Gisteren is de Eerste Kamer der Staten-Generaal vergaderd geweest, en heeft dezelve de omwerpen van financiële wetten ontvangen, eergisteren avond bij de Tweede Katfier aangenomen. Heden heeft dezelve de drie ontwerpen, na eene vrij 'langdurige beraadslaging, aangenomen. De aldus goedgekeurde ontwerpen van wet zijn, zoo als zij zullen worden uitgevaar, digd, reeds in het licht verschenen, en zullen in het volgend nominer van dit blad worden medegedeeld. Uit de provincie Zeeland wordt van den 8 Maart gemeld: Heden had, aan het Bureau van de Directie voor de Marine, aan het Hoofd-Departement van de Schelde te Vlissingen, de openbare aanbesteding plaats van den nieuw op te rigten lichttoren, op het eiland Schouwen (Zuid-Beveland), mer de daartoe behoorende magazijnen, officiers- en op- zigters-woningen, enz., en is dit werk aan den minst-mijnende (zijnde de heer Palleda, te Vreeswijk aan de Vaart) toegewezen voor eene som van f 126,500. De Belgische ijzeren stoomboot VHirondellewelke naar luid der me- nigvuldige berigten in de Belgische dagbladen, geregeld in de beurt van Gent en Antwerpen op Rotterdam zoude 'varen, is dezer dagen werkelijk voor Vlissingen gekomen, onder Kniphauser vlag, doch heeft naar men verneemt geene vergunning kunnen bekomen, om binnen door naar Rotterdam testoomen, en was dus genoodzaakt, na ruim 24 uren voor Vlissingen te hebben gele gen, buiten om zijne reis te vervolgen; naauwelijks had hij echter de hoogte van Oostkapelle bereikt, of het fraai geschilderde elegante, doch niet tegen de kracht der zee bestande stoomvaartuig zag zich gedwongen, met half omver gewaaide schoorsteen en andere avarijterug te Ueerenen in de haven van Veere eene wijkplaats te zoeken. T U R K Y E. Uit Konstantinopel schrijft men van 2 Februarij De rapporten aan den Sultan gerigt omtrent de personen in de laatste zes maanden aan de pest gestorven, zijn zoo onnaauwkeurigdat het onmogelijk is zelfs bij approximate, het getal te vinden. De beste manier om dit getal te weten is om hetzelve te berekenen naar de groote vermindering van brood, hetvvelke van 35.000 kilogr. op 25,000 gevallen is; zoodat er in de 750,000 inwoners der hoofdstad eene vermindering van 200,000 gekomen is; als men er 20,000 menschen afneemt, die gevlugt zijn, dan zijn er nog iu de laatste 6 maanden 180,000 gestorven. Den 8 Februarij. Men verhaalt hier veel over de twist tnsschen den Pacha van Tripoli en den Engelschen Consul aldaar, den heer fHarnington deze laatste zou den eerste met een karrawats in het gezigt geslagen heb. ben. De Sultan is hierdoor zeer gehoond en eischt eene schitterende vol doening. Door de Engelsche Regering wordt ondertusschen de daad ontkend. De Sultan heeft zijne beeldtenis van het gebouw der Admiraliteit en uit de zaal van den Divan doen wegnemen en aan stukken slaan, als ook het dragen van tulhanden op nieuw ingevoerd. Deze veranderlijkheid en lafheid in het karakter van Mahmoud is onverklaarbaar. Hij is thans voor de eischen der regigeloovige Turken teruggetreden. Hunne invloed zal hem zeker van te veel waaide geweest ziindan dat hij denzelven zou willen verliezen. ZWITSERLAND. tn een /witsersch dagblad leest men, dat reeds in 1587 in Geneve fabrij- ken werden gevestigd. In 1601 werden de eerste reglementen op het ho. roiogiemaken gemaakt. In 1685 telde men in Geneve 100 horologiemakers en 300 werklieden, welke 5000 horologien jaarlijks maakten. Van dat jaar tot 1789 namen de horologie fabrijken zoodanig toe, dat er toen 4000 per. sonen in de stad en in de huip-fabrijken nog 2000 personen werkten. SPANJE. Over Parijs zijn van den 8sten geene bijzondere berigten uit Spanje mede. gedeeld; alleen