Wrnneer-ceti <Jef Tioo»vc pryzen, voor en ni dewelke eetii*e prem;cn te trekken zijn, op het cerate ol taavste loc van een der klassen raugr worden getrokken, zal de premie, welke voor hei voorgaande ol volgende lot bestemd was, aan dien hoogen prijs worden toegevoegd. De korting der prijzen van f 100 en daarboven is vijftien en van de mindere tien ten tonderd; zullende'do betaling'dcrzelve geschieden aan den vertooncr van het lot, ter plaatse waar hetzelve in den beginne zal zijn ingelegd, veertien dagen na het uittrekken van iedere klasse* Niemand der prijstrekkers heeft het regt vroegere betaling te vorderen; zijnde de vroe gere betaling eene goedwilligheid der gekwalificeerde Collecteurs en Ontvangers. En wordt laatstelijk een ieder gewaarschuwd, dat alle de prijzen, die binnen den tijd van vier jarenaanvang nemende met den vijftienden dag na het uittrekken der laatste klasse, niet zullen wezen afgehaald, alsmede de gelden, die van de daaronder geheel ge fourneerde loten zouden moeten worden terug gegeven, ten voordeelc van 's Rijks Schat kist, zullen zijn verbeurd, zonder dat eenige uitzondering hoegenaamd daartegen zal wor den toegelaten. NEDERLANDEN. Ley den den 27sten November. Or>!( in ons Vaderland is tusschen den nacht van 12 en 13 November, het vr c njnsel van vallende sterren waargenomen. De IIoogleeraar te Deven. ter. Vorsselman de Heerheeft daaromtrent een berigt in de Kunst-en Letter, bede doen plaatsen. Hij heeft in dien nacht 150 vau aie luchtverschijnsels opgemerkt. De Geleerde Kruidkundige C. H. Persoon, geboren aan de Kaap de Goede Hoop, wiens uitmuntend Herbarium, zich in het Museum van Planten alhier oevindt, en die een pensioen van onze Regering genoot, is in hoogen ouderdom in Frankrijk overleden. Men meldt uit 's Gravenhage van den 2Östen dezer het volgende: Naar men verneemt, is van wege Zijne Maj. den Koning aan den Pruis- sischen Majoor von Ledebu'u die beiast is geweest met de overbrenging van het antwoord van Zijne Maj. den Koning van Pruissen, op de kennisgeving der jongste bevalling van H. K. Hr Prinses Frederik der Nederlanden, eene gouden doos met lloogstdeszelfs naamcijfer, ter waarde van twee duizend gulden, ten geschenke gegeven. Sims eenige dagen bevindt zich Ridder Potemkin, Russiscii Minister aan ons Hof, ernstig ongesteld. Met veel belangstelling wordt er door de aanzienlijksten dezer Residentie naar den staat van dien Gezant vernomen. Ook van wege li. IC. K. H. de Prinses van Oranje, wordt veel deelneming in de ziekte van den Gezant betoond. Uit statistieke opgaven blijkt liet, dat van 1 Jannarij 1827, tot en met het loopende jaar 1836, in ons Rijk op stapel gezet zijn: 5 liniesche pen, 10 fregatten, 12 korvetten en 11 brikken, en te water zijn getoopen: 2 linieschepen, 5 fregatten, 10 korvetten en 8 brikken; zoo dat thans nog in aanbouw zijin 3 linieschepen5 fregatten, 2 korvetcen en 3 brikken; terwijl in het voorschreven tijdvak nog aangebouwd zijn drie stoomschepen, zoo mede dje verzameling en,voorbereiding van het hoofdzakelijk benoo- digde hout voor nog twee zoodanige bodenisvoorts nog aangebouwd een exercitie-vaartuig, alsmede 90 gaifel-kanonneer-bootenwaarvan 12, voor Antwerpen vernield, thans weder aangevuld en bijna voltooid zijn; hebben de bij aanbesteding, als anderzins, de aanschaffing van 3 transportschepen plaats gehad. Behalve de schepen en vaartuigen welke zich met 1 January 1827 reeds in dienst bevonden, zijn, over gemeld tienjarig tijdvakin dienst gesteld t> linieschepen, J3 fregatten, 19 korvetten, 17 brikken, 3 stoom schepen en 3 transportschepen; terwijl buiten dienst gesteld zijn: 6 linie schepen, 10 fregatten, n korvetten, 11 brikken, 1 stoomschip en 1 trans portschip. Onder