}i veroorzaakt: i°. door het niet verantwoorden van gedurende -de jaren 1829, 1830, 1831, 1832 en 1833 ontvangen pose-gelden voor van elders te Soerabaya aangekomene ongefrankeerde brieven, en 20. door het niet veranc- woorden van, gedurende dezelfde jaren, ontvangene post-gelden voor van Soerabaya naar Bacavia en Samarang verzondene gefrankeerde brieven. Uit het regesgeding, te dezer zake gevoerd, is, onder anderen, gebleken, dat opgemelde persoon, door deze zijne ontrouwe handelingen, en hec daardoor ontstaan slecht beheer van hem aanbetrouwde gelden, het vertrouwendoor het Gouvernement in hun gesteld, op eene allerstralwaardigste wijze heeft geschonden; en dat de beschuldigde wel bekent de gemelde tekortkomst door en onder zijne administratie ontstaan te zijnhij evenwel pertinent ont kent de alzoo te kort bevondene gelden, ten eigen profijce te hebben gebe. zigd. Door het Hoog-Geregtshof is te dezer zake het volgende vonnis gewezen: „Verklaart den beklaagde Caspar Leonard Kolmuster zake hierboven ver meld, schuldig aan valschheid in openbare geschriften en landsdieverij Ontzet hem over zulks uit zijne betrekking van post-commies te Soerabaya „Verklaart hem onbekwaam om den lande immer in eemge betrekking te kunnen dienen; „Condemneert voorts den beklaagde tot een confinement in eene van 's lands gevangenissen, gedurende den tijd van vijf eerstkomende en achter eenvolgende jaren, om daarna te worden verbannen buiten Java en Madura, ter plaatse door hec Gouvernement te bepalen, voor den tijd van twintig eerstkomende en achtereenvolgende jaren. „Condemneert den beklaagde al verder tot eene boete van f 29.435.03*, zijnde het bedrag van hetgeen aan zijne adminiscracie is te kort genomen, mitsgaders in de kosten en raise der Justicie, die van zijne detentie en in die van den processe." AMERIKA. Uit New-Orleans wordt van de helft van October geschreven, dat de gele koorsc aldaar nog vreesselijk woedde en dagelijks een 2otal menschen ten grave sleepte. Den 6den October had aldaar een hevige orkaan gewoed, welke veel schade aan de in de haven liggende schepen en gebouwen der stad veroorzaakt had. De stad was 's avonds in de grootste duisternis be dolven, omdat het hoog opgedreven water, dat op sommige plaatsen 3 voet in de straten stond, de gaz-fabrijk overstroomd en de machine onbruikbaar had gemaakt. Verscheiden hutten van visschers zijn weggeslagen, zonder dat men weet wat vau derzelver bewoonders geworden is. T U R It Y E. In ons vorig nommer meldden wij de aankomst van Z. D. II. den Hertog van Saksen IVeimar met zijnen zoon te Smyrna. Het Journal de la Haye bevat hierover het volgende uit Smyrna geschreven: De Fransche stoomboot Sesostris, den 3osten October ten 10 ure des mor gens aangekomen, heeft binnen onze muren Z. D. H. den Hertog van Sak. sen IVeimarLuitenant-Generaal van het leger van den Koning der Neder landen en zijn zoon Prins Willem aangebragt. Ik heb het onwaardeerbaar voordeel gehad om de Doorluchtige personaadjen van nabij te zien en aan een der helden van ons leger mijne bewondering te betuigen. Z. D. H. stelt zich voor om dezen avond met de Sesostris naar Malta en Marseille te ver trekker en zich dadelijk naar den Haag te begeren. De reizigers hebben den 29Sten in het vaarwater bij Tenedos, het smaldeel van den Kapidan- Pacha ontmoet, zaamgesteld uit een zeker getal linieschepen, fregatten en ligte vaartuigen, 16 zeilen uitmakende, die naar de Dardanellen stevenden, geëscorteerd door de Fransche afdeeling van den Contre-Admiraal G'altais, komende van Cesme. De Fransche Contre-Admiraal vernemendedat Z. D. H. zich aan boord van de Sesostris bevond, hees de Nederlandsche