SPANJE, Èerigten over Parijs van den 16 January* "Üic 'Logrono melde men van den 4den be bewegingen van het Christinos leger hebben eene ernstige bonding langenomen. Leon-el-Coride heef. zich, aan hec hoofd van 6 eScadrons era 4 bataljons, vergezeld van 8 stukken geschut der iigce artillerie, in der haim naar Mubta begeven; deze sconce beweging noodzaakte Garcia om zijn-en marschk>ptCaIahayud"ie bespoedigen, -en verninderue de vcréeniging /an de Cailistische divisie van Rovisowelke zich in de gebergten van Soria geiles- telii hield. Philippe liibero zal zich met Leon-el-Conde vereenigen om te -Kamen den vijand te vervolgen, terwijl Buerem de stelling tusschen de beide wegen van Doroca cn Calatayud, welke naar Madrid geic'iden, Zal nemen; aan zijne regeer zijde burgos lacendfc. Wanneer Espartero ziin plan uitvoert, zal de Carliscische expeditie het moeten verliezenwant zijne stelling is de voordeeligste en beider magt staat nagenoeg gelijk. De Carliscische expe ditie, al werd zij ook met Cabrera vereenigd, zal niet sterker dan 12,000 man zijn, welke vele benoodigdheden missen, en vooral gebrek aan' cavalerie hebben, terwijl de 3 divisiéii, onder Esparie.ouit 14000 soldaten en cava leristen bestaan. indien Oraa zich met zijne 5,000 man bij dezelve voegt, is de overwinning bijna zeker. In de Sentinelle de Bayonhe van 9 'January leest men; Zie hier hoe Don Carlos zijnen dag doorbrengt: Ï11 de dorpen, waarheen hij kith begeeft, spreidt hij geen zweem van et-i. queue ten toon. Des morgens, dadelijk nadat hij opgcs.aan is, dient men hem den iiaciönaleii drank, chocolade met een glas water. Hij begeeft zich vervolgens met zijn gezin naar de mis, waarbij zicii ook zyu Huismeester, Secretaris en zijn gevolg bevinden. Van de mis teruggekeerd, werkt hij in zijne bureaux tot den tijd van het middagmaal, dat uit twee scuotels z«a»i- gesteld iséén schotel wordt op het nageregt geplaatst en eene schaal met melk. Vervolgens komt het gewone middagslaapje. Indien het weder het toelaat, gaat hij nadenmiddag eelie wandeling doen met zijne Aide-de- Camp. Teruggekeerd zet hij zich aan het werk toe aciit ure des avonds. Op dit uur vereenigt zich zij 11 gezin 1*11 zijne kamer en biJc den roozenkrank voor de beelden van de Maagd, Ignatius de Loyola en Louis de Gonzague, welke Don Carlos altijd bij zich heeft. Van 9 tot 10 ure neemt hij een ge ring avondmaal, mee uitzondering van de vastendagen, welke hij zeer streng in acht neemt. Zijne gewone kleederen bestaan uit een broek, een blaauwen rok en Harsen. Uic zijn verblijf heeft hij alle soorc van weelde gebannen, en veroorlooft niet dat eenige vrouw in zijne kamer kome, als hij alleen is. In zijne vrije oogenblikken geeft hij zich aan verscheidene daden van devotie over, en vooral aan de viering van de verjaardagen der dooden, die in de gevechten, welke er hebben plaats gehad, gevallen zijn. Perpignan den 9 Januarij. De Carliscen zijn gisteren avond ten getale van 600 man, onder liet bevel van Boguica, Borgès en Sanchote Alp aan. gekomen, en hebben zich heden morgen in de dorpen Daz Cachans, Urg en Cudars gecantonneerdwelonderrigte personen vermeenen, dat zij de Car- llstiscbe divisie van den Generaal Urbistondo afwachtenom vereenigd op Puycerda aan te rukken, en neczelve te blokkeren; cie Gouverneur van Puy- cerda heeft -de opstallen der pachthoeven in de nabijheid der stad doen ver. branden. ITALIË. Het Journal van de beide Sicilien heefc vóór eenige maanden eene statis tiek van de bevolking van de stad Nap,elj in 