Diplomatique en verschillende andere hooge en aanzienlijke personen, ver- weikomd. Heden morgen heeft Iloogstdezelve, vergezeld van den Luitenant- Generaal in Wurtembergsche dienst, Vrijheer vonSpitzembereen bezoek bij den Koning afgelegd. Hoogstdeszelfs dochters hebben heden, voor het eerst, van de baden te Scheveningen gebruik gemaakt. Naar men verneemt zal de Koning van Wurtemberg eenigen tijd in deze stad doorbrengen. De Minister voor de koloniën, Generaal van den Bosch, zal binnenkort eene reis buiten 's lands ondernemen. Gedurende des Ministers afwezigheid is de heer Baud door Ziine Maj. met het Departement van koloniën belast. Omtrent het verblijf van Z. M. in Zeeland wordt nog, behalve het. geen reeds door ons is medegedeeld, gemeld, dat Z. M. laatstleden Zondag, na te Vlissingen de werkzaamheden van het drooge dok te hebben in oogen. schouw genomen, met de stoomboot de Scheldenaar Bresken en Neuzen vertrokken is, ter bezigtiging van de nieuw aangelegde fortificatiewerken aldaar, en dat het Z. M. behaagd heeft, zijn genoegen te kennen te geven ,over de werkzaamheden der heeren officieren van de genie, over het doel matige van het geheel, en over den ijver en de voortvarendheid, waarmede imen alles binnen zoo korten tijd daargesteld heeft. In laatstgenoemde stad iverleende Z. M., behalve aan de Plaatselijke Autoriteiten, audiëntie aan den Colonel ter zee Lucas en deszelfs onderhebbende officiereu, die, in den vroegen morgen, met elf kanonneerbooten, rijk met vlaggen versierd, op de Schelde ten anker gekomen waren. De geestdrift, welke de moedige .bewoners van het voormalige Staats-Vlaanderen, bij het aanschouwen van den geliefden Vorst hebben betoond, was zeer groot. Uit Amsterdam meldt men van den 7 Julij: In de stormen, welke in de maand December van het vorig jaar hebben gewoed, is onder anderen ook op onze kust vergaan het Nederlandsche 1 makschip de vier Gezusters, gavoerd bij Kapitein H. II. Middel. Aan boord van hetzelve schip bevond zich als Loods Tennis Tymons Swartbehoorende rot de rol of equipagie van de Loods-Chaloup N°. 1 van Terschelling, en is met hetzelve in de uitoefening van zijn beroep verongelukt. Wij ver nemen thans, dat aan de weduwe van den gezegden Tennis T. Swart, door het collegie Zeeraanshoop alhier, waarvan Kapitein Middel lid was, eene uitkeering uit het weldadig zeemansfonds van zeven gulden 's maands is toegekend. Door de vergadering der Staten van Holland zijn den 6Julij tot leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaa! gekozen: jhr. D. F. van Alphen, Baron IVillem Roëll van HazerswoudeMr. G. IV. Verweij-MejanMr. T. C. de Bordes, Mr. L. C. Luzac Mr. A. Hoijnch van Papendrecht, Mr. J. Cor- ver-Hooft en Mr. IV. B. Donker-Curtius van Tienhoven, allen gecontinueerd1, uitgezonderd Baron IVillem Roëll van Hazerswoudewelke benoemd is in plaats van Jhr. P. S. Dedel, die verzocht heeft op zijn persoon geen re- gard te slaan. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland: Jhr. L. R. Cevaerts en Jhr. Mr. D. G. Geverts vanEndegeestbeide gecontinueerd. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland: Mr. F. van de Poll en Jhr. J. P, Teding van Berkhout, mede gecontinueerd. Door de Provinciale Staten van Utrecht is, in derzelver vergadering van den 3den Julij, als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, herkozen de heer IV. II. Baron van Tuyll van Serooskcrken van Coelhorst. Terzelfde vergadering is, tot lid van de Gedeputeerde Staten van Utrecht, herkozen de heer Mr. P. A. Hinlopeh van Sterkenburg, en in plaats van het overleden lid van dat Collegie, Mr. O. van Romont, benoemd Jhr. Mr. P. A. Beelaerts van Blokland van Oosterwyk. In de provincie Groningen hebben de Staten tot leden van