vlag in de groote mast en deed 17 salutschoten. De Fransche afdeeling moest de Tur ken vergezellen tot bij de Dardanellenwaar zij dezelve verlaten zou na den Kapidan-Pacha gesalueerd te hebben. Z. D. II. de Hertog is uitbundig in loftuitingen over het onderscheidend onthaal, hetwelk hij van den Sultan en zijne Ministers ontvangen heeft, die hem dezelfde eer, als den Aartshertog van Oostenrijk, Jan, bewezen heb ben; de Hertog heeft bij zijn vertrek heerlijke geschenken van Z. H. ont vangen, De heer van 's Gravenwaert is te Konstancinopel gebleven, waar hij van zijnen uitstap terug was gekomen. Die geleerde stelt zich voor onze stad te bezoeken, en den winter in de hoofdstad door te brengen; hij heeft plan om zijne reis naar het Oosten in het licht te geven; zelf wil hij alles grondig nagaan. RUSLAND. Te Petersburg heeft men berigt ontvangen, dat de Reizer, na in Tiflis over verschillende troepen-corpsen revue gehouden, al het merkwaardige In oogenschouw genomen en daarmede vier dagen te dier stede vertoefd te hebben, gedurende welken tijd alle gebouwen iederen avond verlicht waren, den 24 October de terugreis heeft aanvaard, en, na nog in onderscheiden plaatsen het opmerkelijkste te hebben bezigtigd, den isten November onder de Donsche kozakken te Axai en Nowotscherkask is aangekomen, waarde Keizer den Troonopvolger aan het kozakken-leger als deszelfs Hetman voor stelde. Den 10 November werd Z. M. te Odessa verwacht. SPANJE. Berigten over Parijs van den 23 November. Telegraphische Depeches. Narbonne, 21 November, 7 ure. Perpignan 20 November. Oraa was den I5den te Valencia en zijn leger stond te Murviedro. Men heeft geenerlei tijding omtrent Cabrera. De achterhoede van Tallanda te Almanza aangetast zijnde, is zijne bende naar Utiel teruggetrokken. Den i8den was de nationale garde van Barcelona,geheel op eenen nieu wen voet ingerigt. De Baron de Meer heeft in Catalonie de ligting voor de krijgsdienst van alle ongehuwden en weduwenaars zonder kinderen, van 17 tot 40 jaren, uitgeschreven, en de oprigting van een corps van 2000vrij willigers te Barceloua bevolen. Den ipden maakte Tristanydie te Ayanabij Puycerdamet 3000 opstan. delingen stond, zich gereed om de stad van dien raain aan te tasten. Den loden heeft de Generaal Palarea de stad Mallaga, ten gevolge van aldaar plaats gehad hebbende onlusteri, in staat van beleg gesteld. De Gou verneur, de Intendant en 7 Bullangueros zijn naar Carthagena ingescheept, alwaar zij gevonnigd zullen worden. Bayonne, 21 November. Espartero schrijft mij, den i8den dezer, en zendt mij de officieele stnkken betreffende den te Pampeluna, den I4den, gehouden krijgsraad, die Leon Iriarteden Colonel Tiradoresden Commandant en zeven sergeanten ter dood veoordeeld heeft. Zij zijn geëxecuteerd gewordende officieren zijn tot twee maanden gevangenis veroordeeld en naar Ceuta gevoerd, gelijk ook de geheele manschap. Alles is in de grootste orde voltrokken. De troepen hebben gisteren hunne beweging begonnenzij worden heden te Val Carlos verwacht. Narbonne, 21 November. Den 20Sten heeft Orbistondo voor Puycerda zich met Tristany vereenigd. De plaats is terstond omsingeld geworden. De Carlistische soldaten hebben na eene ligte fusillade, eenige huizen buiten de stad afgebrand. Berigten over Parijs van den 24 November. Van den iSden wordt van Bayonne gemeld, dat Don Carlos den I3den te Ajflutio was; zijne magt bestond uit 16,000, man. De Cbristinos-Brigadier Narvaezzal een nieuw reserve-leger voor Anda- lusie formerenwaarbij uitsluitend Spaansche officieren zullen opgenomen worden. Aan de Cortes zullen de volgende wetsbepalingen worden aangeboden: Art. 1. Het geraamde deficit tusschen de ontvangsten en uitgaven voor het loopende jaar, ten bedrage van 474,498,442 realen, zal gedekt worden door: i°. 