opgeiigt worden, even als misdadigersonder een sterk gewapend geleide hierheen moeten worden gebragt. De Carlisten zetten toch hunne verderfe lijke strooptogten met onvermoeiden ijver voort. Zij hebben nog onlangs de stad Bejar, in de provincie Salamanca, gebrandschat, en zijn met bannen roof, die in eene som van twee millioen realen bestondnaar elders getrok ken. Ook de stad Placencia werd laatstelijk door eene bende van 1500 man bedreigd. Uit die stad schrijft men nog dat er kwaadaardige koortsen heerschen', tvellte men toeschrijft aan aanhoudende droogte; het had namelijkj in geen 6 maanden geregend. ITALIË. Rome den 26 October. Het groot Bullarium Romanumhetwelk alhier door den Advokaat Andreas Barberi wordt uitgegeven, wordt voortgezet. Reeds zijn twee deelen uitgekomen, welke de bullen, breven, enz. van Z. H. Clemens XIII in de eerste zes jaren van zijn Pausschap bevatten. Het is overbodig iets meer over deze belangrijke verzameling te zeggen. Het drukken dezer bullen en breven, was sedert den dood van Benedictus XIV opgeschort; men moet derhalve het Bullarium van Clemens XIII, dat van Clemens XIV', dat van Pius VI tn Vil, welker Pauselijke regeringen zoo vele gebeurtenissen voor de geschiedenis hebben opgeleverd, nog uitgeven; ein delijk ook nog die van Leo XII en Pius VIII. Het zal niet moeijelijk vallen •te begrijpen, hoe vele belangrijke beslissingen dit vervolg van bet groot Bullarium van de kerkelijke geschiedenis, de tucht, de zedekunde en litur gie enz. kan aanbieden. Dit werk wordt op de drukkerij der Apostolische kamer gedrukt. Uit Messina wordt van den 14 October gemeld, dat, hoelang meti aldaar van de cholera was verschoond gebleven, dezelve eindelijk ook (daar uitgebarsten was en reeds verscheiden slagtoffers had medegesleepc. Men vleide zich echter, dat wegens het koudere jaargetij de plaag niet lang zou duren. DUITSCHLAND. Uit Berlijn wordt van den 29 October gemeld, dat de uitzigten op een handels-tractaat met Holland, hetgeen de nadere aansluiting van hetzelve aan het Dnitsch tolverbond ten doel had, geheel schijnen verdwenen te zijn. Het Journal de Frankfort bevat onder Berlijn het volgende: Men kan zich geen denkbeeld maken van het groot aantal huisgezinnen, welke eene weldoenster in het Koningrijk der Nederlanden verloren hebben. Van de 150,000 gulden, welke de inkomsten van de overledene uitmaakten, besteedde zij 80,000 gulden, om aan de noodlijdenden uit te deelen. Het volgend jaar zal de weldadige wet in werking komen, welke de onvoorwaardelijke vrijheid van ambachten en handwerken beperkt. Om ge autoriseerd te zijn, om voor bet vervolg een ambacht uit te oefenen, zal men eene zekere som gelds moeten bezitten. Men hoopt aldus een eind te kunnen maken aan de groote ellende en de menigvuldige bedriegerijen, welke zich bij een gedeelte van de bevolking vertoonen. Men schrijft lilt Augsburg van den 28 October: Z. K. II. de Erfprins IVillem van Oranje, is gisteren middag, over Inns- brück uit Italië komende, alhier gearriveerd en heefc zijn' intrek in het hótel de drie Mooren genomen. Z. K. H. zou heden namiddag, overWiirz- burg en Frankfort, de terugreis naar 's Gravenhage aannemen. [11 de Manheimer Zeitimg wordt gemeld, dat in de menagerie van An tony van Aken de Bengaalsche tijgerin een1 jong geworpen heeft, afkomstig van hare paring met den leeuw Nero. Dit bastaard dier moet zeer schoon geieekend zijn. Te Dusseldorp is den isten November het eerste vaartuig van de stoomboot-maatschappij voor den Middel- en Beneden-Rhijn van Dordrecht aangekomen. Den Ssten zou dezelve eene proefreis naar Ments doen. GROOT-BRITANNIE. Londen den 2den November. Er zijn aan het