voormelde bodems zijn niet begrepen de drie wacht-en twee kost- schepen, alsmede het exercitie-vaartuig Urania. Daarenboven is er sedert 1830, eene flotille in dienst geweest, zamengesteld uu91 kanonneerbooten, welke meest alle sedert dat jaar, bij afwisseling, in activiteit waren, en thans voor ongeveer de helft nog zijn. Uit Amsterdam meldt men van den 26 November: Wij vernemen, dat Z. M. de Koning aan onzen stadgenoot, den heer N. II. Sieburgh, den vereerende last heeft opgedragen, om eene pittoreske reis door onze Oost-Indische bezittingen te doen. Het Algemeen Handelsblad van den 25sten dezer bevat bet volgend.; Wij hebben reeds in der tijd gesproken van eene onderneming, waarbij de Hollandsche handel groot belang heeft, die namelijk om den Rijn met den Doiiau door middel van een kanaal te vereenigen. Eeue kompagnie, in 1835 onder de leiding van twee onzer voornaamste handelshuizen opge- rigt, had tot dat einde en voor eene vereeniging van Kehi naar Ulm, de noodige concessiën van Wurtemberg, Baden en Hohenzollern-Sigmaringen erlangd. Intusschen hebben eenige opgekomen zwarigheden te weeg ge- bragt, dat van deze onderneming werd afgezien, en men heeft nu andere uitgangspunten op den Rijn gekozen. Wij vernemen thans, dat de heer Molineau, door wiens zorg de eerste kompagnie was tot stand gebragt, in deze stad aangekomen is met de grondslagen van een nieuw ontwerp, dat daarin bestaan zoude, om twee gemeenschapsiinien tusschen den Rijn, den Donau en het meer van Constants te openen; de eene uitgaande van Heil- brunn en langs de vallei van den Neckar naar het meer van Constants loo pende; de andere uitgaande van Bazel, en langs de Rijn- en Wutach-Dalen tot aan den Donau loopende. Men verzekert ons, dat velen onzer aanzien, lijke handelaren hunne goedkeuring aan dit onderwerp hechten en hunne ondersteuning aan den heer Molineau beloofd hebben, doch alleen voor die kanaal-gemeenschap, welke voor Holland als nuttig kan worden beschouwd, die namelijk, welite naar Manheim zoude ioopen. Wij zullen onze lezers achtervolgens bekend maken met al wat desaangaande, zal worden verrigt. Te Utrecht is op den 2isten dezer eene nieuw gebouwde Stads-Armen- school ingewijd, welke voor het onderwijs van ruim 300 behoeftige kinderen is daargesteld bij deze plegtigheid waren het Stedelijk Bestuur, de Regenten der Stads-Armenscholen en vele andere personen, benevens de kinderen der beide andere Armenscholen tegenwoordighet aanschouwen van meer dan 1000 behoeftige kweekelingen bragt bij een elk eene waarlijk aandoenlijke gewaarwording te weeg. Uit Petten meldt men van den 24 November: Heden middag te één ure, strandde alhier het kofschip.Johanna Catharina, Kapitein A. Reesend, komende van Hoekzijlmet een lading gerst, gedesti- neerd naar Londen. De eqtiipagie, bestaande uit vier personen, is vroeger dan de alhier geplaatste reddingsboot kon toesnellen, gered geworden, door eene lijndoor andere personen aangebragt. Van Wijk aan Zee wordt van den 24 November gemeld: Heden morgen te 9 ure is alhier gestrand het'sloepschip of galjas die drei Gebrüdcr, Kapitein Jacob G. ICreft, komende van Dantzig, met eene lading raapzaad, gedestineerd naar Antwerpen. De equipagie, bestaande uit zes personen, is met zeer veel moeite gelukkig gered door de alhier geplaatste reddingsboot der Noord- en Ziiid-Hollandsche Redding-Maatschappij, onder het bestuur van den heer J. Geens. PORTUGAL. Lissabon den n November. Volgens de berigten van deze dagteekening was het in die stad geheel rustig. De verbittering tegen hen, die de tegen, omwenteling hadden willen daarsteilen, bleef voortduren. De Koningin ver toonde zich dagelijks met haren Gemaal in een open rijtuig op straat. Haar