60 millioen op de buitengewone oorlogslasten voor de eilanden Cuba en Porto Rico; 2°. 40 millioen van de opbrengst der kerkelijke goe deren pp de gezegde eilanden, tot welks verkoop het-Gouvernement de inagtiging heeft verleend; 30. 12 millioen van de opbrengst der klokken van' de afgeschafte kloosters; 4°. 6,300,400 realen, van den verkoop der actiën van de bank Sint Ferdinand, welke het eigendom der gemeenten zijn, onder verpligting, van dezelve, op bepaalden tijd, te rembourseren; en eindelijk ten 50. 456,198,042 realen op de buitengewone oorlogslasten. Art. 2. Het Gouvernement zal onmiddellijk aan de Cortes de meest ge. schikte wijze voordragen, om de buitengewone oorlogslasten te heffen, en den verkoop der kerkelijke goederen der gemeente op de eilanden Cnba en Porto Rico te bewerkstelligen. Art. 3. Ook zal hetzelve eenen staat overleggen, van den omslag der bui. tengewone oorlogslasten in die gewesten, en den grondslag waarop zjj moe. ten geheven worden. DUITSCHLAND. De volgende Publicatie door Z. M. den Koning van Prnissen uitgevaar* digd, worde door de Pruissische officiële dagbladen medegedeeld: De Aarcsbisschop van Keulen Clemens AugustusVrijheer Droste tot ViS* chering, heeft spoedig na de aanvaarding van zijne waardigheid, de daaraan verknochte ambtsbevoegdheid op eene wijze trachten uit te oefenen, welke, als geheel onbestaanbaar met de grondwetten der Monarchie, door geenen anderen Bisschop in dezelve beproefd is, en in geen anderen Duitserten Staat toegelaten wordt. Z. M. de Koning mogt zulk eene handelwijze te minder verwachten, daar Hoogstdezelve zich met bijzondere zorg bevlijtigd heeft, om de, gedurende eene vreemde overheersching in de Rhijngewesten in diep verval geraakte, Katholijke kerk te herstellen. De herstelling van het kerkelijk gezag bij eene door alle tot de Katholijke kerk behoorenden met dankbaarheid ont vangene overeenkomst met den Paus; de getrouwe en naauwgezette uitvoe ring derzelve van den kant der Staatsregering; de uitgebreide maatregelen tot vorming en opkweeking der Katholijke bevolking en Geestelijkheid; hec heilzame zamenwerken der wereldlijke en kerkelijke overheden, moesten den Bisschop ten nadrukkelijkste aan zijne verpligting herinneren van ook van zijnen kant niets ce mogen verzuimenom de heusche betrekkingen, welke in den loop der laacste jaren tusschen het Staatsgezag en de Katholijke ker kelijke overheid ontstaan waren, en die hij, bij hec aanvaarden zijner waar digheid, nog in wezen vond, te bewaren. In plaacs van aan deze billijke verwachting te beantwoorden, eene ver wachting die, ten gevolge van eene vóór zijne verkiezing gegevene schrif telijke verklaring tot een vast vertrouwen was geworden, achtte hij zich willekeurig boven de wetten des lands verheven, miskende hec Koningiijk gezag en veroorzaakte stoornis en verwarring in hetgeen ordelijk geregeld was. Daar de pogingen, welke eerst op aanzoek der hoogste Staacsoverheden en vervolgens op onmiddellijk bevel des Konings, herhaaldelijk gedaan werden, om den Aarcsbisschop op eene minnelijke wijze omtrent de grenzen zijner ambtsbevoegdheid tot inkeer te brengen, even zoo vruchteloos geweest zijn, als de waarschuwingen omtrent de onvermijdelijke ernstige gevolgen van zij nen voortdurenden tegenstand tegen de bestaande wetten; daar dezelve veel eer verklaard heeft, bij de toepassing der door hem aangenomen beginselen voortaan evenals tot hiertoe te willen volharden, en zich zelfs niet ontzien heeft, pogingen tot opruijingder gemoederen te doen; en daar aan den