bureau van Buitenland- sche Zaken depêches van Sir Ed-ward Disbrowe, Engelsch Gezant te 'sGra. venhage ontvangen. De heer Dedcl, Nederlandsch Minister, die te Brighton bij II. M. een bezoek had afgelegd, is te Londen wedergekeerd. De heer Peel, die eene reis door de Nederlanden en Duitschland met zijn gezin gedaan heeft, wordt voor den 9den te Londen terug verwacht, om aan het feest, dat aan de Koningin zal gegeven worden, deel te nemen. Men sprak er van, dat te Londen zich eenige cholera-gevallen vertoond haddendoor anderen echter werd het daarzijn dier gevreesde ziekte tegen gesproken. De berigten uit de Engelsche fabrijkstéden luiden thans gunstiger dan sedert eenigen rijd, Er zijn eindelijk eenige fondsen van het Spaansche Gouvernement ont vangenwaardoor aan de weduwen van militairen, die in Spaansche dienst gestorven zijnais ook aan verminkc geworden Britsche militairen eene ge deeltelijke uitbetaling van pensioen gedaan is.. De Times bevat twee brievendoor den Russischen Generaal IVilliaini- nejf, welke het bevel voert over den Circassischen oorlog, aan de Circassiers en door deze aan den Generaal geschreven, welke blijkbaar onecht zijn en slechts dienenom Rusland tegen Engeland op te stokeuwant in- eerstge- melden brief doen deEngelschen den Russischen Generaal zeggen: Er zijn slechts twee magten: God in den hemel, en de Keizer van Rusland op de aarde." En in den anderen zeggen de Circassiers, dat zij slechts op last van de Engelschen handelen en indien de Generaal hun wederom schrijven wil, hij zijne brieven aan het Ëngelsch Gouvernemet moet adresseren. De jongst ontvangene berigten van de Kaap de Goede Hoop doen zien, dat ook in die Britsche kolonie de gevolgen van de emancipatie-acte der negerslaven, bij voortduring, gunstig, zoo op den uit als invoer in dezelve, blijven terugwerken, daar in 1832 de waarde der ingevoerde artikelen slechts 296,321 en die der uitgevoerde op 172,456 beliep, en daarentegen in het jongst verioopene jaar de invoer 876,769 en de uitvoer 385,384 bedra gen heeft, en aldus in het tijdsverloop van vier jaren de invoer driemaal en de uitvoer ruim tweemaal zoo groot geworden is. Ook schijnt vooral de uit voer uit gezegde kolonie van de wol sedert 1829 zeer toegenomen te zijn, daar dit artikel, hetwelk in 1836 voor eene waarde van 26,000 opgebragc heeft, alstoen slechts 1,220 bedroeg. FRANKRIJK. Parijs den 2 November. Hoewel de Ministeriele bladen het verlies der Franschen voor Constantine in manschappen geledenals zeer gering opge- Ven, zoo worden echter van eenen anderen kant en wel van Toulon, waar meer regtstreeksche correspondentie met Afrika bestaat, de verliezen als Vrij aanmerkelijk opgegeven. Ziet hier een schrijven Uit Toulon Al de door óns ontvangene narigten bevestigen de treurige waarheid, dat wil zeer Veel minder volks verloren zouden hebben, indien de togt inde maand Mei jl. had plaats gehad. Op dat tijdstip kon de Bey zulk eenen krachtigen tegenstand niet bieden en zouden de krijgsverrigtlngen der onzen door beter weder begunstigd zijn geworden. In de maand Mei had Achmed nog geene Versterking van Turksche soldaten en geen onderstand in krijgsbehoeften ont vangen de wallen zijner hoofdstad tusschen de poorten Bab-el-Gadia en Bab-el-Djedid waren nog niet hersteld, en de daarop uitkomende huizen nog iiiet in kleine lonen met schietgaten herschapen. De gevoelige verliezen, die wij thans bij de verovering hebben geleden, hebben aan Athmed eenigen mued wedergegeven. Hij heeft het gerucht doen verbreiden, dat de Frav. schen in zijne fraaije hoofdstad slechts zijn binnengedrongenoin daar tien dood te vinden, en dat degenen, die uit de stad mogien willen