latidsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij door Mr. F. A. van Hall, namens de yereenigde Commissie rapport uitgebragt, en het antwoord medegedeeld, waarmede Zijne Majesteit het nader gepresenteerde rekwest had vereerd, met verdere te kennengeving, dat de heeren Serrurier en le Chevalier, als de concessie alleen namens de later op te rigten Maatschappij aangevraagd hebbende, van oordeel waren zich alsnu van hunne functien in die betrek king' ontslagen te mogen rekenen; en dat de Commissie met hun begreep, dat, mits men de zekerheid erlangde, dat de raming van één millioen gul dens jnist was, de vergadering met de alsnu gewijzigde concessie genoegen kon nemen, en is daarop met eenparige stemmen besloten, om heeren Con cessionarissen en de leden der Commissie, voor hunne aangewende moeite en zorg den dank der vergadering aan ce bieden Ten tweede, de op verzoek der Concessionarissen vervaardigde concept statuten voorloopig goed te keuren. Ten derde, tot Commissarissen te benoemen de heeren: L. I. I. Serrurier, D. F. SplitgerberS. B, Sichel, A.F.Insinger en F.PV. Karthausaan welke daarbij de meest volledige magt gegeven werd: tot het nemen der noodige provisionele maatregelen, tot het zich zeker stellen van de juistheid der ge maakte raming, tot het maken van financiële schikkingen met den Ingenieur IV. C. Brade, die tevens tot Ingenieur-Directeur benoemd is geworden, on der voorwaarde van zich binnen de eerstvolgende drie dagen met de geno- mene besluiten te vereenigen, enz., enz. De heeren Serrurier, SplitgerberSichel en Karthaus tegenwoordig zijnde, hebben de benoeming aangenomen; men hoopt dat de heer fnsingerdie niet tegenwoordig was, insgelijks aan het levendig uitgedrukt verlangen der ver gadering zal gehoor geven. Eindelijk leest men in gemeld blad van heden dato den 15 Aoril: Heden ochtend hebben de Prinsen, Zoons van den Kroonprins, vergezeld van den Generaal Baggelaarde lands werf bezocht. Vervolgens is Z. K. H. de Prins met twee zijner Zonen uitgereden. Tegen den middag hebben HH. KK. HH. de Kroonprins en Doorluchtige Gemalin het Koninglijk Museum met een bezoek vereerd. Later was er receptie van dames bij de Kroonprinses. Zijne Majesteit de Koning heeft heden de Artesiaansche put bezigiigd. Des namiddags is er groot diner ten Hove geweest. Morgen voormiddag zal de Koninglijke Famielie de Godsdienstoefening in de Gereformeerde Nieuwe Kerk bijwonen. Vermoedelijk keert het Koninglijk Gezin morgen in den namiddag, naar de Residentie terug. Men schrijft uit Woerden, dat de beruchte Constant Polari, bij voort during in bet tijdelijk liuis van opsluiting en tuchtiging te dier stede zijne straf ondergaandezich thans onledig houdt met het opstellen en tot uitgave gereed maken van een omstandig verhaal, aangaande den diefstal van diaman ten, door hem in den jare 1829, in het paleis van Z. K. H. den Prins van Oranje, te Brussel, gepleegd. Uit Belgie meldt men van den 14 April: Het diplomatiek ligchaam in dit land bestaat thans uit de heeren: Baron von Arrim voor Pruissen, Graaf Dietrichstein voor Oostenrijk, Serrurier voor Frankrijk, Hamilton voor Engeland, von Lisboa voor Brazilië, Zamora voor Spanje, Grizzi (Legaat) voor den Kerkelijken Staat, en een Zaakge. lastigde voor de Vereenigde Staten. Uit alle deelen van Belgie verneemt men ongelegenheden of rampen, die door het vallen der ongewone menigte van sneeuw veroorzaakt zijn. De weg van Mons naar Charleroi is op sommige plaatsen met meer dan 12 voeten sneeuw bedektop de meeste straatwegen is de gemeenschap ganschelijk ge stremd. Zelfs het wild in de bosschen kan zich het