Toegerust met veelvoudige kennis en ondervinding, was hijwaar ht|. moge gedwaald hebben, tot betere overtuiging allezins gereed, of wist bij ïïijn gevoelen, was het noodig, met buitengemeene bekwaamheid en klem ie verdedigen. Deze vereenigde hoedanigheden kwamen hem wel te stade op het spreekgestoeltewaar hij vaalt ook met kracht werd bestreden. En zie ons bier tot 's mans groote verdienste, zijne welsprekendheid ge naderd. Ondersteuners en tegenstanders, beide, reiken hem den palm toe, dat hij een der eerste redenaars van de Nederlandsciie Staatszaak is geweest. Men moet het doordringende, net wegslepende van zijn orgaan hebben ge boord, om zich die jttjsc te kunnen voorstellen; men kon het sierlijke en tevens kernachtige van zijn,e voordragt niet hooren, zonder die te bewonde ren; men kon de netheid van rede, het oordeel om van de zwakke zijde zijner partij gebruik te maken, de rondheid en tevens afgepastheid zijner drangredenen, zijne gemakkelijkheid en geestigheid van spreken, door het fonkelende van zijnen bliK verhoogd, niet vernemen, zonder te erkennen, dat het de vlammende welsprekendheid van een' Cannings met de welwik kende welsprekendheid van een' Guizot te gader was. Hebben wij onsin de schildering dier gave naar onze herinnering, niet te zeer laten vervoeren? Maar de meeste zijner redenen in 's lands staatszaal gehouden, zijn ons verbleven-, en kunnen het gezegde nog staven, tnoge zijne mondelinge voordragt daarbij ook niet meer ontgloeijftti. Twee rede voeringen, welke tot voorbeelden, eensdeels van het afgepaste, ten andere van het meer vervoerende in zijne parlementaire redenen kunnen strekken, mogen bijzonder genoemd worden. De eerste is die, over de gelijkmaking der grondbelasting, in 1832, en de andere, in 1835, over de wet ter be- schenning van den landbouw gehouden. Als eene proeve iasschen wij, zoo het noodig ware, uit laatstgemeldeden aanhef alhier in, te meer dewnl dezelve een' blik in het leven en hart des Ministers werpt: Edelmogehde Heeren (zoo sprak hij)! Wat is waarheid? ziet daar de vraag, welke een maal door een trotsch Romein aan Hem gedaan werd, naar wien wtj allen ten eere rekenen, genoemd te worden. Wat is waarheid? Ziet daar de vraag, welke ik, bij den strijd van meeningen, bij het verschil van beschouwingen, bij zoo onderscheiden gezigtspuntenook thans in den schoot van E. M. néderlegge. Eindelijk, wat is waarheid, ziet daar de vraag, vveike ik in dit plegtig oogenblik mij zetven doe. „Hier toch hoor ik de voordragt, als onchristelijk, onredelijk, bedriege- lijkondoelmatig en onregtvaardigbestrijden, en die voordragt als sub versief aan alle maatschappelijke orde, aan aile belangen in den Staat, en in de eerste plaats aan die van handel en scheepvaart, bestempelen. Ginds hoor ik de vrijheid van handel en van godsdienst aan elkander knoopen, en het voorstellen alsof de Regering nopens beide, hand aan hand hetzelfde pad moest bewandelen. Elders hoor ik die voordragten afschetsen als vervuld met valsche beloften, die men nimmer zal kunnen voldoen, en den dag on. zalig noemendat zij uit den schoot der Regering is ontsproten. Aan de andere zijde daarentegen hoor ik een veel zachter en liefelijker tafereel van de voordragt schetsen: ik hoor de grondslagen daarvan verdedigen, als regt. vaardig en als gescnikt ter verhooging van maatschappelijke orde, als de bakermat, van