A°. 1836. O-t-r^K y LEYDSCIIE C 0 V II A J\ T. WOENSDAG DEN 2 istcn DECEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den eosten December. Men meldt uit's Gravenhage van den 19 December het volgende: Z. K. H. de Prins van Oranje is in den afgeloopen nacht naar Tilburg vertrokken. Xn de zitting van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van heden, heeft de centrale afdeeiing haar verslag, omtrent de bij de Kamer in over weging zijnde ontwerpen van wet, gedaan. De beraadslagingen over die betrekkelijk de militie en de woelingen zullen morgen plaats hebben. Zijne Maj. de Koning heeft bepaald, dat, wanneer door de eene of andere omstandigheid het bevel over het eskader in de Oost Indië komt open te vallen, zonder dat de opvolger in dat bevel reeds door Hoosstden- zelve mogt zijn benoemd, of het onmiddellijk op zich kan nemen, zulks ad interim, onder daarbij vernielde bepalingen, zal worden waargenomen door den hoogsten en oudsten in rang der zich in de Oost-Indië bevindende officieren der Koningiijke zeemagt. Op grond eener resolutie van Zijne Exc. den Minister van Financien, zijn dezer dagen de plaatselijke Autoriteiten, namens het gewestelijk bestuur, uicgenoodigd, om zoo veel mogelijk toe te zien op de getrouwe naleving der bestaande verordeningen omtrent de patenten der schippers, en om, teil aanzien van alle op eigene aangifte varende schippers, een gestadig en werk zaam toezigt uit te oefenen, .zijnde gemelde besturen daarbij tevens herin nerd geworden, dat bij de aangiften, volgens 's Rijks metingen, de meet brieven tevens gevorderd moeren worden, en deze, zoo veel mogelijk, te gen de vaartuigen zelve, vergeleken, terwijl, bij twijfel nopens de eenzel vigheid, verandering of vergrooting van het vaartuig, of andere verkorting, zulke aangiften niet zullen behooren aangenomen te worden; maar den schip pers de keuze gelaten tusschen nieuwe meting of eigene aangifte, behoudens om, wanneer het laatste verkozen wordt, dadelijk onderzoek en des noodig bekeuring te doen; zullende wijders, als een middel tot latere herkenning der vaartuigen, en tot verzekering van 's Rijks regten, in het vervolg, te beginnen met 1". Mei 1837, de schepen, welke gemeten worden, ook moe ten worden gebiand met een, voor het Rijks wapen (tab. 16, §35, N°. 1), te stellen nommer, hetwelk voorlieder jaar, en voor iederen scbeepsmeting, 'doorloopend zal zijn, en ook op den meetbrief en op het patent zal moe. ten worden vermeld, en voor welke handeling de scheepsmeters de gewone nommerijzêrs zullen kunnen bezigen. Blijkens eene aankondiging van de Administratie voor de Nationale Nij verheid, zal de stoomsleepdienst tusschen Rotterdam en Lobith, gedurende het jaar 1837, en, voor zoo verre de vorst niet invalt, ook gedurende den winter, onafgebroken worden voortgezet, op den tegenwoordigen voet en onder de voorwaarden, omschreven in het reglement voor het loopende jaar 1836, hetwelk mitsdien, even als de daarbij behoorende tarieven en sleep- loonenvan kracht en toepassing zullen blijven op de thans aangekondigde dienst voor 1837. De jaarlijksche prijsnitdeeling aan de Koningiijke Akadetnie van Beel dende Kunsten te Amsterdam heeft den ipden dezer aldaar plaats gehad. Uit Arnhem wordt van den 16 December gemeld: Laatstleden Zaturdag is in de nabijheid van het dorp Rheden een Das ge dood, zijnde een wijfje. Dit dier was zoo groot als de grootste jagthord en zoo zwaar dat één man liet niet kon dragen. De honden durfden hem niet aan, en het gelukte de jagers eerst met het derde schot hem doodeliik te treifen. Eenigen tijd geleden, is een dusdanige grjote Das in de provin cie Overijssel geschoten. Op Nederlandsch grondgebied boven Maastricht zijn eenige officieren door Belgische gendarmen opgeligt, doch nadat een detachement huzaren naar Bekhem, alwaar zij -opgehouden werden, was afgezonden, z;jn zij wéder uitgeleverd. GRIEKENLAND. Uit Athene wórdt, onder dagteekening van den 5 November, geschreven, dat de Grieksche Marine, aan welke de Staat zijne onafhankelijkheid groo- tendeels te danken heeft, maar