LEYDSCHE
A0. '1837.
MAANDAG,
ÜI C-ffKOON
m
KENNISGEVING.
BurgëMeesteft en Wrthouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende eene
Circulaire aanschrijving van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, in
dato den 4 Februarij jj.'Provinciaalblad N°. 14), houdende: om, door het aansporen
der Ingezetenen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk mede te werken tot het wel doen
slagen d"r Jaarlijksche Collecte, welke, ten gevolge van Zijner Majesteits dispositie,
van den 16 November 1820, N°. 81, door de Districts-Commissie tot aanmoediging en
ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden zal worden gehouden;
brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dar, ingevolge het verlan
gen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gekwa
lificeerde personenin geslotene bussenop Maandag en Dingsdagdie zijn zullen den
igden en losten Junij 1837, aanvangende des morgens ten negen ureaan de huizen der
Ingezetenen, die verzocht worden op de uitreiking hunnef liefdegiften order te stellen.
Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire
vervat, noodigen bij deze uit de Ingezetenen dezer Stad, om, volgens hunne bekende
liefdadigheid, ook in deze Collecte rijkelijk van het hunne bij te dragen, en meenen
hierop bijzonder te mogen aandringen, uit hoofde eene milde bijdrage voor deze Instel-
ling hoogst belangrijk is. De opbrengst derzelven immers strekt eerst en vooral ter on
dersteuning van de zoodanigen, die in vroegere oorlogen verminkt zijnterwijl het over
schietende ten behoeve van de deélgeregtigden na 1813 en voor de sldgtofers uit den
tegenwoordigen strijd tegen oproer en geweld wordt gebruikt. Vermits de uitgaven, zoo
wel van het primitive fonds, als van dat voor de slagtoffers uit den strijd met Belgie,
door de inkomsten niet meer kunnen worden bestredenniettegenstaande de vele beper
kingen, die in het opnemen van deelgcregcigden zijn ingevoerd, zoo volgt daaruit van
zelf, dat het kapitaal jaarlijks vermindert; weshalve het fonds de milde bijdragen der
Ingezetenen bij voortduring blijft behoeven.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Ley denop den 12 Junij 1837.
J. G. de MEy.
Ter ordonnantie van dezelve,
p. a. du pui.
NEDERLANDEN.
Leyden den i8den Junij.
Men meldt uit 's Gravenhage van den i/den dezer:
Heden middag is Zijne Maj. de Koning, van Hoogstdeszeifs reize door
eetiige streken van het Vaderland, in deze Residentie teruggekeerd.
Zijné Majesteit heeft bepaald, dat voortaan, wanneer een van Rijks
wege bezoldigd of erkend Veearts, op last ecner bevoegde Autoriteit, moge
gezonden wórden naar eene zoodanig verwijderde plaats, en zich eenigen
tijd; ter voldoening van den hem alzoo opgedragen last, aldaar moet ophou.
den. waardoor hij mogt worden buiten de mogelijkheid gesteld, om gedu
rende denzelfden tijd tevens zijne practijk op zijne gewone standplaats te
kunnen waarnemen, of bij wintertijd door den ongunstigen toestand der we
gen, of bij ijsgang, verpligt is meer dan gewone transport-kosten of over
vaart-gelden te betalen, in elk dezer gevallen aan hem te dier zake, boven
en behalve de vaste reis- en verblijfkosten, eene schadeloosstelling zal
worden toegelegd, door den Gouverneur der provincie, met overleg der
Commissie van landbouw, te regelen.
Door Zijne Exc. den Directeur Generaal van Oorlog zal, op,Vrijdag
den 23sten dezer, worden aanbesteed de levering van 150 stuks runderbees
ten mitsgaders van nog zoo vele, als er daarenboven noodig zullen zijn,
en zulks wel minder, maar niet meerder dan ten getale van 50 stuks, ten
behoeve der troepen, welke in het kamp bij Reijen zijn vereenigd.
Gisteren morgen is er een detachement grenadiers, sterk 130 man, uit
deze Residentie naar Noord-Braband vertrokken.
