'NEDÉ:lll> A ND EN,
'LEvof.rt'ti'cn«t25stcii Jnnij,
'Laatstleden Vrijdag hcéfj..ygor de-fcorrectionele Regthatik allaicr de raak
rediend van Mr. GcrritSc, Myacaaf re 's Bosch, en van A. I'. van Lan.
■trnlmpen. Boekdrukker te 's Gravenhage, vervolgd ter zake van liet schrij
ven en drukken v.an twee artikelen in licc dagblad de Noord - Brabander.
'De Advocaat P. Donker'Curtins, uit 's Gvavenhage, heeft den Heer van
Langenhuysen verdedigd.; de Advocaat van llossttmuit deze stad, heeft de
verdediging van den Advocaat Gcriitse op zich genomen. Aanstaanden Vrij
dag zal de uitspraak van het vonnis plaats hebben.
Men meldt uit 's Gravenhage van den 23 Junij:
De Opper-Kamerheer Van Zijne Maj. den Koning heeft békend gemaakt,
'dat het Ilof op heden den c/jstén dezer den routv aanneemt, wegens het
overlijden-van* Zijne Maj, den Koning van Groot-Britamiie; zullende gedu
rende de twee eerste weken de middelbare en gedurende de twee volgende
de lig'te rouw gedragen worden.
Zijne Alaj. heeft aan den Kapitein C. A. Love, voerende de Engelsche
brik the Doveeene gouden medaille ter waarde van 25 dukaten verleend,
vergezeld van e-en loffelijk getuigschrift, wegens het, bij gelegenheid van
den storm in November 1836, met behulp zijner eqnipagie en met levens
gevaar rédden der manschappen van het verongelukte Nederlandsehe koop
vaardijschip de LiefdeK. II. Hagedmrn, mitsgaders aan ieder zijner ond&r-
hebbende manschappen, die tot redding van tie iiollaiKlsche zeelieden heb
ben medegewerkt, ëene gratificatie'van een benévens een vereerend ge
tuigschrift.
Ook heeft Hoogstdezelve den Med.Doct.cn Professor W. Reach, te New-
York, de gouden medaille ter waarde van 10 dukaten vereerd, wegens zijne
aanbieding van een exemplaar van den tweeden druk zijns werks over de
geneeskunst, getiteld: the American practice of medicine:
Bij resolutie van Z. Exc. den Minister van Financiën ad interim
beeft Z. Exc. verklaard te kunnen treden in het voorscelom hei daarvoor
te houden: i°. Dat de vroegere verordeningenbetrekkelijk den overgang
fen derhalve ook de verhuring) van vaste góederen en de bepaling nopens
de openbare instellingen voortdurend van kracht blijveiidattr waar de be
graafplaats het eigendom is van een Kerkbestuur, en Welk Kerkbestuur mits
dien de tèn deze bedoelde uitgifte, zonder medewerking van liet Plaatselijk
Bestuur, bewerkstelligt;' 2°. van niet te móeten Hoen a'anriringen, bij de uit-
gifte van grafruimtenop de naleving van art. 8 der wet van den 16 Jnnij
1832 ofschoon dan ook de grond der begraafplaats bij het kadaster bekend,
en dé acté van aankoop in de registers ten kantorê der hypotheken overge
schreven moge wezen; 3°. dat aan de bedóeling des Konings is voldaan,
wanneer de bedoelde acten vóór den bepaalden tijd zijn geregistreerddoch
liiet overgeschreven zijn gewoiden, mits de wettelijke termijn na de registra
tie zij in acht genome»; 4". dat het de bedoeling tsom dédr, waar toe dus
verre gecne accen zijn verleden, die acten alsnog in behoorlijken vorm, dat
is, met aanneming van de koopefs of nieuwe eigenaren (in bilaferialen vorm)
te doen opmaken en van d'e nalatige eigenaren aan de Ontvangeis der Registratie
kennis te doen gevpn; zoodat, wanneer ér ten aanzien van de aanneming door
de nieuwe eigenaren zwarigheden mogfen bestaan, die zwarigheden door cus-
schenkomsc van ilc Ontvangers der Registratie zullen moeten worden uit den
weg geruimd, en dat die Ontvangers mitsdien vervolgingen zullen moeten
instellen tegen de nieuwe eigenaren, tot betaling van het enkel regt, dat
alsdan in de plaats treedt van de poenaltteiten 50. 0111, onder voorbehoud
en onder gciinyrienheidom zich bij reqneste te vervoegen, daar, waar zulks
behoort, geeue poeualiteic toe te passen, wanneer aan de Ontvangers der
Registratie voldoende blijkt, dat er geene behoorlijke opioeping is geschied
van wege de plaatselijke Autoriteiten, of de erfgenamen van den nieuwen
bezitter wijd en zijd verspreid zijn, en dezelve derhalve kunnen geacht wor
den met wel in de gelegenheid te zijn geweest, aan hunne verphgtingen te
voldoen..
