lebben doorgebragt, "zich daarin goed hebben gedragen, en ten minste eene som van 15, wegens oververdienstenter hunner beschikking hebben. 3. Wanneer de bedoelde personen, om hec even of hun vroeger verblijf In de gestichten, het gevolg van vrijwillige aangifte of van begane bedelarij is geweest, na ten tweede male ontslagen te zijn, nader worden opgenomen,, zal de beschikking op hun verzoek om ontslag, niet anders kunnen plaats hebben, dan naar dezelfde regelen, naar welke dergelijke verzoeken van de, ten gevolge van bedelarij, opgenomen personen, worden beoordeeld. 4. Het Departement van Binnenlandsche Zaken, zal de hiervoren bedoelde personen, op derzelver verzoek, kunnen ontslaan, zonder dat zij de voor. schrevene vereischten vervuld zullen bebben, wanneer zij, op eene vol doende wijze, kunnen doen blijken, dat zij, bij het erlangen van dat ont slag, dadelijk, een toereikend middel van bestaan kunnen bekomen, en er dus genoegzame waarborg bestaat, dat zij zonder onvoorziene voorvallen, niet in de noodzakelijkheid zullen komenom zich op nieuw ter opneming in de bedelaars-gestichten, aan te geven, of wanneer andere zeer buitenge, wone omstandigheden dat Departement zullen toeschijnen daartoe genoeg zame termen op te leveren, in verband tot de te erlangen inlichtingen, zoo over hun gedrag gedurende den tijdwelke er tusschen hun vroeger ontslag nit- en weder-opneming in de bedelaars-gestichten is verloren en over de aanleidende oorzaken dier weder opneming, als over hun gedrag in de bede laars gestichten zelve. in geen geval echter zal eenig verzoek om ontslag worden ingewilligd, dan onder voorwaarde, dat de schulden der kolonisten, bij de Maatschappij van Weldadigheidaangezuiverd zullen wezen. 5. De vorenstaande bepalingen zullen aan dengene, die zich, na het bij art. 1 bepaalde tijdstip, ter opzending naar de bedelaars-gestichten aanmel den, door de zorg der plaatselijke besturen, worden bekend" gemaakt, ter wijl de Permanence Commissie voornoemd, door den Minister van Binnen landsche Zr ken zal worden uitgenoodigd om ce zorgendat dezelve almede behoorlijk ter kennis gebragt worden van alle degenen, die zich, op dat tijdstip, in de bedelaars-gestichten bevinden. De rivier voor Dordrecht was zoo goed ais zonder ijs; in de Noord zac het echter nog vast, zoodat de scheepvaart gestremd bleef. Uit Nóotdórp wordt gemeld, dat twee arme inwoners, die Zacurdag voor Kersdag in het Haarlemmermeer waren gestoken, om te jagen, aldaar op een eilandje, de Vennep genaamd, in het grootste gevaar tot Dingsdag hebben vertoefd. Zij hadden hun leven alleen te danken aan groote klompen veen, welke zich tegen hunne op hec eiland getrokken schuiten vastzetten. In de grootste ellénde zijn zij in hunne gemeente wedergekomenal hun jagtgereedschappen achterlatende, en veel door de vorst aan handen en voe ten geleden hebbende; men vreest, of zij wel ooit weder voor hun talrijk huisgezin hec brood zullen kunnen verdienen. Liefdegaven worden voor hun opgevraagd, te bezorgen bij de H. H. Predikant eii Pastoor te Nootdorp. De spoorweg /an Mechelen op Dendermonde is den 2 Januarij pleg- atatig geopoüd. Leopold was er ook bij tegenwoordig. SPANJE. Berigten over Parijs van den 4 Januarij. De Fransche Moniteur bevat eene depêche van Bayonnewaarin gemeld wordt, dat Espartero Bilbao is binnengetrokken, en de Carlisten bij hec ge. Vecht met hem 1000 man verloren hebben, en een groot gedeelte der artillerie. In het dagblad La Carte leest men: Een Fransch vaartuig, te St. Jean de Lux aangekomen, brengt het berigt snede van de aankomst te Passagos van de stoomboot Isabella II uit Portu- galette, waarmede de tijding is aangebragt dat de Generaal Espartero den 25 