anderen kant Z. M. de Koning, uk aanmerking van de bestaande vriendschappelijke betrekkingen mee den Pauselijken Seoel, de gestrengheid der wetten niet op hec gedrag van den Aaarcsbisschop wenscuce toe te passen, zoo bleef aan Z. M., tot behoud der regten van Hoogscdeszejts kroon, tot verhoeding van verderfelijke stoornis in hec beheer van een der gewigtigste takken der open bare aangelegenheden, en vooral tot handhaving van vrede en eendragtonder zijne onderdanen, om welk oogmerk te bereiken de Goddelijke Voorzienig heid zijne pogingen steeds gezegend heeft, geen ander middel over, dan ten minste aan de uitoefening der Ambcsbevoegdheid van genoemden praelaat in allen opzigce een perk te zetten. Tot dat einde heeft het Z. M. behaagd bij een bevel van heden te ver ordenendat de Aartsbisschop zijn bisdom verlate en zich buiten hetzelvè met der woon vestige; en dat het kapittel der hoofdkerk ce Keulen, onder mededeeling dezer Koninglijke verordening, uitgenoodigd worde, om, over eenkomstig de kerkelijke voorschriftendie maatregelen ce beramen en te nemen, welke tot behoud van den gang des Bescuurs onontbeerlijk en naar den toestand van schorsing der Aartsbisschoppelijke bediening berekend zijn, en om voorts onmiddellijk deswege aan .den Pausselijken Stoel, die voortdu rend van den loop dezer aangelegenheid ten volle is onderrigt geworden, be rigt te geven en de aan hetzelve gepast schijnende voorstellen te doen. Bij de openbaarmaking dezer publicatie is het bedoelde bevel des Konings reeds voltrokken; en Z. M. verwachc te meer, dat alle weidenkenden zich daarmede zullen vereenigen, en dat geene poging zal gedaan worden om zich tegen zijne bevelen te verzetten, daar de tot hiertoe ontvangen blijken van goede gezindheid, vertrouwen en gehoorzaamheid, grond geven voor de geruststellende hoop, dat deze maatregel, waartoe Z. M. enkel door de handelwijze van den Aartbisschop zelveti is gedwongen geworden, in hec ware licht door alle onderdanen beschouwd en door niets gestoord zal wor den, wat als tegenscand tegen de allerhoogste bevelen en als overtreding der pligten van getrouwe onderdanen aangemerkt en gestraft zou moeten worden. Tevens heeft hetZ. M. behaagd bij meergemelde Kabinecs-order te bevelen i°. Tot dat er een geregeld kerkelijk beheer zal daargesteld zijn, welk doelde Koninglijke Regering, in overeenstemming met den Pauselijken Stoel zoo spoedig mogelijk zal trachten te bereikenhebben de Katholijke onder- danen,en allen, die zulks betreft, zich in kerkelijke en andere aan dat beheer onderworpen aangelegenheden te rigcen naar de door het kapittel bekend te maken regelen. 20. Aan alle lands- en kerkelijke Overheden, aan de Dekens, Pastoors, en over het algemeen aan alle Geestelijken en Leken, zonder onderscheid van standwordt ernstig verbodenom wegens openbare aangelegenheden mee den Aartsbisschop Clemens Augustus, Vrijheer Droste tot Vischering, gemeenschap ce hebben. 30. Mogt de Aartsbisschopin strijd met de deswege aan hem gedane- mededeeling, zich officiële handelingen veroorloven, of verordeningen en besluiten uitvaardigen, dan moeten deze, daargelaten de overige gevolgen van zulk eene handelwijze, als niet geschied en geheel van onwaarde be schouwd worden. 4°. Degene, die tegen hec N°. 2 gegeven bevel handelt, zal met eene geldboete tot 50 rijksdaalders, of gevangenis tot 6 weken, gestraft worden, in zoo verre zijne, door overtreding van het verbod bewezen ongehoorzaam heid aan de bevelen van het hoogste gezag, naar de bestaande wetten, met in achtneming der omstandigheden van het bijzonder geval, niet harder ge straft moet worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2