3°. 'Zij, die amhtshc.lv: zijn ingeschreven, en eenige redewen tot vrijstelling vermee- neu te hebben. 4°. Degenen die, 11a hunne iudienststelling bij de Schutterij, regt op vrijstelling heb- ben verkregenalsmede die bij liet Veld-Biuaillon om ligehnainsgebrcken zijn ontslagen. Om zich voor gemelde Commissie, op oovengcmelden dag en uur, te sisteren, ten einde over derzelver reclame uitspraak worde gedaan; terwijl zij, die alsdan niet com pareren, geacüt zullen worden geene redenen tot vrijstelling te hebben, en mitsdien, overeenkomstig art, 16 van Zijner Majesteits besluit, van den 23 Junij 1828, voor zoo verre zij dienstpligtïgé Nummers getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden ingelijfd. Aldus gedaan en gearresteerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Ley den, op den 6 Jul ij 1837. V. G. van Hoorn, Wethouder. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. nu Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 9den July. Laatstleden Vrijdag, des namiddags te 5 ure, is in goeden welstand deze stad gepasseerd Hare Maj. de Koningin,! komende van Berlijn en zich naar 's Gravenhage begevende. Heden morgen te 9 nre is Z. K. H. de Prins van Oranje alhier gepasseerd komende van 's Gravenhage en gaande naar Utrecht. Aanstaande Dingsdag avond te 6 ure zuilen HH. KK. HH. Prins en Prinses Freierik, en Prinses Louise, deze stad passeereu, komende laatstelijk van Kleef, en gaande naar 's Gravenhage. Bij besluit van Zijne Maj. den Koning, van den 20 Junij 11., is de Hooggeleerde Heer H. E. Weijers, buitengewoon Hoogleeraar in de Oos- tersche Letterkunde aan de Hoogeschool alhier, tot gewoon Hoogleeraar en Interpree Legati IVarneriani benoemdalsmede de Wel-Eerw. Zeer Geleerde Heer A. Rutgers, Theol. Doet. en Predikant te Breede^ot gewoon Hoog leeraar voor de Öostersche Letterkunde, bij de Faculteit van Bespiegelende Wijsbegeerte en Letteren. Ziet hier eenige der voornaamste zinsneden uit het verslag van Gede puteerde Staten van Zuid- en Noord-Hollandaan de algemeene Staten van Holland, uitgebragt in derzelver gewone vergadering, gehouden te Haar lem, den 4den dezer maand, zijnde van den navolgenden inhoud: Édel Groot Achtbars Herren Nogmaals zullende overgaantot de volbrenging derbij art. 44 van het reglement van magt en gezaggezamenlijk aan beidé collegien van Gedeputeerde Staten in dit Ge west, opgelegde taak, mag het ons in de eerste plaats tot groote voldoening strekken, wegens den overbekenden goeden geest der Ingezetenenderzelver onkreukbare verknocht heid aan Vorst en Vaderland, de Handhaving van orde en rust, de naleving der wette lijke verordeningenen de volbrenging van alle maatschappelijke pligten is het noo- digmet onderwerping en opoffering het gunstigste getuigenis te kunnen afleggen. Ook dit" Gewest bleef niet verschoond van het algemeen onheil in de maanden Novem ber eri December des vorigeir jaars- door storm en watervloeden aangebragt; en hoezeer schier elk op het herstel van eigen schade bedacht moest wezen, werd dairom de meer hulpbehoevende niet vergeten, maar vloeiden allerwege rijke bijdragen zaraen, tot red ding en ondersteuning, zoowel van verwijderde Landgenootendie op onze kust kwamen schipbreuk lijdenals van den meer verwanten medeburger van dezelfde stad of gemeen te. En toen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland het noodig oordeelden, om tot nog grootere leenigmg van geledene verhezen, eene algemeene collecte uit te schrijven, wa ren de edelmoedige bijdragen zoo aanzienlijkdat aan denmeer opzettelijk hulpbehoe venden of noodlijdendeneene vergoeding van 36 en' 1 half pCt. der geledene schaden koude worden aangeboden. Zulke deugden kenmerken dus nog voortdurend ons nationaal karakter, en waar die heerschen en óp zoodanig eenc wijze worden uitgeoefendmag men van de zijde der natie gerust op dat alles rekenen en staat makenhetwelk voor het behoud en welzijn des Vaderlandsin elke omstandigheidzal worden gevorderdeneven zoo als dit vroeger in dit Gewestmet zoo veel geestdrift plaats hadvervolgens ookals het nood mogt zijn, zonder aarzelen zal worden ten offer