durende drie maSbden geenê 'inkomende regren 2ull<n geheven worden. De overstrooming van den Nyl heeft dit jaar geen plaats gehadhetgeen voor den aanstaanden oogst grootelijks doet vreezen. RUSLANS. Uit 'Odessa wordt van den 6den Januarij geschrevenomtrent hetgeen dé Rijksraad bepaald heeft ten aanzien van de Israëlitische koloniën: Al de in het Chersonesische gouvernement zich bevindende Israeliten- koloriienzullen voortaan staan onder de plaatselijke Gouvernements-over- Tietden den Generaal-Gouverneur van Nieuw-Rusland en Bessarabie als den 'oppersten Chef. Tot onmiddellijk opzigt, zoowel der reeds bestaande als der toekomstig op kroonlanderijen in het Chersonesische en andere Nieuw Russistlie gouvernementen te vestigen, zullen in elke kolonie gepasporteerde 'óf met onbepaald verlóf ontslagene onder-officieren worden gekozen. Het óppertoezigt over deze, zoo wel als andere dergelijke kolönien in het Cher 'sonesische gouvernement, wordt opgedragen aan een Directeur, die door Mén Gouverneur-Generaal uit de gepensioneerde staf-officieren gekozen, en 'door den Minister van Binnenlandsche Zakeh benoemd zal Worden. Aan de '.Directeurs zullen toegevoegd worden twee adjuncten, eveneens uit gepen sioneerde Opper-officieren té nemente verkiezen en aan te stellen door dezelfde Autoriteiten. De Directeur met zijne adjuncten, zoo wel als het 'overige personeel zullen resideren in Groot Nagartoff, gelegen in het midden der bestaande israeliten koloniën in het Chersonesische gouvernement. De 'Directeur volgt in de uitoefening zijner ambtspligten het reglement, voor de vreemden koloniën vastgesteld. De tiieuw aankomenden worden door hem i 'ingedeeld, of, des noddig-, vestigt hij nieuwe koloniën, onder bekrachtiging 'van den Góüverneur-Generaal. Hij zorgt, zooveel de bescaande middelen toelaten, voor het onderwijs der kinderen in de Russische taal, hét lezen en schrijven. 'Inzonderheid zal hij zorgen, den akkerbouw, tuinbouw en zijde teelt, in 'de koloniën te bevorderen. De Israeliten, die zich het meest in 'den akker- en tuinbouw onderscheiden verkrijgen vereerende getuigschriften en medailles-. Den gekéloniseerden isnaeliren is het handeldrijven, uitgezon derd het verkoopén hunner eigene voortbrengselsstrengelijk verboden. Eerst ra een 2ojirig verblijf-in de kolonie als akkerbouwer, Is het hun toegestaan, j In den handelstand over té gaan en zich in steden te laten Inschrijven. Den I Israeliten, die niet tót de kolonisteb behooren wordt ónder geenertei voor wendsel een voortdurend verblijf in de 'kolonie toegestaan. De kolonisten 'kunnen geene passen 'krijgenom zich voor langeren tijd buiten de kolonie óp te houden, Tot reizen binnen 'de kotonie kunnen zij dezelve bekomen, hoogstens vóór eene maand eh niét meer 'dan twee fftaaI itl hèc jaar. Z'. M» I de Keizer hééft aan dit alles zijne bekrachtiging gegeven. Van de Astatische grenzen schrijft -iflen het volgende': Nieuw-Rusland, reeds zoo bloeijend door de verlichte zorgen van des- zelfs Gouverneur-Generaaldéfi'Graaf IPoronzofheeft een nieuw leven ver kregen door de reis van Z. M. den Keizer, die mét een loffelijken ijver alles met eigene oogen heeft willen zien en onderzoeken, en vervolgens bevei heeft gegeven tot de opening van eene groote hoeveelheid nieuwe weg'ti van gemeenschap, en de oprigting van onderscheidene nieuwe districten, om het bestuur der kolonisten, die in -groo en getale Van her binnenland, voornamelijk van de zuidelijke kust-dér Krimtntóesnbllen, gemakkelijker te maken. Jnlta, dat Voor drie jaren naauwelijks twaalf hnreen bevatte, hetwelk thans eene goede haven, eene taliijke bevolking bezit, en onder scheidene kerken heeft -Zien bonwen, is tot eene districstad verklaard. Dezè I landstreken zijn in dit jaar bezocht geworden door een gezelschap van ge* leerden, aan welker hoofd de Graaf Detnidojf stond. Nog onderscheidene j zndere voorname personen hebben zich naa; die