A0. 1S37. LEYDSCHE 'COURANT. VRIJDAG, NEDERLANDEN. J Yiy,R<j a, ü>vnoN T£ 3 NOVEMBER. Leyden den idea November. Men meldt uit's Gravenhage van den isten dezer: Bij dispositie van het Departement van Binnenlandsche Zaken, van den s8 Augustus 1837, N°. 28, Is aan den heer .7. J. Morren, Heelmeester te Utrecht, wegens het ten tweeden male, met gelukkig gevolg verrigten der keizersnede, de hooge belangstelling medegedeeld, waarmede Zijne Maj. de Koning den ijver en de bekwaamheid van den kunstoefenaar in het onder, werpelijk geval heeft opgemerkt. Naar men verneemt is de heer P. J. Ameshoff, benoemd tot Secundus van den Quaestor-Generaal der Hervormde Synode. Door de belanghebbenden zijn geligt de navolgende door Zijne Maj. \erleende occrooijem: Een octrooi in dato '6 Mei 1837, voor den tijd van tien jaren verleend aan P. A. de Fontaine Mor eau te Londen, domicilium verkozen hebbende ren huize van van Oven te *s Gravenhage, op de invoering van eene nieu we en verbeterde wijze om boeken in te binden. Een octrooi in dato 30 Julij 1837, voor den tijd van vijf jaren verleend aan E. Purkit, echtgénoot van E. Clement te Amsterdam, op de uitvinding van een toestel voor het onderwijs in de schrijfkunst, door haar genaamd: 'Regulateur Pantogrqphe, Een octrooi in dato 2 September 1837, Voor den tijd van tien jaren ver leend aan Ardiet de Besanfon te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij de Wed. Hubert 'en van Rijckevorsel te Rotterdam, op de invoering van een toestel, geschikt om alle soorten van granen te zuiveren en te droogen-. Een octrooi in dato 7 September 1837, voor den tijd van tien jaren, van den 30 Augustus 1837, verleend aan Leroy te Parijs, domicilium verko zen hebbende bij den Bankier Delprat Molière te 's Gravenhage, op de in. voering van eene verbeterde wijze van vervaardiging van hars en lijmach tige zamenstelliligen, door hem begrepen- onder den naam van Mastics bitu- mineux, en van het aanwenden van die zamenstellingen bij het vervaardigen van wegen, Straten, bruggen en andere bouwwerken in steen en andere ma. terialen, welke door lijmachtige, stoffen aan elkander gehecht worden. Een octrooi in dato 23 September 1837, tot den 27 September 1846, ver- leend aan A. 'Berpigna te Parijs, domicilium verkozen hebbende ten huize van C. C. Uhlctfbcdk te Amsterdam, op de invoering van eene verbetering der nieuwe toestellen ter voorkoming van het springen der stoomketels, voor welker invoering aan Perpigna den 27 September 183d een octrooi is verleend voor den tijd van tien jaren. Een octrooi in dato 2 October 1837, voor dén tijd van vijftien jaren vef- leend aan N. Fttlmer te Groningen, op de uitvinding van een pletmolen; Ingerigt tot het vervaardigen van onderscheiden goud- en zilverwerken. Het Journal de la Haye, den Katalogus vermeldende van het Kabinet van gegraveeTde steenen van Zijde Maj, onzen Koning, opgemaakt door den beer J. C. de Jonge, Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, lid 'van het Koninglijk Instituut van Nederland, Archivist van het Koningrijk, Directeur van het Kabinet, voegt daarbij het volgende: De Katalogus, wiens titel men daar gelezen heeft, biedt voorzeker eene Van de rijkste verzamelingen aan, welke men in de onderscheiden Kabinet, zen van gegraveerde steenen, die in Europa beroemd zijn, kan aantreffen. Het is genoeg, om er van overtuigd te zijn, om eenen blik te werpen op ■de weinige regels aan liet hoofd van den Katalogus geplaatst. Ziet hier dat soort van voorreden door den kundigen en werkzamen de Jonge geschreven, die, zoo ais ieder een weet, zich geen minder roem bezorgd heeft door zijne werken over onze geschiedenis, dan door zijne geleerdheid als oud heidkundige: De verzameling van gegraveerde steenen van Ziine Maj. den Koning is haren oorsprong verschuldigd aan den Stadhouder Willem IV, die onder an- 'deren de monumenten en gegraveerde steenen koèhr van den Graaf thoms, schoonzoon van den beroemden Boerhave. Prins Willem F, het voorbeeld Van zijnen D°orhichtigen Vader volgende, vermeerderde deze verzameling, door de zorg van de heeren Vosmacr en Frans Hemsterhuis. De revolutie van 1795 deed den Stadhouder het land ruimen, die het grootste gedeelte van zijne verzameling riedeham. Koning Willem I, bezield met