Meii houdt zich thans in deze Residentie met de zamensteiling bezig
eener nieuwe naamlooze Maatschappij, onder den titel van Anticipatie-
[Voorschotten-Kas. Het bestuur over dezelve zal jworden toevertrouwd
aan de heeren: Mr. G. N. de Kempenaer en G. H. de Fries Robbóonder
het toezigt van vier Commissarissen, de heeren: M. Heemskerkgrondbezit-
ter, en Baron Roel van Hazcrswoude, lid van de Ridderschap dezer provin
cie, beide van Arasterdam; beuevens den heer Gerieke van Herwifnen, Com-
mar^nr der orde van den Nederiandschen Leeuw, lid van deii Raad van
Statuin der Ridderschap van deze provincie, en den heer ClantProcureur
bij het Hooggeregtshof en Sollicitenr, beide te 's Gravenhage; alsmede den
heer Colen StuartRidder der orde van den Nederiandschen Leeuw en In
specteur-Generaal van de registratie der loterijen, te 's Gravenhage, in be
trekking van Adviseur of raadgever. Deze Maatschappij, welker primitief
fonds op een kapitaal van 4 a 500,000 gulden bepaald is, verdeeld in aan-
deelen, elk van f 1000, zal zich uitsluitend bezig houden met het voor
schieten van alle verschuldigde gelden door den Staat of door andere open
bare instellingen, die zich onder het toezigt der Regering bevinden; zij zal
zoodanige voorschotten doen aan aatibesteders1 van openbare weiken of aan
leveranciers, aan burgerlijke en militaire ambtenaren, en aan gepensioneer
den door den Staat, die 111 het geval mogten verkeeren, dergelijke voor
schotten te moeten vragen. In Engeland en in Frankrijk bestaan gelijksoor
tige inrigtingen, maar deze is de eerste, welke zich in 011s Rijk vesrigt.
Ieder een zal er het groote belang en deszelfs blijkbaar zedelijk doel, van
beseffen, omdat, door aan de ondernemers en aanbesteders van werken of
van krijgs- en levens-voorraad, de verzekering te geven, van, door geringe
kosten, de sommen te verkrijgen, die hun, voor den bepaalden tijd der ver
effening, toekomen, men hunne verrigtingen aanmerkelijk gemakkelijk maakt
en hen in staat stelt, de werken of de leveringen, beter koop aan te ne
men, waardoor ook de mededinging vermeerdert. Wat de Ambtenaren en
gepensioneerden betreft, verschaft dit genootschap hun evenzeer de gele
genheid, voor den rijd van betaling, hun tractement of pensioen te verkrij
gen, en indien men de eersten de verpligting oplegt, om hun leven te doen
verzekeren, dan is deze last wel onbeteekenendin vergelijking van het
voordeel, hetwelk daaruit voor hunne vrouwen en kinderen, in geval van
overlijden, ontstaat. Ieder goed huisvader zal het groote nnt dezer verze
keringen moeten erkennen, die, hoezeer dit land bekend staat, wegens des-
zelfs aanzienlijke Maatschappijen, er echter tot hiertoe in minder algemeen
gebruik zijn dan in andere.
De Maatschappij ter bevordering van Nijverheid heeft, in hare op den
6 Junij II., te Haarlem gehoudene algemeene vergadering, hare eerste gou
den medaille toegewezen aan de stalen of monsters rules, vervaardigd in de
tule—fnbrijk van de heeren D. de IVit en Comp., te Amsterdam.
Uit Leeuwarden wordt over het verblijf van Zijne Maj. den Koning
aldaar, onder dagteekeriing van den 12 |nnij, het volgende gemeld:
Sedert Donderdag II. hebben de bewoners dezer stad het voorregt geno
ten, den beminden Koning in hun midden te bezitten; van dien tijd. tot
op heden, is iedereu dag gekenmerkt door vele blijken van vaderlijke be.
langstelling en wederkeerig niet minder door treffende voorvallen den wel-
meenenden en getrouwen onderdaan waardig.