verzekerde men, dat de Generaal Alaix in zijn hoofdkwartier te Vittoria was gevangen genomen en onder geleide naar Burgos gebragt. Zijne afdeeling, welke op bevel van den Generaal Saarsfield verstrooid was geworden, had volstrekt geene poging gedaan, om zijne gevangenneming te beletten. Berigten over Parijs van den 9 Maart. De berigten uit Madrid gaan tot den 28 Februarij. In dezelve meldt men, dat de Cortes bij voortduring over de wet op de drukpers beraadslagen. Er hadden dagelijks twisten plaats tusschen den Minister van Oorlog en hooge officieren. Een hoog ambtenaar had deswegen zijn ontslag genomen het geen voor het Ministerie van Financien zeer nadeelig was. De troepen zouden, volgens berigten van den 2isten, in Navarre in beweging gekomen zijn, om het plan van algemeenen aanval te bewerkstelligen. Ondertus schen wordt van Bilbao van den 28sten gemeld, dat niets nog de aanstaande beweging voorspelde. Men verneemt, dat bij de nederlaag der Christinos door Forcadell, een geheel bataljon van Ceuta, tot de Carlisten is övergeloo pen. De beroemde vader Cyrillus, Aartsbisschop van Santiago de Cuba zou zich voor de partij van Don Carlos verklaard hebben. Er was weder om eene droevige tijding uit Lerida ontvangen. Eene colonne namelijk van 900 man, welke een convooi vergezelde, is door de Carlisten aangetast en op de vlugt gejaagdveel volk moet daarbij gesneuveld zijn. Volgens het dagblad de Espagnolzou de Colonel van die colonne, Olivier, zich bij het begin van het gevecht voor Don Carlos verklaard hebben; zijne manschappen •waren echter niet gevolgdmaar hadden op hem geschotenwaardoor hij gekwest raakte. GROOT-BRIT ANNIE. Londen den Maart. In de zitting van het Lager-Huis van den 6den heeft Lord Russell verslag gedaan van de zaken betrekkelijk Neder-Kanada, en gezegd, dat die colonie zich in eenen staat van de grootste verwarring bevond, welke hij meende, dat door leden van de Radikale partij in Enge land ondersteund werd. Hij heeft hierop een tiental resolutien voorgedragen. In de zitting van den 7den heeft de heer Stewart het geschil van ons bewind met dat der Nederlanden, betreffende de inkomende regten op het iEiland Java, weder ter spraak gebragt, en van den Minister Palmerston inlichting gevraagd nopens de deswegens aangeknoopte onderhandelingen. De Minister heeft hoofdzakelijk geantwoord, dat deze onderhandelingen nog voortduurden; dat hij hoopte, dat de Nederlandsehe Regering de juistheid der Britsche uitlegging van het tractaat van 1824 zou erkennen, en dat hij, ofschoon thans handelende over de uitlegging van dat tractaat voor het ver volg. en den vroeger gedanen eisch van terugbetaling van hetgeen (volgens hem) door de Nederlandsche Regering te veel geheven was, op den achter, grond gesteld hebbende, dezen eisch niet uit het oog verloor. De heer Peel gevraagd hebbende, wat dan eigenlijk het verschil was en of de Minister het tarief bezat; heeft de Minister dit laatste ontkennend beantwoorden omtrent het eerste gezegd, dat volgens bepaling van 1824, voor goederen, welke door Nederlanders op Java vrij werden ingevoerd, Engeland 6 pCt. zou betalen, doch dat de Nederlandsche Regering deze invoering had uitge legd van Nederlandsche goederen op Java met Engelsche schepen aangebragt, en niet van Engelsche goederen met Engelsche schepen. Te Carthagene moet de Engelsche Consul door de Overheid in arrest genomen zijn, omdat, zoo als berigt werd, hij een inwoner met een dolk op straat had aangevallen; volgens een ander berigt echter, zou er tusschen beideu een duel plaats gehad hebben, waarin de laatste gewond werd. En. gelsnd neemt den hoon, zijnen Consul aangedaan, euvel