A°. 1S37. LEYDSCHE C OJJ R A N T. v: m 'O WOENSDAG, NEDERLANDEN. Leyden den nden April. Nadat gisteren, na van paarden verwisseld te hebben, gepasseerd was dê Secretaris van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, de heer Otterloo zoo zijn heden tegen den middag, na ook alvorens van paarden verwisseld te hebben voor het huis van den Koninglijken Paarden-Postmeester, den heer IV. L. Burgen, deze stad doorgetrokken, HH. KK. HH. Prins en Prin ses Frederik, en H. K. H. Prinses Louise, met gevolg, van 's Gravenhage komende en zich naar Berlijn begevende. HH. MM. de Koning en Koningin zijn heden van 's Gravenhage naar Amsterdam vertrokken. HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje met Hoogstderzelver twee oudste Zonen, vertrekken morgen derwaarts. De Opperkamerheer van Zijne Maj. den Koning heeft bekend gemaakt, dat Zijne Maj. te Amsterdam, op Woensdag den nden dezer, audiëntie aan het paleis zal verleenen, De Burgemeester van Raamsdonk heeft bekend gemaakt, dat hij, 011. der andere giften, vqor de aldaar overgeblevene betrekkingen van de in den storm van den 24 Februarij 11. omgekomen personen, de aanzienlijke som van 520 gulden van 'HH. KK. HH. den Prins en Prinses van Oranje ontvangen heeft. Burgemeester en Wethouders der stad Amsterdam hebben bekend ge maakt, dat de Commissie, belast met liet nemen van maatregelen om een plan tot eene nieuwe beurs aan den Raad te kunnen voorleggen, ten ge. volge der door haar gedane prijsuitschrijving wegens een ontwerp tot een beursgebouw, omvangen heeft vijf ontwerpen voor het emplacement van de oude beurs, benevens zestien ontwerpen voor het emplacement op of bij de tegenwoordige Vischmarkt. Dat gen. Commissie aan het ontwerp voor het emplacement van de oude beurs, geteekend: il. voto senza Copera non basta heeft toegewezen den prijs van f 500; en aan het emplacement op of bij de tegenwoordige Vischmarkt, get. met de spreuk: den handelaan het "T en Amstelstroom gewijd, den anderen prijs van ƒ500; benevens de premie, mede van f 500; zijnde hij de opening der biljetten gebleken, dat van het eerstgen. ontwerp de inzender is de heer Isaac IVarnsinken van het andere de lieer Hendrik Springer. Uit aanmerking der bijzondere verdiensten der ingezondene ontwerpen geteekend: Hier wordt Mercuur gediend, gevierd en •aangebeen (Vondel) en Vignolaheeft de Commissie besloten, aan elk der inzenders eene gratificatie van f 250 aan te bieden, zoo deze zich willen doen kennen, en oen eigendom der ingezonden ontwerpen aan de stad af staan, waartoe zij mitsdien zijn uitgenoodigd. RUSLAND. Petersburg den 25 Maart. Op meer dan eene plaats in Rusland, hebben 'in de laatste dagen van het afgeloopen jaar aardbevingen plaats gehad. Onder anderen te Slato-Ust, in den nacht van den 28 op den 29 November. Men hoorde tegen middernacht een onderaardsch gedruis even als het rollen van vele zware rijtuigen. Hierop volgde eene aardbeving in de rigting van het Nuord- Oosten naar het Zuid-Westen, en dus parallel met het Uralgebergte. In vele huizen bewogen zich meubelen,- de voorwerpen vielen van de tafels en zelfs stortte in een huis eene kast omver. Deze schok duurde omtrent 3 secon den, en werd in de Kussinskische en andere mijnen in het Uralgebergte, langs eene streek van meer dan anderhalve werst, gevoeld. In sommige dorpen hebben de gebouwen veel geleden. SPANJE. Bgrig ten over Parijs van den 8 April Uit ..Madrid schrijft men van den 30 Maart, dat de Cortes nog bezig waren om over de hervormde constitutie te beraadslagen. Niets nieuws is er van de militaire operatien. De drie leger corpsen zijn in hunne versterkte plaatsenPampelunaSan-Sebastian en Bilbao wedergekeerd. Don Carlos was te Estella nog ziek. Men leest in de Sentinelle de Bajonne van 4 April: Men schrijft van de grenzen van den 3den. Aanmerkelijke sommen wor den dagelijks in Spanje voor rekening van den Pretendent gevoerddat deze sommen uit de laatste leening voortkomen, of door de vreemde Mogendheden gezonden worden, zooals eenige voorname Carlisten zeggen, hoe dit zij, dit is zeker, dat de kassen van Don Carlos altijd gevuld zijn. Waaraan die sommen besteed worden, dit is, zelfs aan de anders het best