December te Bilbao is binnengerukt, 11a een gevecht, waarin de Carlis ten 25 stukken kanon600 man aan dooden en 300 man aan gevangenen heb ben verloren. Volgens de berigten omtrent het opbreken van het beleg voor Bilbao, zou ook Don Carlos van Durango naar Villafranca terug getrokken zijn. Ondertusschen komt de dagteekening van het intrekken van Espartero in de onderscheiden berigten niet overeenvolgens den een is dit den 24Sten volgens anderen den 25Sten, en nog volgens anderen eerst den 26 December gebeurd. De bataljons van de provincie Guipuscoa zouden vooral veel geleden hebben. In een berigt van Madrid van 25 December wordt de staat des oorlogs als veel verbeterd opgegeven, en had men hoop, dat de (verschillende Ge neraals Don Carlos in Navarre zelve aantasten en verslaan zouden. Er waren te Madrid gestrenge maatregelen tegen sommige grooten van Spanje genomendie hun aandeel in de gedwongene heffing van 200 millioen realen hog niet betaald hadden. Volgens de Eco del Commercio blijkt uic de staat- begrooting voor 1837, die onlangs door den Minister de Mendizabal aan de Cortes voorgelegd, doch nog niet gedrukt is, dac er over hec afgeloopen jaar 1836 een te kort in de Spaansche schatkist van 1197 millioen realen (om streeks 150 millioen guldens) bestaat, welke te kort, om verschillende rede. nennog veel te laag is aangegeven. Bij de begrooting vin 1837 zijn de onkosten voor liet staande leger alleen op 997 millioen realen (125 millioen guldens) begrootdoor middel van welke som men 225,000 man in dienst zou kunnen honden. Voor de uitdelging der staatsschuld zijn op die begroo. ting 339 millioen realen (42 millioen guldens) uitgecrokken. Sommige Engelsche bladen laten zich hevig tegen Lord Palmerston uit, daar deze heeft toegestaan, dat Engelsche zeelieden te land tegen de Car listen gestreden hebbenhetgeen zij meenen geheel tegen het viervoudig tractaac in ce loopenen het wankelbaar karakter van dien Lord bewijst, die, eenige jaren geleden, zich zulk een groot voorstander van de niet- interventie betoonde. In een brief uit Durango van den a8sten wordt gezegd, dat het met he grootste leedwezen is, dan men zulk eene ongelukkige tijding, als liet op breken van het beleg van Bilbao moet mededeelen. Het is tevens opmerke lijk dat de Gazette van Onate aldaar niet is uitgekomen en dat de Pries ters, die dezelve opstellen, wachten, tot dac men eene genoegzame reden gevonden hebbe om dit ongeluk minder grootte doen voorkomen dan het werkelijk is. Uit berigten, door overloopers aangebragt, blijkt, dat indien het lijden van de belegerden groot is geweest, niet minder echter, dac van de belegeraars. De opêetihooping sedert 23 October van 15,000 Carlisten, rondom Bilbao, had het omliggende land zoo zeer van levensmiddelen uitge put, dat dezelve zelfs van Tolosa moesten gehaald worden; maar dat daar enboven de wegen zoo slecht waren, dat men bijna niets kon bekomen. De Generaal Saarsjield had te Pampeluna eene ieening van f 30,000 gedaan, om te gemoec te komen aan de onkosten van eene expeditie, welke hij met 6000 man op de Borunda wilde uitvoeren. Deze operatie was den 24scen nog niet begonnen. Berigten over Parijs van Hen 5 Januarij. Het Ministeriele Fransch digbiad maakt de volgende depeche bekend: Narbonnr 31 December. Mina is den 24Sten te Barcelona overleden. De Generaal Serrano is er den 2Östen met 100 man ruiterij en 200 gendarmen binnengetrokken. Serrador was den I5den te Albocacer met 400 ruiters, en Forcadell be zette met 3,000 man Rozell, Royo met 400 paarden en 200 man voecvolk Rebiclos. De Mu-'icipaliteit van Valence heeft den ïosten de qninta doen trekken. Een detachement ruiterij heeft de gewapende boeren verdreven. De