gewesten begeven. Onder larderen merkt men daarbij op den Graaf de la I'ochepnuchitiAdjudant van ÏCeizH. den Infant van Lttccadie, na belangrijke inlichtingen nopens "dat schiereiland te hebben ingewonnende reis naar Circassie heeft onder, nomen. Hij stelt zich voor den bergketen van den Caucasus te doorkrliis- sen, en de oevers der Caspische zee te bezoeken, welke thans hét onder werp van de nasporrngen van vele geleerden is. Men mag dus gewigtige mededeelingen te gemoet zien, welke over deze tot nog toe zoo weinig be kende streken een nieuw licht zullen verspreiden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 31 Janiiarij. Té San-Sehastia'n is men op het punt geweest van ernstige onaangenaam heden' te hebben. Het geldgebrek bij het legercorps had nieuwe pogingen noodig gemaakt om, door middel van de Regering, fondsen te verkrijgen, doch daar de kooplieden en andere inwoners niet te bewegen waren meerdere giften of voorschotten te doen, én men echter de soldaten moest te vreden stellen, werd eindelijk besloten, de militairen te magtigen om, tegen bons, uit de magazijnen te halen wat zij noodig mogten hebben. Dit deed natuur, lijk voor twist en ongeregeldheden vreezen, ook voorzag men dat de inwo ners der stad en naburige dorpen het land zouden verlaten, om zich aan zoo danige knevelarijen te onttrekken, toeD gelukkig eenigé personen beslóten door eene leening in de eerste behoeften van de troepen te voorzien. Verder zijn twee Commissarissen benoemd, die naar Madrid vertrokken zijn om het Bestuur met de toedragt der zaak bekend te maken; en om hulp én onder, steuning te vragen. Dé stad Pampelunt zou volgens berigren uit St;-Je»n-Pied-de-Port van den 13 January zoo goed als door de Carlisten belegerd zijn. Een aanval der Christinos op Andoitn, om aan de Carlisten eenig geschut te outrooven, is geheel mislukt. De 'Carlistischè expeditie onder Basilio Garcia, hoewel door deChristï. hos Vervolgd, trekt onverhinderd naar CaStilie. DUITSCHLAND. Het gevaar der ziekte vtn den Zoon des Aartshertogs Karet is thans gewekén. Te Pest zullen de inwoners een weeshuis stichten, ter dankbare aan denken van het herstel van den Aartshertog Palatjn. Den gosten is te Berlijn eené prachtige sledevaart gehoudenwaaraan de geheele Koninglijke familie deel beeft genomen. Men wacht Prins en Prinses Albert den 8 February te Berlijn terug, Uit Berlijn meldt men nog: De priizen der wol zijn in deze maand aanmerkelijk gerezenvermits vóór buitenslands aanzienlijke verzendingen hebben plaats gehad. Men gelooft, dat deze thans zoo zeer gezochte waar in de aanstaande maand Maart nog hooger zal stijgen, vermits omstreeks dien tijd de meeste orders tot aan koop van wol ontvangen worden. De Hanoversche courant behelst eene Koninglijke Kabinets-instructie bjj dezelve worden de onderlinge betrekkingen der Ministers van Staat en der Departementen geregeld. Wanneer in hunne Departementen belangrijke gevallen voorkomen, in welken zij allen of de meeste hunner betrokken zijn, worden zij geregtigd in éene beraadslagende conferentie te treden, welke iiógtans niet als een afzonderlijke raad zal worden aangemerkt, en waarin die Minister zal voorzitten, tot wiens werkzaamheden de te behandelen zaak behoort. Het besluit der conferentié hangt van de meerderheid der stemmen af, en bij het staken der Stemmen, moet het protocol aan den Koning wor den opgezonden, ten einde deze dé zaak beslisse. Tot de zaken. Welke inzonderheid in eene zoodanige conferentie kunnen behandeld worden, behoort de aanstelling van ambtenaren, van medeleden der landdrostambcen, van referendarissen en commisen bij de Ministeriële Departementen, voor zoo ver hunne bezoldiging uit de publieke staatkas geschiedt,'en alleeh voor zoo lang lédér Minister-Departement neg'zeen op zich zelf staand geheel uitmaaktwat van lieverleue het geval moet wor den; de voorslagen wegens veranderingen in de