markt aan, waar hij zijne producten kan slijten; hij is afgescheiden van elk beschaafd mensch, hij gaat dus meer bevolkte streken bewonen; daar is ech ter het land zoo duur, dat men al zeer veel geld behoeft om zich te vestigen-1' T U R K Y E. Konstantinopel den 30 November. Een Engelsche renbode is uit Lon den aangekomen. Hij heeft voor het Britsche Gezantschap depêches mede» gebragt. Er hebben sedert vele gesprekken tusschen- den Turkschen en Fran- se hen tolk plaats. Men gelooft dat het toltarief, waarover men elkander nog niet verstaan heeft, de oorzaak van deze gesprekken is. De Forte, welke hare handelsbelangens nu beter als vroeger schijnt in te zien, zou bepalingen gemaakt hebbenwelke het Londensch Kabinet niet geheel bevielen. De verwachte renbode had nieuwe voorslagen aangebragc. De Zweedsche, zoo wei als de Sardinische en Napelsche Regeringen schijnen aan deze onderhan delingen deel te nemen, en in afwachting van de tolgelden, die zullen moe ten betaald worden, het geheel op de hand van Engeland te houden. Het is echter niet waarschijnlijkdat men met elkander zal overeenkomenindien de belangens van de Porte te Londen niet beter behartigd worden. Men zegt wel is waar, dat die nieuwe voorslagen zeer voordeeiig zijn voor den tegenwoordigen handel en de schatkist; maar waarin dit voordeel bestaat, is nog niet algemeen bekend. PORTUGAL. Lissabon den 12 December. De Ministers hadden middel gevonden om de aanstaande rentebetaling te kunnen doen. De ontevredenheid over de belasting der wijnen te Oporto, wordt be vestigd en geschreven, dat, indien de Commissie naar Lissabon gezonden geen gehoor kreeg, de kooplieden hunne magazijnen zouden sluiten, waar. door meer dan 6,000 menschen van middelen van bestaan zouden beroofd worden. Het Bestuur had eene wet ingeleverd om den slavenhandel tegen te gaan. Ieder matroos op een schip, dat slaven haalt, genomen, zou zonder soldij 5 jaren op 's lands schepen moeten dienen. - Er ging spraak 0111 een hoog persoon, sommigen wilden den Gemaal der Koningin zeiven, als buitengewoon Gezant naar Londen te zenden, zoo dra men berigt had, dat de tegenwoordige Zaakgelastigde door het Engelscli Bestuur ontvangen was. Te Marvao en Vizen hadden bewegingen van eenige soldaten in den zin der Miguellisten plaats gehad. Dezelve waren echter door de overige troepen bedwongen. SPANJE. Berigt en over Parijs van den 20 December. I11 een schrijven uit Madrid van 12 December leest men: Wij hebben geene hoop meer; de buitengewone maatregelen door het Gou vernement voorgesteldzullen zonder twijfel binnen eenige uren door de Cortes bekrachtigd worden. Bij het vertrek van den renbode nam Calatrava nog het woord. Een votum van vertrouwen, afgeëischc in naam van eene verzonnen noodzakelijkheid, zal weldra in de handen van eenige besturenden niet alleen ons fortuin stellen, zooals wij reeds in eene andere omstandig heid en die zeer droevig is afgeloopen gedaan hebben, maar ook onzen naam, vrijheid en zefs het leven der Spanjaards. Wij zullen dan zonder verdediging overgegeven worden in de handen van eene onverdraagzame partij, zooals alle partijen zijn, en zooals zij even onregtvaardig en wreedvoorgesteld door opperhoofden, die bij eene geheele nietigheid, eene prikkelbaarheid voegenwelke hun de overtuiging van hunne onbekwaamheid geeft. Men verzekert, dat ons Gouvernement met een niet zeer genoegdoenend antwoord den Aide-de-Camp heeft weggezonden van den Brigadier Narvaez welke door hem hierheen afgevaardigd was om rekenschap te doen van de insubordinatie van de afdeeling van Alaix en van de weigering van