GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 27 September. Alhier zijn van den Gezant liic 's Graven- hoge, Sir Disbrowe, depeches aangekomen. Uit Ierland komen berigten in, dat het in de provinciën geenzins rus- tig is en uit partijhaat in de zaak van godsdienst onderscheiden geweldadig- Eeden gepleegd worden. De heer Crawford heeft eenen zesden brief aan Cf Cornell geschreven, Waarin hij aantoont, dat het niet genoeg is te wachten, tot dat de Ministers wetten voordragen ten behoeve der leren, maar dat de Radikalen in bet Parlement zeiven zulke wetten moeten Inbrengen, opdat de Ministers ge noodzaakt worden er kennis van te nemen. Ramsgate den 24^September. Heden morgen, omstreeks 8 ure, is de jloHaiulsche brik Padang, Kapt. Sandman, varende voor het huis van Stra- 'ten, van Amsterdam, gisteren den 23sten dezer de reede van Texel verlaten hebbende, om naar Padang en Batavia te stevenen, met 13 man equipagie 'en 4 passagiers, op Goodwindsand in het Zuidoosten, mijl van Ramsgate, gestrand. Deze bodem had alie zeilen bij, en legde 10 4 12 knoopen in het uur af; de equipagie was aan het ontbijt; de equipagie-meester stond aan het roer. Ten kwart over acht ure waren de masten gekapt; ten 9 ure wa. ïen uit Ramsgate zes sloepen en eene menigte andere uit Deal uitgevaren, 'om de brik ter hulp te komen. jje eerste en tweede stuurman met vijf matrozen hebben in twee sloepen het schip-verlaten; tot dus verre is men onkundig van hun lot; men geloolt, dat zij in de branding zijn omgekomen. Ten tien ure bevonden zich verscheiden sloepen bij het gestrande schip; maar de zee stond vreesselijk onstuimig. De sloep van Thomas King, van Ramsgate, heeft den Kapitein, vier matrozen, twee passagiers (Mejufvrou- wen Carolina Doulemans en hare zuster uit 's Gravenhage), een klein kind van 425 jaren en eene mulattin-dienstbode gered. Ten elf ure lagen reeds .16 sloepen rondom het schip voor anker, het eerste gunstige oogenblik afwach tende 0111 er aan boord te klimmenten einde een gedeelte der lading te redden. De sloepschipper Thomas King is ten 1® ure, in het bijzijn van meer dan 3000 menschen, in de haven van Ramsgate aangekomen. Een rijtuig bragt de passagiers naar een logement, waar hun alle mogelijke zorg is bedeeld. Aangezien het scheepsvolk niets van deszelfs goederen heeft kunnen red den, deed men eene collecte, die in een uur tijds eene belangrijke som op- brag't, waaronder zelfs guinjes werden opgemerkt; dit doet onze ingezete nen eer aan. Morgen zal ik alle verdere bijzonderheden mededeelen, welke de Kapi tein of de passagiers mij Runnen geven, uit wier mond alleen ook het bo venstaande is geschreveif. P. S. Ten 5 ure des avonds. Zoo even verneem ik, dat, ten gevolge van de dringende bede van den Kapitein, de tweede stuurman P. Ilalwick in de groote sloep het schip heeft verlaten, maar om de passagiers te red. ■den, hetwelk hij echter weigerde, uit hoofde van het dreigende gevaar. De zorg en de moed van den Kapitein verdienen allen lof. De Jufvrouwen' Doblemans, dié naar hunne familie in Oost-Indie terug keerden, zijn in eenen h'artverscheurenden staat aan land gebragt. De Nedertandsthe Consul, de heer Hodges, had reeds aan al de geredden niéuwe kleederen gegeven, en door zijn toedoen is eene inschrijving geopend. De assuradeurs kunnen het schip als gansch en al verloren beschouwen. Den 25 September. Van de brik Padang is geen spoor meer te zien; zij is gedurende den nacht geheel verbrijzeld. Gisteren avond, omstreeks licht en donker, zijn al de van Ramsgate naar ljet gestrande schip uitgevaren sloepen in de haven terug gekeerd, en heb ben in handen der Tol-Administratie de volgende goederen ontscheept: VS. 90 4 100 kisten van 12 flesschen ieder; N°. 