aan linre nicu.we vertoogen wagtfns het vervullen der door Haïti aangegane geldelijke verbintenissendoor de verschijning eener zeemagt kracht wilde bijzetten, betuig: aan den Minister Molé dat hij niets liever wenscht, dan aan de verlangens der Fransche Regering te voldoen, mits deze redelijk en met de zwakke hulpmiddelen van het Gemeenebest eenigzins overeenkomstig warén. Maarvoegt de Voorzitter Bojer er bij,de afzending van eenescheeps. magt naar het eiland zou het dadelijk afbreken van alle onderhandelingen ten gevolge hebben; daar het beneden mijne waardigheid zou zijn, om enkel na gedane bedreigingen toe te geven. Dat men mij dus gewone-onderhandelaars zonder eene vertooning van gewapende magt, toezende, en ik beloof van alle pogingen te zullen aanwenden, om aan deze reeds zoo larg aanhangige zaak een einde te maken. Ten gevolge nu van dit schrijven, zou de Minister Molé het smaldeel, dat inmiddels reeds vertrokken was, hebben doen terug, roepen, en tevens hebben beslist, dat de Fransche Commissarissen op een enkel oorlogschip, niet door anderen begeleid, zouden vertrekken. Wij ho. pen, dat de thans aan te wenden proefneming eenen beteren uitslag zal heb. ben dan de vroegere maar vermits de Voorzitter in zijne nieuwe nota slecnts in het algemeen zegt, dat hij de onderhandelingen weder wil aan- knoopen, is het te vreezen, dat hij van zijne vroegere gestelde voorwaar den, die zoo nadeelig voor de Fransche schuldeischers waren, niet zal afgaan. In het Ministerieel ochtenblad van den 29 Nov. leest men het volgende: Bij een verzoekschrift, hetwelk uit Algiers aan den Voorzitter van den Raad der Ministers is gerigt, en door een groot aantal aanzienlijken en Fransche volkplantingen, alsmede door de Muphti's, de Cadi's, de voor naamste Moren en de Rabbijnen onderteekend is, wordt het verlangen ge. uit, dat de Hertog van Nemours door 's Konings wijsheid geroepen moge worden, om als Onder-Koning het lot van Fransch Afrika te regelen en die gewesten te beheeren. Het stoffelijk overschot van den Generaal Damrimont is te Parijs aan. gekomen en in eene, tot dien einde ingerigte, verlichte kapel geplaatst, al. waar het tot den nader te bepalen dag der begrafenis zal verblijven. Er is te Parijs een soort van dagblad verspreid, onder den titel van Monsieur Rcpublicajnhetgeen den 3den Frimaire 46ste jaar geteekend is; het zal, zegt het, zonder zegel, zonder cantionnement enz., op onbepaalde dagen worden uitgegeven het laat zich zeer hevig tegen den Koning uit. Dezer dagen had de Minister Molé de Nederlandsche en Belgische Gezanten tegelijk aan zijnen tafel genoodigd. Men zegt, dat de beide Di plomaten verzocht hebben, om in het vervolg van dergelijke onaangename ontmoetingen verschoond te zijn. Over Bona heeft men tijding uit Constantine, dat het den Colonel Bersielle gelukt was, zoo in het paleis ais in de bijzondere huizen, rijke schatten aan baar geld te ontdekken. Bij het ontvangen der tijdipg van het innemen van Constantineheeft de jeugdige Bèy van Tunis den Franschen Admiraal ter audiëntie toegelaten, hem op 'de minzaamste ivijze ontvangen, en hem van zijnen eerbied voor den Koning der Franschen en van zijn opregt verlangen verzekerd, om de vriendscliappeliiksce betrekkingen met Frankrijk te onderhouden. De Monsieur berigt hedendat de Koning van Z. M. den Koning der Nederlanden het antwoord ontvangen heeft, op de kennisgeving van het hu. weli.ik van H. K. H. de Prinses Maria van Orleans, met Z. K. H. den Her tog van Wurtembürg. MENGELINGEN. BLIK OP RUSLAND, DESZELFS MILITAIRE KOLONIËN EN'LETTERKUNDE. 