A°. 183T. LEYDSCHE C IJ R A N T.' VRIJDAG, 9 J U N IJ. NEDERLANDEN. Leyden den Ssten Junij. Men meldt uic's Gravenhage van den /den dezer: Zijne Maj. heeft dezer dagen bij besluit de nieuwe tarieven geregeld en vastgesteld voor de vracht der reizigers van Rotterdam naar Nijmegen vice versa, met de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij, en voor de stoom- boocen in het beurtveer tusschen gemelde plaatsen, waardoor de gerezen verschillen over den maatstaf dier uiteenloopende vrachten voor het vervolg zullen zijn uit den weg geruimd. Gisteren avond is Zijne Exc. de nieuw benoemde Minister van Rus- land aan het Nederlandsche Hof, Graaf von Mdhitzuit Londen in dèae Residentie aangekomen. Zijne Exc. de Graaf cTAilégri, laatstelijk Oostenrijksch Zaakgelastigde aan het Nederlandsche Hof, is dezer dagen van hier vertrokken. t Uit Tilburg heeft men alhier berigt ontvangen, dat Z. K. H. de Prins van Oranje, ten gevolge van eenen val van het paard, eene ligté kneuzing aan het hoofd bekomen heeft, welke gelukkig van geenen gevaarlijken aard is. Uit Utrecht meldt men van den 6 Junij: Heden om ij ure is Zijne Maj. onze geliefde Koning alhier aangekomen, op eene plegcige wijze ingehaald en met onbeschrijfelijke geestdrift ver. welkomd. Een 3ocal Studenten te paard waren den Koning te gemoet ge reden, en de overige heeren Studenten, met de standaarden der onderschei, dene faculteiten aan het hoofd, hebben Zijne Majesteit aan de zoogenaamde Laan van Croes afgewacht en naar Paushuizen, het hótel des Gouverneurs, vergezeld. Aan gemelde laan was ook Zijne Exc. de Staatsraad-Gouver neur en het Stedelijk Bestuur met den Heere Staatsraad Burgemeester aan 'het hoofd, vereenigd om Z. M. te ontvangen. Van daar ging de stoet in de volgende orde stadwaarts; detachementen lanciers, en infanterie van de iode afdealing, de koets van den Gouverneur, eenige Studenten te paard, gevolgd van de overige HH. Studenten; een corps muzijkanten, de opene koets van den Koning; eehige Studenten te paard, 7 rijtuigen, waarin de heeren leden van het Stedelijk Bestuur; wordende gesloten door detache menten infanterie en kavalerie. In de stad gekomen, nam de geestdrift der inwoners voor hunnen geëer- biedigden Vorst toe: men spande inweerwil des Konings, de paarden van het rijtuig en trok hetzelve onder een aanhoudend gejuich voort. Aldus onder het bespelen der klokken, onder het afwisselend muzijk van het corps-liefhebbers en mnzijkmeesterswaaruit het muzijk-corps was te za- mengesteld, en onder het gejuich der menigte trok de stoet door de stad, welker straten met vlaggen waren versierd. Zijne Maj. scheen verheugd over de hartelijke ontvangst en deed niet dan de menigte groeten. De gelederen of reijen, waardoor Hoogstdezelve langzaam als in triomf werd voortgetrokken, waren uit geene militairen, maar uic de verheugde imvo- hers geformeerd, die elkander als verdrongen om den Vader des Vaderlands te zien, te begroeten en toe te juichen. Aan het hótel van den Gouver neur gekomen, vertoonde Z. M. zich op het balkon, en werd met veel geestdrift begroec. Z. M. zal audiëntie verleenen en, na het middagmaal den stads-schonw- burg bezoeken, waarna de H. H. Studenten eene serenade aan Z. M. zul len brengen, terwijl in de scad vele toebereidselen tot eene luisterrijke illu. minacie worden gemaakt. Uit Zwolle wordt van den 5 Junij gemeld: Naar men verneemt, zal deze scad op aanstaanden Woensdag den 7den de zer, met een bezoek van Zijne Maj. onzen geliefden Koning vereerd worden en zal Hoogstdezelve audiëntie verleenen aan zoodanige Autoriteiten, Col- legiën en bijzonderen personen, als verlangen ïhogtcn bij Zijne Maj. toege laten te worden. Uit de provincie Zeeland schrijft men van den 4 Junij Gisteren is te Neuzen'in tegenwoordigheid van den Colagel der genie, Ninaher, publiek aanbesteed, de daarstelling van den kapitalen zeebeer met deszelfs belangrijk metselwerk, en aangenomen voor eene som van/269,000. In de volgende week zal ter genoemder plaatse insgelijks in het openbaar worden aanbesteed, het bouwen van bomvrije kasematcen voor eene kazerne. De Luitenant ter zee J. F. A. Coertzen heefc het bevel over Zr. Ms. stoomboot Curasao gekregenter vervanging van den Kapitein-Luitenant ter zee, Le Jeune, aan wie het kommando van de nieuw gebouwde stoom boot Phenix is opgedragen. Naar men verneemt zou Zr. Ms. stoomboot Cerberus, Kapitein-Luitenant van Franck, liggende in het Dok te Vlissin. gen, met