noodige voedsel niet meer verschaffen, en overal vindt men doodgehongerde vogels en zelfs hazen. Het gehucht Zourbroude bij Verviers ligt geheel onder de sneeuw bedolven; te Havelange zijn van de lager gelegene huizen slechts de sehoorsteenen te zien. T U R K Y E. Konstantinopel den 22 Maart. Men heeft hier nog altijd de hoop, dat er eene schikking, wegens een gemeenschappelijk tol-tarief tot stand zal komen. Het schijnt, dat de Fransche Gezant er zich aangelegen laat liggen, de Engelschen Ambassade over te Halen, in die zaak met de overige Gezant schappen gelijken tred te houden. Alle berigten, die men hier uit Algiers heeft luiden zeer nadeelig voor de Franschen. De Porte is in de stellige meening, dat de Franschen het in die kolonie niet zullen kunnen houden, en het zou ons niet bevreemdenwanneer zij zich het tegenwoordig oogen- blik zou willen ten nutte makenom hare vordering wegens de ruiming van Algiers wederom te Parijs te vernieuwen, of daar over dat punt even zoo in onderhandeling te komenals zij voornemens is te doen ten aanzien van de vorderingen door Frankrijk aan het Regentschap van Tripoli gedaan. Het heet, dat de heer van Buttenieff, Konstantinopel verlaten zal; men weet ech ter niet, of hij eene andere bestemming zal ontvangen of dat hij alleen ver. lof heeft. GRIEKENLAND. Ancona den 27 Maart. Brieven uit Corfu brengen berigten uit Grieken, laudvolgens welke daar alles rustig is. De nieuwe administratie schijnt met veel kracht voortgezet te worden. Zij zou het zich tot eenen grond- regel gemaakt hebben, aan geene partij uitsluitend het oor te leenenaan geene eenen overwegenden invloed te laten. Dit is wel het beste en zekerste middel, om de rust te bewaren en het eindelijk daarheen te brengen, om de vruchten van eene zoo duur gekochte onafhankelijkheid te plukken. Uit Aegypre heeft men te Corfu berigten, volgens welke de onderhande. lingen wegens de door Mehemed-Ali bij de Porte aangezochte onafhanke lijkheids-verklaring afgebroken zijn. Mehemed-Ali zou niet dat offer hebben willen brengen, dat de Porte bedong. De Ottoraannische Commissarissen zouden Cairo zeer te onvreden verlaten hebben, en men vreesde te Alexan- drie, dat de spanning tusschen de Porte en den Pachawederom scerker dan thans kon worden. Mehemed-Ali zelf schijnt in die bezorgdheid te deelen, want hij doet alle moeite om zijn leger in Syrië te versterken, en het met alle noodige krijgsmateriëel te voorzien. Vele personenwelke zich naar Maltha begeven haddenmet het doel om van daar intriguen in Italië en hoofdzakelijk in Sicilië te onderhouden, welke daarop betrekking hebben om de onderdanen tegen de Regering op te zetten, zijn op bevel van den Gouverneur van Maltha verwijderd gewor- 0111 volgens hunne begeertedeels naar eene Spaansche haven, deels naar Smyrna overgebragt te worden. In Athene is thans voor de eerstemaal een Staats-alm-nak voor het Koningrijk Griekenland uitgegeven, waaruit de volgende statistike bijzon derheden medegedeeld worden. De bevolking wordt daarin opgegeven 926,000 zielen te bedragende landmagt bestaat uit 12.326 man en de marine uit 32 oorlogs-vaartuigen. Ei' ziin zes Ministers, ie weten de heeren Rudhardt, Rhizos, Schmaltz Mansolas, Kriezis en Lassanis. De Staatsraad telt 3 vice-Presidenten17 gewone Staatsraden, van welké alleen de Generaal Church een buitenlander is, en 14 Staatsraden in buitengewone dienst. De Heilige Synode, welker Je- 1 den jaarlijks aftreden, heeft eenen Presidenten vijf leden; de Regering wordt bij dezelve door eenen Commissaris vei tegenwoordigd. In het Koningrijk s zijn 33 Bisschoppen der Grieksche kerk. De vier