v 14, COURANT* Jl'.1838. LEYDSCHE WOENSDAG, NEDERLANDEN. P, #C>. 5i JANUARI). Leyden den 3osten Januarij. Bij Zijner Majesteits besluit van den 5 Januarij 1838, N°. 5, zijn bij de "dienstdoende Schutterij dezer Stad benoemd: Tot Kapitein: de iste Luitenant E. J. M. van Bommel Tot tste Luitenants: de ede Luitenants A. C. LeembruggenJ. P. E. van Pe Bekom en Mr. .7. van Outer en Tot 2de Luitenants: H. A. Bake en J. L. A. Desertine. Onder de tegenwoordig in leven zijnde 52 Europesche Sonvereinen '(hierbij gerekend den Turkschen Sultan en den tot eene Europesche dynastie behoorenden Keizer van Brazilië), is de Koning van Zweden, de oudste, zijnde geboren 26 Januarij 1764, dus 74 jaren oud; de jongste is de Konin. gin van Spanje, geboren 6 October 1830, dus in het begin dezes jaars 7J- ja'ren oud. Op 1 Januarij 1838 waren twee der Europesche Vorsten meer dan 70 jaren oud (de Koning van Zweden en de Paus, zijnde deze laatste geboren r8 Septemoer 1765); negen tusschen 60 en 70 (van wélken de Ko ning van Oenemarken nog in dit jaar, namelijk op den 28 Januarij, zijn 70ste jaar ten einde brengt}; twaalf tusschen 50 en 60 jaren; zestien tusschen 40 en 50 jaren; zeven tusschen 30 en -40 jaren; twee tusschen 20 en 30 jaren; drie tusschen 10 en 20 jaren; een beneden 10 jaren. Naar gelang van hunnen rang bevinden zich daaronder drie Keizers, een Sultan, dertien Koningen, •drie Koninginnen, een Paus, zeven Groothertogen, een Keurvorst, tien Hertogen, eene Hertogin van Lucca, elf Prinsen, een Landgraaf; Europa bgzijt dus vier Souvereinen van het vrouwelijk geslacnt. Het langst regeerc de Prins van Schatimburg-Lippe, namelijk van 13 Februarij 1787, derhalve .51 jaren; het kortst de Koningin van Groot-Brirannie en de Koning van Ha nover, beide sedert 20 Junij 1837. Volgens de godsdienstige rangschikking behooren as) tot de Evangelische belijdenis (te weten 20 tot de Luthersche en 9 tot de Hervormde), 19 tot de Katholijke, 2 tot de Engelsche, 1 tot dq GrieKsclie, 1 tot de Mahomedaansche. Gehuwd zijn 42 (waarvan een met de linkerhand en een die gescheiden leeft), weduwenaars 3, ongehuwd .7; van de 45 gehuwde of gehuwd geweest zijnde, hebben 8 geene kinde ren, 3 alleenlijk-dochtersde overigen 34 hebben zonen, en 7 hunner zijn reeds grootvaders (door huwelijken van gelijke geboorte hunner zonen of dochters). Mitsdien hebben slechts 34 regeerders zonen of eigenlijke Erf. prinsen tot vermoedelijke erfgenamen, (waarvan 6 gehuwd zijn, doch toe dusverre hebben slechts 3 derzelve kinderen, een zevende heeft een linker hands huwelijk aangegaan); van de overige j8 Souvereinen hebben 8 broe ders tot vermoedelijke opvolgers; twee (de Keizer van Brazilië en de Ko ningin van Spanje) hebben zusters tot opvolgers; een (de Koningin van Groot-Britanrie) eenen oom een (de Koning van Denemarken) eenen neef. Drie Vorstenhuizen (Anhalt-Bernburg, Reuss-Greitz en Reuss-Ebersdorf) worden nog slechts door een lid vertegenwoordigd; Parma vervalt-, na hét overlijden der tegenwoordige Hertogin, aan den Hertog van Lucca-, het Pluis Brunswrik-Wolfenbuttel heeft wel nog twee leden, doch bij den dood des tegenwoordigen ongetrotiwden Hertogs zou de Regering niet aan zijnen tot regeren onbekwaam verklaarden