TTet vcvlietigt "Hi dat ik, Mi liet bestijgen van den troon, bet land in vriendschap vimle met al de vreemde Mogendhedenen terwijl ik de verpligtingcn der kroon getron- rvcliik vervul en «nauwgezet waak voor de belangen mijner onderdanen, zal het blijven de ti .eiwit van mijne zórgen zijn, dat ik bun den voortdttur van de weldaden des vre- des verzekerc. Mijne Hkerrn van de Kavf.r der Gemeenten!^ Ik dank u voor dc subsidien, welke gij voor de dienst van bet jaar,gelijk inedc voor 'deelden, welkcgij ter voldoening van de gewone betalingen'der civiele lijst, hebt verleend. jk zal bevelen gevendat de openbare uitgaven in alle takken van naauwgezette spaar zaambeid behandeld worden. Mylords en Mijne Hf.erf.n! Van dit Parlement afscheid nemendebedank ik u voor den ijver en de vlijtwanr- Dicde gij de openbare aangelegenheden des lands hebt behandeld. Hoewel uwe werkzaamheden door' de voorgevallen smartelijke gebeurtenis zijn gestoord geworden, voed ik de overtuiging, dat zij de bevordering der wetgevende handelingen \an een uieuw Parlement tot onmisbare uitkomst zullen hebben. Met genoegen zie ik, dat gij eenige nuttige maatregelen tot rijpheid hebt gebragt, onder welke ik bijzonder opmerk de wijzigingen,in het lijfstraffelijk wetboek en de ver mindering van het getal der doodstraffen. ïk merk deze verzachting in de strengheid der wet aan als een gunstig voorteellen bij den aanvang mijner regering. Ik bestijg den troon met volle bewustheid van de op mij drukkende verantwoordelijk^ beidmaar ik aanvaard dezelve met de overtuiging van de zuiverheid mijner persoonlijke bedoelingen, daarbij mijn vertrouwen stellende op de bescherming van den almagtigen God. Al mijne zorgen zullen niets anders ten óógmerk hebben dan onze burgerlijke en kerkelijke instellingen hechter te vestigen, dooT het maken van verbeteringen, wanneer dezelve zullen noodzakelijk worden geoordeelden bet aanwenden van al mijne pogingen om elke aanleiding tot haat en tweedragt uit den weg te ruimen. Naar deze beginselen handelendezal ik met vertrouwen berusten op de wijsheid van bet Parlement en de liefde van mijn volk, die de ware steunselen zijn van de kroon en de waarborg voor de stabiliteit der constitutie. Men roemt de bevalligheid en welluiddendtiêid van stemwaarmede H. Mi de troonrede heeft uitgesproken. Nog de zelfden dag is bij Koninglijke proclamatie bekendgemaakt, dat het Parlement ontbonden en den n September weder bijeengeroepen wordt. Bij eene andere proclamatie der Koningin, is de vereeniging van de Schot- sche Pairs gelast, om er 16 uit te kiezen, die in het Hooger-Huis zitting moeten nemen, In de zitting van het Lager-Huisvoor de komst der Koningin, heeft de heer Thompson gevraagd, of de proclamatie van den Koning van Hanover een echt stuk was: en toen de Minister hierop niet regtstreeks antwoordde, zeide hij eene motie te zullen doen, zoo hij naderhand wederom gekozen werd, om den Koning van Hanover, bij overlijden van Koningin Victoriavan den troon uit te sluiten., Te Londen is de Baron Fagel aangekomen, door Z. M. den Koningder Nederlanden beiast met gelukwenschingen aan Koningin Victoria. De fabriek van lucifers-zwafelstokken van den heer Seabrook is gespron gen en de eigenaar deerlijk gekwest. In een "Graafschap heeft een man wederom zijne vrouw voor 2 schil lingen verkocht. Een ljonderdtal manschappen van het Engelsch legioen in Spanje, is te Plymouth aangekomen, Volgens berigten van de Kaapstad, van 6 Mei, was het in het Kafler- land rustig, en scheen dit vooreerst wel in dien staat te zullen blijven. Het was de oogsttijd; de oogst stond zeer overvloedig en de bewoners der onder scheiden dorpen waren druk bezig dien te innen. De handel der kolonie was vooruitgaande, vooral door de pogingen van het bewind om gemakkelijke en versnelde gemeenschap daar te stellen. Zeer aanzienlijke sommen waren ingeschreven, met oogmerk