Heden middag ren een .nrc had alhier de teraardebestelling plaats van vijl en den beer Franfois de la Ton;-, gepensioneerd Colonel der hussaren geboren te Brussel, cn in deze Residentie, in den ouderdom van 54 jaren, overleden. Colonel de la Tour, officier van liet legioen van eer, heelt eene eervolle militaire loopbaan gehad; in België werd hij vooruiaals als de beste kavaierie-officier aangemerkt. Na zijne terugkomst uit de Oost-In- dien, alwaar hij mede met eere gediend heeft, is de beer de la Tour gepen sioneerd, en siiits dien tijd heeft hij voordurend deze Residentie bewoond. De ter aarde bestelling geschiedde met inachtneming van alle de eerbewiizin- gen, welke men aan den hoogen rang van dezen dapperen krijgsman ver schuldigd was. I'U't 'corps mozijkancen der grenadiers zich in het kamp be vindende, hebben de heeren muzijkanten der schutterij uit deze Residentie zich aangeboden, om de lijkbare te vergezellen, welke door 200 man en den staf der bezetting gevolgd werd, alwaar door alle de landgenooten van den Colonel de la Tour, die zich in deze stad bevinden, benevens de bloed verwanten en een groot aantal vrienden des overledenen. Sedert eenigen tijd waren er, van de zijde van verschillende winke liers, aanklagten bij de Policie alhier ingebragt, wegens eene vrouw die zich, onder bedriegettjke voorgevens, goederen toeeigende.. Het signalement der bedoelde vrouw alleen was het spoor, waarop de Policie hare navorschingen konde bewerkstelligenen het is dan ook slechts daarop, dat het den heer Commissaris van Policie IVatdeck in persoon ge lukt is, deze vrouw eergisteren namiddag, op de openbare stiaat, aan te houden. Zij is genaamd Antonia van der Beekmen heeft te haren huize, bij visitatie, voor nog eene aanzienlijke waarde aan goederen, alie op de bovengemelde bedriegelijke wijze door haar verkregen, gevonden. Men gaat voort in de vlakte van Waalsdorpnabij deze Residentie proeven met zwaar geschut te nemen. Uit Rotterdam meldt men van den 2 Augustus: lieden namiddag liep van de werf St. Joris, met liet beste gevolg, van stapel het fregatschip Admiraal Zoutman, groot circa 1000 tonnen, gebouwd voor rekening van den heeren C. en A. Vlierboom, door de scheepsbouw meesters de Jong, Kortelandt en Anthony, en werd al dadelijk door hen op dezellde wert en voor dezelfde rekening eene kiel opgehaald voor een fre gatschip van gelijke grootte, hetwelk den naam zal voeren van Banca. r Uit Amsterdam meldt men van den 3 Aitgustns Bij afwezigheid van Zijne Exc. den Baron van Pallandt van Kepptl, Mi nister van Staat, beiast met de Zaken der Protestantsche Kerken, is de Tweede Algemeene Kerkelijke Vergadering der Herstelde Evangelisch Li», thersche Kerk alhier geopend door den heere Secretaris en Adviseur Janssen. Deze vergadering is genoegzaam op dezelfde wijze zamengesteld als in het jaar 1836, en wordt bestuurd door dezelfde Moderatoren. Uit Vlissingen schrijft men van den 31 Julij Heden vertrekt per stoomboot, uit deze vesting een detachement van het reserve-bataljon der 13de afdeeling infanterie, sterk 4 officieren en200 on der-officieren en manschappen, naar het fort Bath, ten einde het aldaar liggende detachement van het reserve-bataljon der 18de afdeeling infanterie, af te lossen, hetwelk heden binnen deze vesting wordt terug verwacht. Uit het kamp van Reijen meldt men van den isten dezer, dal door de gedurige regens de exercitien, die dagelijks plaats moeten hebben, geen voortgang hebben gehad, of zijn uitgesteld geworden. Den 29 Julijonder anderen, had er in het kamp een geweldige stortregen plaats, vergezeld van hevig onweder