A*. 1838. LEYDSCHE WOENSDAG. NEDERLANDER Leaden den i3den Februarij. ïn het tijdschrift der Maatschappij ter bevordering van Nijverheid wordt, bit eene opgavè van het Deparcemenc Leyden dier Maatschappijover den staat fier nijverheid in die stad, onder anderen, -gezegd, dac, ofschoon in dezelve eenè meerdere bedrijvigheid heerschceéhtèr de hoofdbronnen van vroegere welvaart, de wollen-, deken-en laken-fabrijkenin denzelfden staat a is in •hec vorige jaar blijven. De grijn-fabrijken ondervonden een vermeerderd debiet. Ook de overige, in het verslag van 1836 genoemde fabrijken, hou den zich staande ot breiden zich uic. De nieuw gevestigde katoen-tabrijk biet de daarbij behoorende drukkerij en adiianopel-roodverwerijblijft be stendig werkzaam en maakt gro'ótendeels oaarcoe van ingezetenen dezer stad gebruik3 zoodat de' Brabandsche werklieden genoegzaam allen zijn vertiok Ken. Met het bolnven der lokalen voor de grof-ijzersmeaeryen is men een aanmerkelijk eind gevorderd, en men kan de hoop voeden deze fabrijk in het laatste van den zomer in volle werking te-zieji; vooralsnog kunnen mits dien daaromtrent geene bepaalde berigten wórden medegedeeld. Behalve de reeds bestaande fabrijk. ygn ktinst-azijn, is gedurende hét afgeloopene jaar nog eene dergelijke -fabrijk binnen de stad opgerigt, welke zich aanvankelijk 'in. een uitgebreid vertier moge verheugen. De steenbakkerijen in den 0111 trek der stad- gelegen., zijn met twee vermeerderd, waarvan 'ééne in de on middellijke nabijheid derzelve wordt opgerigt en de andere bereids in Zwam merdam is gevestigd. De pannebakkerijen zijn aanmerkelijk vergroot en ondervonden veel vertier, waartoe de laatst gewoed hebbende stormen het hunne niet weinig hebben coégëbragc, én waardoor de prijzen aanmerkelijk zij'n verhoogd. Hët getal der kalkbranderijen is met ééne vermeerderd, wel ke alle een gewenscht vertier hebben. De houtzaagmolens zijn mede met éénen vermeerderd, terwijl binnen deze stad eene houtzagerij, door stoom bewogen, staat opgerigt-te' worden; zijnde.- reeds vroeger eene zoodanige zagerij, .door paarden bewogen,alhier daargesteld. De alhier gevestigde fabrijk van behangselpapier bluft voortdurend in vertier^ toenementerwijl de.bestaan.de bierbro'uwerlié'nblerazijnmakefijbranderijenzout- en zeep ziederiren, in Weerwil van de menigvnlciige -concurrèntiein bloei tbehamen en hunne fabrikaten tioor geheel Oud-Nederland zeer gewild zijn. Eindelijk mag men niet nalaten de bestaande boek- en steendrukkerijen allen lof toe te kennen voor de schoone producten, welke zij leveren, en wordt hec verslag besloten met den wensch dat de hier bestaande Yabrijken en trafij ken meeT en meet* in bloei mogen tóenemen, en elk ingezeten zijne ver pUgting gevoele; otn daartoe mede té werkén. Door de hee'ren 2V. v. Béeftingh én .7. Cazaux te Valkenburg en D. Ta at te Katwijk aan Zee is dezer dagen deoprigting eener Maatschappij ontwor pén, onder dén titel van: Katwifksche Maatschappij ter uitoefening van de kust en steur har ing-vTsic herij. Hec kapitaal voor deze Maatschappij is op 60,000 bepaald, in aandeelen van f 500'Verdeel'ddezelve wordt, onder jnwachting der Koninglijke goedkeuring, voor 20 jaren aangegaan. Het doel dier Maatschappij is, om de nijverheid van het dorp Katwijk aan Zee, hetgeen te voren eene uitgebreide visscherij had, maar thans