eendragt en zedelijkheid, ais strekkende ter verlevendiging van onze nationale krachten, als hec plegtanker van honderd duizende onge. lukkigen, die bij den avond van den dag, waarop zij, in bet zweet huns aan- schijns, den grond gekliefd hebben, den Wetgever zullen zegenen, die door zijne bescherming hen in staat stelt eene bete broods, als overschot van zuren arbeid te nemen. Ik heb aan deze zijde die voordragt hooren noemen den steun van den rustigen en nijveren landman, die, dankbaar aan eene Re. gering die hem beschermt, gehecht aan den grond die hem voedt, de ge- snierde krachten zijner zonen blijmoedig ten offer brengt aan de verdediging van dat Vaderiand, welks behoud en bloei het toppunt zijner wensehen is. „Vraag ik niet te regt aan mijzelven, Edel Mog. Heeren! te midden van die strijdige blikken, van die veelzijdige oogpunten: Wat is waarheid? Ja, te midden van dit alles, moet ik spreken, ik, in Holland geboren en opge voed. in dat gewest, waar overal de belangen des handels met alle andere zijn zaamgewevenen waaruit deze voordragt met zoo veel warmte en na. druk is bestreden; ik, die alle gunstige vooroordeelen van den handel als met de moedermelk heb ingezogen, die den handel in vroegere jaren zoo vaak, in onscheidene betrekkingen, heb verdedigd; ik, die, gedurende vijftien jaren aan het huofd geplaatst van dat Holland, waarvan Amsterdam tie perel is, mijne proeven van eerbied voor en belangstelling in den handel, als de groote bron van rijkdom en eer, gedaan heb! Doe ik dit alleen uit besef van pligt? zal ik u alleen blootleggen de woorden en denkbeelden van den Koning, dien ik eerbiedig en thans vef. tegenwoordig? zal ik u ontwikkelen de meening van mijne ambtgenooten die eenstemming met mij over dit onderwerp denken, en waarvan tocli ook velen tot Holland behooren; hetgeen mij tr.et Montesquieu zoude kunnen doen zeggen: Je suis fort quand fai pour mois les Remains! of zal ik eindelijk inline redenen verschuiven achter de valsche staatkunde van een licht dezer eeuw, die leert, que Dieu a donni la porote d Phomme pour déguiser sapensie? Neen' E.l. Mog. Heeren! zulk eene staatkunde ligt niet in tnijn hart. Ik betuig' veeleer, dat ik mijne eigene gevoelens verdedig. Ik ben genaderd toe dien leeftijd, waarin men niet zoo ligt den schaduw voor het weZen neemt, waarin de indruk van klanken voor de wezenlijkheid wijkt, waarin men min- Per zoekt te behagen door het toegeven aan vooroordeelen, en meer naar hooier ziet, en denkt om de verantwoording, die men eens aan den Opper- sten Regier zal moeten geven; daaraan indachtig, verklaar ik dan ook, met de hand op de borst, dat de wet, die ik verdedig, naar mijn inzien, door dë regtvaardigheid wordt geboren, en den handel, welken ik hoog schat, ongekwetst laat," Even een jaar na het uitspreken van deze woorden, waarvan de laatste als een voorgevoel van 's mans naderend verscheiden uitdrukten, was hij die ze gesproken had, seeds geroepen om aan dezen Oppersten Regter verantwoord ding te geven van zijne woorden en daden hier beneden. PRIJS-COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 20. Januarij 1838. Nederlanden. Werkel. Schuld 2JpCt.sa.V 53J Dito 5 iói'^atoii Uitg. a Kans-Biljetren22;ea 22, Amort.Synriic. 4|94 a Hand.-Maats. 4! JViemve dito4J Aandl.H.Spoorw. Rotterd. Dito -J75*a'7Ó| - a a Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCt. a Rusland. Gb.H.