A0. 1836. LEYDSCHE N\ 148. C O R A i\ T, VRIJDAG DEN 9<len DECEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den 8sten December. Uit 's Gravenhage meldt men van den 7 December het volgende: Gisteren is er bij gelegenheid van den verjaardag van Z. K. H. den Prins van Oranje, gala-dejeuner aan het hotel van Z. K. H. en gala-diner ten Hove geweest. Naar men wil, zou Baron Mortier, thans Fransch Gezant aan het Ne- derlandsch Hof, weldra deze Residentie verlaten en naar Parijs terugkeeren. Gisteren is er eene conferentie van de centrale afdeeling der Tweede Kamer, met Zijne Exc. den Minister van Financien, ten aanzien der begroo- tingswetten, gehouden. In de bijeenkomst der afdeelingen van heden, heb ben de Presidenten der onderscheidene afdeelingen, uitmakende de centrale afdeeling, aan de leden van het in gemelde conferentie voorgevallene, me deding gedaan. Naar men verneemt, zullen de voorgedragene ontwerpen van wet, onveranderd, in de beraadslagingen gebragt worden, en is het centraal verslag deswege reeds opgemaakt. Op het einde der week zal het zelve waarschijnlijk worden uitgebragt; zullende de beraadslagingen der Ka mer, naar men verwacht, in den loop der volgende week worden gehouden. Ook verzekert men, dat bijaldien het ontwerp betrekkelijk den inkoop en de aflossing van schuld, voor 1837, waarbij wordt voorgesteld, om het Syndi caat de vrije beschikking over vroeger reeds uitgeloten schuldbekentenissen te verleenen, niet mogt worden aangenomen, de Regering eene credietwet zou voordragen, daar het Amortisatie-Syndicaat, in dat geval, van deszelfs jaarlijksche dotatie ven 2J millioen niet verstoiten zou kunnen blijven. Naar men verneemt, is aan het Departement van Oorlog de vraag voor gesteld, of aan de manschappen der gewone en buitengewone ligting van 1831, die, krachtens Zr. Majs. rescript van 21 September 183d, bij de depóts of staven der corpsen zijn opgekomen, of nog moeten opkomen, ten einde hunne rekening tot stand te brengen, de gewone vergoeding voor de heen reis, door de zorg der Gemeente-Besturen, zal kunnen worden uitbetaald, welke vraag door gemeld Departement, toestemmend is beantwoord. Dienvolgens zijn de Plaatselijke Besturen uitgenoodigdom te willen zorgen dat dusdanige vergoeding aan de belanghebbenden, voor zoo veel zij zulks mogten reclameren, alsnog worde uitbetaald. Dezer dagen is door Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken goedgekeurd de lijst der stations voor de Beambten van den Waterstaat, bij de buitengewone dienst en correspondentie langs de dijken, gedurende den ijsgang en het hoog opperwater op de rivierenin den winter van 1836 en 1837. Daarbij is, onder anderen, bepaald, dat zullen worden gestationneerdte Schoonhoven, G. Beijerinck, Hoofd-IngenieurF. IV. Conrad, Ingenieur, en A. J. SoetemanOpzigter; te Krimpen, P. Kuyck, Opzigter; te Vianen, A. BlaauvIngenieur, en D. J. Sautyn Schavei, Aspirant-Ingenieur; te Gorinchem D. McntzInspecteur, A. Greveen TV. H. Boerrigter, Inge nieur, en J. P. H. Tollens, Aspirant-Ingenieur; te Asperen P. van Regen- morterOpzigreren te Ilardinxveld C. C. de Keyzcr junior. Opzigter. Van wege het gewestelijke Bestuur zijn de plaatselijke Besturen uitgenoo digd gewordenom bijaldien in dezen winter zich eenig gevaar van waters nood bij ijsgang of hooge rivierwateren, mogt opdoen, alsdan wederom hunne bijzondere zorg te willen aanwenden tot het naauwkeurig opvolgen en doen opvolgen van de bepalingen, die op dit stuk zijn gemaakt, en inzon derheid van die, welke zijn vermeld in het, door Z. M.bij besluit van 21 Augustus 1835, gearresteerde nieuwe Reglement op de correspondentie bij ijsgang en hoog opperwater op de rivieren. Wijders verneemt men, dat door het Departement van Oorlog de noodige maatregelen zullen genomen wordenten eindeop de eerste aanvrage van de Directeuren der artillerie de gevorderde detachementen artilleristen, tot het doen van seinschoten te Vianen en te Schoonhovenin marschvaardigen staat te houden. Den 7 December is te Amsterdam de tiende openbare vergadering ge houden van de 4de klasse van het Koninglijk-Nederlandsch Instituut van wetenschappen, letteren en schoone kunsten, onder voorzitting van den heer H. H. Klijn, welke