den ijden dezer zich naar het Nieuwe Diep begeven. De volcooijing van het nieuwe drooge Dok te Vlissingen nadert men meer en meer, het metselwerk is aanzienlijk gevorderd, terwijl de beschoeijingen afgewerkt zijn; men ziet de opening van dit scboone en voor de stad Vlissingen veel belovende werk, met belangstelling te gemoet, terwijl de ijverige voortgang de spoedige afwerking verzekert, zoodat men daar weldra op eene der schoonste inrigtingen van dien aard, in ons rijk zal kunnen bogen. De kiezers van het 15de district in de provincie Holland, hebben, in hunne vergadering, op den isten dezer, te Alphen, als de hoofplaats van hetzelve district, als lid van de Stacen van Holland gekozen den heer S. A. van Hoogstraten. Door den Raad der stad Middelburg zijn, in deszelfs vergadering van den isten dezer, de in dit jaar aftredende leden der Provinciale Statenvan wege Voornoemde stad, de heeren C. Fis en E. P. Cremer Jz.. wederom ingeko- zen, en is, in plaats van den heer Mr. D. M. de Superviile, uit die betrek, king op deszelfs verzoek eervol ontslagen, tot lid dier vergadering benoemd de heer Cornells Anthony Rethaan Macaré, Wethouder dier stad. Op den isten dezer is te 's Hertogenbosch de heer G. van Beverwijk, aftredend lid der Provinciale Staten, bij den Raad dier stad, met algemeene Stemmen weder herkozen. Door den Stedelijken Raad van Bergen-op-Zootnzijn, den ïsten dezer, als leden der Provinciale Staten, herkozen: de heer J. C. Delhez, lid van den Raad en Mr. H. J. van Swieten, thans Notaris te Steenbergen; terwijl in plaats van wijlen den heer Johannis Fergroesen, gekozen is de heer J. J. Verlindenmede lid van den Raad. De Ridderschap der provincie Groningen heeft, in hare vergadering van den ïsten dezer, ter vervulling der vacacures, welke op den eersten Dings - dag in de maand Julij aanstaande, van wege haren stand, ter Staten-verga- derine door aftreding zullen ontstaan, tot leden benoemd: Jonkbeeren IViar du* H-ora Siccama van SlochterenUlrich IFillem Frederik van PanhuisFrede rik Hendrik Baron tTAulnisde Bourouill; Jan IFillem Cornells Baron van Ittersum. S P A N J E. Berigten over Parijs van den 5 Jur.ij. Men leest in eenen brief van Estella van den 27 Meiten tien ure des avonds Dezen morgenom 5 ure zijn de Carliscen van Lerin door verrassing meester geworden; onderscheiden officieren zijn op hun bed gevangen genomen, ook 50 soldaten en stedelingen zijn gearresteerd. Met overige van het garnizoen bevond zich in de kerk en op het tort. Na een zeer sterk vuurheeft de kerk zich des middags en het i'ort des namiddags overgegeven. De uitslag van dezen dag is: 200 soldaten, de Gouverneur van de plaats, 'de.Luitenant des Konings, de Adjudant van de plaats, 3 officieren van de rui terij en onderscheiden van het voetvolkzijn gevangen genomen. Éen groote meenigte koren 22'paarden der ruiterijveel munitie en kogels, 1 mortier en 2 stukken geschut zijn in de magt der Carliscen gevallen. Uit Bayonue worde de volgende brief medegedeeld: „Te Parijs verwondert men zich over den langzamen marsch van Karei F-, maar welke reden kan hij hebben, om zijnen togc te bespoedigen? Het plan, dat Karei F thans ten uitvoer brengt, was reeds in de maand Januari), da delijk na de optreding van zijn nieuw Ministerie, beraamd, maar, alvorens het te kunnen ten uitvoer.brengenmoest hij eene beslissende overwinning op Espartero hebben behaaldof deze met zijn geheele leger in eene val- schej stelling hebben gebragt. Indien de Infant, nadat Evans den 16 Maart geslagen wasook zulk eene belangrijke overwinning op Espartero had kun nen behalenzou men dadelijk tot het uitbreiden van hec oorlogstooneel zijn overgegaanmaar Espartero had niet zoodra den aantogt des Infanten op Durango vernomen, of hij haastte zich, om die stad te verlaten, en alleen zijne achterhoede kon bij Zornoza worden achterhaald. „Later werd Espartero door dringende bevelen uit Madrid gedwongen, om naar San-Sebastian te komen. Loid Palmerston en de Engelsche Gezant de Filliers wilden tot eiken prijs den krijgsroem van den Afgevaardigde van Westminster herstellen, alvorens hij in hec Parlement terugkeerde, en daar zij naar wiliekeur over het Madridsche Bestuur beschikken, geboden zij, dat Espartero 10,000 man naar San-Sebastian moest afzenden, die onder hec bevel van den Engelschen Luitenanc-Colonel zouden staan. Espartero wei. gerde dit, en deed al het gevaarlijke van zulk eene beschikking gevoelen. In antwoord