&C°.i798 5pCt.lo5!a .18" 5io.5fa Ins. en Certif. 6 69,V.a «8-ïi 5s>ója Gebl 176 Pruissen. Geld!, te Lond.gyCs. a - Vandeelen van dito.. 1111a - Spanje. Nieuwe 1835É855 pCt.i9,\a- Ditoonbep.st...a- Dito passivea- Dito uitgest5|a- Coupons 1 Nov...a- OosTENRIJK. Obi. Goll C°. 5 pCt. a - Certificaten.2Ia - Neg. Metaliek2j-a - Idem5 101 ja - Dito in Lond. 5 a - Bank-Aktien.3 a - Napels. Certificaten.5 pCt. a - Dito in Napels. 5 a - Geb'„ i - Z E T IJ f> I N C. Volgens een brief van Egmond aan Zee, van- den 17 Jan., was dien ochtend ten 11 ure aldaar voor die wal aangekomen eene driemasrbarkechter op te groote» afstand onj te kunnen worden herkendtonnende vlag van den voortop en van den geesti ha eeltig verwijl-, uit ontstentenis van eene goeden sloep, warc'n cenigc visschers met hunne sloep in zee gestoken, om dezelve ten loodsen te voorzien en zoo mogelijk in Teasel binnen te brengen. Volgens een brief van Kapt. W. Groen, voerende het schip Claudius Civilisvan Amsterdam naar Batavia, ih dato Tl Jan.was hij toen met eene gunstige geleeeiidhcid in goeden staat Wight gepasseerd. De Prijs van de BOTER aan de Waag binnen Leyden. Zaturdag den 20. Januarij 1838. Van 29 tot 32 gulden. - - - ld ren. Regenten vein de Huiszittcn en Diaconie- Armenniettegenstaande hu ine bovenmatige uitgaven, veroorzaakt door het strenge wlntersaisoenevenwel op den be paalden tijd aan hunne verpligting willende voldoen, brengen ter kennisse aan de respec tieve Deelhebbers in het llehtëloos Voorschot, dd. 20 Januarij 1830, ten behoeve van voorschreveue Armen, dat op den'6den dezer weder Twintig Aandeelen zijn uitgeloot zijime de N°s. 6, 32, 37, 59, '60, 73, 75, 91, 134, 151 159, 160, 162, 172, i-3' Q02 241, 347, 272 en 282; tot welker aflossing eene Commissie uit ons midden op hec Huiszittenhuis vaceren zalJVocnsdag den 24sten dezerdes avonds van zes tot zeven ure; Leyden 22 January 1838. Mr en. Regenten vóornoettid 'In naam derzelyeH. POÏTCJM. LEYDSCHE SCHOUWBURG^ Op Maandag den 22 Januarij 1838. MENSCHENHAAT en BEROUW, Tooneelspelin 5 Bedrijven, naar hec Hoogi-uit-ch van A. von Kolzebue. Waarin de Rol van Mejmvr. Muller (Eulalia), voor de laatste maal door Mejufvr. Stoopendaal, zal vervuld worden. Gevolgd van: De TWEE JAGERS en het MELKMEISJE, Zangspel, in één Bedrijf, naar het Franscli. I11 zeer vele jaren niet alhier vertoond. HALVE LOTEN worden eerst na half Negen Ure afgegeven. (De Aanvang ten Zes Ure.) TWEEDE CONCERT* van A. le LIÊVRE en N. J. WETRENSJr., Op Dingsdag den 23. Januarij 1838, Des avonds ten half zeven ure, In de STADS-GEHOORZAAL. Op hetwelk zich zullen laten hooren, Mad. Eschborn, eersté Zangeres aan de Hoogduitsche Schouwburg te Amsterdam en de Heer Zeiler, van Z. M. Hofkapelit's Gravenhage. PROGRAMMA. n°. Eerste Afdeehng. 1Pastoral Symphonievan l. vonJBeet- hoven. 2. Potpourri voor de Fagot, uit deJOpera PreciosaJvan C. Koch uitgevoerd door den lieer Zeiler. 3. Scène en a ria van Morlachi voorge dragen door Mad. Eschborn. 4. Rondo Brillant voor de Piano, van Herz, uitgevoerd door den Heer A. le Liiïvre. Tweede Afdeelinö. 1. Ouverture van Carafa. (Masa Nicllo). N*. 2. Recitatief en Aria liitdë Opera: Nor ma van Bütifeltfl, voorgedragen door Mad. Eschborn. 3. Variatien voor de Piano, van F. Kalk- brenner, uitgevoerd door den fleet" A. Le Lièvrf.. 