de Tweede Kamer der| Staten-Generaal, bij herkiezing, benoemd de heeren Mr. Joseph Gockinga en Mr. IVillem Jan Quintus. Voorts is tot lid van het collegie van Gedeputeerde Staten dezer provincie, mede bij herkiezing, benoemd de heer Hendrik Hendriks de Haan, te Helium, voor den stand der Eigenërfden. In de vergadering der Provinciale Staten van Noord-Braband van 11. Don. derdag is de benoeming geschied der leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en zijn als zoodanig herkozen de twee aftredende leden, de heeren Mr. R. P. Romme en Baron J. D. van Tuyll van Serooskerkenvan Heeze en Leendezijnde in dezelde zitting door H. E. G. A. voor het col. ïegie van Gedeputeerde Staten dezer provincie mede herkozen de heeren Jhr. A..T. J. C de Voocht en J. Linsen. Volgens het verslag van de Provinciale Staten van Overijssel, was de bevolking van dat gewest op 1 januarij 1837, 190,229 inwoners, hetgeen sedert 1 January 183d, eene vermeerdering van 1932 zielen is. Er bestaan in die provincie voor het lager en middelbaar onderwijs 229 scholen; op drie plaatsen zijn in 1836 nieuwe gebouwd; 30,728 leerlingen «aken er gebruik van. De teekenschool te Deventer is in eenen voortret'. feiijken staat; ook die te Kampen wordt talrijk bezocht; te Zwolle wordt uitbreiding aan gegeven en een lokaal voor gebouwd. Alhier is ook eene muzrjkschool voor leerlingen der armeninrigting. Het fakrijkwezen in Twente houdt zich staande en wordt uitgebreid. De fabrijken in De venter zijn ook in J>loeide ijzergieterij en de makerij van kartonnen dozen geven daar aan vele handen werk. Aan de heeren P. van Calcar en Comp. is toegestaan, om hunne fabrijk van Smyrnasche en andere tapijten den ■naam te doen aannemen van Koninglijke fabriek; ook zal er, met vergun, ning, eene nieuwe fabriek van blaauwe vitriool worden opgerigt, door den heer Nourij. In het verslag van de Provinciale Staten van Groningen leest men onder anderen: Burgerlijke stand en bevolking. De registers van den burgerlijken stand zijn, door de zorg der plaatselijke Autoriteiten, met naauwkeurigheid ge- ^ehouden. Zij leveren, over het afgeloopene jaar 1836, in deze provincie de navolgende uitkomsten op te weten; geborenen 5634, overledenen 3351 huwelijken 1350, echtscheidingen 7. Voorts zijn naar buiten deze provincie verhuisd 153; terwijl zich daarin met er woon zijn komen vestigen 215 personen. De bevolking is dus in 1836 vermeerderd met 2345 zielen: zoodat die ep het einde van dat jaar heeft bedragen 170,691 zielen; tot grondslag ge nomen de tolling, in 1829 gedaan, en waaronder begrepen zijn 760 militai. ren, destijds te Groningen aanwezig. Inrigtingen van onderwijs, wetenschappen, letteren en kunsten. In het per soneel van Curatoren, Hoogleeraren en verdere ambtenaren der Hoogeschool Ce Gjoningen is geene verandering voorgevallen, dan alleen dat overleden is de dansmeester D. Muller en dat gesupprimeerd ziin de posten van ge- keesheer en wondheeler bij het Academische ziekenhuis, laatstelijk bekleed ■door de heeren H. IVolthers en IV. Verschuir. De emeritus-Hoogleeraar A.Tpey, die in zijnen ouderdom het voorregt genoot, van in rust, met waar digheid vereenigd, met zichzelven te zijn en te leven, is op den 5 April dezes jaars ontslapen. Het getal der Studenten was, bij de laatste recensie, in de Faculteit der Wis - en Natuurkunde 35, in die der Letterkunde 65, in die der Godgeleerd heid 70, in die der Regtsgeleerdheid 50, en in die der Geneeskunde 52; te zamen 272. Sedert die recensie is het getal der Studenten, meer dan in vroegere jaren toegenomen. S P A N j E. Berigten over Parijs van den 6 Julij. Telegraphische Depeche. Bayonne, 3 Julij, 6\ ure des avonds. Den 26 Junij werd Espartero door den Baron de Meer te