ontving hij de gebiedende order, om zich niet met 10,000 man, maar met zijne geheele leger-afdeeling naar Sebastian te begeven. Hij ge hoorzaamde. Het Madridsche Bestuur kon niets doen, wat zoo geschikt was 0111 de ontwerpen van liarel F in de hand te werken. „De Infant Don Sebastian deed, zoodra hij de uic Madrid aan Espartero toegezondene bevelen vernam, ten einde hec door den Koning' ontworpen plan te beter te bedekken, langs de geheele linie van Ernani verschansin gen opwerpen, het geschut aldaar vermeerderen, en gedroeg zich over het geheel zoodanig, als of hij die linie tot het uiterste wilde verdedigen. Maar toen hij eenmaal verzekerd was, dat Espartero slechcs de noodige bezetting te Bilbao had achtergelaten en zich met zijne geheele leger-afdeeling te San-Sebastian bevond, deed hij den nden, ten tien ure des avonds, zon. der dat iemand rondom hem vooraf daarvan verwittigd was, de geheele linie ontruimen, gaf de noodige bevelen aan Guibelaldedie met 13 bataljons in Guipuzcoa achterbleef, en sloeg den weg naar Navarre in, om zich bij den Koning te voegen en de rivieren Arga en Arragon over te trekken. „Men verwondert zich, dat Karei F na den jpden de Arragon te hebben overgetrokken, eerst den 24Sten te Huesca is aangekomen. Doch waarom zou hij zich haasten? Tndien hij dit deed, zonde men verbreiden, dat hij vlugtcedat er in de Noordelijke provinciën ontmoediging heerschte, dat men hem dringende vertoogen had gedaan, die hem noodzaakten, om zich te verwijderen enz. „Karei F trekc een land door, waar onder de bewoners de meeste geesc. drif voor zijnen persoon heerschr. Het Arragonsche volk snelt van alle zijden toe, om hem in te halen, hem deszelfs gehechtheid en trouw te betuigen; hij rukt te midden van de gelukwenschingen en vreugdebewijzen van zijn volk voort. Te Huesca, die aloude Universiceits stad, die reeds van voor de Christelijke jaartelling dngteekem, heeft hij eenen zegevierenden incogc gehouden. Meer van 30,000 mensChen hadden zich vereenigd, om hem te zien hem met eerbied aan te rakenzich met hunne oogen te overtuigen dat de Koning van Spanje zich in hun midden bevond. Alle de balkons waren met fraaije tapijten en bloemkransen versierd men bestrooide voor hem de straat mee bloemen; van alle kanten hoorden men vreiigdegezangiiic deü omtrek snelde men toe met levensmiddelen en verderen voorraad voor zijii dapper leger, voor die soldaten, welke men met den naam van broeders en bevrijders bestempelt. Karei F zoudoor sneller voort te rukken, de bonding hebben aangeno men, als of hij voor Irribarren en Burens vlugtte. Hij heefc deze te Ilnesca afgewacht, en de eerste van hen, die de onvoorzigtigheid heeft gehad, om hec gevecht aan te nemen, is verslagen. Hij en zijn onder-hevelhebber heb ben moediglijk door de opoffering van hun leven den misslag uitgeivischc van tegen soldacen die vol geestdrift zijn en eene gevestigde overtuiging bezie len te hebben willen strijden. „Gedurende dien tijd, hebben die Junta's, weike men als ontmoedigd wil voorscellen, die Navarrezen en Basciers, van wier verslagenheid men grootert oohef had gemaakt, hunnen grond voet voor voet aan hec talrijke leger van Espartero betwistdat leger, hetwelk wonderen zou verrigcen, heeft in ze ventien dagen slechts eene oppervlakte van vier vierkante mijlen vermeesterd en ook op dat kleine terrein zijn de bezendingen van levenmiddelen en afzon derlijke corpsen voor den aanval der Carliscen niet veilig. Dezelfde Navar rezen vernielen aan de Ebro de sterktendie de Chrisciiios aldaar met zoo veel moeite en kosten hadden opgerigt. Reeds is Lerin in hunne hadden gevallen; Lodosa wordt bedreigd, en weldra zal door deze dapperen, die de afwezigheid van Irribarren en Espartero zich ten nutte maken, de Ebro geheel bevrijd zijn. Zóó antwoorden de dappere Navarrezen op de iogens die men te hunnen aanzien verspreidt, en op de proclamatien van Espartero Berigten over Parijs van den 6 Junij. De Parijssche Moniteur deelt de volgende celegraphische depeche mede l Bayonne, 4 Junij. ten 1 ure namiddag. De Carlisten bevonden zich den ïsten nog te Barbascro, en zonden ver kenningen langs de.-beide oevers van de Cinea uic, zonder iets te onderne men. De Baron de Meer stond aan den linkeroever en de Generaal Oraa op den regteroever der genoemde rivier, op geringen afstand van Barbascro. Espartero is den 2den te Pampeluna aangekomen. Dc Carliscen hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1