en een verschrikkelijken storm. Den 30 Julij is er, met den meesten spoed kerk- en in het geheel geen groote parade gehouden kunnen worden. Den 3isten, des morgens, heeft de aanhoudende regen wederom belet, de exercitien voort te zetten; des avonds, toen het weder wat opgehelderd was, rukte de geheele divisie naar de heide uit. Den ïsten dezer voerden de troepen, in weerwil van het regenachtige weder, manoeuvres uit. Uit het kamp van Reyen wordt nog nader gemeld, dat aldaar jongstleden Woensdag den aden dezer, de verjaardag van Z. K. H. Prins Alexander, tweeden Zoon van Z. K. II. den Prins van Oranje, zoo veel het weder toeliet, plegtiglijk is gevierd geworden. Reeds ten 4 ure in den morgen, even na de reveille, werd door de corpsen muzijkanten van de afdeeling grenadiers en van drie afdeelingeneene serenade aan Z. K. H. den verja- renden Prins gegeven. Al de tenten van het bataljon grenadiers, dat onder des Prinsen hevel staat, waren met vlaggen, zoo nationale als oranje-kleu rige versierd, benevens die van Zijne Exc. den Generaal van Ceen. Ten elf ure is door eenige manschappen van gemeld bataljon naar de schijf ge schoten; de bij die gelegenheid behaalde prijzen werden door Z. K. II. uit gereikt. Te Tilburg is een groot diner gehouden voor al de heeren hoofd officieren uit het kamp. In den nacht tusschen den 2den en 3den dezer heeft zoo over het kamp als in de omstreken weder een zwaar onweder gewoed, gepaard met regen, doch in den morgen was de lucht dermate opgeklaard, dat de gewone exer citiën konden plaats hebben. PORTUGAL. Lissabon den 23 Julij. De opstand ten behoeve der erkenning van de grondwet van Don Pedro verspreidt zich meer en meer in het noorden van Portugal. De bezettingen van zes plaatsen hebben zich reeds bij dien opstand gevoegd en men is wel van gedachte, dat de troepen, die tegen hen afge zonden worden, ook tot den opstand zullen toe treden. De Koningin schijnt de zaak zelve te begunstigen, daar zij slechts met geweid er is toe kunnen gedrongen wordenom de tegenwoordige constitutie te onderteekenen. Zij heeft de volgende proclamatie afgevaardigd: Portugezen „Ik zie met een diep gevoel van smart, dat de rust en het geluk van mijn dierbaar volk in de waagschaal gesteld worden. De geesel des burger- oorlogs bedreigt op nientv het vaderland. Boven den haat en de hartstogten der partijen verheven, die van mijnen naam tot benadeeling van de zaak der natie misbruik makenschijnen eendragt en onderlinge verzoening mij het eenige middel toeom de natie van den rand des afgronds te reddendie zieh voor haar opent. Portugezen! Ik vermaan u tot eendragt en verzoening. Brengt mij niet in de noodzakelijkheid^, om alle de gestrengheid der wetten te gebruiken tot handhaving der orde en rustzonder welke geen volk ge lukkig zijn kan. De Koningin." SPANJE. Berigten over Parijs van den a Augustus. Telegraphische Depeciie. Bayonne, 31 Julij, 2J ure. Don Carlos is te Cantavieja teruggekeerd, alwaar hijzoo men zegt, ziek ligt. Zijne troepen zijn, even als de benden uit Arragon en Valencia aldaar hereenigd. Espartero en Oraa zijn naar die plaats opgetrokken, en zullen het beleg om dezelve slaan. De Gazette de France meldt Wij hebben, zegt dit dagblad, tijdingen uit het Koninglijk hoofdkwartier. Het leger, Sterk van 12 tot 15,000 man, schijnt zich te Cantavieja te wil. len concentreren. Het heeft niets van zijnen voortreffelijken geest verloren. Ten gevolge der vooraf door Cabrera gemaakte approvianderingen, is het minder geplaagd door de moeijelijkheid om zich leeftogt te verschaffen, dan de troepen van Espartero en Oraa, die op