zeer vervallen is, op te beuren en te bevorderen. Het kapitaal zou 6 7 pCt. kunnen opleveren. De inschrijving is geopend ten Kantore van de Heeren Lezwyn en Éigeman alhier. Men meldt uitj's Gravenhage van den 12 februarij,: Zijne Maj. heeft, in afwachting tot hec doen eener keus van Secretaris bij de algemeene rekenkamer, inmiddels den heer Oliviercommies, bij dat coliegie werkzaam, gekwalificeerd om opgemelde betrekking waar te nemen. Door Z. Exc. den Minister van Financien is bekend gemaakcdac ge durende de maanden Maart, April, Mei en Junij aanstaande, de voldoening zal plaats hebben van lijfrenten, gevestigd op een en twee lijven, inge schreven in het grootboek der nationale schuld en loopende over den jare 1837; dat, ten gevolge der bestaande verordeningen, de voorschreven be talingen, op vertoon van het certificaat van inschrijving; tegen' intrekking van een attestatie dé vita, der ingeschreven lijven, en tegen overlegging eener behoorlijke quitantie, of wel tegen de voldaan-teekening door den rentheffer, of door den houder van het certificaat van inschrijving op de betaalsrol Zélve of onder de quitantie aan den voet der gedrukte formulieren van attestatie de vita, zullen geschieden bij assignarien, af te geven door den administrateur van 's Rijks schatkist in de hoofdplaats van elke provincie, (in de provincie Holland, noordelijk gedeelcé, te Arasterdam,) betaalbaar op zigt ;ten kantore van den Agent van deN alge meenen Rijks kassier, mede aldaar gevestigd Sints eenigen tijd, dat de branden zich ongelukkigerwijze zoo dikwerf herhalen (hier te lande nogtans, in vergelijking van het buitenlandzeldza mer) wordt er thans in de dagbladen'van de Uitvinding van toestellen ge sproken, waarvan personen, die zich in de hooge verdiepingen van in brand staande Muzen bevinden, zich kunnen bedienen, om zich te redden. Eenige dagen geleden, kondigde men evenzeer als eene nieuwe uitvinding aan een toestel, hetwelk sommigen toeschijnt geheel overeen te stemmen met dat, waarvan de ontdekking in 1823, door den heer G. BakkerHoogleeraar aan de Hoogeschool te Groningen, is bekend gemaakt, en in het vlugschriftdat hij destijds uitgaf, werd beschreven. Die geschiift, met eene fraaije plaat Van het liier bedoelde toestel verrijkt, moet wel bekend zijn, daar er in 1824 bene tweede Uitgave van hetzelve werd gedrukt, en dat er afdrukken vari liet eerste, bij circulaire van 25 Augustus 1823, aan alle de plaatselijke Be sturen van hec Koningrijk werden gezonden terwijl hét coestelin 1825, bp de tentoonstelling te Haarlem is voorgekomen, en men steeds in staat gesteld was zich hetzelve aan te schaffen bij den heer Ferdinand Luckhans Werktuigkundigein de Turftornstraat, te Groningen, alwaar men zich waar schijnlijk het töéstel nog voor den matigen prijs van 50 of 60 kan aan schaffen. Het is alzoo onnoodig die reddings-toestel hier nader te beschrij ven, en dit is ook geenszins het oogmerk van deze weinige regelen, maar Men heeft het pligt geoordeeld de aandacht der plaatselijke Besturen en des publieks op eene zoö^ wel theoretisch als praktisch bestaande zaak te moeten Véstigen terwijl het Werktuig bij den werktuigkundige Luckhanste Gro ningen, voorhanden, en het geschrift bij den boekhandelaar^ van Boekeren in dezelfde stad, en ongetwijfeld bij de voornaamste boekverkoopers hier te