A\ 1S37. LEYDSCHE WOENSDAG, N\ 17. /A-V fg/ GKH'IOS 'ft i Tfc Cv~r COURANT. 8 FEBRUARIJ. NEDERLANDEN. Leyden den /deb Februarij. Zoo als reeds in de dagbladen was aangekondigd, zal ook in onze stad de met veel lof in 's Gravenhage en Amsterdam overladen, A. de Montiy, zijne gaven in de Mnémotechnie doen hooren en anderen gelegenheid geven, om van zijn onderwijs gebruik te maken. De onderstaande advertentie toont aan, dat de eerste openbare zitting gratis zal zijn. Het is overbodig, dat wij onze stadgenooten zouden aansporen om genoemden heer te gaan hooren. Wij hopendat hy over zyn verblijf in deze stad even zoo te vreden zat zijn, als over dat in andere steden van ons Vaderland. Men meldt uit 's Gravenhage van den 6 Februarij: Z. K. H. de Prins van Oranje is van hier weder naar Tilburg vertrokken. Laatstleden Vrijdag heeft Zijne Exc. de heer Disbrowe, Énvoyé-Extra- ordinaris en gevolmagtigd Minister van Groot-Britannie, een luisterrijk diner gegevenhetwelk met de tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins van Oranje is vereerd geworden. Voor de stad Amsterdam en onderhoorighedenis door Zijne Maj.den Koning als Consul in Griekenland erkend de heer Stefano Paleologo. Van wege Zijne Majesteit is aan den Gouverneur van Zuid-Holland eene som van f 450 ter hand gesteldten einde in billijke evenredigheid te worden verdeeld onder de achtergebleven betrekkingen der in de jongste stormen verongelukte visscherlieden uit de gemeente Zwartewaal. Naar men verneemt is het Departement van Oorlog gemagtigd aan zoo danige iste en 2de Luitenants, welke als Adjudanten aan de Districts-Com- mandanten der troepen in liet 4de en 5de district van Zeeland zijn of zullen worden toegevoegd, eene geldelijke te gemoetkoming te verstrekken, voor de kosten van aankoop van een paard en het harnachement daartoe benoodigd. Bij de hervatting der werkzaamheden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal zullen, onder anderen, aan hare beraadslaging onderworpen worden elf ontwerpen van wet, tot herziening van het eerste boek van het wetboek van burgerlijke regtsvórdering. Reeds zijn deze voordiagten, benevens eene memorie tot toelichting, bij de leden van gemelde Kamer ontvangen, en zij zullen derhalve, onmiddelijk, een onderwerp van onderzoek en over weging uitmaken. Gisteren is in de Roomsch Katholijke kerken der Hollandsche zending eene herderlijke brief van den Vice-Superior dier zending, bij den aanvang van den veertigdaagsche vaste, afgekondigd, waarbij Z. Hoogw., onder an- deren, aan alle zijne onderhoorigen aanmaant, om voor het altaar te bidden voor de uitbreiding van het rijk Gods, voor den bloei en luister der H. Kerk, voor haar eerbiedwaardig opperhoofd Gregorius XVIwien de Heer de zorg over de geheele kudde heeft toevertrouwd, en voor hunne Herders; voor den Koning, onder wiens vaderlijk bestuur (aldus drukt zich Z. Hoogw. uit) gij 11 zoo wel bevindt, voor geheel zijn Vorstelijk Huis, en voor allen die in zijnen naam uwe belangen behartigen; smeekt daar voor de welvaart van t uw dierbaar Vaderland, voor den bloei van handel en nijverheid, en om af- afwènding van die rampen, welke ons dezer dagen getroffen hebben, en on. der welker gevolgen n&g zoo velen, zuchten. Zoo doende zullen deze heit- rijke dagen niet slechts u voordeelig zijn, maar zal ook de broederlijke lief. de, het kenmerk van Jezus ware leerlingen, onder 11 meer toenemen. Men schrijft uit Amsterdam van den 5 Februarij: Volgens beschikking van Zijne Majesteit, blijkens eene missive van Zijne Excelï. den Secretaris van Staat, van 7 Januarij 11. N°. 