10 en 18 twee stukken gedistilleerd; 80 kazen en doozen groene kaas; 300 4 400 stukken wit katoen-lijnwaden; ettelijke gerookte hammen; verscheiden voorwerpen der scheeps-uitrustingals: de chronometer, de sextant, enz.; een zak pias ters; een eind kabeltouw van drie vademen; eenige ponden koper, voort komende van de scheepsbekleeding. De in Deal terug gekeerde schuiten zullen waarschijnlijk mede eenige goederen aangebragt hebben. Van de acht personen, die het schip verlaten hadden, is het aan drie ge lukt, zich naar Deal te rédden, maar derwijze uitgeput; dat zij geen teé- keh van leven meer gaven. Hunne namen zijn nog niet bekend. De Padang had voor f 13,000 niet geassureerde goederen aan boord. Van Douvres schrijft men, dat aldaar eene groote menigte kisten is ont scheept, zoo men meent, van de Padang voortkomende; F R A N K R IJ K. Parys den 29 September. Men heeft berigten uit Bona tot den i6den. De Gouverneur was in het kamp van Merdjez ei Hammar gevestigd. De troepen waren vol geestdrift, niettegenstaande de regens, welke sedert drie dagen in overvloed vielen. Er was eehe verkenning tot boven Ras-el-As- Vneba gedaan, welke geen tegenstand ontmoet had. Men wist echter, dat rondom Constantine vele toebereidselen tot verdediging gemaakt waren, en dat Achmed Bey aan de volksstammen had te kennen gegeven, dat ditmaal geen enkele Franschman naar Bona zou terugkeeren. In andere berigten uit die stad worden de zaken als nog veel hachelijker voor de Franschen afgeschilderd. Het scheen, volgens deze berigten, zeker, dat de Bey langs den zeekant wapenen en ammunitie had ontvangen, want ook die zijner aan hangers, welke minder in staat waren, de wapenen te voeren, waren even. ivel behoorlijk gewapenden behalve dat een groot getal kanonnen op de wallen van Constantine lag, zou Achmed ook in de omstreken onderschei, dene bespannen stukken geschut hebben. Verschillende positien had hij doen ondermijnen, bepaaldelijk een der punten, waar de Franschen hunne aanval- batterij moeten plaatsen. Het bastion aan het oosten was doorsneden, en daar langs hetzelve eene brug naar de stad lag, zoo was deze laatste van die züde ongenaakbaar. Alle huizen, welke bij den wal staan, waren ver sterkt. Binnen de poort zelve waren kuilen gegraven. Over het geheel zag men aan de werken, dat Europeanen de verdediging der stad besturen. Ook moet er ergens eene ontscheping van manschappen plaats gehad hebben wént het leger van den Bey is buitengemeen sterk, en er is geregelde in. fanterie in vrij groote hoeveelheid. De expeditie zal bestaan uit j8,000 man, waarvan de artilleristen, 60 stuk ken geschut, 1200 man van de genie, 2000 man bij de convooijen en ambu lances dienst doendeen 2000 man ruiterij. De Koning is van Parijs den i6den naar het kamp van Compiegne Vertrokken, en is aldaar des avonds ten 11 ure aangekomen. Op zijnen weg is hij met de levendigste toejuichingen begroet. Toen Z. M. het kamp na derde kwamen al de soldaten uit hunne tenten, met brandende toortschen in de hand, hem aldus eene onverwachte illuminatie brengende. Z. M. zou den volgenden dag de groote manoeuvren bijwonen, die onder het bevel van den Hertog van Orleans zouden geschieden. Leopold van Belgie en zijne gemalinworden half October weder te Parijs verwacht. Dé spoorweg van Parijs op St. Germein heeft in den eerste maand 250,533 fr. opgehragt. Over denzelven zijn 205,735 menschen vervoerd. Men klaagt weer over onderscheiden moorden en diefstallen, die te. genwoordig in Parijs gepleegd worden. MENGELINGEN. ERASMUS en ZIJN TIJDPERK. 'Vervolg en slot.') Op dat tijdstip maakte de eerste luister der vernieuwde letteren de be wondering zoodanig gaande, dat de briefwisseling der groote mannen in dat vak, even zoo belangrijk als die, der diplomatie was. 