F R A N'K R IJ K.
Parijs den 25 Augustus. Men berigt thans van eenen officielen kant, dat
•de man, die voor eenige dagen gevangen genomen is, volstrekt geene vijan-
dige aanslagen tegen den Koning in den zin had, maar een schoenmaker was,
die uit de scheiding van eenen boedel een pistool had ontvangen en thans
daarmede naar huis ging.
Z. M. de Koning zal zich tegen het einde van September naar het
kamp van Compiegne begevenwaarheen de Hertogin van Orleans thans
vertrokken is. Men zegt, dat de Koning aldaar militaire feesten geven zal.
Bij Parijs, in welke stad men alles uitspookt, hebben onlangs twee
dames geduelleerd; zij waren elk van twee secondanten vergezeld; de scho
ten zijn echter gelukkig afgeloopen, zoodat geen harer is gewond; de on-
«enigheid is daarop bijgelegd en zij zijn tiaar Parijs terug gereden.
Den 22Sten Augustus heeft in een gebouw te Vincennes, geschikt ter
vervaardiging van kunst-vuurwerken voor de artillerieeene uitbarsting plaats
gehad, waarbij echter niemand het leven heeft verloren. Men was zeer be.
vreesd voor verdere uitbarsting, daar het kruidmagazijn meer dan 100,000
Itilogr. buskruid bevatte. Er is echter geen verder ongeluk gebeurd.
MENGELINGEN.
FERDINAND FON SCHILL
Weinig namen zijn zoo algemeen in den mond des Duitschen volks over.
gegaan, als de naam van dezen jongen man, welke gedurende vele geslach-
ten 'met hooge achting zal genoemd worden. Het militair-karakter op eenen
tijd, wanneer plotseling het vertrouwen op hetzelve bijna scheen te zullen
verloren gaan, bragt hij, door zijne met het gelukkigste gevolg bekroonde
pogingen, het eerst weder in aanzien; gaf aan zijne diep nedergebogen land-
genooten langzamerhand het bewustzijn van hunne hoogere kracht terug;
ja, blaasde hun eene vervoering in, voor welke de natie, in de bedwelming
van het over dezelve zoo snel losgebroken ongeluk, reeds dood scheen.
Fon Schill was een man van echt Duitschen zin en hart; zijn begrip van eer
het hoogste; zijne vaderlandsliefde gloeijend; zijne bedoelingen zuiver en
vrij van allen eigenbaat; zijne zeden beminnenswaardig. Hij bezat niet die
hoogere vorming van den geest, welke hem bij eene zorgvuldige opvoeding
eigen zou zijb geweest, maar zijn blik was vrij en helder; zijn krijgsmans
talent, in eenen begrensden kring en als partijganger aan de spits van eenige
honderde manschappen, even zoo beproefd als zijn aan roekeloosheid gren
zende moed en zijn rijkdom aan oogenblikkelijke hulpmiddelen. Ondertus.
achen, daar zijn tijd hem hooger stelde, dan hij zich zeiven, en als hij nog
de aanlokkelijkheid niet wederstaan konom in het omgewentelde rad des
noodlots moedig in te tasten, maakte het hem het spoor bijster en stortte
hem in het verderf.
Fon Schill was te Sothöf bij Plesz, in Opper-Silezien, in 1773 geboren.
Zijn vader had zich eerst in het Oostenrijksch, vervolgens in het Sak
sisch leger, gedurende den zevenjarigen oorlog, als partijganger beroemd
gemaakt, en was door Frederik II later in dienst genomen. De zoon, de
jongste van vier broederstrad vroeg in het Dragonder-regiment An-
spach-Baireuth(Ai*rx\i der Koningin), dat te Pasewalk, in Voor-Pommeren,
garnizoen hield; doch hij maakte zich, in stille afzondering, door hoogere
eigenschappen des geests of bekwaamheid en ijver in vredestijd, zoo wei
nig bekend, dat men in het regiment slechts eene geringe meening van hem
had, en men hem bij het uitbreken van den oorlog in 1806, nog slechts als
tweeden Luitenant aantrof. In den slag bij Auerstadt ontving hij aanmer.
kelijke wonden aan het hoofd, redde zich, in de algemeene vlugt voortge.