Katholijke Bisschoppen worden in den almanak niet vermeld. De Koningiiike '•ofhoudintr is-zeer beperkt; maar zooveel te talrijker is het personeel bij de Ministerien. Cezan en zijn er bij de hoven van Enge. land. Rusland, Frankrijk, Beijeren, Spanje en Turkije, in het hoofdstuk Ridderorde van den Verlosser, wordt eerst de verordening medegedeeld, waarbij dezelve gesticht en onder anderen bepaald is, dat er niet meer dan twaalf Ridder-Grootkrnissen mogen benoemd worden; en terstond daarna volgt de lijst der ridders, waarop niet minder dan 72 Grootkruissenwaar onder vier Grieken, vermeld worden, benevens 56 Groot-Commandeurs, 77 Commandeurs en meer dan 300 Ridders. Onder bet hoofd; Regtswezen, komen voor: het Hof van Cassatie, twee Hoven van Appel, tien Regtbanken van Eer/ten Aanleg en drie Regtbanken van Koophandel. De mindere beambten van het Ministerie van FiiianCien zijn zeer talrijk. Het getal der burgerlijke geneesbeeren in Griekenland bedraagt 85; maar bovendien worden nog 130 „Empirici" vermeld, die de praktijk mogen uit. oefenen. Gymnasien zijn er vijf, waarvan echter slechts bij die te Athene Napoii en Hermopolis alle leeraarsplaatsen bezet zijn; Hellenische scholen 23. en eene kweekschool voor de onderwijzers. Behalve de Koninglijke drukkerij telt men in Athene nog negen en in de andere gewesten zes druk kerijen. Er worden negen dagbladen en even zoo veel wetenschappelijke tijdschriften uitgegeven. In Athene bestaan drie geleerde genootschappen,: een voor de geneeskunde, een voor de natuurlijke geschiedenis, en een lot bevordering van het opvoedingswezen. Onder de rubriek voor de marine vindt men aangevoerd de zeepraefec. tuur te Paros, welke 10 leden telt. De vloot heeft 190 stukken geschut en 2400 officieren, matrozen en soldaten. Er zijn vier Kapiteins van de iste, twaalf van de 2de en tien van de 3de klasse, terwijl er 58 ter beschikking van het Ministerie zijn. Vele lagere officieren voeren ook koopvaardijsche pen. Het getal dezer laatste, boven den inhoud van vijf tonnen, wordt op 4678 begroot. Omtrent de organisatie der landmagt worden geene bijzon, derheden opgegeven. Met opzigt tot het inwendig beheer is het Rijk verdeeld in 30 gouverne. menten en 18 onder-gouvernementen. RUSLAND. Het Fransche Journal des Dibats bevat Verscheiden bladen hadden van eenen opstand gesproken, welke te Peters, burg was uitgebarstenen wij hebben gemeend die tijding niet te moeten overnemen, omdat men voor dezelve geenen grond had; wij vinden nu in eenen brief uit Petersburg van den 16 Maart, het volgende: Er is hier onlangs eene soort van opstand of liever van militaire insubor dinatie geweest. Een bataljon van de Keizerlijke garde is aan het mtiiten geslagen; maar deze gebeurtenis heeft met de staatkunde niets gemeen en men moet dezelve toeschrijven aan ontevredenheid door de strengheid van den Colonel ontstaan. Op de eerste tijding van dit oproer, heeft de Keizer Nikolaas zich in persoon naar de kaserne begeven, en dadelijk is het regi ment tot zijjfen pligt teruggekeerd. Eene deputatie van de soldaten heeft aan Z. M. de grieven van het regiment aangeboden. De Keizer heeft de kaserne laten omsingelen en een van de tien man laten doodschieten, om hen te straffendat zij zonder genoegzamen grond zijn opgestaan. Onder scheiden soldaten hebben het vonnis ondergaan en het overige van dat corps is dadelijk naar den Kaukasus gezonden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 13 April. In een der brieven uit de Fransche grensplaats St. Jean de Luz leest men: Dezer dagen nam een Colonel der Christinos de voorposten van de leger! afdeeling van Generaal