gebragt. Waterstaat. De stormen waarvan wij zoo even spraken en welke den 29 Novem ber uit hét noord-westen en den 25 en 26 December uit het noord-oosten plaats hadden bragten almede aan onderscheidene zeeweeringen, dijken en andere openbare werken, groote schade nan. In Zuid-Holland werd overal de Oudelandsche zeedijk op het eiland Goedereede zwaar geteisterd, en zat de provincie zich torherstel daarvan, geene geringe opofferingen moe ten getroostenterwijl ook de stranden van Delfsland en over het algemeen de duinen langs de kustenaanmerkelijk hebben geleden. In Noord-Iiolland was de toestand incusschen nog hagchelijker, alzoo de Waterlaridsche zeedijktot welkers herstel nog onlangs zulke aanmerkelijke kosten waren aangewend op nieuw dreigde door te brekenen eene schade bekwam van meer dan 30,000. en de Assendelver zeedijk, die sints menschen geheugen schier onaangevochten bleef, over eene lengte va» meer dan 1300 ellen zoodanig werd geteisterd en weggeslagendat men aan het behoud van denzelven begon te wanhopen, en volgens eene daarvan gemaakte berekening ruim f 55,000. zullen worden gevorderdom de aangebragte schade weder ten volle te herstellen. De geprojecteerde uitwateringen zee te Scheveningen geeft voortdurend aanleiding tot gewigtige beraadslagingen, terwijl de verfraaijingen aan het,door de laatste stormen zoo zeer "geteisterde Haagsche Boschvele handen bezig houden. De daarstelling van den spoorweg van Amsterdam naar Haarlem, zal alsnu volgens eene nader gewijzigde concessie voortgang hebbenen schijnen er uitzigten te bestaan dat eene gelyke onderneming, van de hoofdstad naar de Düitsche grenzen, zal worden verwezenlijkt, iets waarop de Amsterdatnscbe handel vooral den hoogsten prijs stelt. Landbouw. De ingekomen berigten wegens het product van den landbouw en al het geen daarmede in verband staat, luiden over het algemeen niet ongunstig. De granen hebben eenen middelbaren oogst opgeleverd, doch zijn de prijzenvooral in den beginnevrij laag geweest. Het grasgewas en de hooiteelt warenvooral wat de kwaliteit en de goede inzameling betreft, zeer.voldoende. Te Leiden beliep de ter markt gebragte boter 452,060 ponden en 56,941 ponden kaas. Dit laatste product werd vooral te Oudewater getrokkenalwaar niet minder dan 1,597,872 Nederlandsche ponden werden verkocht en dus 108,887 mcel" dan *n liec vorige jaar. 's Rijks veearts L. R. van Calcarwelke de in het Westland heerschende longziekte behandelden in 1834 en 1835 met vry goed gevolg in Gelderland behandeld heeftis tijdelijk in Maasland geplaatst, ten einde in de omstreken de veehouders ten dienste te staan. Jammer dat hier, zoo als op meer andere plaatsen zoo vele vooroordeelen bij den landbouwenden stand te bekampen zijn, en het mag daarom voor wensclielijk gehouden wordendat de veehouders door voldoende schadeloosstelling wegens hunne verliezen ten gevolge der bedoelde ziekte, en door elk ander gepaste overredings-middcl worden ge noopt tot het stiptelijk in acht nemen der verordeningen van het algemeen en gewestelijk Bestuur, ter onderhavige zaak gegeven. Visscherij. De Groote of Haring-visscherijwelke in het afgeloopen jaar wegens de provincie Holland, met 117 schepen en dus vier meer dan in 1835 gedreven is, heeft over het algemeen genomen, eenen vrij gunsti'gen uitslag gehad, zijnde de geheelevangst op 2900 lasten berekend, terwijl die van 1835 slechts 2200 lasten bedroeg. Van de op genoemde 117 schepen hebben er 110 in de vereeniging der reederijcii deel genomenwelke instelling bij voortduring aan het gewenschte doel beantwoordt. De Versch-Haring-Visscherij was mede vrij voordeeligen heeft uit dien hoofde de aanwinst van 10, daar voor bestemde schuiten, ten gevolge gehad. Van den winter- of zoogenaamdeu Panharing daarentegenwerd in het afgeloopen sai- zoen een geringer voordeel getrokken dan in het vorige jaar, hetwelk alleen daaruit kan worden afgeleid, dat er in plaats van 319 Fransche visscïiers, zoo als in 1835, nu maar 95 ter opkooping aan den Helder aanwezig waren. Handel. En als nu tot eene andere hoofdbron van Neêrlands welvaart, en welke meer opzettelijk moet