sleept, met moeite naar Maagdenburg en sleepte zich van daar verder den
weg naar Pruissen op tot naar Kolberg, in Pommeren, waar eindelijk zijne
■uitputting hem dwong zijne geneezing af te wachten. Deze versterkte plaats
Werd ieder óogeriblik door eene belegering der Franschen bedreigd, waartoe
dezelve op geene wijs voorbereid was. Overtuigd, hoe gewigtig derzelver
behoud was, bood zich von Schill aan den Bevelhebber, den Overste
von Loucadouaan, tot het volbrengen van kleine Sfooptogtendeels om
den vijand te verontrusten, deels Om de hier en daar nog voorhanden zijnde
Koninglijke effecten, de openlijke kassen en allerlei voorraad ten behoeve
der vesting aan te schaffen. Met moeite haalde hij twee weggejaagde Dra
gonders van zijn vorig regiment over, bij wie zich nog andere vrijwilligers
-voegden. Met deze deed hij gelukkige strooptogtenverschrikte, door uit
gestrooide geruchten vart eene landing Russische troepen, de vijandelijke
afdeelingen; greep dezelve dikwijls met overgrooten moed aan, en keerde
steeds met talrijke gevangenen en aanzienlijken buit terug. Zijne beraden,
heid, zijn moed en het gevolg van deze kleine gevechten, maakten hem bij
den vijand weldra gevreesd. Hij waagde zich tot aan de Oder en in de
Nteuwmark, en van alle zijden stroomden hem krijgers toe, dié durfden
strijden, wier onbegrensde onafhankelijkheid hij zich door kloekheid eh eene
vriendelijke behandeling wist te winnen. Loucadou evenwel, een zwakke
grijsaard, begreep zoo weinig de waarJe van zulk eenen bijstand, dat hij
den moedigen partijganger niet alleen zjjne verdere ondernemingen bnmoeije-
lijkte, maar hem eindelijk dezelve geheel verbood. Toen deed von Schill
aanzoek bij den Koning en ontving pok de magtiging om een vrij-corps op
te rigtenom in Pommeren den kleinen oorlog op zijn' eigen' hand te voeren.
In minder dan eene maand stonden 4 escadrons husareneene compagnie
rijdende jagers en ligt voetvolk, te zamen omtrent 1000 man, onder bekwa
me officieren, goed georganiseerd en vrij wel uitgerust, te gelijk met eenige
kleine veldstukken, in het veld. Zijn oogmerk was, om bij de uitwatering
van de Oder, op het uit een militair oogpunt beschouwd zoo belangrijk
eiland Wollin, vasten roet te winnen, op beide zijden Stralsund en Kolberg
tot zijne punten van aanraking te maken en van daar, met gedurig aangroei-
jende strijdkrachten, in den rug van het groote Franschen leger, naar alle
rigtingen, werkzaam te zijn. Doch de verkeerde wijze, waarop van de zijde
van Zweden de veldtogt in Pommeren beschouwd was en twee nadeelige
gevechten, welke von Schill tegen het tot Kolburgs belegering aanrukkende,
zich ver uitstrekkende vijandelijke corps bij Stargard en Naugard leverde,
noodzaakte hem zich eindelijk, onder de kanonnen van de vesting Kolberg,
in een versterkt boschje, de Maiknle genaamd, te legeren. Deze als den
eigenlijken sleutel der plaats en den toegang tot dezelve, verdedigde het
corps van von Schill met even zoó véél standvastigheid als dapperheid, 4 maan
den langen het was geheel zonder tegenspraak aan zijne werkdadige mede.
werking te danken, dat Loucadou's zwakte Kolbergs overgave niet ten ge
volge had, en de opvolger van dezen, van Gneisenauin de voortgezette ver
dediging zijn genie en heldenmoed ontwikkelen kon. Fon Schill was zelf
vroeger naar Zweedsch Pommeren gegsan, om zich aldaar, zooals hij reeds
door een vertrouwd officier in Engeland gedaan had, nieuwe hulpbronnen te
openen en aan Bluchcr's zijde met grooten nadruk op te treden. De vrede
van Tilsit brak deze bijna tot rijpte gekomen ontwerpen af. De Monarch
bénoemde echter den verdienstelijken von Schill tot Majoor, verhief zijne
troepen tot een regiment ljjfshusaren en wees hem de hoofdstad tot hoofd-
kwartier aan.
Fon Schilt was de afgod des volks geworden, en zijn intogt in Berlijn, het
volgende jaargeleek eene zagepraal. Hoe bescheiden de wakkere krijgs
anan deze huldiging van zijne landgenooten ook opnam, en hoe zeer daaren
boven in zijn karakter lag om zich op zijne verdiensten weinig te laten voor
staan. zoo kon het echter niet missen, of zijn zelfvertrouwen moest aanwak
keren en eene onwillekeurige te hooge waardering van zijne krachten en van
zijnen invloed op den geest van het Duitsche volk bij hem veroorzaakt wor
den. Bovendien voegden zich Vati alle kanten heethoofden bij hem, welke
ten deele overspannen gedachten bij hem aankweekten en zijnen helderen blik
verduisterden. Aan lret Deugd-verbond was hijten minsten bij het eerste
ontstaan, niet zonder aandeel, en haat tegen Napoleon was altijd zijn gloei-
jendste hartstogt, als ooit zijne verwachting, dat Pruissen bij de eerste gum.
stige gelegenheid tegen den Keizer zou losbreken. Dit oogenbltk scheen
eindelijk gekomen, als Oostenrijk in 1809 Napoleon den oorlog verklaarde.