4. Adagio en Polonaise voorde Fagot, van Ferling, uitgevoerd door* den Heer Zeiler. 5. Cavatine uic dc OperaDie Nacht' wandlerih, vap Bf.llini, voorgé- dragcH door Mad Eschborn. 6. Ouverture van C. M. vun VVeber, (JOberon). NB. De gereserveerde Plsatsen zijn gemerkt met eene B. Heeren en Dames Kaartjes, waarvoor niet is ibgeteekend, zijn hf 2, fe bekomen bij de Heer N. J. WETRENS, en op den Concert avond aan de Gehoorzaal. Leyden den 19 Januarij 1838. Heden beviel vooiSpóedig mijn waarde Echtgenoot, C. H. van MUNSTER, van eene welgeschapene DOCHTER, zijnde hec dertiende Kind onzer gelukkige Echt. P. L. SMULDERS. Strekkende deze tot Kennisgeving aan Vrienden en Bekenden, Heden avond overleed, in den ouderdom van negen en zestig jaren,- Vrouwe PETRONELLA MAGDALËNA de MEY, geboren Gerlings. Leyden, 14 Januarij 1838. Ik Ondergeteekende, ANNA MARIA de BIRAGUEgeboren Boonii, verklaar formeel, dat de Heer Ridder de Biragüe, mijn Echtgenoot, van wien ik sedert 8 jaren gescheiden beh, van mij noch eehige Handteekening, noch Volmagt, noch Autorisatie heeft, welke zohden kunnen strekken, om eenigt Aden of andere Bewijzenbetreffende het Htiwlijk van mijne Moeder, Mej. RoseuooM, met mijnen Vader, den Heer Boode, te reclameren. Daarenboven verklaar ik alle Norarissen voor deze Stukken verantwoor delijk, die dezelve aan den Heer Ridder de Biragüe zouden toevertrouwen, zonder te dien opzigte door mij eene Uitdrukkelijke Autorisatie ontvangen te hebben. Pai-js, den ai December 1837- ANNA MARIA de BIRAGUE, Geb. Boode. J. BUSÉ, op de Vischmarkt te Leyden, heeft aangekregen: Ver- scbe GESPEENDE OESTERS en LEVENDIGE KREEFTEN. SCHELE HOOFDPIJN én DOOFHEID. In onderscheidene Parijssche dagbladen leest men: „De Heeren Apostolq, „rue Thevenot, N". 12; Drouilly, rue de Charonne, N°.32; Mdihzer, Ma. ziekmeester, rue du Canlvaire, N°. 7; Viullevtrje, Directeur der Schilder. Academie te Luikde Postmeester te Hamburg; VteuvtUe; te Treux; Poussin, Notaris te Senoches; de jonge GamierKweekeling op de School "des Chartes te Dijon; Martin, Regter in de Regtbank Van St. Quentin; "allen aangetast door zware schele Hoofdpijn of Doofheid ziin geheel gene- "zen onder de behandeling van den Doctor MÈNE MAURICEte Parys." Zijne in het Fransch geschreven Brochure, 2de en 3de uitgaaf, bevat zijne uitvindingenom Ztch zeiven te genezen. De Prijs is 1 fr. 50 c. (75 cents) behalve 15 c. voor het porto. Adres Franco, bij den Héér MASSIGNAC, KalverstraatN°. 165. Bij den Boekhandelaar J. ÈËLINFANTE, te 'j Gravenhage, ziet het -licht Mr. A. de PINTO, HANDLEIDING tot het BURGERLIJK WET BOEK, Eerste gedeelte, Inleiding, Handleiding. Het PROSPECTUS van dit Werk- is alom Gratis te bekomen. Bii denzelven ziet voorts het licht: De Veertiende jaargang van den 's GRAVENHAAGSCHEN STAD- en RESIDENTIE-ALMANAK voor 1.838; welk |aarboekje dit jaar aanmerkelijk is vermeerderd en verbeterd. Behalve eene breedvoerige opgave van de Lands-, Provinciale- en Stede, lijke Besturen, Instellingen en Inrigtingen, éefstgemelde met derzelver' Adressen, treft men in het Mengelwerk van den Almanak onder anderen ook aan: Levensbeschrijvingen van Mr. S. W. N van; Tets van Goü. djuaan, Jhr. P. J. de Bye en Mr. C. Asser; Statistiek en andere bijzon, derheden wegens 's Gravenhage, enz. Prijs f 1.56. - By de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, te Leyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 4