lande, te verkrijgen is. Men heeft alzoo alle de noodige bouwstoffen bijeen, <mi zijn gevoelen te kunnen vestigen. COÜRAN T-e 14 FEBRUARIJ. Over den toestand onzer rivieren leest men in de Staats-Courant Over het algemeen is in den toestand onzer Nederlandsche riviertakkefï nog weinig verandering gekomen, doch het ijs 'neemt aldaar op de meeste plaatsen langzamerhand in dikte af, zijnae het bij voorbeeld te Thiel reeds den loden 5 duim verminderd. ïntusschen zat het ijs den nden des mor. gens in de monden van de Waal en den Nederrhijir nog onbewegelijk vist 5 en schrijft men uit Schoonhoven van den nden des morgens, dat het ijs op de Lek in de nabijheid dier stad, door de op nieuw ingevallen vorst Weder die scerkce had verkregen, dac hetzelve in alle rigtingen gepasseerd werd. Uic Dordrecht schrijft men, dat hec ijs achter dac eiland, onder Strijen- süs geheel was opgebroken; tusschen Dordrecht en de Lage Zwaluw zit het den i2den nog vast, doen de schietschouwen vielen er ieder oogen- blik door. Te Zaandam is de pelmolen het Zwarte Paardvan den heer Hondius\ Vrijdag namiddag atgebrand. Uit Utrecht wordt van den 11 Februarij gemeld: Uit de dagbladen vernemen wij, dat onze stadgenoot, de heer .7. van der Veldent lid van het Hoog Militair Geregtshof, lid van de Tweede Kamer der Scaten-Generaaldoor Zijne Maj. benoemd is tot Ridder der orde van dén Nederlandschen Leeuw. Het heeft Zijne Maj. behaagd, den Baron van Derfelden van Hinder- steinbij besluit van den 21 Januarij II., te oenoemen toe Ridder der ordè van den Nederlandschen Leeuw, als een blijk van Hoogstdeszelfs bijzon dere tevredenheid over de door Zijn Edele ontworpen kaarc van de Neder landsche Bezittingen in Oost-lndië, de vrucht van eenen veeljarigen belang- loozen arbeid, van onvermoeide studiën en van een kostbaar onderzoek. Men verneemt tevens, dac Zijne Maj. besloten heefc de kaart op koper te doen graveren; een berigt, dac gewis door allen, die in de bevordering der aardrijkskundige wetenschappen belang scellen, met de meeste deelneming zal vernomen worden. Uit Vlissingen meldt men van den 5 Februarij: De communicatie mee hec 4de en 5de district der provincie Zeeland blijft aanhoudend gestremd; de Schelde is vol ijs, en de wal van de beide oevers der Schelde met geene mogelijkheid te naderen. Wilde zwanen en andere vreemde vogels worden er dagelijks in menigte gezien; de anders zoo schu we en fraaije zee-eksters, met hunne lange goudkleurige bekken, laten zich op de ijsscnotsen mee steenen dood smijten. Onder de gemeente Vrouwenpolder, in Zeeland, is de hofstede vari den landman J. Kewpeden 8scen eene prooi der vlammen geworden. Bij dien brand zijn 24 koeijen 1 paard, een goede voorraad hooi en stroo bé« nevens een aantal landbouwers gereedschappen in de asch gelegd. Hec gezin van Kempe bevindt zich daardoor in de kommervolste omstandigheden. De berigten uit Engeland tot den 9 Februarij zijn van geen belang. Er had te Londen wederom een zware brand plaats gehadwaarbij eene weduwe met twee kinderen was omgekomen. De ijsgang op de Theems was den 8scen begonnen en de scheepvaart was op die rivier, die 23 dagen toegelegeü had, vrij géwordén; Amerika. Te Albany heefc wederom de jaarlliksche bijeenkomst van het St Nikolaas Genootschapwelks leden allen van Nederlandsche famieljes, die de eerstè volkplanters aldaar