Gemaal, zegt men, zon eerstdaags een nitstapje naar Brussel doen en daar «enigen tijd vertoeven. Men koesterde te Lissabon nog de vrees, dat Comes eenen hm! in Portugal doen zou. Men had ook een gerucht ver. spreid, dat Don Miguel 1500 man troepen in het Hertogdom Modena verzn. meld had die weldra in Portugal zouden ontscheept worden. Alle misbare troepen waren uit Lissabon naar de provincie Alemcejo op marsch. SPANJE. Berigten over Parijs van den 22 November. In den Moniteur leest men: Het Gouvernement heeft van Bayonne de volgende telegraphische tijding ontvangen 19 November, 7 ure des avonds. Gomez was den 7den te Berlinga, en schijnt naar Cordova zijne rigting te nemen. Rodil was den 9den te Medelin; hij is vervangen door Narvaezdie bekleed is met het opperbevel tegen Gomez, en zich den loden te Naval Moral bevond. Het vuur tegen Bilbao was den isden nog niet aangevangen. Men wachtte Espartero den iSden te Portugalettewaar hij de Engelsche vloot zal vinden. De Gazette de France bevat: I11 eenen brief,uit Duerto, van 14 November, wordt berigt dat Bilbao den iyden door twintig vuurmonden zou worden aangevallen. De Carlisten hebben zich de laatste zes dagen bezig gehouden met het bemagtigen van zes forten, elf stukken geschut, 700 gevangenen, 800 geweeren en allerlei krijgsbehoefte. Uit Madrid schrijft men van den i4den, dat Quiroga, die Malaga weder in order had gebragt, daardoor geenszins aan de thans magt bezittende partij behaagd heefc en door den Generaal Palarea zal vervangen worden. In de bijzondere brieven van de Spaansche grenzen klaagt men bitter over de schandelijke buitensporigheden, die de benden van den Bevelhebber van het Fransche vreemden legioen, Generaal Lebeau, op zijnen jongsten togt naar de zijde van Estella gepleegd hebben. ,Die soldaten, meestal for tuinzoekers en overloopers van allerlei natiënhebben landhoeven uitgepiiiu. derd en afgebrand, grijsaards, vrouwen en kinderen vermoord, en de verbit. tering der bevolking van Navarre ten top doen stijgen door den moord der abdis van Villatnertadie in geheel het land wegens hare wonderdadige genezingen beroemd was. De Generaal Lebeau moet vergeefscbe pogingen hebben gedaan, om zijne soldaten in toom te houden. Hij had zich, zoo men zegt, van Estelia kunnen meester maken, doch is liever terug getrok. ken, omdat die stad, indien hij daarbinnen was genikt, aan eene algeheele plundering zou zijn bloot gesteld geweesten hjj door zoo iets zijnen naatn niet wilde bevlekken. Berigten over Parijs van den 23 November. Madrid den 16 November. De officiële courant bevat het volgend Ko. ninglijk besluit I11 mijne hoedanigheid van Koningin-Regentesherroep ik in naam van mijne Doorluchtige Dochter, Koningin Isabella, die bedieningen van Minister van Oorlog, als ook die van Generaal der Koninglijke garde bij het voet- volk van den Luitenant-Generaal, Marquis de Rodil. Gedaan op het Paleis 15 November. {Geteekendjj De Koningin. A. D. J. M. Calatrava, Voorzitter van den Raad der Ministers. Een ander besluit van den isden ontneemt aan Rodil de regten en attribu. tien, welke hem bij besluit van den 16 September waren toegevoegd. Ondertusschen wordt omtrent de uitvoering van dit besluit, hetwelk reeds vroeger schijnt genomen te zijn, het volgende geschreven: De Afgevaardigde Cardero is gisteren ochtend uit het hoofdkwartier van Rodil hier aangekomen, en heeft aan het Gouvernement des Generaals wei. gering om zijne bevelen te gehoorzamen overgebragt. Het schijnt dat Rodil, na de depêches ingezien te hebben, hem bevolen heeft dadelijk zijn hoofd, kwartier te verlaten en aan het Gouvernement te zeggen, dat hij het bevel over het leger, hetwelk hem toevertrouwd was niet zoude nederleggen voor en