A°. 1837. LEYDSCHE MAANDAG, r:v r - fl?" v- n dos i a i-> W3, -3,-r \VJ \vr- 'COUR A N T. ii SEPTEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den ioden September. Men meldt uit's Gravenbage van den Stsen dezer: Eergisteren is er groot diner geweest bij Zijne Exc. den Minister van Bui- tenlandsche Zaken, waarop al de leden van het Corps Diplomatiek genoo- digd waren. By Koninglijk besluit zijn eenige bepalingen vastgesteld, ten aanzien van het doen in- en uitslepen van koopvaardijschepen, zoo te Texel als te Hellevoetshris, door middel van llijks stoombooten. Door Zijne Maj. is bepaald, dat voor het tegenwoordige niet vervuld zullen worden de functien vau Vrederegter en Griflier van het cantön Roo sendaal en van Regter in de Regtbank van Eersten Aanleg te 's Hertogenbosch. Eervol is ontslagen, als Vrederegter in de cantons Eist en Bommel, Mr. L. N. Graaf van Randwijk. Naar men verneemt, heeft het Zijne Maj. den Koning van Pruissen behaagd, aan onzen verdienstelijken landgenoot, den Kapitein G. JV. Mer- kes, van het wapen der genie, eenen kostbaren geheel met brillanten omzet ten ring, van binnen versierd met het, mede in brillanten gevatte, naam cijfer des Konings, ten geschenke te zenden, als een blijk van bet welge vallen, waarmede door Zijne Maj. twee aan Hoogstdezelve aangeboden exem plaren van de door dezen kundigen Ingenieur laatstelijk geschreven werken over de krijgsbouwkunst, waren ontvangen geworden. Bij de mededeeling van het Koninglijk besluit van 13 Augustus jl. betrekkelijk de,'ten gevolge van de, sedert eenigen tijd, heerschende long ziekte onder het rundvee, aan de veehouders fe verleenen te gemoet ko ming uit het fonds van den landbouw, zijnde heeren Gouverneurs der onder scheidene provinciën door den Administrateur voor de Nationale Nijver heid, tevens onderrigt geworden, dat alsnu, overeenkothstfgde door de betrokken plaatselijke 'Besturen ingêzohdene opgaven, de vereischte manda. ten, ter uitbetaling van de bedoelde schadevergoedingen, zullen worden aangevraagd, onder opmerking, dat voor het ver!edene,.die opgaven, als 'ter goeder trouw gedaan, zijn aangenomen, doch dat, in het vervolg, ter voorkoming van misbruiken, de opgaven der landlieden zullen, moeten ver gezeld gaan van door eenen erkenden Vee-Arts afgegevene vérklaring, uit welke voldoende blijkt, dat het vee, waarvoor vergoeding verlangd wordt, ■werkelijk aan de heerschende longziekte gestorven is. Uit dien hoofde zijn •de gemeente-Besturen tiitgenocdlgd'gewordenom, bij het ontstaan van de longziekte onder hur.ne gemeente, de betrokken landlieden op dit punt op. inerkzaam te maken, en dezelve té willen voorschrijven, dat, tot het ver krijgen van schadevergoeding uit het fonds voor den landbouw, voor het verlies van vee, ter zake-voormeld, behalve de declaratie of aanvrage, ge schreven op zegeldoor den belanghebbende geteekend en door het Bestuur geviseerd, zal moeten worden overgelegd eese acte van taxatie, van twee ter goeder naam staande deskundigen iu de gemeente, insgelijks op zegel, en eene verklaring van eenen Rijks- of erkenden Vée-Arts, ambtshalve op ongezegeld papier afgegeven, en ure-de Pehootrijk geviseerd, waaruit blijkt, dat het vee, waarvoor vergoeding wordt verlangd, werkelijk aan de heer schende longziekte is gestorven; zullende deze stukken vervolgens, door het plaatselijk Bestuur aan den Gouverneur moeten worden ingezonden bij eenen staatwaarvan het formulier aan de gemeente-Besturen is opgege ven, ten einde de betaling'bij de administratie voor de Nationale Nijverheid te kunnen aanvragen. .- Naar men verneemt, hebben heeren Raden en Generaal-meestéren van -de Munt, aan het Departement van Binnenlandsche Zaken te kennen gege ven, dat langzamerhand, zelfs bij sommige gemeente-besturen, de erroneuse meening is ingeslopen, dat de verklaringen, welke alle kooplieden en werk meesters in goud en zilver, naar aanleiding van art. 73 en 73 der wet van 19 Brptnaire, 6de jaar, bij de municipaliteit van het kanton, alwaar zij ge vestigd zijn, verpligt zijn af te leggen, zouden kunnen vervangen worden -door eene gelijke verklaring, welke bij de wet van 21 Mei 1819, Staats blad N°. 