op-, en heeft zijrt- eischen gedaan, aan welke men niet beantwoord heeft; weshalve eetiige havens geblokkeerd zijni F R A N K R IJ K. Parijs den 7 Maart. In de zitting der Afgevaardigden van heden zijn de beraadslagingen over de bijzondere artikelen van de disjunctie-wet begon nen. Onderscheiden amendementen zijn voorgesteld, onder anderen van 'den Generaal Tirlet, om, wanneet burgers in militaire aanslagen begrepen wa ren, de burgers voor eenen krijgsraad te brengen; hetgeen echter verworpen, is. De heer Jaubert, die het amendement ondersteunde, heeft eenen hèvi - gen uitval gedaan tegen die Afgevaardigden, die, hoewel van s' lands weg? rijk bezoldigd, echter niet schroomden, zich tegen de wet te stellen; do heer Ditp'in heeft hem hier op geantwoord. De bijzondere berigten geven steeds breed op van de menigvuldig^ buitengewone voorzorgenwelke in het Koningiijk paleis genomen worden tot beveiliging van den persoon des Konings tegen alle aanslagen. Vroeger is reeds gemeld, dat alle de blokken hout, welke voor de vuren in de voor naamsce aparremenren bestemd zijn; één voor' één zorgvlildig onderzee],c worden. Thans berigt men, dat er een aantal lieden aangesteld zijn om allo meubelen, die in het paleis gebragt worden, en vooral de met paardenhaar gestoffeerde, naauwltetirig te onderzoeken, en dat bepaaldelijk in de keukens een zoo gestreng toezigt wordt gehouden, en zoo dikwerf nieuwe bedien den worden aangesteld, dat het schier onmogelijk werd om behoorlijk in die gedeelte der dienst te voorzien. Den 8 Maart. De disjunctie-wet is gisteren door de Kamer der Af gevaardigden verworpen. De geheime stemming door middel van zwarte en witte kogels heeft 211 stemmen tegen en 209 vóór de wet opgeleverd. De vreugde van de partij der oppositie moet bui,en mate geweest zijnhet ge schreeuw van: leve de grondwetleve de Koning! werd opgeheven, de hoeden in de hoogte gegooid, in het kort, eene regce vergadering der vroege Natio. nale Conventie. De andere, Ministeriele partij was zeer neergeslagen vooral omdat zij op eene meerderheid van 30 stemmen gerekend had; het Ministerie zal echter daarom niet aftreden. Het Charte van 1830 bevat daaromtrent het volgende Het Ministerie, zegt dat blad, zal uit hoofde van dezen uitslag der stem. ming niet aftreden. Hetzelve wilde de krijgstucht bij het leger versterken en de herhaling van ergerlijke voorvallen beletten; maar 1111 de daartoe strek kende, door hetzelve voorgestelde maatregelen, verworpen zijn, moet ook de verantwoordelijkheid op anderen dan op de Ministers nederkoinen. Men schrijft dezen uitslag coe aan de onhandigheid van den heer Jaubert die ftoen het er het meest op aankwam, om stemmen te winnen, zeide, het schandelijk zou zijn, indien de van het land mee posten bekleeden Afge vaardigden tegen de wet stemden. - Den 9 Maart. Het Ministerieel dagblad, te Charte ie 1830, bevat we derom het volgende: Wij hebben het gisteren gezegd, en zeggen het nog heden: tegenoverhec votum, hetwelk de wet betreffende de disjunctie verwerpt, zal het-Minis. terie van 6 September niet terug treden. Met de wet am de Kamer ter goedkeuring voor te leggen, beeft het niet van dezelve eene kabinetskwesrie willen maken. Tot bewijs hiervoor kan men herlezen, wat deszelfs leden op het spreekgestoelte hebben verklaardwat deszelfs officiële tolken hebben geschrevenhet heeft thans dezelfde overtuiging als te vorenthans evenmin als te voren, meent het te moeten aftreden. Overigens houden de dagbladen van alle kleur zich met de redeneringen over den uitslag der stemming bezig. Het Journal de Commerce, meldt, wederom ontdekkingen van complotten. Zelfs zou aan het paleis des