'Vervolg?) Eene nkase duidt de Keizerlijke dorpen aan, bestemd om militaire kolo niën te worden. In de aldus aangewezen dorpen, alle door boeren, die slaf ven van de kroon zijn, en waarover dus de Keizer de beschikking heeft, bewoond wordende, brengt men deii naam, den ouderdom en het gezin van «Ik hoofd eens huizes op daartoe aangelegde registers. Zij, die meer dan vijftig jaren oud zijn, worden tot meesters of hoofd-kolonisten verkozen. Zoo er geen mannen genoeg van dien ouderdom zijn, om het vereischte getal daar te stellen, neemt men die, wier ouderdom er het meest nabij komt. In plaats van hunne hutten, bouwt men hun huizen, welke als straten op rijen staan. De huizen zijn alle gelijkvormig en door eene opene plaats van el kander gescheiden. Elke meester-kolonist ontvangt voor zijn deel vijftien dessetines land, onder den last om een soldaat, zijn huisgezin, zoo hij er een heeft, en zijn paard, zoo het een cavallerie-corps is, dat in het dorp ge vestigd is, te onderhouden. Daartegen moet de soldaat hem in de bebou wing van zijnen grond en anderen veldarbeid, helpen, wanneer hij niet aan zijne militaire dienst bezig is. Ten einde de kolonisten hierin te gemoet te komen, worden de troepen der koloniën, slechts zeldzaam, gedurende de zaai- en oogsttijden, geoefend; doch nu de landbouwende soldaten voor het grootste gedeelte tot het staande leger behoorenkunnen de meesters kolonisten er, voor het Vervolg slechts weinige hulp van verwachten. Wan. neer een nieuw geslacht, van kindsbeen af aan, aan de dubbele beoefening van den landbouw en den wapenhandel gewoon, het tegenwoordige zal heb ben vervangen, zal deze vermenging van zoo verschillende elementen zich gemakkelijker bewerkstelligen. Het hangt van den officier, die de instelling der kolonie bestuurt, af, den soldaat aan te wijzen, dien hij aan den meester-kolonist toevoegt, en er een met zijn gezin te plaatsen bij dien, welke geen kinderen hebben. De meester-kolonist wordt zelfs soldaat, in zoo verre, dat hij de montering draagt en genoodzaakt is in de pas te leeren loopen, de sabel te handteren en de officieren te groeten. Hij mag eenen zoon of verderen bloedverwant of vriend kiezen om hem in zijn werk te helpen. Hij die daartoe verkozen is, wordt Adjunct genaamd, en bij den dood van den meester-kolonist volgt hij hem op, met toestemming echter van den Colonel van het regiment. Zoo de meester-kolonist verscheidene zonen heeft, wordt de oudste zijn Adjunct-, de tweede neemt de functien over van reserve, en men geeft hem een naburig huis tot woning; de derde kan landbouwende soldaat zijn; de overigen worden onder de kasstonniers gerangschikt en opgevoed zoo als wij nader zullen uitleggen. De soldaat die men tot lid van het gezin van den opper-kolonist aanstelt, Bie aan zijne tafel eet en hem in zijn werkzaamheden helpt, wordt land bouwende soldaat genoemd. Deze landbouwende soldaten maken de reëele kracht der nieuwe kolo. nien uit, en zullen langzamerhand die van het Rijk uitmaken. In het Gou. vernement van Novogorod laat men hen alleen infanterie manoeuvres doen, maar in de drie Gouvernementen van het zuiden van Rusland onderrigt men en te gelijker tijd in die der infanterie en cavalerie. Deze oefeningen wor- en aan de beschikking hunner officieren overgelaten, en daar de soldaten, voor hunnen veldarbeid, alleen den tijd hebben, welke niet aan de militaire dienst wordt besteed, is het gemakkelijk te ziendat de hulp, welke de hoofd, kolonist van hen verwachten kan, bijna altoos van den wil des commande- r'enden officiers afhangt. Drie dagen exercitien in de week gaan voor eenen matige oefening door, zonder de wachten te rekenen welke elke soldaat re- gelmatig op zijne beurt moet betrekken. Behalve dit, zijn alle militaire dorpen gehouden, op hunne beurt, een detachement naar het hoofd-kwar- tier van het regiment te zenden, om er dienst te doen. De landbouwende soldaat is aan de dubbele dienst van soldaat en land. bouwer, gedurende vijf en twintig jaren, onderworpen, zoo hij Rus. tn gedurende twintig jaren zoo hij Pool is, waarna hij vrij is de cftenst te ver laten. Zoo hij in dienst blijft, wordt hij onder de