geacht worden, in dit gevestigd te zijn, overgaande, mogen wij het niet ontveinzendat blijkens de rapoorten door de verschillende kamers van koop handelzoo wel in het Noordelijk- als Zuidelijk gedeelde der provincie uitgebragt, de handel 'over het algemeen in bloei en winst-aanbrengingeerder heeft af dan toegenomen. Hoezeer te midden van vrede en rust, hebben onderscheidene meestal buitenlandsche oorzaken daartoe medewerkt. Vooral komt hier in aanmerking de meer en ineer toenemende concurrentie, welke allerwege door onzen handel wordt ontmoetdaar immers schier alle Regeringen hunne meeste"zor" en oplettendheid aan dc belangen van eigen handel, eigen nijverheid, eigen landbouw en scheepvaart toewijden, en zoo veel doenlijk den vreemdeling zoeken uit tCMentvoe^e hierbijdat veelsoortige handelsspeculatien elders tot eene geheel overdre- vene' om "niet te zeggen wandrógtelijke hoogte zijn opgezet, waarvan de meer voor- ziftise Hollander zich wijsselijk heeft onthouden en blijft onttrekkenmet dat heilzaam ireVolc dat de handels-crisis en bankbreukenwelke in andere met ons mededingende Staten voortduren en elkander zoo schrikbaarlijk verdringentot hiertoe aan onze beurzen 'zoo woed als geheel vreemd zijn geblevenen wij in slotsom alle reden hebben0111 ons stilzitten en beperkt vertier, als eene heilzame omstandigheid te beschouwen, waardoor wij voor groote verliezen zijn bewaard gebleven. Inmiddels gedoogt tie stand der nationale scheepvaart eene aliezins gunstige vermcldii l Die naar de Oost-IiuKcn geschiede bijna uitsluitend onder Nederlandsenc vlag, terwijl d/ 1 naar dc West-Indische koloniën geheel en al met onze eigene bodems worde gedreven. Fab rijken. Over het algemeen is de stand onzer fabrijkeil niet acuter uitgaande en bij enkele -vordt een toenemende bloei bespeurd. De oliemolens hebben niet voordeelig gewerkt, doch hebben de houtzaagmolens een goed vertier gehad, hetgeen almede met steen- en panncbakkcrijen cn kalkbranderijen het géval geweest is. De papierfabrijken blijven kwijnende, hetgeen ook van de Leidscbe lakcuiabrijken gezegd moet worden, terwijl daarentegen de grijn- en polemietfabrijkcn zeer levendig en vooruitgaande zijfl, en eene nieuwe aldaar gevestigde katoenfabrijk met ,de daaraan verbondene drukkerij en roodverwerij aan vele handen werk verschaft!' cn men zich ook van eene eerlang in werking komende grofsmederij veel goeds beloof' ln Delft heeft L. M. de liaaneen stoomwerktuig van ongeveer twaalf paardenkracht- aan deszeifs oliemolen toegevoegdzoo dat aldaar thans vier stoommachines bestaan.Eene lakenfabrijk te dier stede verkeert 111 bloeijenden staat, doch met dc plateelbakkerijen is zulks_ geenszins het geval. Te Gouda is eene katoenweverij opgerigc cn bereids met twintig weefgetouwen werkzaam. Ook eenc aldaar nieuw gevestigde fabryk van aardappelen-siroop, door stoom gedreven levert goede uitzigten op. Ook in het Noordelijk gedeelte der provincie, is in onderscheidene takken van nijver heid vooruitgang bespeurd en is een en ander nieuw etablissement tot stand gekomen of in werking gebragt, onder welke laatste wij alleen zullen vermelden de, te Amsterdam onder de firma van D. de Wit Comp.door stoomkracht gedreven tulenfabrijk' welke sedert 1 Mei 11. in vollen gang isen welke inderdaad als eene weldadige instelling kan worden aangemerkt, uit hoofde der gelegenheidwelke zij aan de behoefcige klasse aait- biedtom zelfs aan zeer jonge kinderen werk te verschalfen, en dezelve tot nuttige leden der maatschappij op te leiden. Hoogstwenschelijk mag het derhal ven worden geaclu, dat de Armbesturen tie ten deze door den cdcldenkenden bezitter dier fabrijkaan deu dag gelegde bedoeling en gedane oproepingzullen ondersteunen en naar hun vermogen bevorderen. De drie groote katoenfabrijken te Haarlem, waarin gemiddeld duizend menschen werk zaam zijn, hebben in uitgebreidheid, bewerkingen afzending zeer aanmerkelijk toege nomen. Die van den lieer Wilson werd op den isten April dezes jaars voor een groot gedeelte eenc prooi der vlammendoch zal dóór de zorg van den verdienstelijken en nijveren eigenaar, weldra op nieuw