aleer de bende van Gomez uitgedelgd was, en dat hij zich daarna voor de balie der nationale vergadering zoude begevenom rekenschap vau zijn ge. drag af te leggen. De toestand van het Gouvernement is moeijelijkliet vreest Rodilv die het de wet schijnt te willen voorschrijven cn diï hem gege- ven geheime bevelen na te komen. Binnen weinige dagen zal het raadsel op. gelost worden, want Rodilkzn niet meeraarselen; zijn hoofd staat op herspel. Nog schrijft men uit Madrid van den iöden Dezelfde partij die Quiroga heeft doen terugroepen, heeft in den avond van 14 dezer gepoogd het Gouvernement omver te werpen, doch de Po. licie had van dit ontwerp kennis bekomen en heeft hetzelve volkomen verijdeld men voerde niets minder in het schild dan een dictatorschap in te stellen en de Ministers te vermoorden. Na van 9 ure des morgens tot een ure des midaags vergaderd geweest te zijn, verschenen de Ministers gisteren in de zitting der Cortes en verklaarden belangrijke mededeelitigen te moeten maken. De President verlangde daarop eene geheime zitting. Het Ministerie verklaarde als toen, na eenige woonden te hebben gezegd over de zamen. zwering van den vorigen avond, dat het dringend noodig was de voorstellen aan te nemen, welke men aan de beslissing der Afgevaardigden ging onder- werpen. Dezelve bestonden in het volgende: 1°. dat de Afgevaardigden tot Ministers konden worden benoemd; 20. matiging om de oproermakers te vatten en den lande uit te bannen zonder genoodzaakt te zijn de bij artikel 308 der constitutie gevorderde for. maliteiten in acht te nemen 3°. eene repressive wet tegen de misbruiken der drukpers. Vervolgens verklaarde het Gouvernement aan de Cortes rondborstiglijk dat de Generaal Rodil geweigerd had de bevelen der Regering na te komen; eerst ten 6 ure werd die geheime zitting opgeheven. Gedurende den dag van den I4den hebben talrijke patrouilles de straten van Madrid doorkruist; de Generaal Seoane was zelf daarbij tegenwoordig. Heden (den i6den) is alles rustigintusschen heeft de Regering de 1100. dige maatregelen genomen; alle posten werden verdubbeld, de troepen in de kazernen geconsigneerd en de Kapitein-Generaal met eenige Aide-de-Camp en ordonnans-officieren doorkruisen aanhoudend deze hoofdstad. In de Cortes-zitting van den ïöden is ook nog de uitgaven van schat- kist-billetten in plaats van de met 1 November vervallen coupons, goed. gekeurd. Men had geene bijzondere berigten van Gomez, Rodil en Alaixhet gerucht liep dat Gomez voor de derde maal binnen Cordova was gekomen. Omtrent den stoet van Gemez wordt het volgende berigt: Een muilezeldrijver, die acht dagen lang zich bij dc benden van Gomes bevonden heeft, vermeldt, dat de veldtros dier benden in drie brigades, elke van 200 muilezels, is verdeeld. Die lastdieren dragen de krijgsbehoeften, de veldstukken, de levensmiddelen, den buit, de gekwetsten en de man. schappen, die te vermoeid zijn, om den togt de volgen. Honderd muilezels zijn alleen met geweren, en tien met goud en zilver bevracht. Het aantal tot de kolonne behoorende manschappen, die uitdeeling van levensmiddelen ontvangen, bedraagt meer dan 12,000, waaronder echter de muilezeldrijvers, de zoetelaars, de beambten en andere niet medestrijdenden begrepen zijn. Het aantal paarden en lastdieren overtreft 2000. Als de geheeie kolonne langs eeren. zelfden weg bergen moet overtrekken, beslaat zij eene lengte van drie of vier tiren. Uit Bayonne wordt van den ipden geschreven, dat de belegering van Bilbao langer duurde dan men verwacht had. De Carlisten zouden van d« bemagtiging dier stad beginnen af te zien. Da Kapitein-Generaal van Oud-Kastilie, Alvarez, heeft «en rapport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2