A\ 1838. LEYDSCHE WOENSDAG, ■<J 1 6 0£tfr(jfW. V !..:;1 W ;g< iï C 0 U R A N Te '10 JANUARÏJ. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, maken bij deze bekend, dat $p hteden.bg Hun. Ed. Achtb. is ingekomen en aan den Ontvanger verzonden het Sup- t pfetóire Kohier der Personeele Belasting over het tweede Kwartaal, dienst 1837 en 38, op den 29 December 1837 door den Heer Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie, in vorderbaar verklaard, en dat van heden af de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen hetzelve behooren te zijn ingediend. Leydenden 8 January 1838. J. G, de MEY. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. ï1 'I 1 Nederlanden. Leyden den 9de» Januarij. De Studenten-Almanak van de Akademie alhier voor her jaar 1838-, .ge.efc het.getal Studenten op te zijn 688, van..welke er 267 in de Regten, 196 in de Geneeskunde, 174 in de Godgeleerdheid, 40 in de Letteren en 11 in de WïjsBégè'erte stufleren. Men meldt uit 's "Gravenhage van den 8sten'Januarij: Dezer dagen heeft Zijne Majesteit, in plaats der op 31 December 1837 aftredende leden van de Kamer van koophandel en fabrijken benoemd: voor 'die van Leyden, de heeren l'. du Rieu, J. van Heukelom en C. Leembruggen bij voortduring; voor die van Dordrecht, de heeren G. R. JHucntjes Dek ker, J. de Voogd F. C. Deking' Dura en .7. -5. t Hooftbij voortduring; voor die van Rotterdam, de heeren A. van Rijckeversel, E. Suermondt Jj-Mees, J. Hu digC. G. BlokhuizenIV. A. J. Fuchs en H. van Oordt bij" voortduringen voor die van Schiedam, de heeren M. van Pelt, A. 'Knappert, en .7. A. No/et IVrz., bij voortduring. Dezer dagen heeft Zijne Maj. bij besluit vastgesteld eenige jbevorde. ringen bijhet.corps Intendanten, en wijders bepaald, dat, zoo lang door Hoogstdenzelve niet wordt overgegaan tot eene dadelijke benoeining van ecnen Iioofd-Intendant, voortaan, in plaats van twee, drie Intendanten van de iste klasse tot.het corps zullen behooreD, terwijl overigens aan den onder- Intendant der 1 ste klasse, F. L. Matt, onder toekenning van den rang van "Intendant der 2de klasse, het traccement vah tioii—activiteit is verleend. De benoeming van den Luitenant-Colonel A. van den Heuveltot Com. mandant ad interim van de 1.7de afdeeling, ik door Zijne Majesteit ingetrok ken en dat Commandement opgedragen ad interim aan den Luitenant-Colo. nel J. van Gorkum, van het corps. Ten gevolge 'der bepaling, dat er in den'jare 1838, op het collectief- zegel van de vervoer-, consent-'óf gelei-biljetten van al de accijiisen, eil alzoo met inbegrip van het gemaal, zullen worden geheven 38 opcenten, als 25 voor het Rijk en 13 voor het Sijndicaat, zal, naar men verneemt, het collectief-zegel van de vervoer-, consent- of gelei-biljetten worden tgeheven naar het volgende tarief: Hoofdsom. Opcenten. f 0.05 f 0.02 - ojo - 0.04 - 0.20 L. 0.07J - 0.30 O.ii£- - 0.45 - 0.17 - 0.50 - 0,19 ■r 0.60 - 0:23 - 6.75 - 0.28 J - 1.00 - 0.38 Wijders 'is bepaald, dat bet formactzeg-e! der documenten voor de regten op den in-, uit- en doorvoer/hetwelk, volgens de wet van 81 Mei 1824, naar de grootte vaii het papier, bepaald is op 15 en 30 centen, met de acht •en dertig opcenten, zal worden berekend als volgt: tegen twintig en een' halve cent, voor de kwitantien voor inkomende regten, van de kwitantien voor de uitgaande regten, en van de lastbrieven, en tegen 41 cent van de transito-paspoorten; alles in zoo verre de op de expeditie gestelde kwitantie de som van 5, hoofdsom en opcenten te zamen genomen, te boven gaat. Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden geligt de navolgende door Z. M. verleende octrooijen: Een octrooi in dato 23 Junij 1837, voorden tijd van vijfjaren verleend aan P. tVillems Jen. te Overschie, op de uitvinding van eene verbeterde wijze van vervaardiging van compositie-kaarsen, bijzonder geschikt voor scheepsgebruik. Een octrooi in dato 7 Julij 1837, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan G. M. Röntgen te Rotterdam, op de invoering van een nieuw werktuig, diénende tot het vervaardigen van looden pijpen platen enz. Een octrooi in dato 6 October 1837, voor den tijd van tien jaren verleend aan fVoodcroft te