uit den asch verrezen zijn. De jeneverstokerijen in dit gewestleveren op den duur eene geheel onderscheidene wijze van beschouvving op. Terwijl immers de Schiedamsche- en andere Zuid-Hollandsche branders over kwijning en achteruitgang klagen, en daarvoor reeds vroeger vermelde oorzaken blijven aanvoerenwaaronder het te ruimschoots begunstigen der aardappelen stokerijen almede behoortblijven de YVeesperbranderijen in toenemenden bloei verkceren en hebben dezelve voortdurend, vooral ook naar het buitenlandeen vrij voordeelig debiet! Financien. Met betrekking tot het beheer en den stand der geldelijke aangelegen heden in dit gewest, in de eerste»plaats van de Rijksmiddelen willende gewagen/kunnen wij naar aanleiding van de deswegens door Z. M. Commissarissen aan ons medegedeelde inlichtingen, de verzekering geven, dat de opbrengsten der verschillende Rijksbelastingen ter vereischte hoogte, geregeld en zonder aanmerkelijke botsingen worden ingevorderd, dat er ten aanzien van het personeel cn de pligtsbetrachting der Rijks ambtenaren geene klagten of bezwaren bestaan cn dat het ten deze op de wetten en verordeningengegrond belang en gerief der ingezetenenmet de meest mogelijke zorg wordt voorgestaan en bevorderd. Met genoegen kunnen wij dan ook vermeldendat over het algemeen de gemeentelijke finantien niet achteruitgaan en zelfs hier en daar allengs verbetering ondervindenen ver mindering van lasten gedoogenzoo als zulks onder anderen in den loop van dit jaar in de Hoofdstad ten opzigte van den stads-accijns op de brandstoffen het geval is geweest. Armwezen. In den geest der bestaande wetsbepaling, staat het Armwezen .in een onmiddelijk verband tot de plaatselijke geldmiddelenuit welke zoo veel noodig onder steuning moet voortvloeijen, en naar gelang der omstandigheden, dan ook zoo veel mogelijk wordt toegedeeld; zonder dat wij evenwel de verzekering durven geven, dat die hulp altoos ontoereikende is, of naar gelang der behoefte, zelfs met den besten wil, ontoereikende kan worden gemaakt. Te Leiden, *s Gravenhage en Delfshaven, bestaan ten dezen aanzien groote bezwaren, en moeten vele en belangrijke sommen tèn behoeve van het armwezen afgezonderd worden, EeredienstDe Godsdienstige geest van Hollands ingezetenen verdient bij voort during lof; en de wijze waarop de onderscheidene Eerediensten worden uitgeoefend, en door de Leeraren van alle gezindheden voorgestaan en geleid, duidt eenen aliezins prij zenswaardiger! geest van verdraagzaamheid, orde en verlichting aan. Maar zeer enkel zijn dan ook in-dit gewest de voorbeelden van afscheiding of scheuring van de bestaande en erkende Kerkgenootschappen. Onderwijs. Onder al de takken van algemeen bestuur verdient voorzeker het onder wijs, als bron van verlichting en zedelijkheid des volks, het allermeest onze zorg en j medewerking, en de krachtdadige ondersteuning vaii het Gouvernement; en strekt het ons in die zelfde mate tot een streelend genoegen, ten dien aanzien een aliezins gunstig verslag aan U. E. G. A. te kunnen aanbieden. De Leidsche Hoogeschool handhaaft haren roem en blijft algemeen nuttig werken, ter opluistering en bevestiging van het rijk van licht en waarheid; terwijl zij tevens hare weldadige strekking nog in een ander opzigt doet gevoelendoor aan velen van Leidens ingezetenen op verschillende wijzen, middelen van bestaan te verschaffen, en bloei en welvaart aan te brengen. Het getal Studenten bedraagt thans: in de Godgeleerdheid 207, in de Wis- en Natuur kunde 9, in de Letteren 39, in de geneeskunde 184, en in de Regten 271. Te zamen uitmakende een getal van 710. De kostbare voorwerpen tot de Archeologie behoorendezyn in het daarvoor bestemde locaal overgebragt en genoegzaam geheel in orde geplaatst, en men mag zich vleijen, dat door het vergrooten van 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie/ ook de zoo fröaije verzameling van Vogelen, weldra ten toon gesteld zal kunnen worden. Kunsten. De" Koninglijke Akadeinie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, welke thans in het nieuwe'daarvoor bestemde locaal, zeer doelmatig gevestigd is, streeft steeds