ontsnappen, in handen van zijn leger, hetwelk Constantine ingesloten hield, zouden val len. Niemand eclirer Iaat zich door die snorkerijen misleiden. De Generaal 'Vallée heeft nog meer dan 10,000 man onder zijne bevelen en nier zulk eene colonne zou men gelieei Afrika kunnen doortrekken, Zonder ergens op eene ernstige wijze aangetast te kunnen worden. Men heeft eenigen voor raad in de stad gevonden, en daardoor, zoowel als door de bezending, die de Colonel Bernelle heeft aangebragr, 'is het onderhoud van het leger voor eene maand verzekerd. De colonne, die onze gekwetsten tot aan Medjéz- Hainmar zal geleiden; zal bij haren terugkeer naar Constantine een nieuw convopi levensmiddelen daarheen geleiden. In het Charte de 1830 wordt geschreven, dat de Minister van Oorlog tijdingen nit Bona van den 25Sten ontvangen had, welke gewag maakte van een verslag van den Generaal ValléeWelk verslag echter nog niet ontvan gen was. De Directeur van het postwezen heeft bekend gemaakt, dat voortaan, volgens eene tusschen Frankrijk en de Nederlanden op 12 September jl. ge sloten overeenkomst, de brieven naar Nederland ook over Havre en Duin kerken zuilen kunnen worden verzonden, mits de verzender zijn verlangen op het adres nitdrukke. Het bureau van Duinkerken zal dezelve den 5, 10, 15» 2°» 25sten en ultimo van,iedere maand, dat van Havre den 10, 20 eii ultimo van iedere maand naar Rotterdam verzenden. In het dagblad la Pais wordt het volgende omtrent den 'Generaal Vallée medegedeeld, die thans in Afrika het opperbevel in plaats van den Generaal Damrémont beeft ontvangen: Eenige maanden geleden bevond zich de Generaal Vallée zeer rustig op zijne bezittingen in den omtrek van Montargis, wanneer eene depeche hem naar Parijs deed komen, om uit den mond van den Hertog van Orleans zeiven te vernemen, dat hij, door zijnen Koninglijken vader belast met de expeditie tegen Constantine, hem koos om onder zijne bevelen het bevel te voeren. Aanneming van den kant van den Generaal Vallée. Den vol genden dag was de zaak geheel veranderd; geroepen in den Raad van Mi nisters, welken de Koning voorzat, vernam de Generaal van Z. M, zelve, dat alles veranderd was. De Hertog van Orleans vertrok niet, aan den Ge neraal Damrément was het opperbevel opgedragen en men koos hem 'Vallée om den,Hertog va» Nemours te vergezellen, welke bij de expeditie moest: tegenwoordig zijn. De Generaal Vallée kon met geen genoegen eene bedie ning aannemen, die hem onder de bevelen van eenen Generaal stelde, die veel jonger in dienstjaren was dan hij. Opmerkingen ten dien aanzien. Toen Was het, dat de Koning ter naauwernood zijne toestemming ontving door hem verpligtend te zeggen, dat hij hem koos om hem zeiven te vervangen en aan den Hertog de Nemours ten vader te verstrekken. De Generaal Vallée ver trok dan naar Constantine, en ziet daar een kanonskogel, eenen roemrijken dood aan den Generaal Denys Damrémont gevende, bezorgt aan den Gene raal Vallée het opperbevel van den Constantinischen togt. Den 3 November. De Moniteur deelt eindelijk de rapporten mede vail den Generaal Vallée. Dezelve zijn zeer uitgebreid. Het getal gedoode offi. eieren bedraagt 14, gewonden 38 en aan ziekten gestorven 5; dat der on. der-officieren en soldaten gesneuveld 86, gewond 463, aan ziekte gestor ven 43. Zoodat het geheel getal gesneuvelden en overledenen 108 en dat der gekwesten 506 bedraagt. Verder meldt de Generaal, dat Constantine rustig is; onderscheiden in woners, die de stad verlaten hadden, weder zijn teruggekeerd en de markt door de omliggende stammen druk bezocht werd. De betaling van alle le vensmiddelen had hij aan de stad bevolen, tot nader order. De wapenen waren overal, niet zonder moeite, opgehaald. Het materieel, dat tot bèle- gering gediend en hetgeen de Generaal in de stad gevonden had, was van Constantine afgezonden en sedert te Bona aangekomen. Hij zou een corps van 2500 man van allerlei wapenen te Constantine houden en de overige manschappen laten terugtrekken. De Val van Constantine had bij de inWo. ners des lands veel opzien gebaardomdat men de stad Voof onoverwin lijk hield. MENGELINGEN. LANDBOUW in GROOT-BRITANNIE. 