bij die gelegenheid eene redevoering heeft uitge sproken, over de betrekking van de kunst tot den Staat, Uit Utrecht meldt men van den 6 December het volgende: Eergister avond hadden wij een dier ongelukken te betreuren, welke de gevolgen zijn van de onmatigheid in den sterkendrank. Tweepersonen, waar schijnlijk beschonken, hadden in de Jufvrouwstraat bij de Wittevromvenpoort twist en geraakten handgemeen. Een in de nabijheid wonende huisvader, Gerrit Meijer, wilde de twistenden tot bedaren brengen, en terwijl men een hunner in huis hield, sprak hij den anderen, zekeren Fox, tamboer bij de schutterij, aan, en vermaande hem tot rust. Deze, hierover gebelgd, viel thans Meijer aan, en bragt hem een sabelsteek toe. Hij stak de slagader onder het sleutelbeen af, waardoor het bloed in de borst stroomde en de ongelukkige dood in de armen van zijne vrouw nederzeeg. De vermoorde laat vrouw en drie kinderen na. De moordenaar heeft zich heden in arrest begeven. Van het eiland Urk wordt van den 3 December het volgende gemeld: Bij den zoo verschrikkelijken storm van 29 November heeft deze gemeente op nieuw deerlijk geleden, als zijnde drie woonhuizen in eenoogenblik tijds, door den feilen wind, geheel omverre geworpen, terwijl nog een aantal an dere op onderscheidene wijzen grootelijks zijn beschadigd geworden. Ook lijn bii dien storm 21 van de voornaamste visschers vaartuigenbemand met meer dan 100 persoren, welke allen ter uitoefening van hun gewoon visschers bedrijrzich op zee hadden begeven, in zoodanigen reddeloozen staat gebragt dat zich tien van dezelve genoodzaakt hebben gevonden, zich hier en op de Overijselsche kust op strand te zetten, terwijl de anderen door het verlies van masten, zeilen, ankers en touwen, nagenoeg onbruikbaar zijn geworden. De schade aan deze vaartuigen en aan de huizen veroorzaakt, wordt bere kend, eene zoodanige som te bedragen, dat het voor velen onmogelijk is, aan het herstel daarvan te denken. Als eene bijzondere weldaad mag men nog hier opmerken, dat geen bewo ner van dit eiland bij dien storm is omgekomen. A E G Y P T E. Brieven uit Alexandrie van 19 October melden, dat Mehcmed- Aliniette genstaande den ongunstigen afloop van zijne vorige ondernemingen tegen Arabiebepaald had, om nog eens een leger daarheen te zenden. Er waren reeds 7000 man door den Gouverneur van Kairo, Aibib-Effendi bijeen ver zameld. Men vleide zich echter, dat Ibrahim-Vicha, Welke zeer tegen die onderneming gezind was, hem van dat besluit zou terug houden. Aan het havendok van Alexandrie waren de werkzaamheden wederom op- ge ra: nadat een aantal werklieden uit Syrië was aangekomen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 4 December. Het Fransche Gouvernement heeft per telegraaph de volgende tijdingen uit Spanje ontvangen: Bayonne, 1 December, 3ure. Volgens het officieel rapport van Fillareal, is het gevecht van den ^sten van weinig belang geweest, maar Espartero heeft de brug, welke naar Bil bao geleidt, niet kunnen bemagtigen. Het klooster van San Augustin is met de bezetting genomen. Espartero heeft nog eens den 28sten beproefd om de brug aan te vallen; maar hij is teruggedreven. De stad is den 29sten op. geëischt. Zij heeft geweigerd zich over te geven. Het vuur duurde in den morgen voort. Van Behobie wordt van den 29sten geschreven Men meldt van Irundat Espartero den 2Östen zich met zijne afdeeling te Portugalette en te Desierto bevonddat hij den 27sten des morgens naar Bilbao optrok, over Santa Agöedo en de brug van Castrejano, welke hij, ofschoon te vergeefspoogde over te trekken. Hij werd teruggeslagen en achtervolgd tot in zijne stellingen van den vorigen dag door de bataljons van Guipuscoaaan welke de verdediging van de brug was toevertrouwd. Terwijl er aan de brug van Castrejano gevochten werd, werd het klooster van San Angustin door de bataljons van Castilie aangevallen en stormender hand genomen. De troepen die hetzelve bezet hielden werden afgemaakt, met uitzondering van 70 man van het regiment van Truxillo, aan welke men gratie verleende. De dagbladen en correspondentien uit her zuiden bevestigen nog niet het gisteren ter beurze verspreide gerucht van de inneming van Bilbao. Wel is waar werd die gebeurtenis