dezen, om aan de bevelen van het Gouvernement te gehoorzamen. Deze ongenade wordt toegeschreven aan de geringe werkdadigheid, welke deze Generaal gestoond beefc in liet vervolgen van Game* na den slag van Los Arcos. En in waarheid Narvaez schrijft van den pden van Jaen dat hij de factie van Gomez vervolgde terwijl Gomez denzelfden dag uic la Manche schrijft. De van het vervolgen van de factie van Gomez den 5den te Cadix we dergekeerde nationale garde te paard, heeft 120 gevangenen medegebragt. Brieven van Bayonne van den iyden meiden, dat de Carlisten den igden wederom hec vuur tegen Bilbao geopend hadden doch hetzelve wegens den regen wederom hadden gestaakt. Brieven van San-Sebastian melden dat Espartero den I3den den aanval van den kant van Caracaldo hernieuwd haddeze beweging was gelukthij had zich van liet geheele land, tot aan de brug van Castrojana meester ge maakt. Den 8sten had die Generaal van San-Sebastian versterking gekregen, bestaande in 14 stukken en 150 artilleristen van de Engelsche zeemagt. Bilbao hield het nog en had geen gebrek aan leeftogt. In den Temps leest men: De krijgsbedrijven in Spanje gaan den slakkengang. Na de wonderdadige ontltoming van Gomez en zijne wederverschijning aan den Ebro, heeft men de verschillende Christino-Generaals elkander daarvan de schuld hooren ge. ven; die verwijtingen zijn oorzaak van hunne aanhoudende nederlagen en doen weinig eer aan hunne vaderlandsliefde en edelmoedigheid. Zelfzucht en wangunst, ziedaar alier leidraad. De heldhaftige bevolking van Bilbao biedt steeds tegenweer; maar hoe veel tijd heeft Espartero nog noodig om die stad te hulp te komen? Zal hij vier en twintig uren nadat zij den Carlisten de poorten heeft moetan openen voor dezelve verschijnen? Men zoude dit bijkans beginnen te vree zen, ziende hoe onverklaarbaar, wij durven nog niet zeggen hoe strafbaar, werkeloos die Generaal zich gedraagt. Berigt en over Parijs van den 21 December. liet Fransche Gouvernement maakt de twee volgende telegraphische de. póches bekend Bayonne, 17 December, 2» ure. Er is niets nieuws uit Bilbao van den i5den. Het ongunstige weer had de Carlisten verhinderd om tegeti de stad te agerenen Espartero had nog niets gedaan. De Carlisten hebben vernomen dat een corps troepen te Belorado den i3den is aangekomen; men weet niet of het Gomez of Cabrera is. Twee bataljons zijn uit Vittoria vertrokken 0111 den Ebro te bezetten. Bayonne, 18 December, 12 ure. De laatste officiële tijdingen uit Madrid melden, dat Alaix den loden te Atieusa, zes ure na het vertrek van Gomez, is aangekomen. Den 8sten heeft San Miguel nog de overblijfsels van Cabrera bereikt, en op hem gedood en genomen een honderdtal manschappenen paarden; hij vlugtte naar Albarasm. Het 6de artikel van de wet over buitengewone maatregelen, welke de ballingschap van hun die zamenspannen toestaatis met eene meerderheid van 94 tegen 53 stemmen doorgegaan. De bijzondere berigten uit Madrid tot den t3den bevestigen de laatste tijding en vermelden voorts, dat reeds twee bladen, la Corsaire en Tri bune ten gevolge van de aanneming dezes artikels ophouden zonden te ver schijnen. De andere bladen, als el Mundo el Redactor general en PEspagnol ïouden het Ministerie blijven aanvallen, toe de censuur, die men vermoedde dat nu ook wel hersteld zonde wordenhun het stilzwijgen oplegt. Het dagblad l'F.co del Commercio was het eenige dat de aangenomen maatregelen goedkeurde. De Generaal Palarea had bezit genomen van het Kapitein-Generaalschap van Grenada. De staat van beleg dier provincie was den 4den opgeheven. De Generaal Quitoga, thans