'De onafhankelijkheid van den, letterkundigen was toen nog minder gevestigd dan nu; dikwijls schreef hij lange brieven, met de uitgezochtste bloemen der weisprekend, heid opgesmukt, om in ruiling daarvoor een of ander sieraad, ja zelfs dc eerste noodwendigheden des levens te ontvangen. De briefwisseling, wel. ke Erasmus onderhield, bepaalde zich echter nier niet bij, maar hij had ook tot correspondenten verlichte mannen, die, hoewel aan oude vooroordeelen gehecht, echter den voortgang der beschaving gevoelden, en in Erasmus eenen steun en leidsman vonden. Deze correspondenten waren zoo talrijk dat eene der voornaamste bezigheden van Erasmus was, hen te antwoorden. Men kan niet genoeg het zedelijk gedeelte des gedrags van Erasmus be wonderen, die midden tusschen woedende partijen geplaatst, aan al hunne buitensporigheden wist te ontkomen. In Engeland terug zijnde, had hij Linaker, IParcham, CuihbcrtTurmtaie, Goscyn, Lilly, Latimer, Collet, Bullock en Fisher tot vrienden. Tot Professor in liet Grieksch aan de Hoo- geschool te Cambridge benoemd, droeg hijdoor zijn voorbeeld en zijne gesprekken.veel bij, om, in het toen vrij onwetende Groot-Britanniede liefde der goede studie te verspreidenzijne pogingen waren niet vruchte loos en hij verheugt er zich in zijne brieven over: „Apud Angloszegt hij, triumphant bonae litterae et recta stadiaDe Britsche geest beviel hem bijzonder; hij kwam dikwijls te Londen, alwaar de Augustijner va ders van Broad-street hem met gastvrijheid ontvingendikwijls ook ging h\) Hans Holbein, den schilder en Thomas Moreden wijsgeer bezoeken. Hij was het, die Hans Holbein het eerst den weg van roem en vermogen opende; hij ljielp hem met zijnen raad, stelde hem aan zijne vrinden voor, en deed hem de teekeningen der platen maken waarmede zijn Lof der Zotheid versierd werd. Men heeft hem verdacht van zijne pen aan den schrijver der Utopia en aan Hendrik FIJI, te hebben geleend, doch de erkende opregtheid van Thomas Moras is alleen voldoende om het eerste te wederleggen, en het ove rige gedrag van Erasmus logenstraft de tweede beschuldiging. IntusscheD werd de invloed van IPolsey op Hendrik PIH dagelijks drei gender. Het doorzigt van Erasmus voorzag den storm, welke zou losbars, ten, en hij verliet Engeland in 1513, om er niet weder terug te keeren. In 1520 vindt men hem in het kamp tusschen Calais en Boulogne weder, alwaar de bloem des Franschen en Engelschen adels in pracht wedijverden. Daar vindt hij al zijne oude vrienden weder. Hendrik PUI en Frans I wa ren vergezeld door al wat er edels en schitterends in beide Rijken was. Wonderlijke bijeenkomst, waarvan Shakspeare alleen, in de schoone verzen van zijnen Hendrik PHI, de herinnering geeft. D44r drukken de afstamme lingen van Talbot, die van Dugueschn vriendschappelijk de hand. Baijard, Lapalisse en Chabannes geven den broederlijken groet aan Percy, Stanley en Howard.- De ongelukkige Gravin de Chateaubriand vindt zich tegenover de jonge Anna Balein, wie een niet minder treurig lot afwacht. Budé, Rabe lais, Clement Marot, Sarot Gelais, vertegenwoordigen het Fransche vernuft Fisher, LinacreErasmus, stellen de beginselen der Engelsche geleerdheid voor. Daar staan zij tegenover elkander, die beide ridderschappen, welke elkander zoo dikwijls op het slagveld hebben ontmoet. Verscheidene dezer eerwaardige afschitterende hoofden zullen op het schavot vallen, en deze twee vrouwen, welke zulke droevige lotgevallen moeten ondergaan, men. gen zich lagchende onder de bonte menigte van hovelingen, krijgshelden en dichters. Aan tafel werden de nieuwe verzen van eenen pagie voorge lezen, die den roem der Fransche- dichtkunst moest beginnen te vestigen. Hec is Marot, die de vredelievende toonen, de vereeniging der beide Vors. ten zingt. Het volgende jaar had hij de toonen zijner lier veranderd en riep de soldaten van Frankrijk ten strijd. De vriendschap der Koningen duurt kort.Maar keeren wij tot Erasmus