Bij eene andere resolutie van Z. Exc. den Minister van Financiën ad
interim, zijn, ten gevolge van sommige voorgekomen bedenkingen, ten aan
zien van den maatstaf, waarnaar en den voet waarop, in gevallen van be
vordering en van nieuwe benoemingen van Ontvangers der Directe belastin
gen, in- en uitgaande regten en accijnsen en van de registratie, de inhou.
dingen voor het pensioenfondsbedoeld bij c en d van art. 18 van het
reglement op het algemeen burgerlijk pensioenfonds, vastgesteld bij Zijner
Maj. besluie van 21 Januarij 1836, N°. 97, zouden behooren te worden toe
gepast, de volgende bepalingen vastgesteld:
Art. 1. In gevallen van bevordering van Ontvangers van Directe Belastin
gen, in- en uitgaande regten en Accijnsen en van de registratie, en wan
neer aan de vorige en toekomende betrekking beide eene percentsgewijze
belooning (de indemniteiten volgens de bc en d van Zr. Ms. besluit
van den i8den November 1822, N°. 157, door de eerstgenoemde ontvangers
genoten wordende, daaronder begrepen), is verbonden, tot maatstaf voor
de inhouding ten behoeve van het algemeen burgerlijk pensioenfonds zal
worden genomenhet bedrag van het verschil msschen de belooningen we
gens eik kantoor genoten over het dienstjaar, hetwelk dat, waarin de bevor
dering plaats heeft, onmiddellijk is voorafgegaanbehoudens nadere beschik
king van den Minister, ingeval de een of ander der bedoelde belooningen
eene aanzienlijke afwijking van liet gewoon gemiddelde genot opleverde.
Art. 2. Indien aan de vorige betrekking eene percentsgewijze en aan de
toekomende eene vaste belooning of omgekeerd, dat is, aan de vorige eene
vaste en aan de toekomende eene percentsgewijze belooning mogt zijn ver
bonden, het bedrag dier vaste belooning in vergelijking zal worden gebragt,
met die veiscande, dat de percentsgewijze belooning met de indemniteiten,
bij het vorige artikel aangeduid, bovendien genoten wordende, zullen wor
den verhoogd.
Art. 3. Wanneer in beide betrekkingen een vast tractement is bepaald,
maar aan een derzelve bovendien indemniteiten zijn verbonden, het bedrag
dezer indemniteiten in vergelijking zal worden gebragt.
Art. 4. Dat, bij nieuwe benoemingen, op gelijker voet zal worden te
werk gegaan, als bij de voorgaande artikelen, in betrekking der bevorde
ringen, is vermeld.
Art. 5. Dat de inhouding, hetzij van de verhooging der wedden, in ge
vallen van bevordering, betzij van de gcheele wedde, in gevallen van nieu
we benoemingen, overeenkomstig het 18de en 19de artikel van het reglement
op het fonds, in vier of meerdere jaren te bewerkstelligen, in zoodanige
termijnen, en te gelijker tijd als de gewone kortingen, ten behoeve van het
fonds worden gevorderd, zal plaats liebben, en voorts, met in achtneming
der bestaande voorschriften, verantwoord zal worden.
Art. 6. Dat het voorschreven beginsel ook van toepassing zal zijn op de
nieters en taxateurs van den turf, en alle andere ambtenaren van het De
partement van Financiënaan welke eene variabele belooning is toegekend
en waarop de bepalingen betrekkelijk het pensioenfonds van toepassing zijn.
Uit Amsterdam meldt men van den 24 Jnnij:
De werkzaamheden aan de Artesische put op de Niéuwmarkt alhier zijn
reeds vrij verre gevorderd en men vleit zich met den besten uitslag. Voor
het tegenwoordige zijn dezelve wel is waar gestaakt; doch dit is slechts
tijdelijk en in afwachting van de ontvangst eener genoegzame hoeveelheid
buizen, welke tot de verdere voortzetting van het boren benoodigd zijn.
Dit berigt, hetwelk wij aan eene goede bron ontleenen, wederlcgt dus ge
heet en al hetgeen men hier en daar aangaande den Artcsischcn put hoorde
zeggen, alsof aan dezelve geen verder gevolg zoude gegeven worden, of
dat de werkzaamheden, uit hoofde der ziekte van eenen der Directeuren,
geenen verderen voorrgang konden erlangen.