1836 medegedeeld. Het zelfde dagblad deelc thans, op bevel van jjen,Minister van de algemeene Policie van het Koningrijk, de statistiek mede van de bevolking van al de provin ciën van het vaste land in 1836, dac^s te zeggen: van 'net geheeie Koning rijk uitgenomen Sicilië. D>t tafereel vertoont de meest voldoende uitkoms ten want, niettegenstaande de cholera, welke bij het einde van 1836 in eenige provinciën is uitgebarsten, en die in dat tijdspunt 5,268 inwoners der hoofdstad heeft doen omkomen, was de bevolking van het Koningrijk Na pels, die den 1. Januarij 1836, 6,013,171 inwoners bedroeg, den 1. Januarij 1837, 6,081,993 inwoners; van welke 2,985,803 mannelijke en 3,096,190 vrouwelijke, en bij gevolg is de bevolking in 1836 mee 68,822 inwoners toegenomen. In 1836 zijn er 235,337 geboorten geweest, van welke 120,852 jongens en 114.485 meisjes. Gestorven zijn 166,5:5 personen, als 84,130 van het mannelijk en 82,385 van het vrouwelijk geslacht. 37 Personen zijn boven, de honderd jaar uud geworden, ais 13 mannen en 24 vrouwen. Eindelijk hebben er 48,625 huwlijken plaats gehad, dat is 110 meer dan in, 1836. Men heeft opgemerkt, dat de provinciën, in welke de vermeerdering het grootste geweest is, waren Molise de beide Abbrnzzen en Calabrie. DUITS CHLAND. De Pruissische Staats-courant bevat, onder dagteekening van den 13 dezer, een uitgebreid stuk, zijnde een schrijven van den Minister van Eeredienst, san den Opper-President der Rhijn-provincie, ten gevolge van de allocutie van den Pans in een geheim consistorie niet betrekking van de handelwijze var. Pruissen tegen den Aartsbisschop van Keulen gehouden. Wij zullen dit stuk in ons volgend nommer medeaeelen. FRANKRIJK, Parijs den 16 Jannarij. Het adres van antwoord is in de Kamer der Afge vaardigden met 216 tegen 116 stemmen aangenomen en aan den Koning gistel en aangeboden. Volgens bijzondere correspondentie 'uit de hoofdstad van den I4den Januarijheeft de Fransclie Regering in de laatste dagen verscheidene nota's van vreemde Mogendheden ontvangen, om opheldering wegens de jongste tioepenbewegingen naar de noordoostelijke grenzen te vragen. Het antwoord daarop moet geweest zijn, dat het Fransche Kabinet van het bijeentrekken van een observatie-legér in die streken reeds weder had afgezien. Incus- schen moeten de vreemde Gezanten niet onopgemerkt gelaten hebben, dat niet alles in den vorigen toestand is ternggebragten dat de bezettingen der noordelijke vestingen bij deze gelegenheid versterkt zijn, terwijl then aldaar nog andere militaire toebereidselen maakt. Een Ministerieel blad meldt, dat Lodewijk Bonaparte Zwitserland bin. nen kort zal verlaten. De Fransche Ambassabeur te Petersburg, St. Julaire, is te Parijs aan gekomen. De koude is thans ook te Parijs zeer streng. De thermometer van den Ingenier Chevallier stond aldaar den I4den, des morgens ten vier ureop 14° beneden o volgens Reaumurhetgeen met o° volgens de schaal van Fahrenheit nagenoeg gelijk siaat. Alle in Parijs aanwezige doof-stommen hebben gisteren zichter eere van den i25]arigen geboorte-verjaardag van den Abt de l'Epéetot eeneu grooten gastmaaltijd vereenigdstaatsmannen, geleerden en kunstenaar woon. den dit banket bij. De President hield in de teekenen-taal eene redevoering, die veelmaals door den bijval der aanwezigen afgebroken werd. De heer Engine de Monglave, permanent-Secretaris van het geschiedkundig instituut, las aan het niet doof-stomme gedeelte der vergadering deze redevoering voor. Het gesprek door teekenen werd