Dadelijk, na de aankomst op den Ssten dezer, verleende Z. M. gehoor
aan de heeren officieren van de schutterij en liet garnizoen.
Des avonds, ten 10 ure, vereenigden zich de heeren officieren van de
schutterij, omringd van het corps Muzijkanten, bij fakkellicht voor het pa.
leis, alwaar eenige muzijkstnkken werden uitgevoerd, telkens afgewisseld
door het vreugdegejuich der hier bij aanwezige menigte.
In den vroegen morgen van Vrijdag den 9den, behaagde het Z. M., ver
gezeld van den heer Scaatsraad-Gouverneurde in de nabijheid dezer stad,
voor twee jaren opgerigte fabrijk van ruwe en gedrukte katoenen, de Leeuw
genaamd, van den heer A. J. Cruitistr.a, te bezigtigen; met de meeste
naanwkeurigbeid deed Z. M. verschillende vragen, betreffende den aard en
iurigting, en verliet dezelve, na in zoo vele opzigten weder bewijzen van
Hoogstdeszeifs gewone minzaamheid en belangstelling te hebben achtergelaten.
Het behaagde Zijne Maj., des morgens ren 11 ure audiëntie te verleenen
aan de talrijke Autoriteiten, Collegien, Ambtenaren en particuliere perso
nen, welke zoo uit deze stad, als nit de omliggende steden en plaatsen
waren opgekomenhetwelk tot 4 ure in den namiddag heeft voortgeduurd.
Een ieder is getroffen geweest over de minzame en vaderlijke wijzewaarop
Zijne Maj. allen ontvangen en toegesproken heeft, zoo wel als over het ge
duld en de vaardigheid, waarmede een ieder werd gehoord en beantwoord.
Ten 4 ure was er diner aan het paleis, alwaar onderscheidene hoofden
van Collegien, Chefs van administratien en plaatselijke Besturen, benevens
aanzienlijke particulieren genoodigd waren.
Ten 10 ure werd het stadhuis door duizenden lampions in ondefscheide
kleuren verlicht, prijkende de hoofdingang met het naamcijfer van Z. M.;
waarvan het geheel eene prachtige vertooning opleverdeduizendenja
eene ontelbare menigte was hier den ganschen nacht in de nabijheid juichende
en zingende bijeen, hetwelk steeds afgewisseld werd, door het fraaije corps
muzijkanten der schutterij, welke eenen geruimen tijd, de zoo geliefde volks,
liederen en andere muzijkstukken uitvoerden. Na voor het huis van den
heere Staatsraad Gouverneur eenige tijd muzijk gemaakt te hebben, mogt
men op verschillende plaatsen der stad zulks hooren, tot het einde toe door
eene vrolijke menigte gevolgd wordende.
Het fraaije weder begunstigde dezen dag in alle opzigten. Uit alle oor
den van uit gewest waren Vele bewoners toegevloeid en hadden zich met
de ingezetenen gedurende den ganschen dag, in de nabijheid van het paleis
geschaard, niet ophoudende bij elke gelegenheid, wanneer Z. M. zich ver
toonde, met vreugdegejuich aan te heffen.
Zaturdag den ïoden, 's morgens ten 7 ure was bepaald, dat de schutterij
en het garnizoen door Z. M. zouden worden geïnspecteerd; vroegtijdig ston
den deze corpsen voor het paleis geschaard, waarna de inspectie haastelijk
plaats vond, ten gevolge van het ongunstig weder op dien tijd; desniettemin
werd aan de hoofdofficieren Hoogstdeszeifs tevredenheid te kennen gegeven.
Ten 8 ure is Z. M., vergezeld van den Staatsraad-Gouverneur en eenig
gevolg, naar Harlingen uitgereden, en is aldaar met de meeste geestdrift
ontvangen en begroet, vervolgens op het stadhuis gehoor verleenende aan
de Autoriteiten en particulierenhebbende zich bij die gelegenheid met de
meeste belangstelling de plaatselijke aangelegenheden hooren voordragen.