ouderen en insgelijks ongehuwden broeder, Waar aan Hanover vervallen; de opvolger van den Paus wordt, gelijk men weet. eerst na ziinen dood verkozen. Kroonspretendenten zijn er niet min der dan 4: Don Carlos (als Karei F van Spanje), Don Miguel van Portugal, de Hertog Hendrik van Bordeaux (als Hendrik F van Frankrijk), en de Her tog van Bronswijk. Er zijn op dit oogenblik slechts 2 leden van Vorsten huizen in leven-, die meer dan 80 jaren tellen: de Prinses Elisabeth van Bronswijk, geboren 8 November 1747, is rnim 91 jaren ond, en Prins Frans Van HohenZollern-Hechingengeboren ai Mei 1757, dits bijna 81 jarenoud. Men uieldc uit 's Gravenhage van dén 29 Januarij: Gisteren ochtend is, over Scheveningen, uit Londen in deze Residentiê aangekomen een Duitsch Kabinets-reUbode, die, na bij Zine Exc. den Pruis sischen Minister te zijn afgestapt, zijne reis haar Berlfin heeft voortgezet. --Naar men verzekert, zullen de Sta'teil van Holland in den loop der volgende maand te Haarlem bijeenkomen, tot verkiezing van een nieuw lid voor de Tweede Kamer dér Staten-Generaal, in plaats van wijlen den heer Voynck van Papendrecht. Uit Middelburg wordt van den 26 Januarij gemeld: Voor eenige dagen waagden het reeds enkele personên té vóé't over het ijs uit Zuidbeveland naar het veer van Sloe over te komen, en heden ver remen wij zelf», dat een aantal lieden met een drift kalveren dezen over togt zonder bezwaren hebben vérrigt. Sedert een paar dagen is ook de over Vaart van Vlissingen naar Brêsltens, door het drijfijs, niet meer mogelijk. 1 Uit Harlingen schrijft men, dat de Zuiderzee den 24 Januarij grooten- deels mee ijs Was bezet, en dat daardoor de gelegenheid geopend was, om buiten dé haven dier stad zich met schaatsenrijden te vermaken. Daarvan Werd dan ook droit gebruik gemaakt, en er stonden in de nabijheid der ha ven vele tenten en kramen op den bevroren waterplas, in welke laatste men Zich gaarne van de eene of andere kleinigheid voorzag, om naderhand te kun. liéh zeggen, dat men op de Zuiderzee gekocht had. Sedert 1829 had zoo iets bij Harlingen geene plaats kunnen hebben. RUSLAND. Petersburg den 17 Januarij. Z. M. de keizer heeft den iö dezer, vóór liét eerst na zijne laatste reis, eene groote wapenschouwing over de gaza menlijke regimenten der garde gehouden, en deZe troepen vervolgens naar het zoogenaamde Newskisclie vergeZigt geleid, waar vier dagen te voren op den verjaardag der geheele bevrijding van Rusland van de vijandelijke ben dén, de standbeelden warén ontbloot van de voornaamste bevelhebbers in den aitijd gedenkwaardigen oorlog van 1812 tot 1814. De gezamenlijke krijgs lieden hebben, door hunnen Keizer voorgegaan, de standbeelden van dert Veldmaarschalk Barclay de Toll] en van Vorst Kutusow-Smolemki met éen don derend gejuich begroet. Nog wordt door bijzondere brieven uit Petersburg gemeld, dat de Ke'i- r.er eh zijn gezin, bij gelegenheid van het verbranden van het winterpaleis, roétehdé bewijzen van de genegenheid zijner onderdanen heeft ontvangen. Het koopmansgilde te Petersburg heeft niet alleen aangeboden, om Op zijne kosten dat paleis weder op te bouwen, maar daarvoor eene inschrijving ge- openddie, zoo men verzekert, de hoogst aanzienlijke som