gen, de vergunning tot het bezoeken der genoemde hoogeschool te geven.
Volgens berigt uit Weenen zal de Aartshertogin Theresiavergezeld
van haren vader, den 2/sten dezer de reis naar Trente (in Tyrol) aannemen,
alwaar Z. 3VT. de Koning van Napels den 4 Januarii verwacht wordt. Den
6 .Januari] zal het huwelijk van dezen Monarch met genoemde Prinses te
Trente voltrokken worden, waarna het Doorluchtige paar terstond de reis
naar Napels zal aannemen.
In den nacht van 4 op 5 December is tusschen Bacharach en Oberwe-
sel eene rots nedergestorten zijn daarbij verscheiden nieuwe waterbronnen
ontsprongen. De gemeenschap langs den grooten weg is daardoor eer.tge
uren gestremd geweest.
Te Erbach, in den Odenwald, heeft den 29 November des avonds een
allerhevigst onweder gewoed, gepaard met zware wolkbreuken, waardoor
veel schade is aingerigt.
Volgens berigten uit het Wurtembergsche en Badensche zijn door aanhou
dende regens en het smelten van den sneeuw in de bergen alle rivieren zoo
danig gewassen, dat er groote overstroomingen plaats hebben. Bruggen,
wegen, dijken en sluizen zijn beschadigd of geheel vernield, en veel winter
voorraad voor mensChen en vee is in die streken verloren gegaan.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 7 December. HH. MM. zijn ligtelijk ongesteld.
Te Wakefield in Yorkshire is een groote maaltijd van de Conservative^ ge
houden waarop Lord HJsarncliffe eene redevoering gehouden heeft, en daarin
gezegddat de Thory-aanhang in Engeland dagelijks toenam en men wel
dra zou zien, dat de tegenwoordige Whigs-Ministers niet lang aan het be
stuur zouden blfiven.
Dergelijke bijeenkomsten zijn dezer dagen in onderscheidene deelen des
Rijks gehouden, die ook getuigen van den toenemenden toevloed der Con
servativen,
De laatste storm van 29 November schijnt niet iil Schotland of Ierland
gewoed te hebben; de berigten uit die oorden spreken er niet van.
Eene in de Etigelsche couranten voorkomende officiële opgaaf der sche
pen, die sedert het tusschen Spanje en Grooc-Britanniedato 28 Junij 1835,
gesloten tractaat ter weering van den slavenhandeldoor Engelsche oorlog
schepen zijn aangebragt en verkocht, als hebbende zich nog aan dezen on-
menscbelijken en thans onwettigen handel overgegeven, doet zien, dat tot
op 26 Jnlij 1836 niet minder dan elf zoodanige yaartuigen naar Sierra Leone
zijn overgebragt en de slaven, die zich aan boord bevonden, in vrijheid ge
steld buitendien lagen daar nog zestien schepen, die eene verdachte uit
rusting hadden en wier zaak werd onderzocht.
F R A N K R IJ K.
Parijs den 6 December. Men verzekert, dat het Ministerie telegraphische
depeclies van Parijs heeft ontvangen. De Maarschalk Clattsel twijfelde niet
aan den goeden uitslag van de onderneming en beloofde zich welras de
overwinning te zullen behalen.
Heden roepen de uitroepers van nieuwstijdingen te Parijs de inneming
'van Constantine uit. Daar deze uitventers van tijdingen dit niet mogen doen,
zonder toestemming van de Prefectuur van Policie, zoo zou men bijna aan
hetzelve gelooven. Doch aan den anderen kant zijn er verontrustende berig
ten welke de Eclaireur de la Mediterranée mededeelt, dat namenlijk de
expeditie tegen Constantine ongedachte beletselen ontmoet, en 12 a 16,000-
welgewapende Arabieren het leger den toegang verhinderdenja zelfs zou
volgens dit blad het Fransche leger geslagen zijn en in wanorde op Bona
terug trekken.
De aanstaande komst van den Maarschalk Soult, in de hoofdstadheeft
.tot nieuwe geruchten aanleiding gegeven, zoowel van eene wijziging onder
de leden van het Ministerie, als omtrent de mogelijkheid eener interventie in
Spanje. Het laatste heeft men te meer ingang willen doen vinden, door er
bij te voegen, dat de Oorlogs-Minister aan verscheidene regimenten bevelen
had gezonden, om de Spaansche grenzen te naderen, ter versterking van het
observatie-corps, dat in den laatsten tijd zeer verzwakt was geworden.