onderrigte per sonen, onbekend. Deze laatste dagen nog is eene som van 250,000 fr. uit de schatkist op bevel van Don Carlos zeiven genomenen niemand is te we ten gekomen, waaraan dit besteed is; maar hetgeen bij allen zeker is. is, dat deze som niet aangewend is noch voor bijzondere dienst van den Vorst, noch voor die van het leger. De dapperheid van het Fransche legioen, bij gelegenheid van het laatste gevecht in de vallei van Ulzama tegen de Carlisten, wordt nog steeds hoog geroemd. Jammer maar, dat dit legioen, dat verscheiden maanden in zijne soldij ten achter is, (de officieren hebben in geen 10, de soldaten in geen 6 maanden soldij gehad), weldra zal ontbonden worden, omdat van meer dan twee derde van de manschappen de dienst verstreken is. Bij het laatste gevecht zijn 15 officiers of gedood of gewond; deze laatsten lijden volstrekt armoedeen het gedrag van het Fransche Gouvernement wordt ten deze grooteliiks gegispt, daar Engeland aan zijn legioen te San-Sebastian alles doet toekomen. Berigten o"er Parijs van den 9 April. Eene particuliere correspondentie deelt tijdingen mede uit Madrid van den isten April, waarin gemeld wordt, dat de gedwongen leening van 500 millioen realen (ƒ25.000,000)waarover zoo veel geschreven en gesproken is, is vervallen. Met alle mogelijke moeite had Mendizabal niet meer dan 70 mil lioen kunnen bij elkander brengen. Daar nu de behoeften van de schatkist zoo dringend is, heeft die Minister aan de Cortes verzocht, dat een andere maatregel werd aangenomen, om zooveel mogelijk de achterstallige schuld .te dekken welke maatregel meer waarborg moest opleveren en de termij •nen der betaling meer van elkander verwijderd stellen. De beraadslagingen zijn in de Cortes zeer hevig geweest. Er heerschte te Madrid veel gisting en ellende. Men vreesde eene nieuwe revolutionnaire beweging, die de zaken nog meer zou achter uit zetten. Mendizabal was vooral in angst, omdat het algemeen ongenoegen grootendeels tegen hem gerigt was. Cabrera bezet op den weg van Alicante tot Madrid onderscheidene K. M. 12 APRIL. plaatsen. Hec gerucht liep, dat hij zich in Neder-Arragon had terug ge trokken, maar men sloeg aan hetzelve geen geloof. Er werd door eenige troepen der Koningin wel eenig voordeel behaald, doch dit was van geen belang. Op éên punt verstiooid zijnde, verzamelden de Carlisten zich we. derom dadelijk op andere plaatsen. DUITSCHLAND. De Keizer van Oostenrijk heeft bij besluit van 30 Januarij 1837 doen' bè. kend maiten, dat alle uitgeweken Polen, die zich nog niet aangegeven heb ben, maar zich op Oostenrijksch grondgebied verborgen honden, zich bin- nct. 10 weken moeten aanmelden zullende na verloop van dat tijdsbestek alle Polen, die opgespoord worden, naar Polen worden teruggebragt, en diegenen, die hen hebben verborgen gehouden, naar de bestaande wetten gestraft worden. Tusschen Dusseldorf en EIberfeid is de groote weg op sommige plaat, sen ten gevolge van de gevallen sneeuw onbruikbaar geworden, zoodat verscheiden postwagens in eerstgenoemde stad den pden niet hadden kun. nen aankomen. Uit Napels schrijft men van den 23 Maart: Het weder is voortdurend slecht, met veel regen en menigvuldige onwe- ders, van hagel vergezeld. Niettegenstaande is de gezondheids-toestand onzer stad zeer voldoende. Nadat de sneeuw op de omliggende bergen reeds bijna geheel gesmolten was, is er in den afgeloopen naclu weder znlk eene me nigte gevallen, dat de Vesuvius tot op een kleinen afstand vanResina, daar- - mede bedekt is in dit jaargetijde, waarin anders alles zeer groen is! De Graaf von Armansperg is den 31 Maart te Livorno uit Griekenland aangekomen. In het Journal de Francfort vinden wij eene vergelijking tusschen den ouden Griekschen Staatsman Ferikles en den tegenwoordïgen Spaanschen Mi nister Menaizabalzij is de volgende: Hoe ziet gij er zoo betrokken uit zeide Alcibiades tot Perikles. Ik moet u bekennen, antwoordde hij hem, dat ik razend groote sommen verspild heb aan het bouwen van de Propylaeên, en ik ben bevreesd, want thans moet ik er aan denken om rekenschap te geven. Gij zoudt beter doen, hernam Alcibiades, om een middel uit te denken, om geene rekenschap te geven. Dit denkbeeld