geweest zijn afkomen plaats gehad; hec doel van dac ge nootschap is, 0111 de herinnering van de Nederlandsche afkomst levendig te houden. De tegenwoordige Voorzitter van de Vereenigde Staten, M: van Burenkön deze keer op de vergadering niet verschijnen, doch hem werd regematige hulde toegebragt. De feestzaal was met de oranje-kleur versierd, en de leus: Oranje bovenl stond op de muren te lezen. Daar de vroegere Voorzitter des genootschapsde heer Abraham vanVech tensederc het laatste feestmaal overleden was, wérd thans die betrekking door den heer Hermanns Bleecker waargenomen. Hij stelde eerst een toast ter eere van hec feest van den dag, daarna een ten eere van Holland in; in de derde plaats dronk hij op de gezondheid van den Voorzitter der Vereenigde Staten, en in de vierde plaats van den Koning der Nederlanden. De tvijze waarop hij ÖeZe feestdronken uitbreidde, was voor ons nationaal gevoel zeer streelend. Van Holland; zeide hij: „dac geen vrije Sraat, naar evenredigheid van zijner beperkten omtrek, door hec ten toon spreiden van openbare en huisselijke deugden zoo veel tot het heil der menschheid had bijgedragen, als ons vaderland."' Nederlands Koning noemde hij: „een edelen telg van een doorluchtig huis, een Vorst, wiens vaderlijk bestuur hem reeds sederc lang den benijdenswaardigen eery,aam van vader van zijn volk-had doen ver werven." Andere toasten werden door de verschillende, tegenwoordig zijnde leden, uitgebragtonderscheiden llóllandsche versjes werden opgezegd, en het IVilhelnus van Nassouwcn plegtscatig gezongen. In 1836 is een soortgelijk genootschap te New-York opgerigthetgeen óolc op St. Nikolaas vergaderd is geweest, doch dit bestaat uic leden, die hunne afkomst zoowel van Nederlandersals van Fransche I Ingnenotenen van onder Cromwell uic Engeland gevlngte Jakobiten afleiden. Ook deze feescdisch prijkte met eenige als echc-Hollandsch beschouwd wordende geregtenZoo als zuurkool en 'oliekoeken; de bedienden aan den maaitijd droegen de Hol- landsche kleedij van over andernalve eeuw; er werdén Goudsche pijpen aan al de aanwezigen rondgedeeld en boven den stoel des Voorzitters .hing. een St. Nikolaas van onzen beroemden Nederlandschen schilder van der Helst een vvintergezigt bij Amsterdam, alsmede een portret van Stuijvesantden laatscen Nederlandschen Gouverneur van Niéuw -Nederland. Hét riierkW'aar digste op dezen maaltiid was eene breedvoerige rede van den Voorzit ter, den heer GL Verplanckwaarin hij eensdeels over de letterkundige verdiensten der Nederlanders, die zoo lang, ook in Noord-Amerika mis kend waren, uitweidde, anderdeels en voornamelijk herinnerde, dat de feestgenoocen bijeen waren nabij de plek, alwaar, toen hec tegenwoordige New-York, onder den n,nam van Nien w-Amsterdam de hoofdplaats was der Nederlandsche.kolonie Nieuw-Ngderlandhet nederige stadhuis van dac stadje te vinden was, in hetwelk Kt eft en Stuijvesant de belangen der bewoners van een. paar honderd rondom dat stadhuis staande hutten behartigden'mee gemakkelijk te begrijpen gees'drifc sprak de heer Verplanck in tegenóverstel ling van dezen nietigen aan.ang, van den tegenwoordigenschitterenden bloei van New-York. Het blazoen van het St. Nikolaas-genootschap slda&f voortoonc, even alsghec oude wapen van Nieuw-Amsterdameen bever;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1