Veteranen geplaatst en in garnizoen gezonden. Zijne plaats wordt door de reserve aangevuld, waarvan wji nu zullen spreken. Nabij het huis van den hoofd-kolonist, bouwt men er een dergelijk, dat door de reserve bezet wordt, die men als een' tweeden landbouwenden ioldaat kan aanzien; het is de Colonel van het regiment, die hem onder de bóeren uiczoekt. Deze reserve is gewoonlijk een zoon of bloedverwant van den hoofd-kolonist. Men onderrigt hem in al de pligten, welke hij bestemd is te vervullen. Zoo de landbouwende soldaat in den slag sneuvelt, zijnen natuurlijken dood sterft, of de dienst verlaat na zijnen tijd volbragt te heb ben, wordt zijne plaats door de reserve vervuld, die, op zijne beurt, door eenen kantonnier wordt vervangen, deze door een soldaten-kind, enz. De reserve moet insgelijks tot de bebouwing der vijftien dessetines land en tot de andere huishoudelijke bezigheden medewerken; hij is kleedertnaker, schoenmaker, enz. De hooid-kolonistde landbouwende soldaat en de réserve, kunnen de vrouw uitzoeken, die hun behaagt, en men moedigt deze huwelijken aan; maar de vrouwen, eens in de koloniën gekomen zijnde, kunnen niet elders meer huwen. De zonen van den hoofd-kolonist, van den landbouwenden soldaat en van de reserve, van 13 tot 17 jaren, worden onder den naam van kasstonniers aangeduid. Men oefent dezelve als soldaten, hen in het dorp vereenigende, alwaar zich de colonel bevindt, en dat tot kwartier voor het regiment dient. Zij gaan ook bij tusschenpoozen voort de scholen te bezoeken, om hunne opvoeding te voltooijen. De jongens van 8 tot 13 jaren wonen bij hunne ouders en worden om den anderen dag in de militaire dienst onderwezen. Even als de kantonniers dragen zij montering en worden als soldaten be schouwd. De opvoeding der kinderen is een der karakteristieke trekken van het systema.- Alle kinderen van het mannelijk geslacht in de kolonie worden naar de scholen van wederkeerig onderwijs gezonden. Daar leert men hen lezen, schrijven en rekenen. Men doet hen ook eene soort van katechis. mus over de pligten van den soldaat leeren, ingerigt zoo als die van Napo leon voor de jonge militairen. Men onderrigt hen in de behandeling van de sabel, de manege-exercitien, enz. Wanneer zij den ouderdom van 13 ja ren hebben bereikt, verzamelt men hen aan het hoofdkwartier van het re- giment; men vormt hen in korpsen, en zij, die zich het meest door hunne behendigheid en hun verstand onderscheiden, worden tot den rang van offi cier bevorderd. Reeds bij deze kinderen vindt men eene volmaaktheid van evolutien, welke niet dan bij geoefende soldaten zoude worden gezocht, en een esprit de corps, dat er niet anders dan goede militairen van kan maken. De opvoeding der vrouwen was tot nog toe zeer veronachtzaamd gewor den; maar men is later begonnen voor dezelve scholen naar de leerwijze van Lancaster in te rigten, welke overal de koloniën zullen worden uit. gestrekt. •- Sedert Rusland rang genomen heeft onder de Europnesche Mogendheden sedert het een deel uitmaakt van het staatkundig systemavan Europa, schijnc het slechts door éénen wil te zijn bestuurd geweest. Bij andere natiën ver andert de dood van eenen Monarchde val van een Ministeriedadelijk den loop en het karakter van het Gouvernement. Maar de onderhavige re gering gaat voorwaarts, altoos voorwaarts, naar het doel dat zij zich heefc voorgesteld. Het karakter van Keizer Alexander, vol beleefdheid en wel willendheid, wende, wel is waar, alle achterdocht af; deze Vorst komt ons voor als de beschermer der maatschappelijke orde de kampvechter der ver draagzaamheidde steun van alle philantropische gevoelensmaar geloofc men, dat zijne blikken zich van dat Zuiden hadden afgewend, hetwelk hec doel der pogingen van zijne grootmoeder was En in de bijzonderheden der Russische staatkunde, hoe vele opmerkenswaardige dingen! Peser en deszelfs