Als een voorbeeld van het bereiken van eenen zeldzaineu ouderdom,
mag men vermelden hét overlijden alhier op gisteren Van Adelit Blom, ge
boren den 9 April 1728, te Bannen, in Pillissen, en hebbende alzoo 109
jaren geteld. De overledene woonde, sints hare jeugd, binnen deze stadi
en laatstelijk op de Prinsengracht bij de Angcliersgracht, N'. 475, én moge
meermalen Zijner Majesteits weldadige ondersteuning ondervinden. Zij was
weduwe, en heeft hare negen kinderen ter aarde zien brengen. Vier dagert
voor baar overlijden heeft zij haar gehoor, hetwelk haar sedert lang ontbrak,
terug gekregen, en zij is bij hare volle kennis gestorven.
Men méldt uit Harderwijk van den 21 jnnij:
Heden zijn van hier te water naar Helvoetslnis vertrokken, 32 onder
officieren en manschappen, onder bevél van den van verlof terugkeerenden
Ritmeester D. Lefolle, vergezeld van den 2den Luitenant J.C. Lurngston,
om vandaar met het schip Author,ij naar de klist van Guinea, en vervolgens
naar Java te worden overgevoerd.
Uit Utrecht meldt men van den 23 Jtinij:
Op heden hield' het Provinciaal-Utrechtsch Genootschap, van Kunsten en
Wetenschappen deszelfs vier en zestigste algemeene Vergadering, onder voor
zitterschap van den Hooggeleerden heer Mr. tl, Arntzenius.
Nadat de voorzitter de leden, welke in een aanzienlijk getal, zoo van
bier als van elders, waren zamengekomenbegroet had, werd door hem
eene gepaste hulde toegebragt aan de- verdiensten der seders do vorige alge
meene vergadering afgestorvene medeledenzijnde de hoeren Mr. C. Asser
in 'silage, Baron van der Botch van Ferwolde, in Gelderland, Mr A.
Stratenus cn F. I'. Groen van Prinsteren1, in 's liage, 'Air. P. Kluit, te
Leiden, Mr. O. van Romondtalhier, Mr. M. van Doornickte Deventer,
C. van Oordtalhier, A. Tpey, te GroningenAlr.N.Smaltenburgte Leiden
N. Wcssendorp, te Losdorp, .7. Terpstra, te Harderwijk, d. A. Paets van
Trootswijk, hij de Nieuwersluis, en Jhr. .7. lil. C. van Utenhove van Heem
stede, te Jntphaas.
Daarna overgegaan zijnde tot de werkzaamheden der vergadering, zoo
zijn de advizen gelezen op ingekomen prijsverhandelingen, als op êéuc ter
beantwoording van eene prijsvraag, over de Tinea Capitis, op line. Inge
zonden als antwoord op de vraag: over den Invloed van de Kolomen op Ne
derlands HandelNijverheid enz., op twee, betreffende Grondwaarheden der
tnenschelijke Kennis, en op ééne, over den Invloed van Homerus op de vorming
en beschaving der Grieken, van welke de slotsom was, dat geene der inge
komen verhandelingen verdiende met den uitgeloofden eereprijs te worden
bekroond, met welk gevoelen de vergadering zich heeft vereenigd.
Na het doen der keuze van onderscheiden nieuwe ledenen het bepalen
van wedernitschrijving van vroegere en de uitschrijving van nieuwe prijs
vragen, is de vergadering gescheiden.
Men meldt uit Arnhem van den 20 Junij
De heer Iluidekoperalhier woonachtig, heeft een werktuig daargesteld,
bestaande in eenen brildoor hem gehoor bril genoemdtevens dienende om
den zwak- of hardhóorigen te gemoet te komen, in stede van een horentje,
waarvan de laatstgenoemden zich bedienden. Het groote voordeel van dezen
bril bestaat daarin dar men beide de handen vrij heeften dat dezelve in
verre nier zoo misscaac als.het horentje, terwijl dezelve den gewonen bril in
zwaarte niet zeer overtreft.
Uit Nijmegen meldt men van den 23 Junij:
Laatstleden Dingsdag kwam alhier van Keulen aan, Zijne Emin. de Aarts
bisschop van Fyr Grave Mercy d'Argenteau, l'aitsselijke Nuntius, reside
rende bij het Ilof van Beijeren. Zijne Einin. heeft den volgenden dag, 11a
in het logement den Rotterdamsche Wagen te hebben overnacht, niet zijne
familie en gevolg de reize naar 's Gravenhage voortgezet.