Manchester, domicilium verkozen hebbende bij den solli. citeur .7. .7. van Dort te 's Gravenhage, op de invoering van eene verbe terde wijze otn katoenen, lijwaden en andere fabrijkstoffen niet zekeri kleu. ren te dekken. Een octrooi in dato 1 November 1837, voor den tijd van vijftien jaren, van 18 April 1836, verleend aan ]V. Neuton te Londen, domicilium ver. kozen hebbende bij C. C. Uhlenbeck te Amsterdam, op de invoering van ver. beteringen in het bereiden van verfstoffen en het vervaardigen van kleuren, om daarmede te verwen, katoen te drukken en te schrijven. Z. K. H. de Prins van Oranje, is gisteren morgen uit deze Residentie naar Tilburg vertrokken. Gisteren is alhier aangekomen en aan het Hótel de Oude Doelen afge stapt. de heer J. Dussemar de ia TourCónsul-Generaal voor Oostenrijk te •Amsterdam. Den 3osten December 1837 is op het kasteel van IJsselstein, in den ouderdom van ruim 71 jaren, overleden de hoog welgeboren heer Jhr. Mr. ■N. H. Strick van Linschoten, heer van Bunnik en Vechten, enz., lid der Ridderschap en van de Provinciale Staten van Utrecht. Uit Amsterdam meldt men van den 7 Januarij: Gisteren avond heeft alhier in den stads schouwburg, overeenkomstig de daarvan gedane aankondigingen, plaats gehad de viering van het twee hon. derd jaren bestaan van het Amsterdamsch schouwtooneel. Het meesterstuk van Vondel, zijn Cijsbrecht van Aemstel, waarmede het Amsterdamsch tooneel op den 3 Januarij 1638 is ingewijd geworden en hetivelk sedert jaarlijks eene reeks van voorstellingen heeft geteldis ook thans bet treurspel ge weest, waarmede de voorstelling bij het gevierd wordend feest een aanvang heeft genomen. De nieuwe en fraaije decoratien en kleedingen, die heteeneu uieuwen luister bijzetten, en de doelmatige muzijk die de leegte der tusichèn- Totaal. f 0.07 - 0.14 - 0.27* - 0.411 - 0.62 - 0.69 - 0.83 - 1.03.J - 1.38 bedrijven, aanvult, geven aan het geheel van hetzelve eene kleur en éen'én toon van nieuwheid, die waarschijnlijk de meeste onzer stadgenooten zulIeE uiclohken, hetzelve te gaan zien, en zulks ook wel verdienen te doen. Het gelegenheidsstuk, Vondels Droomhetwelk de voorstelling besloot en hetwelk, volgens de.aankondiging voor morgen, dit jaar den Cijsbrecht schijnt te zuilen blijven vergezellen; zou, al hadden noch hec titelblad van hec boekje, noch de dagbladen ons met den naam des dichters bekend ge. maakt, genoegzaam door zich zelf hebben doen onderkennendat men ook dit tafereel te danken heeft, aan het yernufc, hetwelk ons vroeger op eenê Hulde aan van Speijkeen Roem van Twintig Eeuwen en zoo wel andere der gelijke als ook meer luimige stukjes, zoo als een Dorp aan de Grenzen enz. heeft vergast. In de muzijk die dit tafereel verlevendigde, erkende men met genoegen', dat zij was daargesteld door de hand des meesters, aan wieö men nog onlangs den Slag van Nieuwpoort verschuldigd was' gevveesc; en ofschoon ons bestek en de aard van ons blad niet gedoogen in breedvoerige uitweidingen te,tre den, zoo zou hec evenwel eene onbillijkheid zijn, hier niet tevens mét een enkel woord te gevyagen van de decoratiendie wederom hec kloek penceel zijn waardig geweest van den nog jeugdigen schilder, die den ouden, roem van ons schouwtooneel te, dezen opzigte thans zoo verdienstelijk handhaaft. jammer was hec, dat voorbarige en niet wel ingewonnen berigten door een der dagbladen gegevenhec talrijk publiek in den waan hadden gebragc da: hetzelve, toen hec stuk ten einde was, nog eene verrassing te wachceii stond; die gaf aanleiding dat hetzelve, na dat de gordijn gevallen was, op hec nogmaals opgaan daarvan bleef wachtentoe dat hec eindelijk bespeu. rende dat het door onjuiste berigcen misleid was geworden, allengs begon vit'een te gaan, zonder in de gelegenheid geweest te zijn, openlijke blijken van gesmaakt genoegen bij hec eindigen der voorstelling te geven. Ter gedachtenis aan dit tweede eeuwfeest van hec Amsterdamsch schouw. iCooneel, is op uitnoodiging van heeren Commissarissen, door den heer van 'Keilen^ '-graveur aan 's Rijks munt te Utrecht, eene medaille geslagen; op de eene zijde leest men: Ter herinnering aan het Twee Honderdjarig bestaan van het Amsterdahsch Stads Schouwtooneeldeze