opgegeven als op den isten December te hebben plaats gehadterwijl de tijdingen omtrent Bilbao nog slechts tot den 3osten gaan; maar het Gouvernement schijnt nog geen kennis dier gewigtige gebeur tenis te hebben ontvangen, welke het echter door den telegraaph ten minste even spoedig had kunnen vernemen als de voor de Carlistische zaak gestemde lieden daarvan reeds de tijding zouden hebben bekomen. Berigten over Parijs van den 5 December. Het Fransche Gouvernement heeft de volgende telegraphische depêche van Bayonnne ontvangen: 2 December, ten 1 ure. De renbode van Madrid is twee dagen opgehouden wegens den doortogt van Cabrera, den 27sten, te Soria. De Brigadier Vera is tot Minister van Oorlog' benoemd. Men schrijft van San-Sebastian van den posten, dat, om te Bilbao te ko men, Espartero eene schipbrug over de rivier liet leggen. Vier en twintig vuurmonden, uit Engeland komende, ourlogsoetioerie en eene compagnie artillerie, zijn te San-Sebastïan ontscheept, en bestemd ter wapening van het fort der haven van Passage. De Fransche Moniteur heeft dezen morgen de volgende berigten: Bayonne, 3 Decemberten 2 ure. Den 3osten is Espartero op eene schipbrug tegenover Desierto de rivier overgetrokken. Villareal trok dezelve te Olaviega over, en zijn beiden in stelling op den regter over, 3 uren van Bilbao. De Generaal F.guya heeft aan Villareal alle zijne beschikbare strijomagc gezonden en zet het beleg voort. Het klooster van de Conceptiorehet punt van aanval, was den ïsten nog niet genomen,en de stad hield het nog. Bayonne, 3 December, ten 4! ure. Irribaren is op Azagra en de Generaal Closnard op Puente-de la-Reyra gemarcheerd, oiii den doortogt van e'enige honderden paarden te beletten, welke in Andalusie genomen waren en geld van Cabrera(Afgebroken door de duisternis.) De berigten uit Madrid gaan tot den 27Sten. De bijzondere briefwis- seling van daar houdt het volgende: Eindelijk heeft-men berigten van Andalusie, door de komst van een vier. tal renboden, die achterlijk (varen gebleven. Dezelve brengen brieven tot den i8den mede.'Ofschoon eenigzins verward, blijkt toch uit den zamenhang eene verbetering van den openbaren geest, in weerwil van de traagheid der troepen in het veivolgen van Gomez, welke laatste vijf dagen lang in de cm. streken van Ecya (eene aanzienlijke stad van Andalusie) is verbleven, en in welke hij-zich tweedagen voor de reorganisatie zijner bataljons heeft opge houden. Hij schijnt in de Serrania de Ronda te willen doordringen, waar het moeiieliik zou vallen hem te slaan, naardien deze bergkeeten onwinbare stel lingen oplevert. Wat Cabrera aangaatdien wij voor drie dagen tot op zes uren afstands van de hoofdstad gehad hebben, men denkt dat hij thans in de provincie Cuenca is, aan het hoofd van omtrent 800manmeerendeels in slechten staat. Volgens een ander berigt van hetzelfde dagblad, bevond de afdeeling van Narvaez, die met versnelde marschen van de hoofdstad was aangerukt, den :8den zich in den omtrek van Ecya, op gelijken afstand van den vijand ais dé overige afdeelingen die Gomez vervolgenhet Gouvernement had aan de afdeeling onder Alaix bevolen zich bij die van Narvaez te voegen, welke beide alsdan onder het bevel van den laatste zullen staan. Of die vereeniging was geschied, wist men niet; alleen had men vernomen, dat de Generaal Ribero de cavalerie van Alaix aan zich had getrokken, hetgeen deze in zijne bewegingen zeer verzwakt had. Op het eiland Cuba is de constitutie van 1812 uitgeroepen en aan- genomen. DUITSCHLAND. Graaf Orloff", Adjudant-Generaal van den Keizer van Rusland, is den 2den uit Beriiin naar Petersburg wedergekeerd. Zoowel de stad Hanover, als Bremen, Hamburg en Koblents zijn door den storm van 29 November geteisterd geworden. Te Dreije is een schip met volle lading gezonken; te Hastedt zijn 18 huizen afgebrand. Te Bremen heeft het gedurende den storm geweldig gebliksemd en gedonderd. Op de reede van Hamburg zijn vele schepen verbrijzeld. Uit Koblents wordt ge meld, dat, ten gevolge van het smelten der sneeuw, dg^rivieren zeer gere. zen waren. De schade, welke te Osnabruck alleen aan de Catharina kerk is aangebragt, rekent men op 2000 thlr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1