Logrouo onder. rigt, dat Don Carlos eene beweging in de rigting van Tortosa had ben cik stelligd, met het doel om den Beneden-Ebio over te trekkenen vernam verder, dat de Carlistische-bataljonsNavarre en Alava verlatendezi<f> omtrent' Orduna vereènigden om' den Boven-Ebro te 'bedreigen. Hij vreest e op dit berigt voor Kastilie, en is den 27Sten met acht bataljons, naar Arce- niega vertrokken, alwaar nog negen andere" bataljons zullen bijeenkomen, terwijl hij er nog achr in de Ribera en de Portugezen te Vittotia iaat. 1 Oraa was den 25Sten te Alcaniz; hij zou eene afdeeiing naar Belchita en eene tweede naar Molina zendendie beiden nog door de Carlisten bezet werden. Bayonne4 Julij9 ure des morgens. Men schrijft mij uit Saragossadat Don Carlos den 28 Junij te Mora en te Flix den Ebro is overgetrokken. Morgen zal ik deze tijding kunnen beves tigen of logenstraffen. De Gazette de France van de Fransche interventie sprekendewaarvan sommige dagbladen wederom meldden, zegt: Nimmer voorwaar zou het Gouvernement Yan 7 Augustus een gevaarlijker oogenblik tot de interventie kunnen kiezen. Het geldt thans niet meer, ais in 1823, het verdedigen van eenen juste-milieu-troon; het geldt hier het on dersteunen eener omwenteling, die tot hare laatste stuiptrekkingen is verval len. De Fransche troepen zouden bondgenooten vinden in de republikeinen van Barcelona, de bloedhonden van Seviiie en Saragossa, de mannen van La Granja en de nieuwe wetgevers, die den redacteur van den Porvenir weg gejaagd hebben, omdat hij geschreven had, dat Isabella door monarchaal regc Koningin was. De minste achterhoudendheid der Fransche Regering ten op- zigte der Spaansche woelgeesten, zou als eene misdaad van hoog verraad jegens de liberale zaak worden aangemerkt. Militaire wederwaardigheden in Arragon of Navarre zouden in Frankrijk de groote revoluiionnaire tafereelen doen herleven, en zoo de zaken met het Noorden van Europa zicti meer verwarden, zouden verdenking, wantrouwen en allerlei geruchten tegen de mannen der Camarilla, tegen de bekende of geheime raadslieden, de knsissen vergiftigen en verhaasten. Uit San-Sebastian wordt gemeld, dat de soldaten van het Britschê legioen, die niet wederom in dienst wilden treden, eindelijk naar Engeland zullen overgevoerd worden; men had hen zoo lang opgehouden, omdat men hoop had hen door verveling tot de dienst te zullen noodzaken; doch te vergeefs. Te Madrid is door eene bijzondere vereeniging der Cortes besloten het Ministerie tot het krachtdadig stuiten der'oorlog te noodzaken; onder andé ren moest daartoe dienen het mobiel verklaren van 20,000 man nationale gar. den, en het oprigten van benden vrijbuiters. Berigten over Parijs van den 7 Julij. Telegraphische Depeche. Bayonne, 5 Julij, op den middag. 1 De overtogt van den Ebro door de Carlisten op 28 en 29 Junij wordt bevestigd door de brieven mt Saragossa. Acht Carlistische bataljons zijn den 27Sten in de Encartaciones aange komen. Het volgende is een artikel van de Jeune Observateur de Solsona, het welk aantoont hoe Don Carlos zijnen marsch met juistheid berekent: De verheven Junta van dit Vorstendom heeft de gewigtige tijding ontvan gen, dat de Koning, onze Heer, met eene moeilijk te beschrijvene geest drift te Mollerusa en Miralcamp ontvangen is. De inwoners van deze twee steden en van onderscheiden andere, welke Z. M. bezocht heefc, hebben zich gehaast om het Koninglijk leger van al het noodige te voorzien; de sol. daten_ zijn als brqeders behandeld. Wij zijn zeker, dat niet ééne Catalonische stad 11a zal laten het voora beeld, dat haar gegeven is, na te volgen. De opstandeling, Baron de Meer, met het overschot van zijne gedemoraliseerde troepen, is zich onder de mu ren der hoofdstad van deze