Doch de krachteloosheid van Pruissen vorderde eene omzigtige staatkunde.
Deze stemde niet overeen met de denkbeelden van eene geheime partij
welke op de algemeene ontevredenheid in geheel Duitschland rekende en
het daarvoor hield, dat Pruissen, ook tegen zijnen wil, door eenen gewaag,
den strijd, daar hetzelve geene andere keus overbleef, eene kans moest
wagen Fon Schill was toe Werktuig van dezen verschillenden aandrang,
maar ook ten offer van denzelven, verkozen. Kort te voren had reeds een
Afgevaardigde van onderscheiden landelijke gemeenten van het Graafschap
Ravensberg heimelijk en herhaald van hem geëischt, den opstand, welken
zij wilden doen ontstaan, met kracht te ondersteunen. In Hesse, gelijk be
kend waswas eene volksbeweging door den Overste von Dörrtbcrg daargesteld.
In het geheele Koningrijk Westfalen gisten de gemoederen door eene duistere
ontevredenheid; van Koningsberg, waar toen nog het Pruissische Hof ver.
toefde, ontbrak het niet aan vertrouwelijke mededeelingen, dat het uur ge.
slagen was, om wat groots te wagen. Fon Schill bedacht zich niet langer.
Onder het voorwendsel zijn regiment in groote veld-manoenvren te oefe
nen, trok hij den 28 April van Berlijn met hetzelve af, zonder weder te
keeren. Eerst op de oefeningsplaats maakte hij aan zijne officierenvan
welke tot biertoe slechts de een en ander in het geheim gekomen was,
zoo als aan de overigen, die hem vergezeldenin eene vurige rede het eigen
lijke oogmerk van den togt bekend, aan welken de geheime toestemming van den
Monarch niet ontbrak. Allen gaven hem hunne onvoorwaardelijke toestem
ming velen die toevallig teruggebleven waren onder anderen eene com
pagnie ligt gewapend voetvolk, ijlden hem op allerlei wegen achter na, om
zich aan hem te sluiten. Niet aangestelde officieren stroomden naar hem toe,
om hun geluk onder zijn zoo dapper verworven vaandel te beproeven. Zoo
zette hij zich naar de Elbe in marschwelke hij bij Witteinberg overtrok.
Doch hier leerde hem zijne eerste ontvangst, dat hij zich inde stemming
der Saksen bedrogen had. Hij wendde zich nu naar DessauKöthen en Bein-
burg, marscheerde Halle binnen en vernam eerst hier, met eene verbazing,
die zijne tot hiertoe betoonde voorberekening op het diepst moest schokken
dat Napoloen reeds het gezamenlijk leger van Oostenrijk in de gevechten van
Tann, Abensberg, Eckmühl en Regensburg binnen weinige dagen verslagen
had. Van deze oogenblik aan was het beslist, dat Pruissen zich, zoo als
het ook gebeurdevan de onderneming van von Schil op iedere wijs moest
losrukken. Ook de opstand van von Dömberg in Hessete vroeg uitgebro
ken zijnde, moest in den beginne onderdrukt worden. Fon Schill riep daarom
zijne officieren den 4 Mei in eenen krijgsraad bijeenen vroeg of men over
de Elbe terugtrekken en de onderneming opgeven zou Dit vond de leven,
digste tegenspraak. In Hesse scheen nog niet alles verloren. De stemming
van Westfalen bood een wijd veld voor nieuwe hoop; geheel Noord-Duitsch.
land scheen ontbloot van vijandelijke troepen; men kon den kleinen oorlog
nog overal voeren, en inzonderheid liet zich in Oost-Vriesland, door de na
tuur en den rijkdom van het land begunstigd, eene voortreffelijke stalling voor
de krijgsoperatien vinden, welke tegelijk in het ergste geval eenen zekeren
terngtogt over zee naar Engeland aanbood.