opvolgers hebben altoos tot systema gehad, de man. nén die wegens hunne talenten uitmuntten, tvat ook hun vaderland, hunne taaien hunne ineeningen waren bij zich te houden. Deze laatste overweging vooral was niets voor hen. Wat konden zij vreezen Welken invloed kon eene afzonderlijke meening op veertig of vijftig millioen inwoners hebben, die, op eene oppervlakte van duizende vierkante mijlen verspreid, zonder kenniszonder lust om dezelve te verkrijgengeheel onverschillig omtrent den loop dér staatkundige voorvallen zijn Buitendien zoude het toezigt van eene ijverzuchtige censuur op eene gekluisterde pers, reeds bij derzel- ver geboorte alle gevaarlijke kiemen van misnoegen en tot zelfs de minste nieuwsgierigheid bedwingen. De groote Katharina schiep behagen in het gezelschap van de dichters, historieschrijvers en staathuishoudkundigen van het overige Europa; haar ontbrak zélfs geene kennis van letteren, noch zucht om hierin te schitteren. Wij hebben voortbrengselen van hare pen ge zien, welke eene studie verraden, niet minder moeijelijk overeen te brengen met haren lust voor de zinnelijke genietingen, dan met dien werkzamen en onrtistigen geest, welke zij in al hare ondernemingen aan den dag legde. Onder de personen, die thans het Kabinet van St. Petersburg besturen, onder de Generaals, die over de legers het bevel voeren, vindt men eene menigte vreemde namen, Grieken en Korsikanen waren voorheen en zijn nog Ruslands beste staatsliedenDuitschers en PoTen deszelfs uitmuntendste veldheeren. De openbare werken worden aan Spanjaarden en Engelschen toevertrouwd, en het is in handen van Zwitsers en Italianen, dat de opvoe. ding der Vorsten en van den adel berust. De absolute magt vindt er hare rekening bij. De vermenging dézer verschillende belangen, dezer tegen strijdige zeden, deze gedurige invoering van vreemde natiën, door gedurig op de meening in de hoogste sfeer te werken, hebben belet, dat er zich een Russische openbare geest vormeneen regtbankdie op den langen duur op de zaken van algemeen belang éenen grooten invloed zoude kunnen hebben. De bevolking, eerste bestanddeel van kracht; vermeerdert het is waar, in Rusland in eene verschrikkelijke evenredigheid. Petersburg, dat het vorig geslacht heeft zien bouwenbevat meer dan 300,000 inwoners. Odessadat naauwelijks op onze kaarten verschijnt, is reeds eene volkrijke stad. De provinciën, welke de Don en de Wolga bestroomen, zijn in korten tijd met inwoners overdekt geworden. De stammen van den Kaukasus en de Krim hebben hun zwervende leven verlaten. Mén zoude aan de talrijke vorde- deringen, welke elkander opvolgenzeggen dat het Russische Gouvernement deszelfs aandacht uitsluitend op het Oosten vestigt, hoewel men weet dat het niet nalaat zich bezig te houden met hetgeen in het Westen van Europa omgaat. Maar met de vermeerdering der bevolking en den voortgang der bescha ving, is het onmogelijk dat dit Rijk deszelfs tegentvoordigen toestand zoude kunnen behouden. Zoo lang het onwetend en barbaarsch waskon het geen belang in de algemeene staatkunde der wereld stellen. Onvoorziene omstan digheden hebben het aan deszelfs rust onttrokken; het heeft, met eene op. merkenswaardige behendigheid, zich dezelve ten nutte weten te maken, en zich boven aan het Europesche bondgenootschap geplaatst. Dit een en ander heeft ten gevolge gehad, dat de boeren minder onwetend worden; wel is waar kondigt nog niets aan dat de massa der bevolking aan deszelfs gevoel', loosheid is onttrokkenmaar niettemin hebben kunsten en wetenschappen groote veranderingen teweeg gebragt. Het zal ons gemakkelijk wezen deze veranderingen na te gaan, door eenen vluggen blik op de geboorte en den voortgang der Russische letterkunde te werpendit is een onderwerpdat tot heden nog weinig behandeld is geworden, 'Vervolg hierna.")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3