Konings een aanbod ontvangen zijn om eenen geduchten moörd-aanslag te ontdekken, tegen betaling van een millioen fr, welke vooraf te 'sHage aan eenen bankier moesten uit betaald worden. MENGELINGEN. GODSDIENSTIGE SEKTEN van RUSLAND. U t (KervolgF) Tchernigof is eene ellendige stad. De bevolking beloopt meer dan pcbó zielen; dezelve beslaat grootendeels uit arme half naakte Joden, gelijk men er in alle deelen der wereld vindt. De warmte is er soms zeer lastig, daar de thermometer van Fahrenheit 80 tot 84 graden in de schaduw teekent. Te gen den avond werpen de inwoners zich in grooten getale in de Diema, om in het water eene korte verligting tegen de hitte te vinden; mannen, vrou wen en kinderen ziet men daar geheel naakt rondplassen. Kiof is vol gewijde plaatsen. Deze stad is voor de Russen, hetgeen Jeru zalem voor de Israëliten was; men verzekert, dat de Pelgrims, die zich ieder jaar derwaarts begevep, ten getale van vijftig duizend zijn; vele ko men zelfs van Kamschatska en van de verste streken van Siberie. Men schat hare bevolking op omstreeks vijf cn twintig duizend zielen. Aldaar, na'hij het gedenkstuk, dat door Alexander, ter herinnering aan den doop der kincie. ren van Wladimir in 989, is opgerigt, bad in hetzelfde jaar de algëmeene doop der Russen plaats. Den vorigen dag waren de afgoden verbrijzeld of verbrand geworden, en Perunde grootste hunner goden, een ontzettend groot stuk hout, met een massief zilveren hoofd, en eenen gouden baard, was aan de staart van een paard gebonden geworden en op eene der hoogste verhevenheden gesleept, van waar men het in den Dnieper wierp. Hec volk, op de oevers van den Dnieper zamengestroomd zijnde, kwamen IVla- dimir en de Gricksche Priesters in plegtige processie daarheen. Op een be paald teeken, wierp zich deze gebeele menigte in den vloed, waaruit sommige slechts met het hoofd boven uit kwamen, terwijl zij dan nog hunne kinderen in hunne armen hielden. Men schat de bevolking van Jitomir, in Volhynie, op omstreeks twaalf duizend inwoners, waaronder men bijna tien duizend afstammelingen van Abraham telt, die echter zeer gaarne exemplaren van het Nieuwe Testamenc ontvingende Rabljnen zeiven waren hiervan niet uitgezonderd. In eene andere stad van deze zelfde provincie, Bereditchef, telt men meer dan tien duizend Joden; een zeker aantal onderhen heeft door vrijwillige bijdragen, tot de stichting van eene hulp-Bijbel-vereeniging medegewerkt. De stad Dabno wordt voornamelijk door Joden bewoond; men brengt hun getal op meer dan tien duizend, waarvan een groot gedeelte onbekrompen schijnt te leven. De Joodsche bevolking, aan den schepter van Rusland onderworpen, wordt door Doctor Hendersonop bijna twee millioen geschat. Het is?zeker, dat zij in alle deelen van Polen wemelen alwaar zij door- hunne twerltdadig- heid en hunne nijverheid bijna het geheele monopolie uitoefenen.; zij huren de eigendommen vatt den adel en de burgerij; zij pachten de algemeene be. lastingen besturen de stokerijen; houden de herbergen en brandewijn-win kels; bijna de geheele groot- en kleinhandel eindelijk, bevindt zich in hunqe handen. Ook noemt men met reden Polen het Paradijs der Joden. De joden hebben in de Westelijke wereld verscheidene bijgeloovige ge- bruiken van het Oosten niet zich gevoerd. Die van de sekte Chasidim ge. naamdzijn niet alleen de hevigste vijanden der Chiistenen maar nog van alle_ overige Joodsche sekten. Zij bewijzen eene bijna Goddelijke eer aan hunne -Rabijnendie zij met den titel van Zadiks of Reglvaardigen vereeren. De buitensporigheid hunuqr gebaarden gedurende de Godsdiens-oefening heeft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3