114, is de heerStaats raad Mr. F. van de Poll in de betrekking als Hoofdbestuurder en Voorzitter van den Raad van Bestuur der Koningrijke Akademie van beeldende kunsten alhier gecontinueerd. Voorts heeft de Raad voornoemd, in deszelfs zitting van den 2 Januarij 11., tot leden der Akademie regtens erkend: Zijne Exc. den Minister van Bin nenlands,che Zaken, H. M. de Koekden Edel Achtb. heer Burgemeester dezer stad, Mr. IV. D, Cramerden heer IV. lp. Couwenburgzijnde bekroond met den grooten prijs der Akademie over 1836, in het vak der graveerkunde en zjjn terzelfder dage gekozen tot leden: Hunne Koningrijke Hoogheden Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Prins der Nederlanden, en Willem Alexander Frederik Konstantijn Nicolaas MichaelPrins der Nederlanden. Voorts mede tot leden, de heeren: Mr. N. IV. Ardeschte 's Gravenhage C. J. Behrte 's GravenhageC. van Beveren, te Amsterdam; P. H. Bicker, te Amsterdam; A. J. Gravenberg, te Arnhem; C. F. B. de Florimont, te Am. sterdam; N. C. de Gijselaar, te Leiden; M. A. F. H. Hofmante Rotter, dam; W. I. Hooft, te Amsterdam; C. Jonkers, te Rotterdam; A. G. R. Lin- sen, te Amsterdam; Mr. J. T. Bodel Nijenhuis, te Leiden; W. Pluijm, te Amsterdam; F. Rendorp, te Amsterdam; W. H. Schmidt, te Rotterdam; G. A. Schmidt, te Dordrecht. GRIEKENLAND. De bladen van Athene van den 5 Januarij bevatten het programma van de feestelijkheden, welke aldaar zullen plaats hebben, bij gelegenheid van de aankotpst van HH. MM. den Koning en Koningin. Berigten uit die stad van 19 December klagen over de gedurige roo- veriien en moorden, welke nog in onderscheiden streken van Griekenland gepleegd worden. Onlangs was de scherpregter te Nauplia vermoord gewor den, omdat hij zich aangeboden had, den volgenden dag twee hoofden van rooverbenden op te hangen. Uit Ancona wordt ook een treurig tooneel van dat land gegeven. Berigten uit die plaats weérspreken geheel de goede berigten,die in Duitsch- land ontvangen en verspreid worden. De geldverlegenheid was er zoo groot dat men daarin vooral de oorzaak van gedurige onlusten zoeken moest, de wijl ook de soldaten, die vroeger aan het Gouvernement getrouw waren, door wanbetaling zich dikwijls bij rooverbenden voegden. DENEMARKEN. Sedert eenige weken hebben de dagbladen berigten medegedeeld, aan- taande eene onpasselijkheid van Z. M. den Koning. Het thans uitgegeven mlletin van den 24 Jannarij geeft te kennen, dat hoewel Z. M. nog aan dé koest bljift, de krachten echter toenemen en de eetlust zeer goed is. Particuliere'berigten echten melden dat de gezondheidstoestand van den Ko- jning nog veel te wenschen overlaat,, en dat hoewel Z. M. eenige bezighe den verrigtte, dezelve echter zoo zwak bleef, dat men daarvoor groote be- lotnmernii koesteren moest. PORTUGAL. c5 Lissabon den 27 Januarij. Gisteren heeft H. M. de Koningin de Cortes mee deze aanspraaR geopend „Mijne Herren! „Ter voldoening-aan bet door mijne onderdanen te kennen gegeven verlangen, heb ik de Al gem eene, Buitengewone, Constitueerende Cortes van de Portugesche Natie bijeen geroepen. Het is thans 16 jaren geleden sedert Portugal het bijeenkomen van eene zoo aanzien lijke vergadering, als de" tegenwoordige, heeft