Het gerucht is dezen morgen verspreid, dat de Minister van Oorlog
bevelen gezonden had aan verscheidene regimentenom hen op de grenzen
van Frankrijk te rigten, en het observatie-corps van de Pyrenéen te verster.
ken, waarvan het effectief zeer verminderd is, sedert het Kabinet van 6Sep
tember aan het bestuur is gekomen,
Den 7 e« 8 December. De tijdingen van Afrika aangekomenberigten, dat
twee Arabieren, naar Bone afgezonden, het berigt van den terugtogt van
het Fransche leger hebben aangebragt. Hetgeen zeker is, is, dat te Bone
eene gröote verslagenheid heerschte.
Heden is te Parijs het gerucht verspreid, dat de Regering depeclies
van den Maarschalk Clausel in den laatstverloopen nacht heeft ontvangen. Het
Fransche leger den 2osten of 2isten voor Constantine aangekomen zijnde,
zoude werkelijk den 2isten de belegering begonnen, en eenige schansen in
genomen hebben. Maar het zoude door stortregens overvallen zijndie het
zouden genoodzaakt hebben terug te trekken en op eenige mijlen verder af
te wachten, dat het weder zou toelaten om de belegering voort te zetten.
Men verliest zich in gissingen over de oorzaak van den teiugtogt, daar
men aan het berigt, dat dit door de regens zou veroorzaakt wezen, geen
geloof hecht, vooral daar men niet kan denken, dat het leger, na eenendag
slechts Constantine belegerd te hebbenzou afgetrokken zijn. Sommigen
schrijven het minder toe aan eene nederlaag, door het leger ondervonden,
dan wel aan gebrek aan leeftogtdaar dit laatste slechts voor 5 dagen was
uitgedeeld gewordenen het leger reeds meer dan 10 dagen marsch had.
Het dagblad La Charte de 1830, hetgeen een orgaan van het Ministerie is,
deelt slgchcs tijding van den 13 en 15 November mede, daar men van Bone
reeds berigt van den 28sten heeft.
De Moniteur meldt, dat door de Koninglijke famielje 60,000 fr. ge
schonken isom in de behoefte van de werklieden te Lyon te voorzien.
De toestand van die menschen, vooral die op de zijdefabrijken arbeiden,
moet zeer ellendig wezen.
MENGELINGEN.
PESTALOZZI.
Op een tijdstip, wanneer het onderwijs overal, eii vooral hier te lande,
zulke snelle vorderingen maakt, en zich tot de laagste klassen van liet volk
toitstrekt, meenen wij ons niet te kunnen onthonden, hulde te bewijzen aan
den wijsgeer, die daaraan buiten 's lands zoo veel heeft bijgedragen, aan
den deugJzamen man, wiens naam door de zegeningen der armen is ver
eeuwigd geworden.
De armen zijn onze broeden; die leer van het Evangelie, welke meestal
eene doode letter in het boek des levens is, was diep in de ziel van Pesta-
lozzi geprent. Hij zag met droefheid den ondoordringbaren muur, welke
de armen van de meer gegoeden scheidt, en voornamelijk in het gebrek
aan opvoeding bestaat, en besloot dien muur te ondermijnen. Hij b-agt zijn
leven door met de toepassing van die leer, dat het niet geoorloofd is eenig
menschelijk wezen zonder onderwijs te laten, hoe laag ook de stand zij,
waarin de natuur hem geplaatst heeft, en hoe zwaar ook de werkzaamhe-
den mogten zijn, welke hij verrigten moet; en dat de vermaken, welke de
studie ons geeft, in eene meerdere of mindere mate, door alle menschen
kunnen worden gesmaakt. Oio de verderingen var dien grooten rsan in
deze waarlijk moeijelijke taak te doen kennen, moeien wij hem reeds iu
het begin zijner loopbaan volgen, en zullen hiertoe uit het werk van Doc-
;or itUw, betreffende de leerwijze van Pestalozzieenige bijzonderheden
overnemen.
I'esialozii werd te Zurich in 1746 geboren. 'Zijne voorouders waren Pro-
restanten van Icaliaanschen oorsprong, die, gedurende ae vervolgingen ten
tilde der Reformatie, uit het Milanesche de wijk in die stad waren Komen
nemen. Zijn geslacht was een der voornaamste van het land geworden; de
vader van Pestalozzi had echter niet van het vermogen zijner voorouders
gecrl'd; zijn spoedige dood liet zijne weduwe zonder steun. Hij beval zijne
kinderen aan de zorgen van eene oude gouvernante, genaamd Barbara, aan.