Dienzelfden dag kwam alhier aan, afstappende aan het Hotel der Neder
landen, Zijne Exc.de Luitenant-Generaal Grave von Bismark, Minister-Ple-
nipotentiaris van Zijne Maj. den Koning Van Wurienberg te Carlsruhe, ko.
mende, van Keulen en gaande naar Rotterdam.
Den volgenden dag kwam alhier aan, aan hetzelfde logement afstappende,
Z. D. II. Prins van Wredevleugel-Adjudant van Z. M. den Keizer van Rus
land vergezeld -van den Graaf Sèbastiaan von Badini en verder gevolgko
mende van Keulen en gaande naar 's Hagc. Ook logeerde aldaar Z. Exc. Sir
John Taylor, Luitenant-Generaal in Engelsche dienst, komende van Londen
en gaande naar Keulen.
Morgen (Zaturdag) avond wordt alhier verwacht Z. K. K. H. de Groot
vorst Michael van Rusland, en gevolg, waarschijnlijk per stoomboot van
Keulen. Hoogstdezelve zal in het hötel de Plaats Royaal overnachten.
Te Leeuwarden Is Feitje Feddes Asmus Kelder, ond 27 jaren, schuldig
verklaard aan kindermoord en rot de straf des doods verwezen.
RUSLAND.
De Britsche Gezant aan het Russische hof, Lord Durhamis, na een af-
sclieids gehoor bij Z. M. gehad te hebben, bij welke gelegenheid bij met
de Andreas-orde is begiftigd geworden, met deKeizerlijke stoomboot hhora,
van Petersburg naar Stokholm afgereisd; hij is aldaar reeds aangekomen,
heeft bij den Russischen Gezant gedineerd en ecu Zweedsch stoomschip ge
huurd, om hein door het Göt2 'kanaal naar Engeland over te voeren.
Over Konstantinopel wordt uit Trebizonde, onder dagteekening van 10 Mei
gemeld, dat eene nieuwe Russische expeditie van 20,000 man onder bevel
van den Gouverneur van Georgie, Generaal Baron von Rosen tegen de Gir-
cassiers is ten velde getrokken. Men wilde reeds te Konstantinopel weten,
dat de Circassiers in eenen hevlgen veldslag verslagen waren gewoiden.' Hoe
dit zij, men is van tneeningitac deze veldtogt een einde zal maken aan*de
woelingen der Circassische bevolking en dezelve rot rust zal brengen.
PORTUGAL.
Lissabon den 10 Junij. De laatste werkzaamheden der Cortes hebben
weinig belangrijks opgeleverd. Er is door de wetgevende Kamer besloten,
dat, wanneer Ministers tot Afgevaardigden verkozen worden, zij als zooda-
nigen geen zitting kunnen nemen en stemmen, maar door hunne vervanger»
moeten opgevolgd worden. Zoodra zij ophouden Ministers te zijn, worden
zii dadelijk weder leden van de Kamer. In allen geval is.het hun, geoorloofd
inde Kamer tegenwoordig te zijn, om voorstellen te doen eu te beraadslagen,
maar nimmer zullen zij eene stem kunnen uitbrengen.
Onderscheiden bataljons van de nationale garde leggen bedoelingen aan
den dag om van de militaire dienst te LissalioD ontheven te zijn, en doen
petitiën rondloopen om naamteekeningen te verkrijgen, ten einde het Gou
vernement te verzoekenom bun verlangen in aanmerking .te nemen en de'
soldatén alleen met die 'dienst te belasten.
Oridertusschen beschouwt de oproerige partij van deze burgerlijke militie
deze aanvraag als eene intrigue van den kant van de Chamorros, of van hun,
die de nationale garde willen ontwapenen en dan den tegenwoordigen stand
van zaken omver werpen.
Daarom ts het, dat de Colonel van het 15de bataljon, de beruchte on.
ruststoker José das Mantas, een krachtig appel aan de soldaten van die garde
gedaan heeft, om hen uit te noodigen, ten einde geene naamteekeningen;
meer op die petitiën ie stellen, wier opstellers door hem worden geoordeeld
vijanden van het vaderland en van de tegenwoordige constitutie te zijn.
Dit appel heeft zijne uitwerking gehad. Den 9 Junij is eene tiende oproer
makersuit bijna 300 mail, beboerende tot het bataljon van de Montas,
znamgcsteld, zonder wapenen, maar in uniform, de voornaamste straten
van de hoofdstad doorgeloopenroepende: Leve de Constitutie van 1820.'