L E Y D S C H E A". 1837. MAANDAG, N N. EDERLANDE jn°. m! COURANT. 4 Leyden den 2jsten October, PROGRAMMA van de begrafenis van wijle Hare Majesteit Mevrouwe Frederika Louïsa Wilheljbna, Ktningin der Nederlandengeboren Primes van Pruissenop Donderdag''den 2.6 October 1837, des morgens ten tien ure. Eerste Afdeeling. Betreffende het Paleis. a. Op den dag, bestemd voor de begrafenis, zal het Koninglijk Lijk, be. hoorlijk gekist zijnde, staan op de estrade van den Troon; de zaal zal ge- Jrapeerd en verlicht zijn met was-kaarsen op kandelabres geplaatst; b. De voorzaal zal mede met was-kaarsen verlicht zijn; c. De dienst bij het Koninglijk Lijk zal verrigt worden door: i°. den Grootmeester van wijle Hare Majesteit; 20. de vier jongste Groot-Officie, en in rang, van Z. Maj., bestemd tot het dragen der slippen van het rouw kleed 3°. vier en twintig Kamerheerenbestemd tot het dragen van het Lijk; 4a. de Hof- en Siaats-Dames van wijle Hare Majesteit; 5°. de Ka. mervrouw en de Kameniers der overledene; 6°. acht Pages. Dezelve zullen zich in de volgende orde plaatsen: de Grootmeester op eenen kleinen afstand van het Lijk; de vier Groot-Officieren aan de vier hoeken van het rouw. kleed; de vieren twintig Kamerheeren, in twee rijen, te weten: twaalf aan elke zijde van het Lijk; de Hof- en Staats-Dames aan het hoofdeinde van tiet Lijk; achter de Dames, de Kamervrouw en de Kameniers der overledene; de acht Pages, links en regts, bij de deur van de zaal, Beneden in het voorportaal zullen zijn vier en twintig onder-officieren, zoo van de schutterij als van het garnizoen, welke de Kamerheeren zullen behulpzaam zijn bij het dragen van het Lijk; gaande zij alsdan aan de binnen- en de Kamerheeren aan de buitenzijde. Tweede Afdeeling. Betreffende den trein. Een uur vóór den tijd, bestemd tot den optogt der begrafenis, zullen alle le personen, tot dezelve behoorende, zich vervoegen aan het Paleis, in de zalenwelke hun zullen aangewezen worden. En znllen de Groot-officieren en Officieren aldaar voorzien worden van Ie noodtge mantels, lamfers en handschoenen, terwijl aan de Pages en de officianten aangewezen zat Worden, waar zij zich van het bovengenoemde kunnen voorzien. De optogt zal zijn als volgt: a. Een escadron cavalerie gecommandeerd door een hoofd-officier, tot het openen van den trein: b. Twee compagnien schutterij; gecommandeerd door een hoofd-officier; Deze schutterij zal deel maken van den optogt tot bij de barrière aan den Kijswijkschen-weg, en aan de poort te Delft, door een gelijk corps Delft- che schutterij vervangen worden; c. Den Hof-Fourrier en twee rijknechts te paard, dragende een zwart krip im den arm, en zwarte handschoenen; d. Een Aide-Ceremoniemeester te paardwelke zich bij de volgende koets zal ophouden en op de orde bij de plégtigheid toezien: e. De Kamerheer-Ceremoniemeester, rijdende in eene koets met twee paarden bespannen, gaande eeti lakei naast elk portier: f. De Officianten van het Huik van Z. K. H. Prins Frederik der Neder. landen; g. De Officianten van het Huis van Z. K. H. den Prins van Oranje; h. De Officianten van het Huis van Zijne Majesteit; i. De Officianten van het Huis van wijle Hare Majesteit; Allen zonder degens, in diepen rouw, met lamfers aan de hoeden, gaande twee aan twee, de jongste in rang vooruit; k. Een Heraut van Wapenen te paard (Nederland,) voorafgegaan door den Wapendrager; Zes Hof-koetsen, met twee paarden bespannen, gaande naast elk por. tier een lakei m. Een Hof-koets met zes paarden bespannen, gaande naast elk portier twee lakeijen, bestemd voor de Kamerheeren en Groot-Officieren, dragers van het Lijk en der slippen van het ronw-kleed; n. De Secretaris van wijle Hare Majesteit, in eene Hof-koets, met twee paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier; 0. De Grootmeester van wijle Hare