de begeerte om de kunsten en wetert. schappen te beschermen, vormde in iSiö het plan, om een Koninglijk Ka. ijinet van medailles en gegraveerde steenen daar te stellen, waarbij Zijne Maj. beval, om de verzamelingen van zijne voorvaders te voegen. Sedert dien tijd, zijn er belangrijke aanwinsten gedaan." Het Sqhip Maria, Kapitein Keus, den 31 October te Helvoetsluis van Batavia binnengekomen, is den 5 April II. van Helvoetsluis vertrokken, heeft dus de heen- en wederreis in 6 maanden en 26 dagen of 209 dagen af gelegd de kortst bekende reis door een Nederlandsch schip gedaan. Zaturdag namiddag is vat) de werf de Mirikede, van de scheepsbouw, meester C. Cips en Zoon, te Dordrecht, mei het beste gevolg te water ge laten het voor Rotterdamsche rekening gebouwde fregatschip Sterabaya, en aldaar onmiddellijk daarna, voor eene Dordrechtsche reederij, de kiel ge- legd voor het fregatschip Orion, Men meldt uit Middelburg van 30 October: Heden namiddag een twee ure is, van de werf der Commercie-Compagnié "van deze stad. met het beste gevolg van stapel geloopenhet fregatschip de Phoenix, groot ongeveer 500 lasten, en gebouwd door den scheeps bouwmeester F. Haverkampvoor rekening eener reederij, onder directie van de heeren Boddaert en Comp. alhier, en is daarop de kiel gelegd van een schip van gelijke groottezijnde beide schepen bestemd voor de vaart top de Oost-Indiën. OOST-INDIE. Batavia deh 11 Julij. Den 27 Junij jl. is Z. K. H. Prins Hendrik in dé Yésidentie Kediri aangekomen. Het verblijf aldaar duurde slechts kort, want feeds den 2psten vertrok Hoogstdezelve naar Modion, gedurende den door- fogt onderscheidene aanplantingen van koffij, suikerriet en kaneel, in het Kedirische gadeslaande, terwijl voorts in het Modionsche onder weg, eene indigo-fabriek, eene suiker-fabriek en het heilig graf te Madjapahiet, van Bitoro-Kqton, zoon van Bro-Widjoyodie in de gemelde residentie het Is- lamisln'us invoerde, bezocht werden. Den 3osten werden de publreke ge bouwen oèzigtigd en begaf zich de Prins vervolgens naar Ngaivi, na, bij de fabriek Seio-Adji, de geheele bewerking der indigo te hebben waargenomen met eene aandacht en belangstelling, welke algemeen werd'opgemerkt. Tè Ngawi, werden in den namiddag het kampement, de kazernes en het hos pitaal bezocht, en den isten julij vervólgde de Prins de reis Daar Soerakar- ta, alwaar Z. K. H. dienzelfden dag aankwam. Den dag daarop heeft de Soesoehoenan een bezoek bij den Prins afge. legd, hetwelk door Z. K. H. is gereciproceerd. Den tweeden dag na de aankomst (sden dezer), woonde de Prins eene groote parade bij van het garnizoen en van de troepen van den Pangerang Adi Patti Prang Wedonodie daarna met een bezoek van Z. K. H. werd vereerd. Verder loopen de berigten van Soerakarta niet, behelzende dezelve slechts nog, dat de Prins den 7den dezer naar Djokjokarta dacht te vertrekken. Omtrent het verblijf en de receptie van den Prins op MaduraSuma. nap en te Soerabaijazijn nog de volgende bijzonderheden medegedeeld Bij de aankomst te Kamal, landing-plaats op het eiland Madura, werd Z. K. H. door deh Kroonprins en eenige andere inlandsche grootenen op 5 palen afstands van Bancallang, door den Sultan ontvangen en verwelkomd, die daarna naar den kraton terugkeerde, om Z. K. H. aldaar op te wachten. 'Op eene halve paal afstands van de kraton, stonden de barissan en haie ge- 'schaard, zoomede de Chinesche en inlandsche bevolking met.derzelver na tionale vaandels en muzijk-instrumenten. Gedurende het verblijf te Bancallang heeft Z. K. H. onderscheidene inland, s.che spelen bijgewoond, de omstreken, de graven der voorvaderen van den Sultan en het fort bezigtigd, en eene wapenschouwing van de barissan bij. gewoond; op de grenzen van Pamakassan bevond zich de oudste zoon van den Panuinbahan en op de laatste verspannings-plaats werd de Prins door den Panumbahan in persoon ontvangen. Ook te Sumanap bezocht Z. K. H. de graven van des Sultans voorvaderen en het aldaar gelegen fort. Te Soèrabaija heeft Z. K. H. de vesting-werkenden constructie winkel de equipage-werf, met de aldaar liggende ijzeren stoombooten, de munt, de militaire kazernes en de Gouvernemehts-school, bezigtigd. Den 25 Junij heeft Z. K. H. de voornaamste ambtenaren en officieren aan