Ten édn ure verliet Z. M. die stad, den weg nemende over Franeker,
alwaar Hoogstdezelve een korten tijd aan hec stadhuis afstapte, en aldaar
door de stedelijke Regering werd ontvangen en begroet.
Ten 4J ure mogten wij het genoegen hebben, Z. M. weder terug te zien.
Zoo wel in de genoemde steden, in de dorpen, als langs de wegen, welke
bij gelegenheid van dit uitstapje bezocht zijn, waren de blijken van liefde
en verknochtheid onbegrensd, en schier op alle plaatsen ondervond men
hiervan ongekunstelde bewijzen.
Ten 4j ure was er diner aan het paleis.
Gedurende den ganschen dag was men ijverig bezig, de noodige aanstal
ten voor het vuurwerk te maken, hetwelk op het plein bij de langepijp,
namens.de stedelijke Regering zoude worden afgestoken; het werd kenbaar,
dat Z. M. zulks met zijne tegenwoordigheid zoude vereeren; dit gevoegd bij
het bijzonder gunstig weder, deed reeds vroeg in den avond de gansche om
trek met nieuwsgierigen bezet worden, hetwelk tot aan de komst van Z. M.
steeds aangroeide, en het aanzien had, als of alle inwoners tegenwoordig wa.
ren; ten tien lire verkondigde reeds van verre het gejuich der menigte, de
aankomst van Z. M. Hoogstdezelve stapte af aan het huis van den heer van
BoelensAdministrateur van *s Rijks schatkist, alwaar alles voor de ontvangst
was voorbereid; het gansche huis van buiten prijkende met vlaggen, drape-
rien en guirlandes, was van binnen op eene prachtige, bevallige en smaak
volle wijze met de keur vari bloemen en draperien naar tijdsgelegenheid
versierd en ingerigtweldra nam het vuurwerk een aanvang, beginnende met
de verlichting van een chasinet, voorstellende het portret van Z. M., met
het onderschrift: Leve de Koning! vervolgens werdingevolge het opgemaakt
programma, het vuurwerk met het beste gevolg afgestoken, tusschen bei
den afgewisseld door de muzijk van de schutterij, in de nabijheid op een
opgerigt balkon aanwezig. Na den afloop begaf Z. M. zich onder het ge
juich van duizenden naar het paleis, na alvorens zijne hooge tevredenheid
zoo voor de receptie ten huize van den heer van Boelens, als voor het fraaije
vuurwerk te hebben betuigd.
Overigens was de gansche nacht aan algemeene vrolijkheid gewijdbe
gunstigd door het afsteken van zwermers en ander vreugdebetoon. Dank zij
de goede Policie, dat op geene plaats eenige ongeregeldheid of ongeluk
heeft plaats gehad.
Op Zondag den uden behaagde het Z. M. de morgen godsdienstoefening
bij te wonen in de groote kerk, onder het gehoor van den oudsten Predikant
D". D. Tijssenwelke in eene geheel passende rede, de aandacht bepaalde
naar aanleiding van Spreuken i<5, vers 20; in de hartelijkste en treffendste
bewoordingen betuigde de spreker het voorregt, dat de Gemeente ten deel
viel, het Vorstelijk gestoelte zoo waardig bezet te zien, en de zoo doel
matig gekozen toesprakenwelke Zijn Eerw. met het warmste gevoel uit
boezemdeverwekten bij de zoo talrijke aanwezigen zigtbare aandoeningen
en den diepsten indruk.
Ten einde ook dezen dag de inwoners op eene aangename wijze te veree.
nigen begaf het corps muzijkanten van de Schutterij zich naar den Prinsen
tuin, alwaar den ganschen avond zich eene groote menigte bet vinden.
Heden morgen ten 6 ure vertrok Z. M. over Buitenpost naar Groningen,
vergezeld van den heere Staatsraad Gouverneur en gevolgte Buitenpost