die sedert eenigen tijd jammerlijk verwaar loosd was, onder het bestuur van den nieuwen Minister van Financiën, den beer Kriësis, haren vorigen bloei weder begint te hernemen. De schepen, welke de Beijersche soldaten, wier diensttijd verstreken is, naar Triest moeten overvoeren, waren in den Pyraieus aangekomen. Met leedwezen zag men, dat een niet gering getal vreemde handwerkslieden, kunstenaars en landbouwers, van welke Griekenland een wezenlijk nut kon trekken, zich gereed maakte, den Staat met diezelfde gelegenheid te verla ten, en hoopte dat de voorstellen, die hun, zoomen hoorde, van Regerings wege gedaan werden, om zich in Griekenland te blijven vestigen, van goed gevolg zouden wezen. PORTUGAL. Lissabon den 7 December. Uit deze plaats meldt men, dat, daar het geldgebrek groot was en het crediet van het Gouvernement gering, hetzelve besloten had den uitvoer der wijnen te Óporto te bezwaren. Te Oporto heeft men zich daartegen echter openlijk verzet en de stad is bijna in, op stand gekomen; door de gewapende nationale garde is eene Commissie be noemd, om te Lissabon tegen de belasting te gaan protesteren. Nadat de Ministers die gebeurtenissen vernomen hadden, hebben zij gezamenlijk hun ontslag aan de Koningin aangeboden, die hetzelve echter niet aangenomen heeft. Men meent, dat zij nu met Oporto in schikkingen zullen treden. Te Elvas hebben onlusten plaats gehad, daar een bataljon infanterie, zoo men meent door de Miguellisten omgekocht, aan het muiten is geslagen, yet regiment jagers, hetwelk aan de Koningin getrouw bleef, heeft het bataljon tot gehoorzaamheid terug gebragt. SPANJE. Berigten over Parijs van den 16 December. Het Fransch Gouvernement heeft de volgende tijdingen per telegraaph ontvangen; BAYONNE, 13 December. Men schrijft, onder dagteekening van dezen morgen, dat Esparterodie sedert den 8sten te Portugalette was, hetzelve den iaden, des' morgen ten 5 ure verlatenen den weg van Ëalmaseda genomen heeft. Een sterk kanon- en geweervuur is den geheelen dag gehoord. Men heelt geene tijding van Bilbao. Bayonne, 13 December. De Generaal Gomez, met 8000 man, is teBelmonte, in de Manche binnen, gekomenhij wordt op eenen afstand van 6 uren door Alaix gevolgd. San- Miguel was den ïsten te Cu en ca en den aden ce Priego met 4000 man, de Carlisten op den Taag afwachtende. Berigien over Parijs van den 17 December. Het Fransche Gouvernement heefc per telegraaph te twee volgende depêche ontvangen Bayonne, 14 December, 11 ure. Een schip van Portugalette in den avond van den iaden vertrokkenmeldt dat Epartero11a des morgens de stelling van Burcena te hebben in bezit genomen, voorbereidselen maakte om eene brug over de Cadagua te werpen, en vervolgens langs den linker oever van den Nervion met 19 bataljons en aa vuurmonden naar Bilbao te marcheren. Men heeft den 1 iden de aankomsc van Gomez bij den Ebro aangekondigd. De divisien van Closnard enIrribarren zijn terstond naar die rivier opgetrokken. Bayonne 15 December, des middags ia ure. Brieven van Madrid van den loden kondigen aan, dat Gomez Guadalaxara is voorbijgetrokken. Die van Pampeluna van den nden zeggen dat hij te Siguenfa is aangekomen, terwijl hij trachtte de bergen van Soria te bereiken. De Generaal Closnard was den iaden ce Tafalla en Irribarren bij den Ebro hem te gemoet gaande. Bijzondere berigten uit Bayonne van den iaden houden dat Bilbao den 9den op nieuw was opgeëischt en 34 uren uitstel gevraagd had. Casa Eguya wilde den ioden het vuur weder openen, hetgeen dan voornamelijk tegen liec klooscer van de Ontvangenis zou gerigt zijn, als na welks bemagtiging men van de oude stad zoude meester zijn. Uit Madrid wordt van den ioden geschreven, dat indien de afdeeiing van Alaix niet geweigerd had tegen de Carlisten op te trekken welke onder Gomez zich te Cabra bevonden, en er zich niet tegen verzet had, om Nar- vaez tot Bevelhebber te erkennen, Gomez zeer waarschijnlijk in die stad zon verslagen geworden zijn terwijl hij nu tijd had gehad om aan zijne troepen eenen dag rust te verleenen en wederom 24 ure Alaix en Narvaez