Evans tusschen San-Sebastian en Ernani in oogen- schouw, en geraakte daarbij in gesprek met een officier der Carlisten ,°die zijne voorposten bezocht. De twee voor een oogenblik verbroederde officie, ren waren het eens over den overmoed en de onbekwaamheiddie Generaal Evans bij het gevecht van den 16 Maart heeft laten blijken, en de Colonel der Christinos kwam er voor uitdat Espartero en Saarsfield vrij wat voor- zigtiger gehandeld hadden, met zich niet zoo diep in de Baskiichegewesten te wagen. Hij eindigde het gesprek met luide te zeggen: Mijn eenige troost in ons ongeluk is, dat zoo veie lijken van Engelschen den Spaanschen grond bemesten. Het Journal van Barcelona, le Vaporbevestigt in zijn nommer van den 2 April, het berigt van eene poging tot brandstichting, welke tegen het stadhuis in den nacht van den isten Maart heeft plaats gehad. Een brief van Valencia van den ïsten April, door hetzelfde blad mede. gedeeld, meldt hetgeen volgt: De factieusen hebben zich in het gezigt der vesting dezer stad vertoond men kon hnn geschreeuw en de geweerschoten hoorehtegen de ongeluk! kige officiers gelost, die in het dorp Pla del Pou gevangen gemaakt zijn. Eenige factieusen zijn zelfs in onze stad gedrongenen een is gevangen in onze magt gebleven. Men leest in het Charte de 1830 de volgende telegraphische depêche: Bayonne, 11 April 1837. De Generaal Irribaren is tot onder-Koning van Navarte en Bevelhebber van de troepen van die provincie benoemdter vervanging van Saarsfield. Men heeft nog geene offensive beweging gemaakt. Van San-Sebastian schrijft men van 2 April: Sedert den iotlen Maart, heeft het hospitaal St. Maria alleen 1434 dooden naar het graf gezonden. Dezer laatste dagen zijn 8 chapelgorris2 officie ren en 35 quintos tot de Carlisten overgeloopen. Van Villareal 8 April. Vijftig Portugezen zijn naar onze rangen (Carlisten) overgeloopen. Met hen, die bij voortduring overloopen zullen zij in een nienw bataljon dienen dat men bezig is op te rigten. Om een einde aan het overloopen te maken' heeft de Generaal Das Antas het voorzigtig geoordeeld zijne afdeeling in het binnenste van Castilie te voeren. Van Irun 7 April. De (Carlistische) Generaal Ripalda beeft met 2 bataljons eene beweging op de linie van Pampeluna gemaakt en een fort verwoest, hetwelk de vijan den hadden opgerigt in de nabijheid van Zubiri. Niet lang daar na kwam eene groote colonne Christinos te Burguëta, een convooi van kleedingsttik. ken enz- begelijdendewelke uit Frankrijk kwam. Men heeft in den naauwen doorgang van Belate verhakkingen gemaakt, zoo de vijand zich eenen toegang door den Bastan wilde openenwant dit is de eenige weg die door de vallei leidt. DUITSCHLAND. Hamburg den ïsten April. Eene voikomene wederkeerigheid van handel en scheepvaart-betrekkingen is thans ook tusschen Hamburg en het Koning rijk van Griekenland daargesteld, even zoo als die reeds bestaan tusschen dat land en de steden Lubeck en Bremen; en ten gevolge van dien staat van zaken verschijnt de Hanseatische vlag weder op nieuw in de Middelandsche zee en de wateren van Griekenland, van welke zij zoo lang verdwenen was-• zonder dat deze vlag Turksche paspoorten noodig had, welke zonder op! houden met veel hoofdigheid van den kant van Groot-Britannie geweigerd waren, want men behoeft thans van de Barbarijsche-rooverstaten niets meer te vreezen. De wederkeerige verklaringen met betrekking van deze overeenkomst zijn den 26 Maart uitgeleverd geworden, tusschen den SyndicDoctor Sieveking in naam van den Senaat van Hamburg, en den Baron van Hormayr, Afge!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2