit den weg dien-
den geruimd te worden door meerdere voordeelen, of door zwarigheden van
een tegenovergestelden aard overwigc dienden te bekomen, zouden wij U
Edel Mog. hec resultaat onzer deliberation met overtuiging durven aanbie
den; en wij meenen re te moeten voorstellen, zoo als zij, bij het behan.
delen van de zaak, ons voor den geest zijn gekomen, en met die gronden,
die tot de geheele of gedeeltelijke oplossing zijn in het midden gebragt."
De eerste aanmerking van de Commissie bestond in de rangschikking van
de provinciën des Rijks; welke haar vreemd voorkwam. „Hec zoude mis-
schien wel te wenschen geweesc zijn," aldus drukt zich de Commissie onder
anderen in het rapport uit, „dat, toen men de oude provinciën wederom
daarstelde, men zulks gedaan had overeenkomstig diezelfde gronden, die nu
aanleiding gegeven hebben tot de bepaling der grenzen der nieuwere; moge
lijk zoude hec niet onvoegzaam geweest zijndat men Hollandeven zoo
als dit met Vlaanderen en Braband heeft plaats gehad, verdeeld had in twee
onderscheiden provinciën, daar zij toch nu, wegens derzelver uitgestrektheid
en bevolking, twee collegiën van Gedeputeerde Staten"?n twee Commissa
rissen des Konings moeten hebben. Zoodanige verandering echter, hoezeer
geschikt anderzins om nadeelige botsingen voor te komen, zoude te zeer
afwijken van de aangenomen grondwet, waartegen de ingezetenen van Hol
land hun verlangen niet hebben te kennen gegeven, dan dat men tiiet liever
eene gelegenheid zou afwachten om eene wet te kunnen voordragen en vast
stellen, die, met in achtneming van de belangen der ingezetenen, tneeroveï-
eenkomc met het gerijf der algemeene administratie."