terug, wiens verdraagzaamheid en on bevooroordeelde geleerdheid, met het beminnenswaardig vernuft van Marot moest overeenstemmen. Kort daarna werd hij tot hofraad van Karei P be noemd en verscheen op den Rijksdag van Worms in 1521, maar niets kon hem in den noodjottigen maalstroom der toenmalige diplomatie medeslepen. Zijn invloed had eene andere bron; hij bediende zich, om op Europa te werkenvan zachtere middelen. Hij was bezig zijne vermaarde zamenspraken te schrijven, dat eenvoudig boek, waarvan alle gedachten zich om zoo te zeggen bij de massa van hec volk hebben ingedrongen. Meer dan twintig duizend exemplaren van dit werk, dat in 1522 verscheen, werden in eenige weken tijds uitverkocht. DeSorbonne weid er ongerust over: men gaf zelfs voor, dac zij er den ver koop van zoude beletten. De goedkoope drukpers der lacere tijden heeft niets geleverd, wat naar deze snelle verspreiding der denkbeelden van eenen eenigen man gelijkt. De stijl der zamenspraken was eenvoudig: het was toe het volk, dat Erasmus zich wenddeen onder de gedaante van gemeenzame gesprekken, gaf hij aan alle scholen, aan alle Hoogescholenaan de geheele burgerij, eene degelijke encyclopedie. Geen onderwerp was er, dac hij niet behandelde of aanraakte, geene kritiek, welke zijne sierlijke en door dringende pén niet met eene schijnbare vlugheid behandelde, welke het ge. heime doel van den schrijver becjekte. De bedelende monniken waren vooral aan zijne aanvallen blootgesteld'hij spaarde geen der misbruikenwelke hec gezag van het Vatikaan in de waagschaal konden stellen. Frans I moest tusschen beide komen om de Sorhonne te beletten, hare vervolgingen tegen Erasmus te hervatten. De monniken braakten kreten van woede uit. Een Dominikaan, Louis Champêtrebedacht een veel behendiger middel om den invloed van den schrijver te verminderen; hij liet alle hekel of aantijgingen hoe ook genaamd ter zijdeen vervaardigde eenvoudig eene valsche en verminkte uitgave der vermaarde Colloquia, welke een teder wilde lezen. In de plaats der aanvallen van Erasmus tegen de monniken stelde hij hunnen lof: in eene voorrede door Erasmus zelf geteekend, bragt de- falsaris de vermetelheid zoo ver, van de uitgaven der opregte Colloquia af te keuren en aan de openbare verachting prijs te geven. De letterkundige geschiedenis levert weinige voorbeelden van een zoo vermetel bedrog. Een- vroom bedrog, zegt Erasmus! Ten voordeele van hec voornemen; vergeef ik het aan den schrijver! Door zijne zamenspraken naast de «lijnen te plaat sen, heelt hij mij den straf van Mezentius willen doen ondergaan.1* Hec was te Bazel, eene onzijdige stad, dat Erasmuseen zoo onzijdig man als er immer een waszijn verblijf vestigdena veelvuldige uitnoodigingen uit vreemde landen geweigerd te hebben. Daar leefde bij in eene naauwe betrekking met den goeden Froben, een dier geletterde drukkers, waarlijken Mecenas der verstandelijke wedergeboorte. Van diiar beschouwde hij de vreesselijke beroeringen, waaraan Europa toen ten prooi was. Dd4r hield hij zich met die philoiogische werken bezig, welke de wetenschap in hec leven moesten terugroepen, en den lust tot studie aanwakkerden; eindelijk verjoeg hemde Protestantsche onverdraagzaamheid uit deze schuilplaats. Froben leefde niet-meer, dus verliet F,rasmus Bazel mee minder tegenzin. Op het vaartuig zijnde, dat hem teFreyburg moest brengen, ram hij, ip vier Latijnsche ver. zen, afscheid van de stad, welke hem zoo welwillend had ontvangen. „Vaar wel, Bazel, vaarwel, gij die onder alle steden voor mij de herbergzaamste en de teederste geweest zijt. Van uit deze schuit, welke mij zal wegvoe ren, spreek ik over u mijne heilwenschen uit. Dat alle gelukken u ten deele nïogen vallen, en moogt gij nimmer eenen lastiger gast dan Erasmus ontvan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3