Hoogstdeszelfs tafel vereenigd, waaraan ook genoodigd waren de Sultans van Maduia en Sumanap, benevens de Panumbahan van Pamakassan, die opzet- te-lijk naaf Soerabaija waren gekomen, om Z. K. H. nogmaals te compiimen. téren. Door de ingezetenen van Soerabaije, is ter eere vhn deh Prins, een bal eb souper gegeven, hetwelk Z. K. H. met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid vereerde1. De zaal was smaakvol ingerigl en met de nationale kleuren ver. Sierd, terwijl het getal aanwezigen en het prachtige toilet der dames mede getuigden van de zorg om dit bal luisterlijk te doen zijn. Hetzelve beant woordde dan ook aan elks verwachting. De smaakvolle illuminatie voor het gebouw van de loge der Vrijmetselaren, waarin de partij gegeven werd, gekroond door 'S Konings naamcijfer, prijkte met de namen van Zijne Kon. Hoogh'éid zoo mede riet een chassinet voorstellende Neptunus; de onge- kuscelde vrolijkheid welke reeds in den vooravond heerschte, werd vermeer, derd doordien Z. K. H. aan den dans deel nam en alles droeg bij om te doen blijken van de eerbiedige toegenegenheid, waarmede een ieder voor Z. K H., die door Hoogstdeszelfs minzaamheid aller harten tot zich trok, vervuld was. Aan het souper werd door den President van de directie, eenen toast ter eere van Z. K. H. ingesteld, welke de gevoelens der feestgenooten uit- drukte; de Prins betuigde daarvoor zijnen dank, tevens eenen toast aan de aanwezige dames toebrengende; Batavïa, 14 Julij 1837; Volgéns de nader ontvangen berigten van Soerakarta, is Z. K. H. Prins Hendrik, eerst den 8stén dezer daar naar Djocjokarta vertrokken. Z. K. H. heeft gedurende Hoogstdeszelfs verblijf op de eerstgemelde plaats, het kerkgebouw aldaar en de daarin gevestigde lagere school, be zigtigd. Bij deze gelegenheid hebben de leerlingen eenige proeven gegeven van de door hen gemaakte vorderingen in de verschillende deelen van het onderwijs; hetgeen door den Prins riet belangstelling werd bijgewoond. In den avond van den 4den heeft de Soesoehoenan een bal en souper in den kraton gegeven, ter eere van Z. K. H., waarop, even als op dat van den vorigen avond in het residentie huis, de Prinsen, de Rijksbestierder en RegentenT de Pangerang Prang Wedono en de officieren van zijn legioen, benevens de officieren van het garnizoen, de ambtenaren en de voornaamste burgers genoodigd waren. Deo volgende morgen deed Z. K. H. een uitstapje naar Karang Dandan, be. zigtigde aldaar de aanwezige minerale en stikbronnenzoo mede de over- blijfselen van braminische tempels te Soekoeen keerde op den 7den naar Solo terug. Op de reis naar Djocjokarta werd het te Kalltan aan den grooten weg gelegen buitenverblijf van den Soesoehoenan, bezocht, alwaar Z. K. II. door den Soesoehoenan werd ontvangen, en voorts het fort te Klattén en'dé oudheden van Prambanan bezigtigd; Wij vernemen uit berigten van Makasser, dat op den 28 November jl. des morgens ten half elf uré te Bima eene hevige aardbeving gevoeld ls geworden, welke eenige minuten, zonder tusschenpozing, heeft aangehou. den. Hoezeer de daardoor veroorzaakte schade aan gebouwen, enz. nog niet is opgegevenzoo blijkt uit die berigten toch dat eenige huizen omver geworpen, de batterij aldaar van boven tot beneden en het zeehoofd hier en daar gescheurd zijn. De schuddingen en schokken, die tot des avonds zes iire, echter minder hevig, werden bespeurd, deJen zich later weer sterker gevoelen en gingen alstoen vergezeld van eene ópbruissching der zee, welke het water zoodanig deed rijzen, dat de strand-bewoners, voor eene overstrooming beducht, binnen 's lands vlngtten. Het water liep echter gelukkig niet verder dan tót aan de kampong Walanda op, doch nam daarbij al de op het strand staande vaartuigen mede. Tot aan den viifden dag. on dervond men te Bima nog gestadig schuddingen, die echter den zesden dag verminderden en den zevenden dag geheel ophielden. Ook te Makasser zelf, hebben op hetzelfde tijdstip en later, in den avond van den 29 November, aard-golvingen plaats gehad zonder dat daardoor eeni? onheil is te weeg gebragt. Het is ons aangenaam, hierbij te kunnen voegen, dat. uit de be- rieren niet blijkt, dat dit ongeval te Bima; aan menschen het leven heeft gekost;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1