arrondissement* verdeelin- gen, en eindelijk de behandeling der vraag, of de voorslag van een'der Mi nisterstot invoering eener nieuwe wet, of tot opheffing eener bestaande wet of vordering, werkelijk noodzakelijk of nuttig is. De Kroonprins van Hanover is bedenkelijk ziek. Men koestert voor dien jongen Vorst, die van een zwak ligchaamsgestel is, groote bezorgdheid. Men schrijft van den Rhijnoever, dat men op die rivier eene groote kerk, volgens de bouworde der middeneeuwen van groocen omvang en hooge torens, heeft ópgerigr. Van binnen Is zij voorzien van nissen, beeldenen andere sieraden. De klokken van deze kerk zijn van ijs, even als de muren, 'de kolommen en derzelver kapiceelen. Dat bedrijf is eene navolging van hetgeen des winters in Rusland geschiedt, alwaar men allerhande gebouwen óp de Newa vair ijs vervaardigt. Munster den 29 Januarij. De hevige koude blijft alhier nog aanhouden en men hoort van vele ongelukken; verscheidene menschen zouden reeds doodgevroren zijn. Den i/den dezer is alhier een luchtverschijnsel waarge. nomen in den vorm van eenen draak; den volgenden dag had, des avonds tusschen 9 en 10 nreeen zwaar onweder plaats. Uit Rhijnbeyeren wordt gemeld, dit naar het oordeel der kundigste wijnbouwers het grootste gedeelte der wijnstokken door de aanhoudende strenge koude doodgevroren waren; hetgeen voóral zijne oorzaak daarin had, dat liet hotu, ten gevolge van het natte en ongunstige voorjaarsweer van 1837 niet tot volle 'rijpheid was gekomen. Men meende ook, dat 'dit met de wijnstokken in de omstreken van Frankfort het geval zon wezen. Een jager te Nordltoping (Zweden) heeft op eene iisschots een in die streken zeldzaam dier gedood, hetwelk van de rotsen van Waltenkrisisaus was gekomen. liet dier heeft de gedaante van eene hagedis, is 19 duim lang, heeft twee vleugels even als de vledermmzenen breenen platten kop met schubben even als over het geheele lijf. De apotheker Brenner heeft het in wijngeest geplaatst en zal het aan den heer Geofroy de St. Hilaire te Parijs zeilden. Uit Rome wordt van den 13 Januarij geschreven, dat de zaken aldaar toet den Pruissischen Gezant ven ttunsen niet verder gevorderd zijn. Z. Exc. had bij den Paus geen gehoor gehad. GROÜT-BRÏT ANNIE. Londen dén 30 Januarij. De Gezant van Hanover, Baron Munchhauzeti heeft aan H. M. zijne geloofsbrieven overhandigd. In hec Hooger-Huis heeft Lord Brougham gisteren een verzoekschrift uit de stad Leeds aangeboden, welke ió a 17000 onderteekenaars bevatte, waarin men zich beklaagt, dat de eigenaars van slaven geenszins die stappen gedaan hébben nopens de Negers, welke zij, volgens hunne met het Rijk aangegane v'erbindtenissenhadden moeten doen. Nanat genoemde eigenaars een zoogenaamde schadevergoeding van 20 millioen st. wegens hec te on dergane verlies door de emancipatie der slaven genoten hadden, was het ge bleken, dat zij in het geheel geen verlies hadden geleden, integendeel wa ren zij bevoordeeld; door de bevrijding van Negers, had de arbeid van deze veel meer opgebragc, en was de toestand der plantaadjen merkelijk verbe- cerd. Men drong ook aan op de verkorting van den tijd, die tot de vrijma king van de Negers moest verloopen en op andere wijzigingen in hec om trent hen gevolgde Stelsel, alle met het doel om hun loc te verzachten. De edele Lord achtte dit te noodzakelijker, vermits sints 1830, in stede van verzachting, de slavernij weder meer en meer uitgebreid, en de gruwélijke menschenhandel mét laag eigenbelang en nooit gehoorde wreedheid, gedreven werd, in weerwil van al wat sedert twintig of dertig jaren daarentegen reeds gedaan is. Eerst sedert een paar dagen was hij bekend geworden met daad zaken, die zijne diepe verontwaardiging hadden verwekt. Hij hing namelijk een donker tafereel op, van het over boord werpen van Negers, te begin nen met de zwaarste, zelfs met de ketenen, waarmede mén hen voorzien had, zoowel tot beveiliging, wegens