Majesteit, gezeten in eene gedra. peerde Hof-koets, met zes paarden bespannen, gaande twee lakeijen naast elk portier; p. Een Heraut van Wapenen te paard (Pruissen,) voorafgegaan door den Wapendrager: q. Een onder-Stalmeester en vier Pages te paard; r. De rouw-wagen, bespannen met acht paarden, behangen met ronw- kleederen, elk paard geleid wordende dooreen Page, bijgestaan door koetsiers.' De Koninglijke Kroon, gehecht op een rood fluweelen kussen, benevens de Ordeteekenen van Louisa en St. Catharinazullen door den Grootmeester van wijle Hare Majesteit, uit het Paleis vóór het Lijk worden gedragen, en zullen dezelve op het rouw-kleed, dekkende de kist, geplaatst worden. De vier slippen van het rouw-kleed, gedragen door vier Groot-Officieren van Zijne Majesteit. De vier en twintig Kamerheeren die het Lijk dragen, bijgestaan door een gelijk getal onder-officieren, gaan aan de beide zijden van den rouw-wagen, formerende de onder-officieren de binnen-rij tusschen den rouw-wagen en de Kamerheeren: t. Een onder-Stalmeester en vier Pages te paard t. Z. M. de Koning vergezeld door HH. KK. HH. dén Prins van Oranje, Prins Frederik der Nederlanden en Prins Albert van Pruissen, gezeten in eene gedrapeerde koets met acht paarden bespannen, gaande naast elk por. tier een jager en twee lakeijen. Nevens de koets, ter regter zijde, de Gouverneur van de Residentie, en ter linker zijde de Provinciale Commandant van Zuid-Holland. De Adjudanten van Zijne Maj. en die der Pfinsen, te paard bij de koets; u. Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden, vergezeld van twee Offi- eieren van het Huis van Z. K. H. den Prins van Oranje, gezeten in eene gedrapeerde koets, met zes paarden bespannen, gaande naast elk portier twee lakeijen. De Officieren p'aatsen zich tegenover den Prins. 23 OCTOBER. Bij het in- en uittreden der koetsen, gelijk ook binnen de Kerk te Delft zullen de slepen der rouwmantels van Zijné Majesteit en die van Hunne' Koninglijke Hoogheden, door de Pages geuragen worden; w. De overige Groot-Officieren van Zijne Majesteit, in eene Hof-koets met zes paarden bespannen, gaande naast elk portier twee lakeijen- x. Vier Kamerheeren van Zijne Majesteit, in eene Hof-koets met twee paarden bespannen, gaande naast elk portier een lakei; ij. De Hof-Maarschalken van HH. KK. HH. den Prins van Oranje en Prins Frederik der Nederlanden in eene Hof-koets, met zes paarden bespannen gaande naast elk portier twee lakeijen; z. Een bataljon .Grenadiers; aa. Een eskadron cavallerie tot sluiting van den trein. De trein yd den volgenden weg nemen: Door het Noordeinde, de Hoogstraat, de kleine Groenmarkt, de Veene- I straat, de Wagenstraat, de Bogt van Guinea. Aan de batrière van den Rijswijkschen weg gekomen zijnde, zullen de l Groot-Officieren, bestemd tot het dragen van het Lijk, zich begeven in de voor hen bestemde koetsen. De trein gaat verder ovér den Delftschen weg tot voor de Haagsche poort alwaar de Gropt-Officieren, bestemd tot bet dragen der slippen, en de Ka merheeren, bestemd tot het dragen van het Lijk, hunne plaatsen bij den rouw-wagen hernemen. De trein zal alsdan voortgaan langs den volgenden weg: Door de Haagsche poort, het Oude Delft, over de Kerkbrug, het Oude Delft, door de Nteuwstraat voorbij de Hal, achter het Stadhuis om langs de Hoofdwacht, over de Groote Markt, voor de Niéuwe Kerk. Naar mate de trein aankomt, zullen de personen, tot denzeïven behoo. rende, uit hunne rijtuigen treden en zich in dezelfde orde, waarin zij bij den trein gerangschikt waren, in de Kerk begeven. De Officianten zullen zich aldaar in twee rijen rangschikken, de jongste aan de Kerkdeur en zoo wijders naar het choor toe; de Officieren en Groot- Officieren vervolgen deze beide rijen tot aan het Graf, makende dus twee rijen uit, langs welke het Lijk zal doorgaan. De Herauten met