beta- lingskas van oorlog was, bij gebrek aan geld, gesloten. De Gazette van Onate berigt, dat Don Carlos ziek Is en het bed hnudc; volgens geruchten zou hij gevaarlijk "ziek zijn en daarover groote bezorgd beid te Durango heerschen. De expeditie van Saarsjield, die tot Opperbevelhebber van het Noorder leger benoemd is, schijnt uit Pampelune reeds vertrokken te zijn. b UIT S C HL AND, Weenen den 28 December. Gisteren avond begaven zich HH. MM. de Keizer en de Keizerin, en de gezamenlijke Aartshertogen en Aartshertoginnen naar den Aartshertog Karei, om van hem en de weggaande Bruid van Z. M. den Koning van Sicilië afscheid te nemen. Heden morgen om negen ure, werd de reis naar Trient aangevangen. De hooge Bruid werd door den Aarts hertog Frans Karei, welken de Aartshertog Lodewyk en Johann volgden, en van hare jongere zuster, de AartshertoginKaroli'ne, na het roerendste afscheid van alle huisgenooten, uic hare vertrekken tot den voor het paleis staanden reiswagen geleid waar de Gezanc van Sicilië haar ontving en in den wagen hielp. Met de Bruid vertrok, in hetzelfde rijtijig, hare Doorluchtige vader. De Hofprediker sprak haar nog eenige woorden van zegen en troosc toe. Twee andere rijtuigen vergezellen haar. Men denkt den 5 Januarjj te Trient aan te komenwaar de Koning van Sicilië den 6den over Ancona verwachc wordt. Z. M. heefr aan de Bruid een boquet van edelgesteente ten geschenk gegeven. Uit Frankfort wordt van dén gden gemeld, dat in de Duicsche Staten bij voortduring menschen van meer of minder aanzie;] gevgngen werden ge zet, ter zake van staatkundige woelingen. in Zwitserland zijn eindelijk de beide onruststokers Jlazzitii en Rufini in handen der Regering gevallen; door tusschenkomst. van den Franscnen Gezant Montebelto hebben zij vrijgeleide door Frankrijk naar Amerjka, oncvangeu. Gedurende het afgeloopen jaar zijn ce Hamburg uit zee aangekomen 2497 schepen en van daar vertrokken 2112. Onder de aangekomenen waren er 8 uit ue Oosc-Indie, 103 uit de Wesc-Indie., 111 uit ZuicJ-Amerika54 uit Noord-Amerika en S54 uit Holland en van de Kusten. GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 4 Jannarij, Bij eene circulaire heeft de Conservative Asso ciatie van gezeten handwerkslieden te Liverpool de overige ambachtslieden in het Koningrijk uitgenoodigd, om dergelijke Associatien op te rigten, ten einde ce voorkomen, dat die volksmenners, die het land slechts in burger oorlog en regeringloosheid willen werpen, hun doel bereiken. Bij het verkiezen van een parlementslid te Longford is de keuze op den Ministerielen Candidaat gevallen. Onderscheidene burgers echter zul len eene aanklagt bij het Parlement inleveren, omdat van vele kiezers de stem, uit vrees voor mishandeling, is afgeperst. Er heeft te Edinburg een zware brand plaats gehad waardoor ver scheidene blokken huizen vernield zijn geworden, meer dan 50 huisgezinnen zonder woning geraakt zijn en het grootste gedeelte hunner bezittingen ver loren hebben. Berigten uit Amerika melden,dat de Generaal Jackson, bij hec openen van het Congres den 6 December eene rede had uitgesproken, welke van geen algemeen belang was. In dezelve vindt men ook deze zinsnede: „De vorderingen der Amerikaansche staatsburgers wegens tijdens hec bom. brrdement van Antwerpen door hen geleden verliezen, zijn aan de Gouver nementen van Holland en Belgie ingediend, en ter geschikter tijd zal op de erkenning dier vorderingen worden aangedrongen." F R A N K R IJ K. Parijs den 4 Januarij. De Koning heeft op Nieuwjaarsdag de geiukwen- schingen van de verschillende Autoriteiten, zoo als ook van de Commissien der beide Kamers ontvangen. De onder-oflicieren der nationale garde en de nationale garden zelveh, welke