onder-Koning van Navarre, werd te Madrid gewacht, van waar hij zich naar Patnpeluna zoude begeven, om het bevel over de troepen aan den regter flank der constitutionele positien op zich te nemen. De onlangs gemaakte nieuwe verdeeling der gedwongen geldheffing van 200 millioen beeft bij de contribuabelen veel misnoegen verwekt; de provin cie Madrid moet 18 millioen leverende minste opbrengst bedraagt 4000 realen en de hoogste 364,000 realendoor de bank te voldoen. Men leest in de Sentinelle des l'yrenies van den I-den Den tiden is Gomez met zijne afdeeling te Corella aangekomen. De Generaal Irribarren en hec legioen van Algiers hebben zich naarLodosa en op andere punten begeven» om te verhinderen, dat dit opperhoofd deu Ebro overtrok. Berigten over Parijs van den 22 December. Het Fransche Gouvernement heeft de volgende telegraphische depêche ontvangen: Bayonne, 19 December 2!- ure. Espartero heeft den iyden zijne stellingen bij de Cadagua verlaten, en ij op Portugalette teruggetrokken met zijne artillerie en zijne brug. Hij ver wacht 4 nieuwe bataljons. De Carlisten hebben de stellingen bezet die bij verlaten lteefcen hebben den löden wederom alle hunne stukken tegen de stad gerigt. Men zegt dat eene der colonnes van Gomez den i4den te Brievesca is aangekomen. Een Koninglijk besluit is afgevaardigd, waarbij den koopers van nationale goederen berigt wordt, dat zij hec geld voor de inkoopen in 4 of 5 pC:. obligatien kunnen storten. De berigten uit het leger waren te Madrid ongunstig; de afdeeling van Alaix scheen geheel ontbonden. Men wist niet waar Gomez zich bevond. ITALIË. Venetie den 14 December. Onze schoone opera-zaal, de Fenice, bestaar niet meer! Gisteren, ten 4 ure in den morgen, heeft de brand haar aange tast, en ten 7 ure was dit heerlijk gebouw geheel eene prooi der vlammen geworden! Er 15 van hetzelve niets overig als de muren; zeer gelukkig, dat er geen de minste wind was, want in dat geval zouden de omringende huizen in hetzelfde lot hebben gedeeld. De vernieling van deze schoone zaai is een ware ramp voor onze stad; dit ongeluk zal zooveel te meer gevoeld worden, omdat in dit oogenblik de Opera de Seria er moest begonnen zijn. Over veertien dagen is dit gebouw eerst tegen brand verzekerd, voor eene som van 500,000 Oostenrijksche ponden; maar de herbouwing der binnenver trekken kunnen wel het dubbele van die som bedragen. Men kent de oor zaak van den brand nog niet. DUITSCHLAND. Frankfort den 20 December. Blijkens eene openbare bekendmaking van het Bestuur van den Beijerschen Rhijn-Kreitzheeft de Landraad dier pro vincie, in September 1834, Z. M. den Koning verzocht, het bekende ver bod tegen hec reizen van Beijersche handwerks-gezellen en handel-commie- sen tiaar Belgie, Frankrijk, Engeland en Zwitserland, op te heffen, maar heeft de Koning in Januarij 1835 dit verzoek, voor het tegenwoordige, van de hand gewezen, en heeft nu genoemde Landraad op nieuw zich tot Z. M. gewend niet het verzoek, dat het verbod, ten minste wat het reizen naar Frankrijk betreft, mogt worden ingetrokken. De Prins Karei van Prttissen, die nu omstreeks een jaar geleden, zich naar Petersburg op weg begeven hebbende, ten gevolge van het hem bij Tauroggen overgekomen ongeluk, hetwelk zijnen \A]\sAzv\x. Schippenbach leven koste, genoodzaakt was naar Berlijn terug te keeren, zal nu andermaal in dit saizoen, den 27sten dezer, de reis naar Petersburg aannemen, endaarbij vergezeld worden door den Graaf Majoor van Hoym en den Majoor vote Schlicsscr. Kobi-entz den 20 December. Gisteren avond is een groot hotttvior, door N. ffagucr uit Cassel