hunne Wapendragers, plaatsen zich aan beide zijden aan den ingang van het graf. De vier-en-twlntig Kamerheeren, dragers van het Lijk, bijgestaan door een gelijk getal Onder-Officieren, zullen hetzelve naar den Koninglijken Grafkelder dragen. Aan het Graf gekomen zijnde, zal het Lijk voor hetzelve op eene daar- toe bestemde lijkbaar worden gesteld, de Kroon en Ordeteekenen, op een wenk van den Kamerheer-Ceremoniemeester daar af genomen en ter bewa. ring overgegeven worden aan den Grootmeester van wijle Hare Majesteit. Vervolgens wordt de kist van het rouwkleed ontdaan, en het Lijk in het Graf geplaatst. Daarna zal Zijne Majesteit met de Prinsen de Kerk verlaten, ten welken einde de voor Hoogstdezelven bestemde koetsen aan den ingang zullen ge reed staan. De kist zal vervolgens met het Groot-zegel van het Rijk verzegeld wor den door den Secretaris van Staat, die zich te dien einde vooraf aan de Kerk zal begeven, om de Lijkstatie aldanr af te wachten. Na de verzegeling der kist zal de lijkbaar met het rouwkleed daarover I boven den ingang van het Graf gesteld worden; waarna de Heraut Neder' land, met luider stemme, zal aankondigen, dat de plegtige ter aarde be stelling van het stoffelijk overblijfsel van Hare Majesteit Frederica LooVsa Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, geboren Prinses van Pruissen volbragt is. Van het oogenblik, waarop het Lijk uit het Paleis gedragen wordt tot dat het Lijk in het Graf geplaatst is, zal elke minuut te 's Gravenhage en te Delft een kanonschot gelost worden. vrravennage en Derde Afdeeling. Betreffende de atgemeene verordeningen. De corpsen cavalerie, schutterij en infanterie, gelijk alle de koersen-ro den trein behoorende en de rouwwagen, zullen in de orde bij het Pro gramma bepaald, gerangschikt staan in het Noord-einde, komende van der kanc van den Scheveningschen weg. Alle de klokken znllen zoo te 's Gravenhage als te Delft geluid worden I van des morgens 9 uretot dat het Lijk in het graf geplaatst is I Aan het Paleis zal eene eerewacht worden gésteld 0111 posten te bezetten zoo wel binnen als buiten het Paleis, en alwaar zulks verder noodic val VI' vondéri worden. b UL' De schutterij van 's Gravenhage en het garnizoen zullen de straten waar door de optogt geschiedt, te beginnen aai, het Paleis tot over de Waven brug toe bezetten met eene rij aan weerskanten; piketten cavalerie zuller in de steden en langs den weg tot het bewaren der orde medewerken De schutterij en het garnizoen te Delft zullen insgelijks in twee'riien ze schaard staan, beginnende aan de Nieuwe Kerk, en eindigende in de ll,,/ sche Poort. naag De Commissaris van het Koninglijk Graf zal zorg dragen, dat hetzelve genwo?deZ,J en> nadat de begrafenis geschied is, wederom behoorlijk geslo Militaire wachten zullen aan de Kerkdeur en bij het eraf veni,..., den, van het oogenblik der opening tot na de sluiting van het Graf De zorg dat de Kerk inwendig opgeruimd zijen dat in dezelve behoor lljke orde heersche, is aan het stedelijk Bestuur van Delft opgedragen De stedelijke Besturen van 's Gravenhage en Delft zullende nootiieé maar regelen nemen, dat de straten en plaatsen, langs welke de trein Dasseren moet, onbelemmerd blijven. ®»cicn Burgemeester en Wethouders van 's Gravenhage znllen, bij de barrière aan den Rijswijkschen weg den uittogt van het Lijk, en Burgemeester en Wet houders van Delft, aan de Stads poort, de aankomst van hetzelve biiwnn De Kamerheer-Ceremoniemeester is belast met de handhaving van devördé orde der plegtigheid; hij zal te dien einde worden bijgestaan door den Aide 1 Ceremoniemeester, en twee Wachtmeesters te paard, als ordonnancen bii zijne koets hebben. 9 Uli 95 Gravenhageden 20 October 1837. De kamerheer-Ceremoniemeester Grave Van LIMBURG STIRUM NOORDWIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1