woorden zijn omgeven door twee takken van bloeijende Eglantieren, die van uit de Bijenkorf., het bla zoen der Rederijkers Kamer, uitgaande, naar hec wapen van de stad Amster dam opklimmen en beide alzoo vereenigen; tot randschrift dient de zinspreuk der Rederijker Kamer: door IJver in Liefde bloeijende. De keerzijde bevat de namen der tegenwoordige leden 'van het Béstuur des sciiouvvburgs en heeft tot randschrift: Amsterdam Mdcccxxxviii. Al de leden van hec aan den schouwburg verbonden 'persöheej zijn opge roepen, om op morgen een exemplaar dezer medaille uit handen van heeren Commissarissen te komen ontvangen. Te Delft zijn, volgens de registers van den burgerlijken stand, gedu rende het jaarï837, geboren 299 zonen en 288 dochcers, te zamen 587 kin deren, waaronder 6 tweelingen; gehuwd 235 paren, gedissolveerd één hu welijk, en overleden 567 personen, te weten: 290 van het mannelijk en 277 van het vrouwelijk geslacht. Onder het getal der geborenen en ook onder dat der overledenen zijn begrepen 19 doodgeboren kinderen, en wel 10 zonen en 9 dochcers; z ij Ti d e onder de overledenen ook geteld 15 personen, weike in hec tijdelijk militaire hospitaal aldaar zijn .gestorven, doch tot andere ge meenten behoorden. AMERIKA. De heer van Buren Voorzitter der Vereenigde Staten, heefc doen afkondi gen, dat de Regering de stipste onzijdigheid in de zaken van Kanada zou bewaren, en dac de inboorlingen, die tegen dat besluit handelen, volgens de wetten zullen gestraft wprden. Ondertusschen hadden zich reeds on derscheiden inwoners bij de Kanadaërs gevoegd. r- De laatste berigten uit Kanada ontvangen, melden, dat de opstand, dip in Neder-Kanada bedwongen schijnt te zijn, naar Opper-Kanada is overgesla gen, omdat de Gouverneur, van dat laatste gewest al zijne troepen naar Ne. der-Kanada had doen vertrekken. De opstandelingen hebben daar veel vor dering gemaakt, welke echter zal vernietigd worden, zoodra de Gouverneur over een genoegzaam aantal troepen beschikken kan. Het berigt, dat de opstand ook tot Maranham was overgeslagen, is bevonden zonder grond te zijn geweest. T U R K Y E; K'onstantinopel den 13 December. In de laatste dagen hebben er we derom onderhandelingen ten aanzien van. Algiers plaats gehad. De Porte geeft hare regten op die provincie niet op en heeft zich op nieuw naar En gelandmen zegt, ook naar Pruissen gewend, om de Fransche Regering te dwingen, eindelijk .aan hare reclamatien gehoor te geven. Tot nogcoe heefc Frankrijk standvastig geweigerd, om in een punt zelfs aan de vorderingen der Porte genoegen te doen en heefc veel meer op zijn veroverings-regt ge pocht. Doch ru zal de Porte de zaak met ernst aanprijpen. De tegenwoor dige Fransche Regering gaat van hec gezigtspunt uit, dac zij voor de hande lingen der vorige Regering niet verantwoordelijk is; de verovering van Al giers heefc reeds voor de Julij-revolutie plaats gehad en de nieuwe dynastie beeft niet kunnen maken, dac dezelve niet geschied zou zijn, vooral daar de nationale opinie verlangt Algiers te behouden. Uit Bucharest meldt men het volgende: Het Fransche Consulaat heeft alle betrekking met de plaatselijke Over heid gestaakt, zijne vlag en zijn wapénbord ingenomen en alle Fransche onderdanen aan het Britsche Consulaat bijeen geroepen. De aanleiding tói dit alles bestaat in.het volgende': Voor eenigen tijd was er een geschil omstaan tusschen de twee Fransche Doctoren Marsille en Tavernierbeide hun beroep te Bucharesc uitoefenende. De laatstgemelde bragt geweldige beschuldigingen ten laste van den eersten, hem onder anderen de misdaden van bigamie en van valschheid aantijgende. De Consul-Generaal, de. Markies de Chateau Gironzag zich in dé nood zakelijkheid gebragt, de consulaire vierschaar bijeen te roepen, en den heèr Marsille tegen den 21 November daarvoor té dagvaarden; deze weigerde te verschijnen, voorgevende Raija geworden te zijn. Den 24sten eene nieuwe dagvaarding, welke hij ditmaal niet eens wilde ontvangen. De vierschaar des nier te min vergaderd zijnde, zond de Consul eenige beambten van zïhi en van het Engelsch Consulaat, ora den heer Marsitle te zijnen huize ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1