vooruit was. Men heeft reeds het gerucht verspreid, dat Narvaez zijn ontslag aan het Ministerie van Oorlog had ingezonden, om dat hij door Alaix en Rivera tegengewerkt wordt. In de zitting der Cortes van den 7 December, zijn de beraadslagingen over het ontwerp van wet, waarbij aan de Spaansche Ministers buicengewone magc tot het vatten van onruststokers en het verijdelen van zamenspanningen wordt toegestaan, voortgezet. Die beraadslaging is zeeronscuimig geweest, vooral toen verzoekschriften uit Barcelona te berde werden gebragt, waarbij het behandelde ontwerp van wet, als lijnregt strijdig met de pas herstelde staats- regeu. g van 1812, hoogelijk werd afgekeurd. In weerwil van den tegenstand van sommige leden, en vooral ook van den heer Arguelleszijn die verzoek schriften aan de vergadering voorgelezen. Het genoemd lid beweerde, dat die vertoógen het gevolg waren van den geest van foederalismusdien men geenszins moest aanmoedigen. Hij voegde er bij, dat de Fransche Rege ring in her geheim de partij der foederalisten begunstigde, ten einde daar door verdeeldheid onder de vrienden der vrijheid aan te stoken. Bij het tin.de der zitting begon de heer \Madoz eene redevoering met deze woor- detii „Alvorens wij verder gaan, is het noodig om te onderzoeken, of wij in liet Fransche bestuur eenen vriend of een vijand bezitten." Hij werd echter door den Voorzitter belet, van met zijne rede voort te gaan. D n 9den zijn de beraadslagingen gesloten éu is de wet me. ecec groote w.erueihetd aangenomen. ZWITSERLAND. Uit dit land schrijft men van den 10 December: i\iec hec einde van dit jaar gaat hec Eedgenoocschapp'eliik bewind op het kanton ..Luzern over. Daarin Luzern een gansch anJëré geest hecrschc dan in. liern, gelooven. velen, dat nu ook de aangelè^enhedpn des Eëdgenooc- schaps meer naar den zin der redikalen zullen bestuurd worden. Maar het is niet .onmogelijk, dat de drang der omstandigheilendie aan de twee andere voorzittende kantons zoo vele moeijelijkhed'en beroküend en hen aan zoo menig verwijt blootgesteld heeft, zijnen invloed in de twee volgende jaren ooit op Luzern zul uitoefenen. Hec Eedgenootschappelijk bewind heeft aan de kantons eene door hetzelve aan de Fransche Regering' gerigte memorie medegedeeld, waarin het betoogt, dat de drukkende col-bepalingen welke in Frankrijk ten aanzien van Zwitser land gehandhaafd worden, wel eene aansluiting van laatstgenoemd land aan het Duitsche tolstelsel ten gevolge zouden kunnen hebben. Sommigestreken van Zwitserland, b. v. Schaffhausenlijden in de daad groot nadeel door de Duitsche en Fransche grenstollen; en vooral sedert Baden zich bij de groote tolvereeniging gevoegd heeft, verneemt men hier en daar vele stemmen, die een gelijken stap voor Zwitserland als wenschelijk aanprijzen. Hec weder is sedert het begin van November in zulk eene gesteldheid, dat de oudste lieden zich iets soortgelijks in dit jaargetijde niet weten te her inneren. Hevige sneeuwbuijenlaag nederhangende wolken, veel regen wisselen af met de warme zuidewinden en liefelijke lente dagen, waardoor de opgehoopte sneeuw in een oogenblik weder smelt. De meeren en rivie ren zijn dien ten gevolge groocendeels even zoo hoog, als anders na de eer. ste warmte in Junij. De jaacmarkc te Bern wordt thans door onderscheidene Nederlanders bezocht, die verschillende takken van nijverheid uitoefenen. De onophou delijke aanvoeren langs den Rijn, te Bazel, van koloniale waren, uit Hol land getrokken, geven blijken van de veelvuldigheid der handelsbetrekkingen tusschen de twee landen. DUITSCHLAND. Wef.nen den 9 December. Met algemeene droefheid verneemt men. dat Zfine Maj. de Keizer zich onpasselijk bevindt; gelijktijdig evenwel ontvangt men het troostrijke berigt, dat er zich niet de minste teekenen van gevaar doen onderkennen. Frankfort den 16 December. Z. K. H. de Grootvorst Michael, is alhier nut Hoogstdeszelfs gevolg uit Weimar, alwaar hii zich eenigen tijd ophield, aangekomen en heeft zijn' intrek in het hotel de Russie genomen. Binnen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1