algemeen, en de geestdrift steeg ten top, toen de President den voorslag deed, eenen gedenkpenning op het eerstge- houden gastmaal (in 1834) te doen slaan. In den nacht van den isden, is te Parijs de Italiaansche schouwburg, gewoonlijk Favart genoemd, geheel en al afgebrand. Men had aldaar in den avond van Zondag den 14 Ienvoor eene buitengewone voorstelling, Alozaris meesterstuk dén Don Juar,, gegeven. Jen half «waalt"ure, sxhec eindigen der voorstelling, hadden ü«.poinpièisUi-* iaden schouwburg tiv» wgoht hadden, de gewone ror.de gedaan, en geenerlei onraad bemerkt. IR.» half uur 11a. middernacht echter heeft men bemerkt, dat cp het touneel ius. schen de schermen een vuur smeulde; en eer men eenige maatregelen toe bliisscliing kon nemen, stond reeds het geheeie gebouw inwendig in l.chte laaije vlam. Algemeen hoiait men het er voor, dat de brandbare stoffen, die men noodig beeft, om opjfet einde van het stuk'dp helle-vlammen ïe ver tonnen, waarin tie zedeiooze L)on laan verzwolgen wordt, den brand ver oorzaakt hebber. Het beteugelen der vlammen was te minder mogelij.;, omdat de waterbakken in den schouwburg geheel bevrozen waren, en uien het water daarin eerst heefc moeten ontdyojjep. Ten 2gire des nachts is liet dak van het gebouw met daverend geweld ingestort-. Een vreesselijke ko lom van rook, vuur cn brandende stoffen rees'daardoor tot zeer hoog in de lucht op, en de vvii.d, die vrij sterk was. voerde de vonken en ontvlamde voorwerpen tot op verren afstand weg. Tucii is men er 111 geslaagd, ooit met hulp der hezeccing, die dadelijk onder de wapenen was gekomen, 0.11 de verwoesting toe den sthouwburg zeiven te beperken. Den 15de», des namiddags ten half vijf ure, was de brand nog niet geheel gebiuscht', éu stegen uit den puinhoop van den schouwburg, waarvan niets dan de vier buitenmuren s.aanue waren gebleven, nog van tijd tot tijd vlammen op. Volgens de ee-s:e, natuurlijk nog verwarde berigten, zijn eenige menscheu bij dezen, ureum opgekomen. Een der onder-bestuurders van den scnouiv- burg, de heer Sererinidie in hec gebouw daarvan op eene bovenveriiie- pi .ff woonde, heeft zich uit venster willen laten afzakken, docli is geval, leu en heelt zich "het hoofd verpletterd. Van onder de puinlioopen zijn, zoo inen zegt-, twee lijken van omgekomen spuitgasten weggenaald. Ecu twaalftal andere spuitgasten en soldaten waren, min of meer zwaar gekwetst, naar het gasthuis gebragc. Z E E - T IJ D I N G. In Tessel niets gepasseerd. Kapt. k. a. Stelevoerende het schip Amasis van Riga naar Amsterdam, meldt van hec Nieuwe Diep van den '13 Jan. dat hij, 11a sedert zijn vertrek van liolderagedurende de geheeie reis aanhoudend tegenwind te hebben gehad, reeds den 4 dito bij zware misc voor het Vlie van een Terscli. loods voorzien was geworden, waarbij de loodsboot toe voorzeildcr diende 0111 het Vlielandsche gat te zoekendoch door de steeds toenemende niist genoodzaakt werd tot den 6 dito te blijven liggen, en als toen door de O. O. wind weder naar zee en op Tessel moest afhouden, alwaar hij den volgende dag werd geloodst en bij den buitenste ton van liet schulpengat ten anker kwamwegens hec ijs tot den 12 dito aldaar hebbende moeten blijven liggen, was hij dien avond niet hulp van sloepen en volk binnengebragtaan boord was alles wel. Het schip Tjcdsinc.Kapt. II T. Bakker, van Amsterdam naar Bremen, is, vol "ens een brief van Oudenzijl van den 12 Jan., den 7 dito in goeden staat aldaar binnengeloopen. Volgens een brief van Scheveningén van den 12 