provincie gaan verschuilen. Het eenige verdriet, dat wij hebben, is, dat de Koning onze Heer zich daardoor van het geluk verstoken ziet om op onzen grond nog eens hem eene nederlaag toe te bren gen, zooals hij te Guisona gedaan heeft. Volgens den uitdrukkelijken wil van Z. M. zal het hoofdkwartier heden of morgen zich te Sarroca of te Flix bevinden. Alzoo zullen de opstandelingenaltijd voor onze wapenen vlugtende, 24 uren achter onze achterhoede zijn, en Z. M. zal ons land verlaten, zonder dezelve aangetroffen te hebben. Volgens de mondgesprekken, die hebben plaats gehad tusschen Z. Exc. den Kapitein-Generaal Ros JEro/es en twee Afgevaardigden van de stad Urgel, meenen wij te kunnen aankondigen, dat die plaats zich weldra aan haren wettigen Koning zal overgeven. De desertie van de Christinos-solda- ten vermeerdert dag aan dag. Dit artikel was van den 27sten gedagteekendhet was dan tegen den 28sten, op zijn allerlaatst, dat het de aankomst van het hoofdkwartier op den regter oever van de Ebro, te Flix, aankondigde. De telegraaph heeft inder daad gemeld, dat Karei V den 28sten te Flix was. Het Journal des Débats den overtogt van Don Carlos over den Ebro' vermeldende, voegt er bij, dat de provinciën, waarin Don Carlos thans komt, hem geheel zijn toegedaan, zoodat niets zijnen togt zal kunnen «tui. ten. Echter meent dit blad, dat men niet moet denken, dat hij regelregt op Madrid zai marcheren, want dat hij daartoe te weinig tnagt beeft, maar dat hijeven als Cabrera de provincie zal doorkruisen. DÜITSCHLAND. Den 28 Junij heeft de Beijersche Kamer van Afgevaardigden onderscheiden beperkingen aangenomen tegen het kloosterleven, hetwelk de Koning en de Regering in den laatsten tijd zeer begunstigden. Onder anderen is bepaald, dat voortaan geene nieuwe klooster opgerigt of vervaliene hersteld mogen worden op kosten van den Staat; dat van wege bijzondere personen voor taan geene nieuwe kloosters gesticht mogen wordendan alleen ten be hoeve van de geestelijke verzorging en ligchamélijke verpleging van zie ken; dat geene gelden van andere geestelijke of kerkelijke gestichten ten' behoeve van kloosters of klooster-geestelijken aangewend mogen worden; dat de klooster-geestelijken verpligt zullen zijnde algemeene verordenin. gen, omtrent de godgeleerde studiën en de examen's, in acht te nemen, ook dan wanneer zij zich louter aan de zoogenaamde ziel-verzorging toewij den; enz. Den 29 funij heeft de Tweede Kamer der Saksische Stenden levendige beraadslagingen gehouden over de voordrag! van burgerlijke vrijheden aan de Israëliten te verleenen. Na eêne langdurige en meermalen onstuimige discussie is, onder anderen, bepaald, dat de Israëliten geen zoogenaamden klein-handel zullen mogen drijven; geene apotheken, nog herbergen mogen honden; geene branderijen van sterke dranken mogen drijven; enz. Daar entegen is bun toegestaan de laken-, wissel- en veehandel; alsmede de uitoefening van het beroep van Advocaat; voor het drijven van een groot- en expeditie-handel zullen zij bijzonder verlof moeten vragen. De meeste dezer bepalingen zijn met eene zeer geringe meerderheid van stemmen tot stand gebragt. De woordenwisseling is zoo hoog geloopen, dat een der leden van de vergadering zich terstond aan de verdere werkzaamheden van dezelve, tot aan de sluiting van den Landdag, onttrokken heeft Uit Holland wordt aan een Duitsch blad het volgende geschreven: Over het handelsverdrag, dat van de zijde van Holland met de groote Duitsche tolvereeniging zou worden gesloten, en waarover laatstelijk te Berlijn en te Kassei onderhandeld is geworden, is door de Duitsche dagblad den zeer voorbarig geoordeeld. Het moge waar zijn, dat de zaak aan van-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3