hun groot aantal, als om hen hec ple gen van zeltmoórd te beletten. De wreedheid ging zoo verre, dat men, uit vrees dac de kruisers de Negers zwemmende mogten achterhalen, hun gewigten aanbond, of twee en drie aan elkander klonk, of te zamen in kié- ten of zakken in zee wierp. Een slavenhandelaar had tot 12 kisten met menschelijke wezens gevuld uitgeworpen, eer hij prijs werd gemaakt. Een andermaal hadden twee slavenhaalders 500 slaven aan boord, die alle hun graf in de golven vonden, j, Laten uwe Lordschappen (zoo sprak Lord Brougham niet wanen, dat dit alles Slechts aan de verbeelding is ontleend. Het is on gelukkig eene reeks bijzonderheden, welke mij door een regcschapen Bevel hebber, die eenigen tijd Commandeur ter West-Indische statie geweest is; medegedeeld zijn. Doch dit was nog niet het al. De slavenjagers volgden de slavenschepen, van de haven, waar deze uitzeilden, na, en het pad door de Atlantische zee 'werd vaak géteekend door het bloed der slagtoffers, dié overhoop gestoken én in zee geworpen werden, om de vervolgers te ont komen." De edele Lord meende, dac hij genoeg gezegd had, om de Lords te overreden, hoe dringend voorziening en verbetering van stelsel noodig ware, want de verregaande wreedheden, die gepleegd werden, en die men, als zij niet door geloofwaardige personen wierden medegedeeld, zou moeten betwijfelen, ontstonden vooral ook daardoor, dat, behalve het prijsverklaren van hec slavenschip, eène zekere boete per hoofd van eiken slaaf, die ge vonden werd, betaald moest worden, welke boete daarom hoofdgeld (head- money) geheten werd. Voorts nog eenige treurige bijzonderheden omtrent den slavenhandel mededelende, hielu hij vol, dat de invoer van slaven in de nieuwe wereld eer vermeerderde, dan verminderde; dac de verzekering van slaven het onderwerp van zekere berekening is geworden; dac de ver- zekerings-premie op een Afnkaansch slavenschip te Havannah slechts 12J ten honderd heiiep, waarvan nog voor zeeassurancie af moet gerekend worden; dat die premie te Rio slechts 7 ten honderd bedroeg; dat in één jitar (1835) aan de Havannah 85 slavenschepen zijn uitgerust, waarvan 75 behouden aldaar zijn wedergekeerdhec getal slaven, daarop ingescheept, beliep van 175 tot 700 per bodem, gevende een gemiddeld bedrag van 28,000 ingevoerde slaven, alleen aan de Havannah, in een enkel jaar! Hec meeste aandeel aan den verfoeiielijken handel namen de Brazilianen, de Span jaarden en de Portugezen. De spreker drukte zijne verwondering tiic, dat Engeland en ook eenigermate Frankrijk, bij deze meesc bekende daadzaken, nog beuzelden met de Regeringen van genoemde Staten over het onderzoek van schepen; enz., in stede van krachtig de handen tot het uitdelgen van deh menschenhandel uit te steken; hij voor zich, geloofde, dac de vernie tiging daarvan meer dan allen wapenroem de Regering onzer jeugdigé Vor>tin zou opluisteren. Verscheidene andere leden hebben in denzelfden zin als Lord Brougham, hec woord gevoerddoch tévens opgemerktdat de slavenhaalders niec konden wor» den aangehouden, voor zij de slaven aan boord hadden, en dat daaruit de wreed heid moest verklaard worden van degenen die zich op dien afsclhivvelijkeit handel toelegden. Men duidde het vooral ten aanzien van Spanje en Portugal kwalijk, dat zij dien handel onder hunne vlag nog zoo gruwelijk lieten drijven. In het Lager-Hnis is dë voordragt der MiniScers nopens de zaken van Kanada; hadat in deZelve, volgens de meening van Sir RPeel, veranderin gen waren gemaakt, aangenomen. Een voorstel van den heer Huine om de derde lezing 6 maanden uit te stellen, is met 110 tegen 8sremmen afgekeurd. De stoomboot Killarney is voor Cork bijna met man en muis vergaan. FRANKRIJK. Parijs den 31 Januarij. De beide Kamers gaan voort om over zaken vati bijzonder belang te raadplegen. Er valt niets vermeldi.ngswaardig vóór.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 3