De liefde en trouw, waarmede zij deze pligt vervulde, prentten in de ziel
van Pestalozzi, nog kind zjjnde een innig geloof aan deugden bij de laag
ste klassen van het volk, en die gehechtheid aan de armen, waarvan zijn
karakter den indruk bleef behouden, hetgeen eenen magtigen invloed op zijn
toekomstig leven uitoefende. Barbara deelde in den trots van het huisgc.
zin, en Pestalozzi verhaalde later dikwerf lagchende de geestige middelen,
welke zij bezigde, Om hare armoede te verbergen. Zij trachtte vooral aait
haren jongen meester eene volmaakte onafhankelijkheid in te boezemen.
„Nooit," zeide zij hem, „heeft een Pestalozzi genade-brood gegeten. On
derwerp u liever aan alle soorten van ontberingeu vóór dat gij uw geslacht
zoudt onteeren."
Het is aan den invloed van die goede vrouw, het evenbeeld van onzen
vriend Caleb, in de Bruid van Lammermoordat onze wijsgeer den hartstogt
toeschrijft, welke over zijn leven beschikte, den vurigen wensch om aande
armen eene degelijke onafhankelijkheid te verzekeren, en hen uit hunne ver
nedering te redden door hen te leeren zich aan het onherstelbaar kwaad te
onderwerpen, door hunnen geest te ontwikkelen, ten einde hunne hulpbron
nen te vermeerderen en door hun de lust tot orde en de haat van spilzucht
in te boezemen. Hij begon zijne menschlievende loopbaan met de oprigting
van eene fabrijk, waarbij hij een school voegde ten einde de kinderen onder
hunne bezigheden te kunnen leeren. Hij hield voor stelregeldat de studie
tot verpoozing van het werk moet dienen. Geldgebrek hinderde hem hierin
meer dan eens, maar zijn ongeluk tartende, deelde hij zijn brood met ziine
leerlingen, en leefde zelf als een bedelaar, ten einde bedelaars te leeren als
menschen te leven. Na verscheidene jaren moeite en ontberingen, zag hij
zich genoodzaakt zijne onderneming te laten varen, maar nimmer was hij
meer van de geschiktheid zijner plannen overtuigddan toen hij dezelve
moest vaarwel zeggen. Het was op dit tijdstipdat hij het verhaal schreef,
betiteld: Leonard et Gertrude, hetwelk in Zwitserland een volksboek is ge
worden, en inderdaad ook de beste raadgevingen voor de mindere klassen
inhoudt. -
IVij zullen Pestalozzi, In het afgezonderde leven, dat hij gedurende eenige
jaren na de eerste proeven van zijn leerstelsel leiddeniet volgen. Die tijd
werd voor de zoo belangrijke zaak van het volks onderwijs niet verloren.
In 1798 noodigde hem het Bestuur van het kanton Uncerwald uit eene schooi
in het dorp Stantz op te rigten, waarin hij toestemde, hoewel hij geene toe
lage van het Gouvernement kreeg, en zelf geene middelen genoeg bezat,
om in de daartoe vereischte kosten te voorzien. De kinderen kwamen in
menigte, doch in de grootste armoede, en bedorven door de ondeugden,
welke haar vergezellen; de beste onder hen waren nog altoos vreemd aan
alle edele gevoelens.
Pestalozzi beschrijft in een zijner brieven zijne handelwijze met deze kin
deren, waaronder sommigen met schijnbaar ongeneeslijke zedelijke kwalen
behebt waren. „Mijne eerste zorg, zegt hij, was het vertrouwen mijner
leerlingen te verkrijgen en dezelve aan mij te hechten. Dit doel bereikt
zijnde, scheen alles mij gemakkelijk, mijne armoede bevorderde zelfs mijn
doel. Van de wereld afgezonderd zijnde, waren alle mijne zorgen aan deze
kinderen toegewijd, was al mijn streven voor hun heil: ik deelde lief en
leed met hen, gedurig aan hunne zijde, wanneer zij welvarende waren, of
anders aan hun ziekbed. Wij genoten hetzelfde voedsel, wij sliepen inde
zelfde kamer, en van uit mijn bed, gaf ik hun nog onderrigt of bad met hen."