van twaalf mil. iioen roebels bedragen heeft. De Keizer heeft echter, zoo als men reeds weet, glle aanbiedingen van dién aard van de hand gewezen, Volgens opgaven in de Petersburgsche bladen, bestond de bevolking dier hoofdstad op het einde van 1837 uit 468,625 zielen, waaronder 328,719 van het mannelijke en slechts 139906 van het vrouwelijke geslacht. In de haven van Kronstadt zijn gedurende het jaar 1837 1,248 koop vaarders aangekomen, waarvan 704 onder Engelsche vlag. SPANJE. Berigten over Parijs van den 28 Januarij. De brieven van Opper-Arragon zijn ontrustende voor het Gouvernement van Maria Christina. Cabrera bedreigt ter gelijker tijd verscheidene vrij gtwigtige plaatsen; liij rost ook kapers uit, om op de Spaansche koopvaar- dij-schepen jagt te maken. De brieven van Bayonne melden, dat de Ghristinos in de vallei van Mena opgerukt zijnde, de Cariisten hen te getnoe't Zijn getrokken, en hen tot den terogtogt hebben gedwongen. Eene nieuwe Carltstisciie expeditie gaat den Ebro overtrekken, onder aanvoering van Zabala en Merino. De Cariisten houden steeds Balmaseda geblokkeerd, en hunne colonnes hebben niet ongehouden in het gezigt van Bilbao te staan. Basilio Óarcia en zijn legercorps zijn, zegt men, den 11 januarij deü Taag overgetrokken. Het hoofdkwartier van Don Carlos is steeds te Llodio. BaYonne den 23 Januarij. Vier bataljons Cariisten zijn, onder bevel van den Markies van Boredate Estella aangekomen; 2 andere bataljons zijn dezelve op den voet gevolgd. Deze beweging heeft waarschijnlijk tot doel, om de aandacht der Chrisiinos te lokken op de beide oevers van den Ebro, of de tot hiertoe bezette streken van troepen te bevrijden, die reeds 4 maan. den in dezelve hebben doorgebragt, en waardoor zij geheeluitgeput zijn. Volgens de jongste tijdingen uit Oud-Castilie wordt Basilio Garcia aan de zijde van Madrid van nabij gevolgd door de divisien van den Generaal Uili. barri en den Brigadier Aspiroz. De benoeming van den Oorlogs-Minister Calatrava wordt door een berigt uit Madrid van den ipden aangekondigd. ITALIË. Napels den 11 Januarij. Uit deze stad wordt het volgende gemeld, ten aanzien van den Hertog van Saksen-JVeimarwiens aankoms in gemelde plaats wij in onze vorige hebben medegedeeld Ter eèré van den Hertog Bcrnhard van Sakièn-lVeimar heeft Z. M. de Koning een groot militair feest op het Marsverd gegeven; hetzelve is door de geheele bezetting bijgewoond. Die gast wordt door den Koning met al die onderscheiding behandeld, waarop zijn stand en nog meer zijne persoon- lijke verdiensten hem aanspraak geven. De voornaamste kringen der hoofd, stad Worden door hem bezocht en hij onderscheidt zich door zijn aan alle aana matiging vreemd gedrag. ÖUITSCHLAND. Uit Rerlijn wordt van den 24 Januarij gemeld, dat de jonste berigten uit Rome gunstig luidden, en de Pruissische Gezant door den Paus-op eene vriendschappelijke wijze ontvangen was. De Paus had het te Keulen ver gaderde Domkapittel goedgekeurd. Men meent, dat de zaken spoedig ten genoegen van de Pruissische Regering zullen geschikt worden. Nog meldt men uit Bellijn: Z. K. H. de Kroonprins heeft van den Hertog van Orleans een fraai album met kostbare teekenmgen ten geschenk ontvangen. Men kan dit