34), ter bekoming van het patent gevorderd wordt; dat niettemin de bedoelde verklaringen als geheel afgescheiden van elkander te beschou wen zijn, zoo wel wat het doel betreft, waartoe zij gevorderd worden, als wat derzelver vorm en inhoud aanbelangc, en dat eindelijk, de ten deze bestaande dwaling ligtelijk tot vervolging tegen de waarborg schatpligrigén zoude kunnen leiden, en zulks te meer, daar liet toenemend aantal der clan destine (althans bij het Munt-bestnur 'niet bekende) handelaren, de noodza. keliikheid heeft doen gevoelen, om met eenigen nadruk de bevelen töt hand having der ten deze bedoelde wetsbepaling te hernieuwen, op grond van welke redenen, Raden en Generaal-meesteren der Munt het voormelde Mi. nisierieel Departement hebben verzocht, om door eene algemeene aanschrij ving, te willen bewerken, dat, van nu voortaan, bij het Bestuur van elke gemeente, binnen welke waarborg-schatpligtigen gevestigd zijn, of zich la ter mogten komen te vestigen, een register tot het openen van derzelver beroeps-aangiften (onafhankelijk van hetgeen dienaangaande ten aanzien van het patentregt is voorgeschreven) worde aangelegd. De gewestelijke Auto riteiten zijn door Zijne Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken uitge- noodigd geworden het vorenstaande ter kennisse van de gemeente-besturen te brengen, en hen -te verzoeken, öm, voor zoo veel zulks nu of in het vervolg in hunne stad of gemeente mogt noodig bevonden worden, aan het verlangen, door het meergemeld Collegie uitgedrukt, op de meest doelma tige wiize het vereischte gevolg te willen geven; terwijl het Provinciaal Gouvernement van Zuid-Holland het niet ondienstig heeft geacht, te dezer gelegenheid, aan die besturen te doen opmerken, dat als waarborg-schatplig tigen te beschouwen zijnniet alleen de eigenlijk gezegde goud- en zilver smeden of kasthouders, maar ook de juweliers, diamant-zetters, pleetwer kers, messemakersknoopmakers, instrumentmakers, gouddraad-trekkers, passement- en borduurwerkers, vuurwerkers en herstellers, kooplieden in kramerijen, uitdragers, brillen-verkoopers, zwaardvegers, wapen- en instru. memsnijders, polijsters, wisselaars, en, in het algemeen, al wie eenige, hetzij geheel of gedeeltelijk, uit goud en zilver bestaande werken, vervaar digt, bewerkt, of daarin handel drijft. In het Amsterdamsch Handelsblad leest men d. d. 7 September: Het is ons aangenaam te kunnen berigten, dat de Koning, bij Hoogstdes -zelfs besluit van den ^.den dezer maand, N°. ló, de acte van statuten der Hollandsche ijzeren Spoorweg-Maatschappij heeft bekrachtigd, en dat mits. dien deze Maatschappij als definitief geconstitueerd moet worden beschouwd. Het zal onze stadgenooten bekend zijn, dat sedert eenige dagen de werk. zaamheden op het terrein bereids in vollen gang zijn. Het groote aantal ar beiders, dat daarbij gebezigd wordt, belooft eefie spoedige voltoóijing dièr belangwekkende onderneming. Uit Groningen meldt men van den 7 September: Dingsdag namiddag te 2 ure heeft het alhier gebouwde barkschip de Pro vïncie Groningen deze stad verlaten, onderhet lossen van het scheepsgeschut. Langs het Reitdiep wordt hetzelve gevoerd naar de Zoltkamp, alwaar het- wederom zal worden opgetakeld, hebbende men het schip alhier, moéten onttakelen, om labgs het gemelde diep zeewaarts te kunnen worden gebragt. Men meldt uit Deventer van den 5 September: 'Men verneemt met genoegen, dat voor weinige dagen de magtiging ver» leend is tot het oprigten eenef tmnilooze-Maatschappij, ten einde eene Stoombootvaart daar te stellen van Amsterdam naar Kampen én van daar langs den IJssel en den Rijn naar Keulen. Het daartoe reeds ingeschreven kapitaal, ten bedrage van 190,000 gulden, is\ door Zijne Maj. den Koning welwillend met eene inschrijving van 10,000 gulden vermeeiderd geworden. Wij twijfelen niet, of deze voorloooig gunstige uitslag der zaak zal aan de bewoners der boorden van- den IJssel in het algemeen en de ingezetenen Van Deventer en Kampen in het bijzonder, welke laatste door ruime inteè- lteningen hunne belangstelling in deze onderneming zoo zeer hebben doén blijken, hoogst aangenaam zijn, en zij zullen zich zeker ook hierdoor ten duurste verpligt achten aan den edelen bestierder van ons gewest, die zich deze zaak zoo ijverig heeft ter harte genomen. Het is waar, dat de beste berekeningen kunnen falen en het is dus mogelijk, dat ook deze ondernemirig ten aanzien der voordeelen voor de geldschieters niet zoo gunstig zijn zal, ais sommigen zich dit voorstellenmaar vooreerst is dit anders te Verwach ten, |en ten andere kunnen die geldschieters dan zeker de aangename ge dachte koesteren, dat zij medegewerkt hebben tot een doel, dat geviris clp de Ijsselstreken eenen weldadigen invloed zal oefenen. Wij houden hét vöor onbetwistbaar, dat de daaruit te verwachten