'Vervolg.] Wij zullen nu de verbazende vorderingen aantoonen, welke de landboutV sedert 1760 in Engeland heeft gemaakt. Van 1755 tot 1831 vinden wij eené vermeerdering in de bevolking van 9,014,134 zielen, welke ruim door de producten van den landbouw zijn kunnen gevoed worden. Wanneer men 1111 veronderstelt, dat deze negen millioen inwoners, door elkander genomen, eene waarde van acht jaarlijks verbruiken, zal daaruit volgen, dat de vorderingen van den landbouw, sedert de helft der laatste eeuw, het be schikbaar inkomen van het land, met eene jaarlijksche som van 72 millioen hebben vermeerderd, dat is te zeggen, meer dan dubbel de geheele waar de der gefabriceerde katoenen, en bijna drie maal de intrest der openbare schuld. Het zal niet moeijelijk vallen zulks nader te bewijzen. Men weet door de jaarlijksche rekeningen der douanen, dat omstreeks het jaar 1760, de invoer van het koren, den uitvoer sléchts met 400,000 quar. ters in het jaar overtrof. Maar in de laatste jarenis er in het geheel geen koren ingevoerd» waaruit noodzakelijk volgt, dat alle personen, waarmede de bevolking van Groot-Britannie sedert 1760 vermeerderd is, hun onder houd aan de volmaking en uitbreiding van den landbouw verschuldigd zijn, behalve de 400,000quarters, hierboven vermeld, en de invoeren van Ierland. Deze laatste beloopen thans omstreeks 2,600,000 quarters van alle soorten van graan, waaronder de haver voor r,800,000 quarters komt; hierbij de 400,000 ingevoerde quarters koren voegende, vinden wij, dat Engeland thans slechts omstreeks 3,000,000 quarters ontvangt, waarvan twee derdén haver is, welke het niet in 1760 ontving. Dit is dus de eenige hoeveelheid, welke niet uit de volmaking des nationalen iandbouws voortspruit; maar daar deze 3,000,000 quarters, veronderstellende dat dezelve alleen door de menschen verbruikt werden, hoogstens tot het onderhoud van 1,500,000 personen zou den kunnen verstrekken, zouden er nog altoos 7,500,000 zijn, die door de degelijke vermeerdering der voortbrengselen gevoed zouden worden. Maar wel verre van aan te nemen, dat deze 3,000,000 quarters, uitsluitend door de menschen verbruikt worden, durven wij beweren, dat zij er slechts eeri zeer klein gedeelte van behoeven. De vermeerdering der paarden alleen, vereïschc niet drie, maar acht tot tien millioen quarters meer dan in 1760. Charles Smith berekende in 1760, dat de paarden van Groot-Britannie jaar. lijks 2,461,500 quarters haver verbruikten. Het is noodeloos op te merken, dat deze schatting in geen opzigt op het tegenwoordig tijdstip kan worden toegepast. Wij kunnen zelfs, volgens bekomene voldoende inlichtingen, verzekeren, dat de jaarlijksche consumtie der paarden, thans, dit cijffer met 10,000,000 quarters te boven gaat; zoo dat na aftrek der invoeren van Ierland, en van de schorsing der uitvoeren, de paarden alleen, thans de voortbrenging van 5,000,000 quarters haver meer dan in 1760 vereissclien. De opbrengst van het land is dus voldoende, om, behalve deze 5,000,ooö quarters meer voor de paardeneene verdubbelde bevolking te voeden dis 111 vergelijking veel ineer verbruikt dan voorheen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3