„In 1799, zegt Pestalozzi verder, had.ik tachtig leerlingen, van welke de
meeste eenen goeden aanleg hadden en sommige waren talenten. De studie
had eerst voor hen het aanlokkende eener nieuwigheiden hun ijver wak
kerde in evenredigheid van hunne vorderingen aan kinderen die nimmer een
boek in de handen hadden gehad, studeerden den geheelen dag door, en
wanneer ik hun na het avondeten zeide: wilt gij naar bed gaan of nog wer
ken? zeiden zij allen, „het is beter dat wij werken." Deze gevoelens eens
bij hen ingeprent zijnde, ontwikkelde zich hun geest met eene snelheid,
welke mijne verwachting overtrof. In weinigen tijd zag men zeventig leer
lingen, die allen in den ellendigsten toestand waren opgenomen geworden,
vreedzaam met elkander omgaan, en elkander met eene minzaamheid behande
len, welke men zelden bij broeders aantreft, vooral in talrijke huisgezinnen.
Zonder hen hiertoe te noodzakenvergenoegde ik mij, wanneer zij stil om mij
heen zaten huil te zeggen; „Wanneer gij u zoo gedraagtzijt gij dan niet
redelijker dan wanneer gij twist?" Wanneer zij mij kwamen omhelzen en mij
hunnen vader noemden,zeide ik hun soms: „Gij geeft mij dien naam,waarop
ik vermeen aanspraak te hebben, en toch doet gij in mijne afwezigheid din
gen, welke mij bedroeven. Is dat wel gedaan?" Ik trachtte zoo veel moge-
de zucht tot weldoen bij hen aan te wakkeren. Toen Altorf was afgebrand,
verzamelde ik hen om mij heen en zeide hun Altorf is vernietigd en
mogelijk dvlralen meer dan honderd kinderen, naakt zonder woning en zon
der brood, in deszelfs puinhoopen rond; willen wij vragen om er een tuin.
tigtal onder ons te nemen? Voorzeker riepen zij met vervoering uit.
Denk wel aan hetgeen waartoe gij u verbindt; wij hebben zeer weinig fond.
sen, en het is te betwijfelen of het Gouvernement ons eene grootere toelage
zal willen geven; mogelijk zult gij dus, om in de kosten van uw onderhoud
en uw Onderwijs te voorzienmeer moeten weiken dan gij tot hiertoe ge
daan hebt. Mogelijk zult gij met deze vreemdelingen uw voedsel en uwe
kleederen moeten deelen; zegt dus niet dat gij dezelve op zult nemen, zoo gij
niet zeker zijt u alle ontberingen te kunnen getroosten, welke deze goede
daad noodzakelijk zal maken." Ik zette aan deze mijne redenen de meest
mogelijke kracht bijik herhaalde al hetgeen ik Hun reeds gezegd had om
zeker te zijn dat zij mij wei begrepen, zij volhardden niettemin bij hun ge
voelen: „Laat hen komen, zeiden zij, laat hen komen en wij zullen alles
met hen deelen."
Het is te Stantz, alwaar de ondervinding zijne denkbeelden tot rijpheid
bragt, en de gebreken zijner eerste proeven verbeterde, dat Pestalozzi de
uitmuntende leerwijze van wederkeerig onderwijs schiep, welke later door
Dr. Bell te Madras, en Joseph Lancaster in Engeland, zijn beoefend gewor
den, zonder dat een hunner de oudere ontdekking des wijsgeers van Zurich
kende. Maar Pestalozzi stichtte, op het voorbeeld van het voorvaderlijk
Gouvernement, een systema, dat door deszelfs eenvoudigheid eene betere
uitwerking dan dat van Bell óf Lancaster moest hebben. De ongelukken dier
tijden en tegenkantingen van allen aard vernietigden zijne inrigting, toen
de nuttigheid er van bewezen was. Zich te Burgdorff in het kanton Bern
nedergezet hebbende, kwamen eene menigte verlichte tuannen bij hem 0111
zijne leerwijze te bestuderen. Zij leerden onder zijne oogen om den gcesc
des ieerlings te verrijken na denzelven te hebben bestudeerd. De geestver
voering des meesters ging weldra op zijne mede-arbeiders over; men open
de eene school, die zich met leerlingen vulde uit alle klassen der maat
schappij genomen. De Regering voegde zich bij een aantal aanzienlijke-per-
sonen om deze inrigting te begunstigen, en men twijfelde niet aan den bloei
van dezelve, tenzij staatkundige stormen dezelve weder deden te niet gaaa,