trof Perikles; hij verzon eene beleediging, van ik weet niet welk volk. Te wapen, riep hij. De Atheniensers herhaalden daarop, te wapen; men streed, men behaalde de overwinning, en de rekening van de Propylaeên werd vergeten. Ik weet niec, wie de Alcibiades te Madrid is, die Mendizabal ten aanzien van de verantwoordelijkheid raad geeft; maar de arme man, in verlegenheid als Perikles, sleept zich van den eenen tijd tot den anderen voort, en vor- derc toch niet. Excellentie, zegt men hem, wanneer zult gij het halfjaar van de binnen, landsche schuld betalen? Wachtantwoordt hijwacht een weinighoe, wilt gij dan, dat ik liet loopend halfjaar betale, terwijl hec verloopen half. jaar nog niec- betaald is Zoo sprekende zoekt de verlegen financier, op het voorbeeld van den verantwoordelijken Griek, tijd te winnen, ten einde, zoo als Alcibiades het aanraadde, om geen rekenschap te doen. Maar dit middel was voor Perikles eene overwinning, terwijl Mendizabal niets heeft, dan eene portefeuille vol nederlagen; hiermede zal hij zijne schuldeischers niet blinddoeken. Indien Mendizabal zich met eer uit die stelling verlostzal hij groocer dan Perikles Zijn. F R A N K R IJ K. Parijs den 8 April. In het rapport van den heer Barlhe in de zaak vari Mesmierin onze vorige vermeld, komt het volgende voor: Men heeft zich allereerst met hec onderzoek naar de vroegere levenswijze van Meunier bezig gehouden. Het is daaruit gebleken.dat hij zich, zes jaren lang, van 1830 tot 1836, aan de schandelijkste buitensporigheden heeft over gegeven en zijnen meesten tijd in bordeelen of met drinkgelagen in gemeene kroegen heeft doorgebragt. In 1836 is hij als werkman bij zijnen neef, den zadelmaker Lava'uxin dienst gekomen. Hij heeft begonnen met te beken nen dat hij sedert zes jaren van zijn misdadig ontwerp was zwanger gegaan dat hij sedert zijn tiende jaar een hevigen haat tegen het geslacht van Orle ans had opgevat, otndat hij door het lezen van verscheidene geschriften overtuigd was geworden, dat dit geslacht Frankrijk steeds ongelukkig had gemaakt; dat hij vervolgens een republiekein was geworden en zijne staat kundige beginselen vooral ook uit het dagblad le Reformateur had geput. Hij behoorde toe het genootschap der huisgezinnen en tot verscheidene andere dergelijkegevaarlijke vereenigingen. Zelfs schijnt hec, dat hij een deel heeft uitgemaakt van eene heiliooze verbroedering van veertig personen, die zich den Koningsmoord tot doel stelden en waarvan Pepin in zijne laatste levens, uren gesproken heeft. De 34 jongelieden, die zich voor eenigen tijd te Crenelle tot een gastmaal hebben vereenigd, waarbij toasten aan Alibaud op den dood des Konings en tot vervloeking vanFieschi zijn uitgebragc, zou. den tot dezelfde helsche zamenspanning behooren. Ook de personen, die onlangs wegens bunnen arbeid in de geheime bnskruidfabrijk van de straat l'Oursine te Parijs te regt hebben gestaan zouden deelgenooten van deze zamenspanning zijn. De meeste getuigen, die wegens het persoonlijk karakter van Meunier ondervraagd zijn, hebben hem als een opgewonden, door ijdel. heid vervoerd wezen afgeschilderd, die, als men hem uittartte, tot alles te brengen was. ja zelfs zich uic eene soort van roemzucht een mes door de borst zon hebben gejaagd. Op het nogenblik zijner inhechtenisneming, bekende Meunier, dat er eene zamenspanning tegen 's Konings leven bestond, en dat daar nommer twee gemist had. nommer drie hem weldra zou vervangen. Later heeft hij die gezegden willen intrekken, en het zelfs willen doen voorkomen, als of hij ze slechts uit kortswijl had geuic. Eindelijk in zijn zestiende verhoor (den 4 Fehrnarii), heeft Meunier bekend, dat, terwijl hij op zekeren nacht zich met Lacaze hij Lavaux bevond onder dit drietal eene loting had plaats ge had, ten einde te heslissen, wie op den Koning schieten zou. Zij hadden drie papieren zakjes in eenen hoed geworpen, in een waarvan zich een klein stukje hrood bevond, komende men overeen dat degeen die dit laatste peperhuisie zou trekken, met de uitvoering van het misdrijf zon beiast zijn. Het lot wees Meunier aan. Een volgenden dag bekende Meunierdat al wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1