gezien. „De Cortes, van 1821, tot grondslag nemende de oude grondwetten van het Rijk en de nieuwe behoeften der maatschappij, beraamden eene Staatsregeling, die door mijnen Doorluchtigen Grootvader, gezegender gedachtenisse, uit eigen neweging aangenomen en bezworen werd. „Na eenige maanden proefneming van dezelve, riep een groot gedeelte van de Natie 0111 eenige veranderingen en wijzigingen in de nieuwe grondwet, tot het in overeen stemming brengen van dezelve met de beginselen der andere constitutionnele, Rijken van Europa. De belofte door mijnen Doorluchtigen Grootvader gedaan bij zijne proclamatie van den sisten Mei 1823, kon bij het leven van dien eerbiedwaardigen Vorst niet ten uitvoer worden gelegd. „Dien ten gevolge heeft de Staatsregeling van 1822, ofschoon te loor gegaan als eene grondwet van deze Rijken, nimmer opgehouden in het aandenken en de harten der goede Portugezen te leven. Bij de komst van mijnen Doorluchtigen Vader tot den troonbestond er bijna géene hoop tot derzelver spoedige herleving. Maar die goedhartige en uitmuntende Vorst verlangende hulde te bewijzen aan de nagedachtenis van den Koning zijnen V-^der, en eene belofte van zoo plegtigen aard te vervullendeed het Constitutionnele Charter van den 29 April 1826, hetwelk door de Natie met de uiterste geestdrift ontvangen werd, afkondigen. „Maar laat mij wonden, die nog niet volkomen geheeld zijn, niet weder openrijten, door u de gruwelen te herinneren van een tijdgewricht, zoo vol onheils en euveldaden. „Zijne Keizerlijke Majesteit bragt, aan het hoofd van een gering getal getrouwe Por tugezen de schitterendste onderneming der latere tijden tot stand. Hij bragt de dwin gelandij ten onder. Hij hergaf mij den overweldigden troonhij schonk de vrijheid aan de Natie, die hij van de onderdrukking had verlost, en na zijne godvruchtige zending volbragt te hebben, steeg lrij op naar de woning der regevaardigen. „De redenen, die aanleiding gaven tot de gewigtige gebeurtenissen van den pden en ioden September, zijn u allen bekend. „Het waardige en uitmuntende Portugesche volk was van gevoelen, dat het noodza kelijk was tot den oorsprong van alle wettig gezag terug te keerenen het wegnemen van'deszelfs grieven en het genezen van deszelfs lijden, heeft het oog geslagen op de wijsheid van het Constitueerend Congres alleen. Het is niet deze bijzondere voldoening dat, ik mij thans omringd zie door de Verte genwoordigers der Natie. Ik betrouwdat gijin onze grondwettige instellingen zoo danige veranderingen en wijzigingen zult brengen als de nieuwe behoefte en de nieuwe verlichting van het tegenwoordig tijdstip daarin noodzakelijk zullen hebben gemaakte Op deze wijze zult gij de openbare vrijheid en het algemeen geluk bevestigd hebben, hetwelk te aoen, het hoofddoel mijner gedachten en mijner zoi'gen is. Gedurende het onvermijdelijke uiteen zijp Van het Wetgevend Ligchaam zag mijn Gouvernement zich verpligt tot het_ nemen' der meest doeltreffende iiiaatregelen tot het handhaven van vrede en eensgezindheid onder mijne onderdanen en tor het onderhouden van de vrijheid, de eer en de onafhankelijkhëid der Natie. „De rapporten, welke de Secretarissen van Staat in gereedheid hebben gebragt, om aan u onderworpen te worden, zullen u in staat stellen het doelmatige der gebezigde maatregelen te beoordeelen. In weerwil van de moeijelijkhedenwaardoor het Gouvernement zich omgeven