Cantavieja aanrukken. De Messagervoor dc'Christinos gezind, bevat deze tijding: De ontvangen berigten luiden zeer nadeelig voor de zaak der Koningin. De Carlisten vermeesteren alzoo niet slechts sterke piaatsen in Catalónie- niet slechts zijn twee hunner colonnes de Ebro overgetrokkenmaar ter! wijl zij zich aan de kusten der golf van Lyon nestelen, maken zij zich ge. reed, om ook eene sterke stelling aan de golf van Gascogne te vermeesteren. De verovering van Santander zóu een gewigtiger feit zijn, dan tot nu toe in dezen oorlog heeft plaats gehad en ongelukkig zijn de bewoordingen der depêche van dien aard, dat zeer wel dé teiegraaph ons een volgenden dag den val dier vesting zou kunnen aankondigen.Don Carlos houdt zich altijil te Cantavieja op. Buerens, Espartero en Oraa hebben slechts geringe vorde. ringen gemaakt; zij schijnen te aarzelen, om zich in dat gedeelte der geberg. ten van Arragon te wagen men wil daarenbovendat zij door gebrek aaii levensmiddelen lijden. Van eenen anderen kant echter meldt men, dat de toestand van den Pre. tendent dagelijks hagchelijker wordt. De Navarrezen zonden tot het uiterste gebragc wezen en bij menigte deserteren. Het leger van D011 Carlos zon aai alles gebrek hebben. Een provinciaal Commandant in Andalusie heeft het volgende aan de Koningin geschreven: Ik ben de vertoogen moede, die ik bij uw Gouvernement heb ingediend; met bede dat het een einde zoude maken aan de ijsselijkbeden des oorlogs; het ontbreekt mij aan alle middelen. De vaderlandsliefde maakt het mij ten pligt, mij tot Uwe Majesteit té wenden. Niets, Mevrouw, is droeviger dak de toestand van dit land en die van de provincie van Toledo. De benden van TuraMundaLagoLuarez, el Talconere en anderen zijn er meester. Ellende is thans het eenige deel der anders zoo rijke en zoo bloeijende steden van de Taga. Het is derhalve noodig, dat U. M. zich haaste andere hoofden te benoe. men, die meer vertrouwen inboezemen, of deze provinciën zullen welligt nog meer te duchten worden dan de Baskische. De rijke streken van Pusa SangrevaGebalo en Taga staan reeds onder de heerschappij der Carlisten. Een paar honderd van dezelve verschijnen zonder vreeszonder iets te wa. gen in steden van vijf en zes duizend zielen bevolking. Verneem het Me. vronw, want het is de algemeene kreet; niet een ieder wenscht het einde van dezen verwoestenden oorlog; de landbouwende klasse alleen wenscht den vrede. Deze klasse alleen spreekt die taal der opregtheid, welke ik de eer heb tot CMevrouwte rigten. Berigten over Parijs van den 3 Augustus. Telegraphische Depeches. 3ordeaux, 1 Augustus, ten 1 ure. Ik verneem over zee van Santander den 28 Julijdat Don Carlos (misschien Castordie provincie was binnengetrokken, aan het hoofd van 2400 man, en dat hij te Carriedo was. Eenige troepen waren vertrokkenom hem te obser. veren en meD wachtte er 4 bataljonsvan San-Sebastian komende, om hein te bevechten. Uit Pampeluna schrijft men van den 27 Julijdat de expeditie van Za. riateguysterk zeven bataljons en twee escadronsdefinitivelijk den22Stenbij Piedra-Lata den Ebro is overgetrokken de rigting nemende naar Santa Ca. silda. De Generaals Alcala en Escalera waren op marsch gegaan en zpudes zich den aósten te Bellarada vereenigen, ten einde deze expeditie te vervol, gen, die waarschijnlijk de aandacht van een gedeelte der Don Carlos benaau. wende krijgsmagt tot zich wil trekken. De post uit Saragossa gisteren niet aangekomen zijnde weet ik niets na. ders aangaande den tocht van den Pretendent; op de grenzen verhaalde men dat hij te Cantavieja, alwaar hij zijne gansche magt schijnt