om het invoeren van stoombooten langs de kust te bevorderen. De gezamenlijke waarde der uitvoeren voor liet jaar 1836 wordt tot 385,384 opgegeven, dat der invoeren in hetzelfde tijdsbestek 879,769 Onder de uitvoeren wordt weder de koloniale wol gevonden, en wel als het artikel, waarbij de voornaamste vermeerdering kan worden op gemerkt; in 1829 beliep de gezamenlijke waarde der van de Kaap uitge voerde wol 1220 in 1836 ging die waarde 26,000 te boven. F R A N K R IJ K. Parijs den 21 Julij. Het tractaat,tusschen den Generaal Bugeaul en Abdel. Kader gesloten, is het volgende: Art. 1. De Emir Abdel-Kader erkent de heerschappij van Frankrijk in Afrika. Art. 2. Frankrijk behoudt voor zich, in de provincieOran,Mostaganem, Masagran en derzelver grondgebied, Oran, Arzewen daarenboven een grondgebied, hetwelk begrensd zal zijn, een oosten door de rivier Macta en het moeras, waaruit zij haren loop neemt; jen zuiden door eene lijn, die van het zoo even vermelde moeraslangs den zuidelijken oever van het meer Sebgha heenen loopt, en zich tot aan de Otied-Malah (Rio Salado), in de rigting van Sidi-SaTden van deze rivier tot aan de zee verlengtzoo danig dat geheel het in dien omtrek besloten terrein Fransch grondgebied zal zijn In de provincie Algiers: Algiers de Sahelde vlakte van Mitidja (Metid- schiah), welke begrensd zal zijn ten oosten door de Oued-Khadra en hetgeen daarbij ligtten zuiden door den eersten bergrug van de voorste keten van den Atlas tot aan de Chiffa, zoodat Blida (Belidah) en deszelfs grondgebied daarin is begrepen; ten westen door de Chiffa, tot aan de bogt van Masa- franen van daar door eene regte lijn, waardoor Coleali en deszelfs grond gebied —ede wordt ingesloten, tot aan de zee; zoodanig, dat geheel het in dien omtrek besloten terrein Fransch grondgebied zal zijn. Arr. 3. De Emir zal de provincie Oran, die van Tittery, en het weste lijke gedeelte van die van Algiers, voor zoo verre dit niet binnen de bij art. 2 opgegevene-grenzen besloten is, besturen. Hij zal in geen ander ge deelte van het regentschap kunnen doordringen. Art. 4. De Emir zal geenerlei gezag kunnen uitoefenen over de Muzel mannendie op her-aan Frankrijk voorbehouden gebied willen wonen; maar dezen zullen de vrijheid bezitten, om op het grondgebied, hetwelk de Emir bestuurt, ce gaan leven; zoo als dan ook de bewoners van het grondgebied van den Emir zich op het Fransche grondgebied zullen kunnen gaan vestigen. Art. 5. De op het Fransche grondgebied wonende Arabieren zullen daar geheele godsdienstvrijheid genieten. Zij zullen daar Moskeeën kunnen bou wen, en onder het gezag hunner geesteiijke hoofden, in alle opzigten hunne godsdienstige voorschriften kunnen naleven. Art. 6. De Emir zal aan het Fransche leger verschaffen 30,000 Oransche fanègues tarwe; 30.000 Oransche fanègues gerst, en 5,000 ossen. De afleve ring dezer levensmiddelen zal te Oran bij derde gedeelten plaats hebben; en wel het eerste derde van den isten tot den 15 September 1837, en de beide anderen van twee tot twee maanden. Art. 7. De Emir zal in Frankrijk het buskruid, de zwavel en de wapenen koópendie hij zal noodig hebben. Art. 8. De Koulouglis, die te TIemcen of elders zullen willen blijven, znllen aldaar vrijelijk hunne eigendommen bezitten en even als de Hadars behandeld worden. Degenen, die naar het Fransche grondgebied willen ver trekken, zullen hunne eigendommen vrijelijk kunnen verkoopen of verhuren. Art. 9. Frankrijk staat Rachgoun (zoo wordt de streek langs de Tafna door de Arabieren genoemd), TIemcen, de Mechouar en de kanonnen, die zich voorheen in de laatste citadel bevonden, aan den Emir af. De Emir verbindt zich, om alle de goederen, alsmede de krijgsbehoeften en levens, middelen van de bezetting van TIemcen naar Oran te doen vervoeren. Art. 10. De koophandel zal tusschen de Arabieren en de Fransehen, die zich wederkeerig op het