geschenk als een bewijs aanmerken van de vriendschap, welke er tüsschen de Pruissi4 sche en Fransche Hoven bestaat, die zeer toegenomen'is, nadat voor 2 jaren de Hertog van Orleans Pruissens hoofdstad bezocht heeft. Men meldt thans vrij stellig, dai Z. M. de Keizer Nokotaas, zich in het voorjaar, en wel met April, met zijn Gezin naar Duitschland zou bege ven en een bezoek bij het hof van Rerlijn afleggen. Hoogsidezeive zal met den Grootvorst, troonopvolger, van daar bezoeken aan de hoven van Wee- nen, Stutigardi en Karlsruhe afleggen; en vervolgens de reis door Duitsch4 land, inzonderheid door den Rijngan voortzetten, en, zoo als steliigerwijze 'uit Petersburg gemeld wordt, zal Z. K. H. de troonopvolger zich persoon lijk met eenige der voornaamste wetensenappelijke stichtingen van Duitsch land bekend maken. Bijzondere brieven hit Berlijn melden; dat wel de moeijelijkbeden der Pruissische Regering ten aanzien van hei bestuur der Roomsche kerk ver- meerd is, door de verklaringen van de Bisschoppen van Munster en Paden- bom, doch dat de Regering moedig op den door haar ingeslagen weg voort, gaat en door de omstandigheden niet tot coucessten, die haar regt zouden kunnen krenken-, zal worden overgehaald. Men 'vindt thans eerst in de dagbladen een berigt van de woelingendié in het laatst van December ie Paderborn hebben plaats gehad en den 7den dezer hernaald zijn geworden; dezelve stonden in verband met de zaak van den Aartsbisschop van Keulen. De óp eene oproerige wijze zaamgeschoolde menigte heeft bii die gelegenheid eene zeer levendige deelneming in het lot des genoemden Prelaais aan den dag gelegd, en zich snoode bedreigingen te. gén dé overheids-personen veroorloofd maar de tegenwoordigheid van eenigë in het geweer geroepene troepen schijnt voldoende te zijn geweest, om gro vere buitensporigheden en geweldenarijen te verhinderen. Uit Hanover wordi berigt, dat Z. M. de Koning aan Z. K. H. Prins Albert van Prnisseh, bii zijn verblijf aldaar op zijne reis van Berlijn naar 's Gravenhage, liet grootkruis van de Guelphen-ordeen aan deszeifs Ad. judant, het. Ridderkruis dier orde geschonken heeft. Uit Frankfort wordt van den 26 Jannarij gemeld, dat te Mechelen, in Belgie, een Pauselijke breve w as ontvangen, die te Franktort en in de Pruis sische Rhijrprovinciën is aerspreid geworden. De Paus zegt daariri, dat hij rtiet diep leedwezen vernomen heeft, hoe de Belgische geestelijkheid zich in de aangelegenheden van een vreemd volk gemengd, en in hetzelve ge- tracht heeft, eene onrust te weeg te brengen, die volstrekt van deszeifs gezindheden verwijderd was. Hij had zich verheugd, dat; ondanks de be denkelijke tijden en liet ongelukkig verschil tusschen het geestelijk en we reldlijk gezag, echter de uiterlijke vrede niet gestoord was geworden, en men veeleer met vertrouwen de beslechting van dit pleit te gemoet zien mogt van die zijde, vanwaar dezelve alleen mogelijk was. Mij voedt mits dien de stellige verwachting, dat de Belgische geestelijkheid zich, van nu af aan, van iedere inmenging onthouden, en uitsluitend Zich aan hare eigen* aangelegenheden toewijden zal. Zulk eene taal, kort na de alteratie, isee*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1