De verdere togt werd beslotenmaar vond tegenstand bij het dorp Doden-
dorf, waar een deel van de zwakke bezetting van Maagdenburg den 5 Mei
hem zijnen marsch zocht te verhinderen. Het gevecht was bloedig en niet
beslissend. Fon Schill verloor velen van zijne beste officieren en wendde
zich daarop naar Wanzleben, maar van daar, in plaats van zijnen weg tot
Brunswijk te vervolgen, naar Tongermünde en inden Altmark. Hier waren
eerst voor kort eenige pogingen, om het volk op te rtiijengeheel mislukt
en ook von Schill vond noch den gehoopten toeloop onder zijne vanen,noch
eene levendige neiging, om aan zijne proclamatien gehoor te geven. In
Kassei was hij voor eenen roover en rustverstoorder verklaard en een prijs
van 10,000 fr. op zijn hoofd gezet. Besluitteloosheid en doelloosheid open
baarden zich meer en meer in zijne operatien. Ofschoon hem van Maagden,
burg weinig in den weg kon gelegd wordenzoo wist bij tochdat in Ha
nover onder den Generaal Gratiën een Ilollandsch en in Holstein onder den
Generaal Eu/ald een Deensch corps verzameld werd, om gemeenschappelijk
tot zijne onderdrukking zamen te werken. Een tijd lang hoopte hijdoof
de bemagtiging van het kleine Mecklenburgsche fort Dömitz aan de Elbe
een steunpunt, tegelijk met geschut en wapenvoorraadgevonden te liebbeni
Doch eer nog Gratiën voohdietzelve verscheen en bij den eersten aanval
weder bemagtigdehad Von Schill de ondoelmatigheid van dat denkbeeld
reeds bevroed en was, misschien opdat de Engelschen hem de hand zouden
bieden, naar de kusten der Oost-zee op Wismar en Rostok gemarcheerd,
doch beide plaatsen weinig beloovend voor zijne hoop gevonden. Slechts
Stralsund bleef hem, daar de Hollanders en Denen hem meer en meer dron
gen, als laatste toevlugtsoord over. Eerst moest hij echter, om daarheen
te geraken, bij Damgarten eenige verzamelde Mecklenburgsche troepen,
die hem den pas wilden afsnijden, verstrooijen. Stralsund zelve, waarvoor
hij een klein Frarisch artillerie-park vond, werd zonder grooten wederstand
genomen. Hij hield deze plaats, die nog eCnige sporen van vroegere ver
sterking droeg, door hare ligging binnen groote grachten voor sterk genoeg,
0111 zich in dezelve tegen zijne tegenpartij te verwerenen verzuimde ook
niet de werken, zoo spoedig mogelijk, te herstellen. Tot betere verdedi*
ging van dezelve had hij de Zweedsch-Pommersche landweer opontboden,
welke echter niet zeer snel was, om aan dat bevel gehoor te geven, ech
ter groeide zijne gewapende magt tot 2000 man aan. Omstreeks 500 man
andere troepen was te Warnemiinde scheep gegaan, zonder zich nog weder
met hem vereenigd te hebben.
Na weinige dagen, den 31 Mei; kwamen zijne vervolgers, 5 a 6000man
sterk, voor Stralsund opdagen, en grepen hem van de zijde van de Knieper
Poort aan, waar hij het het minst verwacht had. Na eene heftige kanonnade
trokken zij, trots den vertwijfelendsten tegenstand, stormenderhand de stad
in. Nog in de straten zetteden de wijkenden het gevecht voort. Fon Schilt
zelf was overal in het heetste van het gevecht aan de spits der zijnén, dié
trouw bij hem bleven en hieuw eigenhandig den Hollardschen Generaal
Carteret van het paard. Doch op vele plaatsen gewond en in het zadel
wankelendtroffen hem eenige fusiliers bij het retireren in eene zijstraat
aan en Holiandsche jagers hieuwen hem uitgeput zijnde geheel in stukken.
Zijn dood was niet zoolra bekend, of alle verdere tegenstand had een einde.
Slechts omstreeks 150 ruiters met eenige jagers sloegen zich dapper er
door in het open veld en verkregen de vergunning van eenen vrijen aftogt
naar de Pruissische grenzen, zoo als ook de ingescheepten nog vroegtijdig
genoeg den omkeer in Stralsund vernamen, om weder naar Warnemiinde
terug te zeilen. De Pruissische Regering zond de wedergekeerde troepen
naar Pruissen en stelde de officieren voor eenen krijgsraad, welke hen tot
vesting-arrest en Verbanning veroordeelde. De bij Dodendorf en Stralsund
gevangengenomen 12 officieren werden door de Franschen naar Wezel ge*
voerd en daar doodgeschoten, de overigen sleepte men naar het binnenste
van Frankrijk, waar zij ten deele tot aan Napoleons val op de galeijen ver*
smachceden.