eene of andere grondgebied mogten komen vesti gen vrij zijn. Art. 11. De Franschen zullen bij de Arabieren, even als de Arabieren bij de Franschen geëerbiedigd wórden. De landhoeven en eigendommen, 'diè de Fransche onderdanen op het Arabische grondgebied verkregen hebben of znlien verkrijgen, zullen hun worden verwaarborgd. Zij Zullen daarvan vrijelijk genot hebben, en de Emir verpl'igt zich, om de schaden, die de Arabieren hun zoude doen ondervindente vergoeden. Aft. 12 De op het wederzijdsch grondgebied gevingte misdadigers zullen uitgeleverd worden. Art. 13. De Emir Verbindt zich, om geenerlei punt van de zeekust zouder magtiging van Frankrijk, aan eenigerhande ftfogendheid af te staan. Arr. 14. De (buitenlandsche) koophandel van het regentschap zal slechts door middel van de door Frankrijk bezette havens kunnen plaats hebben. Art. 15. Frankrijk zal zaakgelastigden bij den Emir en in de aan zijn be stuur onderworpene steden kunnen onderhoudendie bij hem voor de Fran sche onderdanen Zullen kunnen tusschen beiden komen, indien deze over handelszaken of andere belangen geschillen met de Arabieren mogten hebben. De Emir zal in de Fransche steden en havens dezelfde bevoegdheid bezitten De Fransche Gezant in Spanje, die zich thans met verlof te Parijs op hield, heeft van zijne Regering bevel ontvangen, om dadelijk cp zijnen post terug te keeren. Men maakt reeds gereedheid tot het vieren van de Julij-feestentot dezelve zal Bet afsteken van een groot vuurwerk behooren, voorstellende den optogt van Lodewyk Philips uit het paleis-royal naar het stadhuis, in 1831. Men spreekt weêr, dat er eene legitiiniscische zamenzwering zou onr- deltt zijnin welke onderscheidene hooge personen zouden betrokken wezen. MENGELINGEN. Het OPROER van het REGIMENT FROHBERG. 'Vervolg Deze mannen, de moedigste van hét regiment, en buitendien op de sterkte der vesting eh de schijnbare laauwheid hunner vijanden vertrouwendehoop ten, dat zij eindelijk eene eervolle capitulatie zouden kunnen sluiten. Hun toestand was in eenige opzigten ook verbeterd. Daar zij minder talrijk wa ren, deed het gebrek aan levensmiddelen zich minder gevoelen, en verston den zij zrch beter. Eene andere oorzaak van twisten was ook weggenomen daar de spldaten, die overbleven alle Grieken waren zonder eenige vermen, ging van Slavoniers en Albanezen. Hunne zaken namen echter spoedig eenen anderen keer. Een ofiicier der Koninglijke marinede Kapitein Collinsbeproefde eenen storm in den nacht en slaagde door zijnen moed in het bemagtigen van alle werken, uitgezon derd een belangrijk gebouwhet kruidmagazijn. Bijna alle de muitelingen vielen in zijne magt; bij het natellen der gevangenen en gesneuvelden over tuigde men zich dat er slechts zeven in het magazijn overbleven. Dit ge bouw bijna midden in het fort gelegen maakte eene soort van Acropolis uit. Het was door geen werk, tot verdediging, omringd, maar daar het eene zeer groote hoeveelheid krijgsbehoeften bevatte, was dit een reusachtig wapen in handen van wanhoopende menschen. De belegeraars konden niet trachten geweld te gebruiken, daar het laatste en gemakkelijke hulpmiddel der belegerden aan beide partijen noodlottig moest zijn. De bedreigingen waren niet minder vruchteloos, ep alle minnelijke schikking werd door de onver zettelijkheid van den Generaal V...., die eischte dat deze ongelukkigen zich op gCnade zoude overgevenonmogelijk gemaakt. Maar wij moeten niet vergeten te spreken van die, welke in den nachte. lijken storm waren gevangen gemaakt. Bijna allen werden ter dood veroor deeld; sommige werden opgehangen, andere met den kogel gestraft. De teregtstelling van een zoo groot aantal menschen, welke naar de mitraiilades van Lyon geleek, was reeds zeer vreemd, en wel geschikt om het eiland in verslagenheid te dompelenmaar hetgeen deze uitwerking nog vermeer derde, was, dat sedert Maltha zich in de magt