heeft gezien, is alle voorzorg genomen geworden, tot het aan mijne onderdanen verzekeren van eene volle vrijheid en zekerheid en van eene volkomen bescherming der wetten. „De orde, het vertrouwen en het openbaar crediet zijn herleefd onder eene hervorm de administratie, eene administratie, zich in opregtheid wijdende aan het handhaven van het gezag der wetten en het verminderen der openbafe uitgaven eh lastenzonder daarbij de voordeelen te belemmerendie uit een gemengd stelsel van voortgang en van ver betering te wachten zijn. v.i In de wetgeving beeft mijn Gouvernement enkele verbeteringen gemaaktdie onver mijdelijk schenen en die door den toestand van het Rijk dringend werden verlangd. Gij zult uitspraak doenzoo wel over het nuttige van deze hervormingenals over de wijzigingen en verbeteringen welke "dezelve mogen verlangen. „De staat der publieke.linantien verdient voorzeker uwe aandacht, eii mijn Gouver nement zal met u medewerken tot een stelsel van strenge bezuinigiflg. „Maar de noodige bnzuinigingen daargcsteld zijnde, betrouw ik op uwe vaderhnds- liefde, dat gij uwe stem zult geven tot de vereischte gelden, en middelen, rer bestrijding van de loopende behoeften en van de lasten en verbindtenissendoor de Natiezoo binnen- als buitenlands, aangegaan. - Van al de Natiën, met welke ik in verbond sta, blijf ik bewijzen van vriendschap ontvangen. 1 Mijn Gouvernement beeft voldaan aan de- verbindtenissendie onskrachtens de bestaande tractatenaan de zaak van Spanje verbinden Het hulp-legioen beeft de eer der Portugesche wanenen gehandhaafd en diensteii bewezen, die van gewigt zijn voor de kroon én de vrijheid van de beide Natiën van het Sclïier-ciland. Mijne ITeeren T-Tet land betrouwt ten volle op uwe Voorzigtigheiduwe vaderlands liefde eil uwe wijsheid, en bet is onnoodig dat ik u de verzekering geve van mijn orregt verlangen, om de vrijheid en onafhankelijkheid van deze dappere Natie duurzaam beves tigd te zien." T Er zijn geene ongeregeldheden gebeurd. II. M. is zelfs op straat met groote toejuiching ontvangen. Den 2ssten is door een zeker Franschman Mercier een steen naar het hoofd van Prins Ferdinand geworpenwelke echter miste. Men houdt den man voor krankzinnig. SPANJE. Berigten over Parijs van den 4 Februarij. De Carlistische Generaal Ituraldedie voor Bilbao is gevangen genomen en te Alcantara opgesloten was, heeft van daar willen ontvlugten, doch is, ondekt wordende, door den schildwacht doorgeschoten. Door het Gouvernement hebben een aantal personen aanzegging ont vangen om binnen 24 uren Madrid te verlaten. Onderscheiden beamhten, die als Carlistisch-gezind bekend stonden, zijn uit hunne posten verwilderd. Cabrera zou in Valencia door den Brigadier Borso di Carminati versla gen zün en van zijnen buit beroofd zijn geworden. F.sfrartero zou te Bilbao ziek zijn, en dit de reden wezen, dat niets ondernomen werd. D U I T S C H L A N D. Te Weenen begint tegenwoordig een elixtér van Doctor Kastlerals een middel tegen de cholera, opgang te maken. Het schiint voldoende gebleken, te zijn, dat een zeer geacht officier, alleen door hetzelve, verscheidene soldaten, die door de cholera aangetast waren, genoegzaam zonder genees kundige hnlp hersteld, heeften geen man hem afgestorven is. Men denkt,.' dit die elixter nu welligc voor het geheele Keizerlijke leger zal ingevoerd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1