Jan. was den vorigen avond ten 8 ure aldaar voor den wal aangekomen de Engelsche stoomboot Giraffe* Kapt. J. Stranack niet de brievenmaal van den 9 dito en twintig passagiers van Londen naaf Rotterdam* ook bevonden zich destijds aldaar voor den wal verscheiden Vlaardingsche en Maasslui- sche vischnoekersom derzelver vangst te lossenhebbende wegens het ijs de zeegaten van de Maas of van de Goeree niet kunnen binnenkomen. ArrivementeuTe Livorno Kapt. J. Tammes, en te Lissabon J. H. Jonker, beide, van Amsterdam. PR IJS-COUR A NT der EFFECTEN. Amsterdam den 17. Januarij 1838. Nederlanden. Werkel.Schuld25pCc. 53 a 535 Dico 5 101 aioij Uitg. a Kans-Biljetren.22|a 23 Amort.Syndic. 4J93 ja 94J 3 ja Hand.-Maats. 4} 175Ja 176J Nieuwe dito.. 4^a Aandl.II.Spoorw. a Roccerd. Dito a Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCc. 79P 79? Rusland. Gb.f/.&C°.i798 spCc.lojJaios I8J» 5a - Ins. en Certil. 668Ja 69 '8si 59ó|a 97 Gebl. 53' 101 94 «751 79,i 105; 68? 97 Pruissen. Geld!, te Lond. 4pCt. a Aandeelen van dito.m Jam| Spanje, Nieuwe 1835 £855pCt. l9?-ai9j Ditoonbep.se....a Dito passive45a 4? Dito uicgesta— Coupons 1 Nov...a Oostenrijk. OblGoll C°. 5 pCt. a Certificaten.2 J— a Neg. Metaliek2ja Idem5 --—101 aiöij Dito in Lond. 5 a Bank-Akiien.. 3 a Napels. Certificaten.5 pCt. a Dito in Napels. 5 a Gebl uiJ 19 4s 101 i LEYDSCHE SCHOUWBURG. Op Maandag den 22 Januarij 1838. MENSCHENHAAT en BEROUW, TooneeLpelin 5 Bedrijven, naar hec Hoogduitsch van A. von KotzebueVVaarin de Rol van Mejuivr. Muller (Eulalia), voor de laatste maal doo' Méjufvr. StoopendAal, zal vervuld worden. Gevolgd van; De TWEE JAGERS en heT MELKMEISJE, Zangspelin één Bedrijf, naar hec Fransch. In zeer vele jaren niet alhier vertoond. HALVE LOTEN worden eerst na half Negen Ure afgegeven. Qt)e Aanvang ten Zes Urè.) Heden avond overleed, in den ouderdom van negen'en zestig jaren, Vrouwe PETRONELLA MAGDALENA de MEY, geboren Gerlings. Leyden, 14 Januarij 1838. De Ondergeteekende betuigt, langs dezen thans gebruikelijken weg, ook namens zijne Kinderen en Behuwd-Kinderenzijnen welmeenenden dank aan allen, welke op verschillende wijzen hunne deelneming hebben doen blijken, in het verlies, hetwelk hun heeft gêtroffen. Leydén, 18 Januarij 1838. J. MONTAGNE. In een fatsoenlijk Huisgezin vraagt men tegen Mei: Eene KEU KENMEID en eene WERKMEID, die tevens geschikt is om met Kin deren om te gaan, beide haar werk wel verstaande, van goede Getuige nissen voorzien en van de Protestantsche Godsdienst. Te bevragen bij den Boekverkooper EMEIS, op het Rapenburg, te Leyden, onder lecc. K# Eij den Boekhandelaar J. BELINFANTE, te ys Gravenhüge zier hec licht Mr. A. de PINTO, HANDLEIDING tot het BURGERLIJK WET. BOEK, Eerste gedeelte, Inleiding, Handleiding. Het PROSPECTUS van dit Werk is alom Gratis te bekomen. Bii denzélven zier voorts het licht: De Veertiende |aargar»g van den 's GRAVENHAAGSCHEN STAD- en RESIDENTIE-ALMANAK voort 1838; welk Jaarboekje dit jaar aanmerkelijk is vermeerderd en verbeterd. Behalve eene breedvoerige opgave van de Lands-, Provinciale- en Stede lijke Besturen, Instellingen en Inrigtingen, eersrgemelde met derzelver Adressen, treft men in het Mengelwerk van den Almanak onder anderen ook aan: Levensbeschrijvingen van Mr. S. W. N van Tets van Gou- driaan, Jhr. P. J. de Bye en Mr. C. Asser'; Statistiek en andere bijzon, derheden wegens 's Gravenhage, enz. Prijs f 1.50. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOONyteLeydehv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2