voort, naar de luistervolle bereiking van het doel barer instelling, en levert van tijd tot tijd bewijzen op, van de verlevendiging der Nederlandsche kunstliefde. In het afgeloopen jaar had de groote prijsuitdeeling voor het vak der Graveerkundemet volkomene vol* doening plaatsterwijl voor het thans loopende jaareene gelijke prijsdinging voor het vak der Bouwkunde is open gesteld. Geneeskundige dienst. In de dienst der geneeskunde, der geneeskundige verzorging van de armen cn die der gevangenissen, alsmede, in het geneeskundig onderwijs op dè onderscheidene Clinische scholen, wordt naar behooren en met het beste gevolg voorzien, ln de Residentie, alwaar de geneeskundige localen met een nieuw en aanzienlijk ge? bouw, alleen bestemd voor besmettelijke zieken, in den tuin van het burger-gasthuis, zijn vermeerderd, zijn nog steeds deliberatien aanhangig, over de oprigting eener derge lijke geneeskundige school, als reeds te Rotterdam bestaat. Over het geheel mag uien zich over den gezondheidstoestand der ingezetenen van dit gewest verheugen, en werden er sedert U. E. G. A. laatste bijeenkomst, geenerlei zoo zeer gevaarlijke of met vele slagtoffere gekenmerkte ziekten, gadegeslagen. De"kinderziekte evenwel heersebte op vele plaatsen in eenen verslimmerden graad en deed hier en daar ook nog al lijders ten grave dalenonder anderen in de gemeente Muiden, waar van de ^"personenmet deze ziekte behebt, elf bezweken zijn. E11 zal deze aanhaling voldoende wezen, om te doen zien, van h,oe veel belang het mag worden geacht, de toediening der Vaccine, waarin wel is waar verbetering en uitbreiding is bespeurd, doch waartegen nog altoos vooroordeelen Wijven bestaan, door alle gepaste middelen aan te moedigen en de aandacht der plaatselijke Besturen opzettelijk op dit onderwerp te vestigen. Vele bezwaren zijn er nu en d,an ingebragt over het gebrek aan oorsprojikeiijke koe pokstof, en hebben de hierover gevoerde klagten \vel eens aanleiding, gegeven tot het trelieel weglaten of voor het minst twijfelachtig toepassenvan het" bedoelde behoed middel. Het strekt ons tot genoegen ten dezen, naar aanleiding-eeper bij ons ontvan? gene missive van den Minister van BiiuieulapcUche Zaken, van den 3 Jupij 11., N°. 200, te kunnen aanvoeren, dat 11a de onderscheidene observatien 1 en p?oefnemiugenzoo hier als elders in het werk gesteld, het vraagstuk voldongen scnijnt, dat ook tbans nog, en bij voortduring aan de koepokstof, zoo al$ die van Jenners tijden af tot op hedenvan het eene metfschelijk individu op het andere is overgebragtbet gewenscht beveiligend vermogen niét fkan worden ontzegd, en dat er mitsdien geene reden bestaat, om de hier en daar nieuw gevonden stof, boven de andere, zoo als die gewoonlijk wordt toegediend, meer bijzonder aan te bevelenof aan dezelve een grooter vermógen toe te kennen. De bevolking der provincie Holland ondervond gedurende het iaar 1836 wederom eene aanwinst van 7916 individus en bedroeg op den isten Jannarij 1837, 9i°-758 zielen. Justitie. Met betrekking tot het Justitie-wezen valt, voor zoo veel ónze bemoeije- nissen betreft, niets bijzonders aan te merken. Hoezeer wij met lof mogen gewagen van de heilzame pogingen bij voortduring, en niet altoos zonder vrucht, door het genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen aangewendmag het echter tevens nipt verzwegen worden? vdat deze zoo zuiver menscto* lievende instelling niet overal zoo veel deelneming eii aanmoediging verwerft, als zij by den weidenkenden en voor alles wat goed en edel is, gestemden Nèderlander, verdient, en moest doen verwachten. Men meldt uit 's Gravenhage van den 8sten Julii: Gisteren middag zijn alhier aangekomen en aan het hótel deBellevue afge stapt Z. M. de Koning van Wurtemberg met Hoogstdeszelfs dochters de Prinsessen Marie en Sophie, reizende onder den naam van Graaf en Gra vinnen ven Teek. Spoedig na Hoogstdeszelfs aankomst, is Zijne Maj. door onzen Koning bezocht geworden, en is dezelve wijders door den Hertog van Saksen-fCeimarden Opperhofmaarschalk, Graaf van Heerdt, het Corps

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2