indirecte voordeelen groot zullen zijn. De onderscheidene straat- en kunstwegen, die in de laatste jarëti van alle kanten naar de IJsselsteden gelegd zijn, zullen het vervoer uit hec zich steeds meer en meer ontwikkelende binnenland naar die steden te ster ker bevorderen, wanneer nu ook een spoediger en zekerder vervoer te water zal kunnen plaats hebben. De handelingen tusscben de onderscheidene steden zullen, levendiger worden; de belangrijkheid eener rivier, welke eenen zoo gemakkelijken en natuurlijken weg tusschen de Rijnsteden én Amsterdam daérstelt, zal meer in het oog vallen; en; schoon men zich niet zal nibgen vleijen, den voormaligen zoo bloeijenden handel tusschen Keufe'n en IJsselsteden geheel te zien herleven, zal toch deze stoombootvaart, zöo wij vertrouwen, het hare toebrengen, om aan de bewoners van Se streken langs den IJssel een gedeelte van die voordeelen te hergeven, waarop deze aanzienlijke arm des Rijns aanspraak schijnt te kunnen maken'. W E S T - I N D I E. CüRAfAO den 17 Julij. De rust blijft in Venezuela voortduren. Het Be. stuur gaat met gematigheid te werk, aangaande de staatsmisdadigers. Het zelve had eerst beschikt, dat de algemeene schatkist vergoeding vordereii zou voorde schade en nadeelen, welke door de onwenteling van hetjadr 1835 zijn veroorzaakt geworden, ten welke gevolge beslag gelegd werd op de eigendommen der genen, welke in die omwenteling begrepen waren. Bij een besluit van den 5 Jtinij werd van deze ëisthen afgezien en de regtsge- dingen voor schadevergoeding werden gestaakt. De eischen, die bijzondere personen hebben op schadevergoeding voor'dB nadeelen door deze omwenteling veroorzaakt, blijven desniettegenstaande hare kracht behouden. Er is ook amnestie verleend aan hen, die in dèh opstand van 'de Apnre, onder aanvoering van Farfan, betrokken waren. Hiervan zijn echter Farfan on de bewerkers van dien opstand uitgesloten. De alhier zich bevindende Reformisten, welke in regten betrokken, doch niet gevonnist! waren, hebben, na het ontvangen van het besluit, hetwetfe deze regtsg'edingen sraakt, hunne paspoorten verzo'clu en verkregen. ZelIjS heeft het bestuur paspoorten afgegeven aan een paar hunner, die bij vonnr: van de regtbank gebannen waren. Wij bobben dus bijna alle uitgewekenen zien vertrekken, cïi maken tlJc den tegenwoordigen toestand van Venezuela op, dat deze welligt de laatste uitgewekenen zullen zijn die in de massa bij ons eene schuilplaats heb ben gezocht. Sedert het jaar 1810, toen de onlusten op de vaste kust een aanvaogjna- mén, diende dit e'ilaijd tot eene wijkplaats der overwonnene partij., hetzij Colnmbianen of Spanjaarden, en vervolgens van die der partijen onder de Columbianen zelve. A M E R I .K A. New-Yorksche dagbladen verhalen het volgende ergerlijke voorval, dat aldaar op den 24 Julij in de Duitsche Hervormde kerk heeft plaats gevon den. Omstreeks 11 are traden twee elkander benijdende geestelijkenieder door zijne aanhangers vergezeld, de kerk binnen en betivisteden elkander den toegang tot den predifetoel. Men vocht met stokken en knuppels; zelfs de sietadien van het altaar werden afgerukt en tot wapenen gebezigd. Beide partijen veroverden beurtelings herhaaldelijk den preekstoel, maar wer den telkenmale weder verdreven. Inmiddels werd de stormklok geluid, d.e brandspuiten kwamen aansnellen om de vlammende woede der kemphanen té blusschen. De Policie dwong eindelijk de beide partijen de kerk te ruimen. De twee eerwaarde personen hadden als athleten gevochten; de kleederen hingen hun bij flarden van het lijf. Over Engeland heeft men berigten uit Manilla van den 6 Maart, voj. gens welke toen liet soldaten-oproer te la Granje in die afgelegene Spaan, sche bezitting zijne terugwerking had gehad. Égn in die stad in bezetting liggend bataljon had de Spaansche staatsregeling-van 1812 uitgeroepen en eenen zeer revolutionnairen geest doen blijken. Die geest werd echter door de overige troepen op Luzon niet gedeeld, en de inboorlingen van dit eiland hadden zich zelfs gewapend, om hunne Roomsch-Katholijke geestelijken te beschermen, wier leven, zoo zij meenden, door de revolutionnairen be- dreipd wierd. Bij bet afzenden der berigten heerschte te Manilla en op ge- heel het eiland groote verwarring; ja, men vreesde, dat, indien niet spoe dig e n man van een vast karakter aldaar het bewind in handen namook dit belangrijkste der Phiiippijnsche eilanden voor Spanje verloren zon gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1