eerst bevel hidden bekomen, om niet tot den Koning te naderen, hebben nader verlof gekregen om dit te mogen doen, mits zij bij hunne officieren goed bekend waren, en eenigen hunner zijn nog bij den Koning geweest. De aanspraak van den heer DupinVoorzitter der Tweede Kamer, is de volgende „Sire! Eenige dagen geleden kwam de gansche Kamer, bedroefd en stil zwijgend, aan U M. hare diepe smart betuigen. Thans durft zij zich weder j aan de hoop terug geven en gij ziet haar zich om den troon scharen en U met hare heilwenschen begroeten. Gij twijfelt niet,- Sire, aan derzelver opregtheid; en dit is de voorbode van die rondborstige medewerking, welke de Koning van ons verlangd heeft, en nimmer ontbreken zal noch aan zijnen persoon, noch aan zijn Huis, noch wanneer opofferingen zullen noodig zijn tot handhaving der nationale eer, der constitutionele instellingen, en tot de krachtige verdediging van het Gouvernement, door onze vermogende Juljj- revolutie gesticht. „Sire het jaar is goed voor den Koning wanneer het goed is voor Frankrijk. Wij wenschen aan Frankrijk toe grootheid en vrede, den bloei der materiele belangen, die deszelfs rijkdom uitmaken; maar ook de bevrediging van de zedelijke belangen der menscheliike maatschappij, die de kracht en de waar digheid der natiën zijn; een goed onderwijs voor het volk; zedelijkheid inde handelingen; de eer allerwege; de Fransche eer, en in haar gevolg de nale ving van alle pligteti, de overeenbrenging der naden met leerstellingen en eeden, dat ware grondbeginsel eêner verlichte openbare opinie, sterk in het aanmoedigen tot het goede, vermogend in het verijdelen van den geest des kwaads door de zekerheid, welke zij geefc, dat die geest nergens ontienteu. ning zal vinden. Moge de Regering Uwer Maj., Sire, nog vele jaren voortduren! Dit hopen wij voor de rust der wereld, voor het geluk van Frankrijk, en ik moet nog daarbij voegen, voor dat onzer voortreffelijke Koningin, welker Majesteit niet door droefheid behoeft verhoogd te worden! Aan onze jonge Prinsen, aan ons dapper en getrouw leger, overal waar het welbegrepen belang des vaderlands hunne diensten zal vorderen, wenschen wij edele ze- geteekenen, waarbij de regtschapenheid der overwinning, voorbereid door eene strenge krijgstucht, insgelijks door de regtschapenheid des beheers ge schraagd worde. „Sire, eene goede Justitie is de eerste voorwaarde eener goede Regering; de onregtvaardigheid der vonnissen of de straffeloosheid der schuldigen zijn de krachtigst werkende oorzaak van demoralisatie. Aan de Magistraten wen schen wij düs, gelijk altijd, regtschapenheid, wijsheid, de noodige geest en zielskracht tot handhavingen toepassing der wet, om aan de burgers dat onpartijdige en voor allen gelijke regt te bedeetenheiwelk door eene hooge fictie onzer wetten, alleen daarom in naam des Konings gesproken wordt, om beter uit re drukken, dat het boven allen geplaatst is, en dat zich nie mand boven dtszelfs onwrikbaar vlak mag verheffen. Zoodanig zijn de wen schen, Sire, welke ik als getrouwe dienaar, eerbiedig aan de voeten van U. M. nederleg." De aanspraak van den heer Dstpin heeft bij sommige Jeden van de Kamer niet bevallen; men meent, dat hij, even ais in het vorige jaarover sommige uitdrukkingen in de Kamer zal aangevallen worden. Men zegt, dat de doodstraf van Bruyant door den Koning in 10 jarefi gevangenschap verminderd is. Met den Admiraal Roussin zullen 25 officieren naar Konstantinopel ver. trekken, om, onder het leger van den Grooteh Heer, te dienen. Het getal der personendie gedurende het afgeloopen jaar zijn gearre- iteerd en naar de prefecture gebragt, bedraagt meer dan ao,ooo<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2