gevoerd, door het geweld van den stroom op^de punt van den Oberwörth aan stukken gestoten. Een deel derzelve heeft in het afdrijven zeven jukken der Koblentzer brug weggenomen. Men heeft ter stond eene schuit naar Keulen gezonden om te waarschuwen en aldaar soort gelijke schade te verhoeden. Uit Saksen schrijft men: In de Tweede Kamer van het Koningrijk Saksen is dezer dagen, bij gele genheid der beraadslagingen over het ontwerp van het criminele wetboek, in overweging genomen of de doodstraf al dan niet zou behouden worden. De deputatie van de eerste Kamer en de Minister van Justitie verklaarden, dat de afschaffing der doodstraf wenschelijk, doch voor als nog ontijdig was. De Minister van Justitie deelde eene opgaaf mede van dé doodvonnissen, welke in de laatste 20 jaren in het Koningrijk Saksen zijn uitgesproken en ten uit voer gelegd. Volgens dezelve, zijn in de laatste vijfjaren meer doodvonnis- uitgesproken dan in de voorafgaande 15 jaren (in 1835 werden er 15 vol trokken.) liet getal tuchtelingen is in de laatste vijf jaren, ofschoon velen hunner gratie ontvingen, van 768 jot 977 gestegen, De Minister tnerkte echter daarbij aan, dat daaruit evenwel geene grootere zedeloosheid was af te leiden, daar in dezen tijd over een aantal vroeger gepleegde misdaden ge- vonnisd werd, namelijk over eene menigte uit hebzucht gepleegde brand stichtingen. Bij stemming verklaarden zich 35 leden tegen en 4 voor de af schaffing der doodstraf. De Dom te Bremen is door den orkaan van 29 November zoodanig be schadigd, dat de kosten der herstelling op 6000 Th. worden berekend. In het toppunt schijnt de bliksem geslagen, die de helft van den weerhaan heeft weggenomen. In het verwulfsel onder de klokken zijn tien mansdikte 30 ellen lange balken uit het verband gerukt en verscheidene voeten verschoven. Ln een Duiisch tijdschrift leest men eene aankondiging, met het op schrift: „Luthers weezen." Hiermede worden nakomelingen van Luther be doeld, wier vader, Joseph Karei Luther, den 11 November 1792, te Erfurt den R. K. godsdienst omhelst had en met zijn gezin in de bitterste armoede in Bnheme leefde. Zijne kinderen Vond 'men in de ouderlijke woning, in den allerellendigsten toestand. De opsporing van deze nakomelingen van Luther had merf-te danken aan het hoofd van het ter nagedachtenis van dezen Hervormer in het oude Augustijner klooster, te Erftirc gevestigde Martyns- stift, den menschlievénden Rheinthalerwiens geliefkoosd denkbeeld het was, dat een behoeftige afstammeling van Luther hier verpleging vinden en tot het leeraarsambt zou kunnen worden opgeleid. Zoo kwam reeds in 1830, 325 jaren na zijnen grooten stamvader, het oudste van boven bedoelde kin. deren, Anton geheeten, in 1821 geborenin het voormalige Augustijner klooster, te Erfurt. Onder de leiding van het waardige hoofd van het ge sticht, is hij in de afgeloopene vijf jaren naar ligchaam en ziel versterkt en vooruitgegaan, en, nadat hij in de Protestantsche godsdienst gron dig onderrigc was, kon hij met het vorige Paaschfeest worden aangenomen. Daar hij intusschen minder tot wetenschappelijke studiën geschikt was, en daarentegen eene ongemeene behendigheid voor handwerken had, zoo heeft men met vrucht verkozen, hem een ambacht te laten leeren. Intusschen waren, na den dood des vaders, welke den 26 October 1834 p'aats had, op aanhouden der moeder, welke door haren man in ni'pende behoefte was achtergelaten, ook de tweelingszusters van Anton, Maria en Anna, in 1819 geborenJe,hannes Luther, in 1826 en Thercstin 1831in het Martynt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2