der Engelschen bevond, dit de eerste maal was dat er de doodstraf door een militair geregtshof werd toe gepast. Tot dien tijd hadden zich de militaire straffen tot gevangenis of'stok. slagen bepaald. Ook duidde bij de uitvoering van dit vreesselijk vonnis, alles, de onerva. renhe'td van hen aan, diè met de uitvoering daarvan belast waren. De toe- bereidselen werden met traagheid gemaaktde schavotten werden met eene onhandigheid opgerigt, welke alleen door de pijnlijke onkunde der beulen werd evenaard. Men voelt de behoefte, voorde eer der menschheid te ge- loovendat de afschuwwelke deze vreesselijke slagting inboezemde een groot deel had in de verwarring, welke bij de toebereidselen heerschte. Hoewel nu de onervarenheid der beulen en de slechte zamensteliing der galgen, veel er toe bijbragten, om de pijnen der arme lijders te vermeerde ren, hadden die echter, welke de andere straf ondergingen, eenen nog vrees- seiijker dood dan hunne makkers. Toen zij op het terrein gebragt waren, werden zij niet geblinddoekt, zoodat alvorens het noodlottige schot te ont vangen, zij de langzame toebereidselen en geringste bijzonderheden van den dood, welken zij gingen ontvangen, konden zien. Het wapenplein te Floriana is eene groote, bijna vierkante, ruimte, ge legen nabij de inwendige fortificatiën, welke Citévallette, anders dan bij verraad of hongersnood, onneembaar maken. Aan de eene zijde bevindt zich de muur van eenen openbaren tuin, daarover is een bastion. De bei de andere zijden zijn door het glacis en door eene rij huizen bezet. Midden in het vierkant waren de patiënten geplaatst, en op eenigen af stand van daar het detachement, dat hen moest ter nederschieten. Na de CerSte losbranding gevoelden zij, die niet getroffen of slechts ligt gewond waren geworden, hunnen afschuw voor den dood, op het gezigt hunner ter nedergevelde makkers, vermeerderen. Hun vrij gebleven gezigt en de voor deden, welke de plaats aanbood alwaar zij zich bevonden, noopten hen om gebruik te maken van de besluiteloosheid der officieren en van de wanorde welke zich in de rangen der soldaten had verspreid, om te vlugten. Zij liepen in alle rigtingen weg. Sommige verborgen zich in de vestingwerken, andere gingen het veld in, dat zij doorliepen als wild, dat door den jager wordt vervolgd. Alle getuigen van dit tooneel deden vurige wensehen voor het behoud dezer ongelukkigen, maar de soldaten volgden hen op het spoor, en de talrijke geweerschoten, welke wij op eenen afstand hoorden, vermin derden eiken oogenblik onze hoop. Zij werden alle achtereenvolgend ach terhaald en hier en daar in het veld gedood. Midden onder deze wanorde deed een man zich opmerken door de midde len welke hij bezigde om te ontsnappen. In het midden van la Floriana is een put, gedeeltelijk door zware steenen bedekt, welke de inwoners ver. plaatsen, wanneer zij water komen halen. De man, van welken wij spreken, liep naar dezen put en zoude er zich in geworpen hebben, zoo zijne voe ten zich niet in eenen struik hadden verward en hij daardoor niet gevallen was. Hij stond echter dadelijk weder op en van rigting veranderende, liep hij naar het bastion, bereikte het vóór de soldaten, en wierp zich daaraf in de drooge gracht, welke daarom heen loopt. Hij viel van eene briogte vaii meer dan vijftig voeten; maar daar de grond Zeer week was, leefde hij nog na zijnen val. De soldaten ontwaarden hem, legden op hem aan en maakten aizoo een einde aan zijne folteringen. Ondertussclien bleven de zeven mannen óp het fort Ricasoli het kruidma gazijn bewaken. Er was tot nog toe geen schijn van te kunnen kapituleren hunne levensmiddelen verminderdenmet eene schrikbarende snelheidzij zochten dagelijks negotiatien aan te knoopen, op voorwaarden, welke al- lengskens nadeeliger voor ben werden door de veelvuldige concessien, welke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3