zaamgetrokken te hebbenziek ligt. Bordeaux, i Augustus, 5J uur des avonds. Men schrijft van Saragossa den 29steu, dat Don Carlos met al zijne magt eene beweging naar den kant van Cenia, in de rigting van den Ebro gemaakt heeft en dat Oraa hem met zijne troepen volgde. Narbonne, 2 Augustus, 4J uur des morgens. De Baroh de Meer heeft met 600 man en 300 paarden de passage van Cap. sacosta geforceerd en zich naar Campredon begeven. Urbistendo was den 2isten op eenen kleinen afstand van Rïbas. Den 22sten waren er nog tal. rijke benden in den omtrek van Valencia. De Pretendent was den ipden tel Rubiclos met de Navarrezen en Cabrera. Men schrijft van Barcelona van den 28sten, dat Tristany altijd^in de omstreken van Molins del Rey was, dat land op contributie stellende. Berigten over Parijs van den 4 Augustus. Telegraphische Depeche. Bordeaux 2 Augustus7 ure des avonds. De Pretendent, na zijne beweging aangewezen en begonnen te hebben nair den kant van Cenia, is op nieuw in de rigting van Doraca wedergekeerd, Volgens de tijdingen van Saragossa van den 3osten, was hij in de omstrekei van Iznesa en Monforte. De tijdingen van Madrid van den 29Sten meiden niets belangrijksdan eei ontwerp van wet voor eene nieuwe buitengewone belasting, door Mendiu- bal aan de Cortes aangeboden. Dit ontwerp bevat 14 artikelen; de belasting zal. geheven worden in éént keer, op al de rijkdommen van de natie, percents-gewijze. Wij zullei die artikelen in onze volgende mededeelen. ITALIË. Rome den 8 Julij. Voor weinige dagen werd in het paleis van Don Migiu'. een groot paket met het opschrift: aan Zijne Cetrouwste Majesteit, Du MichaelKoning van Portugal nedergelegd. De brenger zou gezegd hebben, dat het van het Staatssecretariaat kwam. Don Miguel vond, nadat hij er een! menigte omslagen van afgetrokken had, in het binnenste van het pakkete« bedelaarsschild benevens het diploma met het nommer, onder hetwelke k| in de klasse der gepriviligeerde bedelaars werd opgenomen. Van wien den dubbelzinnige scherts komt, is onbekendwonderlijk echter is het, dat d: daad zelve zoo bekend is geworden. Nog meldt men uit Rome van den 22 Julijdat, hoewel de cholera K die stad nog niet was doorgedrongen, de Regering echter alle maatregelei bleef nemen welke voor den gezondheids-toestand der stad dienstig wares; ook voorzag dezelve Rome van levensmiddelen. Ook de geestelijkheid hi! het hare. gedaan. In 24 kerken, allen aan Maria toegewijd, heeft dezelve 8 dagen lang boetpredikatiën en gebeden bevolen; gedurende dien tijd ware: alle openbare vermakelijkheden verboden. Zoo lang de godsdienst-oefenisi duurdewaren alle koffijhuizen enz. gesloten; vooral was de nachtmuzijkll bijzondere huizen verboden. DUITSCHLAND. Beri.ijn den 27 Julij. In de jaren 1835 en 1836 zijn er in Silesien in! fondatien gedaan, zoowei voor de kerken en scholen, als ook voor gt' stichten van weldadigheid en andere inrigtingen van openbaar nut. Dell inrigtingen hebben in die twee jaren eene som van 216,909 Rksd. ontvsi1 gen. Alzoo is de geest van menschlievendheid van de bewoners van 4 provincie, welke in de vorige jaren jaarlijks eene middelmatige som v« 100.000 Rksd. had opgeleverd, niet verminderd geworden. Nog schrijft men uit Berlijn, dat er nog steeds treurige berigten omtret den handelstand in de provincie ontvangen worden. Op onderscheidt! plaatsen waren wederom aanzienlijke bankroeten voorgevallen. Vele fabr| kanten hadden op de laatste mis te Frankfort aan den Oder hunne goederel met groot verlies moeten verkoopen, om maar eenig geld te krijgen. II

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2