F R A N K R IJ K. Dt Fransche dagbladen halen dagelijks verwonderlijke genezingen aan, he- Werkt bij doove en biet hoofdpijn geplaagde mensc'ien, door de Acoustique liie van Doctor Mème. Maurice, te l'arijs. Hij heeft zijne tweede Brochure uit gegeven, welke van veel belang is voor hun, welke door die kwalen zijn aan getast. Zie de Advertentie.j Parijs den isten November. Een dagblad bevat het volgende: Ziedaar eene daadzaak, welke zeker tot verschillende gissingen aanleiding zal geven; dézen nacht, otn twee uren, heeft de Koning, hoewel nog lij dende aan eene zware verkoudenheid, aan al de Ministers doen weten, dat zij zich ten 6 ure des morgens op het kasteel moesten bevinden. Ten tien dre was de Raad nog verzameld. Gisteren reeds, na het ontvangen van depeches van Spanje, welke de aan spraak van de Koningin van Spanje aanbragten, heeft de heer Molè eene lange conferentie met den Koning gehad, en is nog dienzelfden dag driemaal op het kasteel geweest. Er loopt een gerucht, dat de heer Molè zijn ontslag als Minister zou gevraagd hebben. Het zou hem verdrieten langer Minister in naam te wezen, daar de Koning het inderdaad is. - Men merkt op, dat sedert twee maanden vele Hollandsche officieren te Parijs aankomen. In de Gazette des Tribunaux leest men: liet is te vergeefs, dat de betrekkingen van den gewezen Minister van Karei X, de Polignachem aangespoord hebben om bij het Gouvernement eènen stap te doen, welke zijne invrijheidstelling kon ten gevolge hebben. De Polignac heeft zich onverzettelijk getoond en verklaard, dac hij alle verzoe ken, welke men ten zijnen voordeele doen kon_, afkeurt. De andere gewezen Minister de Peyronnet is van Ilam vertrokken. Hij heefc bijna een kwartier uur te voet afgelegd, terwijl hij zijn rijtuig wachtte. Eenige menschen hadden zich naar den weg begeven, welken hij nemen moest, om hem te zien, hij heeft zich zeer vriendelijk jegens hetf getoond en gezegd: Ziedaar 5 jaar, 5 maanden en eenige dagen, dat ik mijne kamer niet verlaten heb. Hij heeft vervolgens zijnen weg vervolgd, zonder dat iemand hem vergezelde. Den 2 November. Het Ministeriele dagblad maakt de volgende tele- graphisehe depeclie bekend: Straatsburg, 30 October, 8J ure. De Oeneraal, commanderende de 5de militaire divisie, aan den Minister van Oorlog. Heden ochtend ten zes ure, heeft Lodewyk Napoleonzoon van de Hertogin van St. Leadie den Colonel der artillerie Kaudrey tot zijnen vertrouweling had, de straten van Straatsburg met een gedeelte van zijn regiment, onder het geroep van /eve Napoleondoorkruist. Zij-verschenen voor de kazerne van het 46ste regiment, om hetzelve tot opstand te doen overslaan. Ik zelf werd door een piket artillerie opgesloten gehouden, maar dank hebbe de trouw en opregte gehechtheid onzer troepen', die jeugdige roekelooze is met zijn medepligtrge gevat. Het 3de regiment artillerie verdient lof, gelijk ooit al de regimenten infanterie en verscheiden officieren van het 4de regiment artillerie. De Móniteur van den eden meldt de volgende telegraphische depeches: Straatsburg, 30 October, ten 11 ure. De 'Prefect van den Nederrijn aan den Minister van Binnenlanasche Zaken. De ten gevolge der gebeurtenis van-dezen ochtend in hechtenis genomen personen zijn: de Prins Napoleon Louis Bonaparte, Denis Charles Parquin, de Graaf Raphael de GricourtHenri-Richard-Sigefroid de Quevellestie Colonel Claude Nicolas Kdudry, Pranpois-Armand-Rupertde Luitenant Laityde ■wachtmeester Antoine-Marie-Augustin-Boisson. Alles is zeer rustig. De verontwaardiging is algemeen. Straatsburg, i November, ten 10 ure. Straatsburg blijft de grootste ritst genietent De bovengenoemde Prins LudeWyk Napoleon, is de zoon van den Ex- Koning van Holland. De Raad der Ministers is bij den Koning vergaderd geweest. Heden ochtend ten ïo ure is met den post uit Straatsburg aangekomen de heer de FranquevilleAide-de-Camp van den Luitenant-Generaal Kotrol, Comman dant der 5de militaire divisie, die het rapport van den Generaal heeft mede- gebragt,hetoogenblikkelijk bedwingen van die misdadige onderneming meldende. In dit rapport kontt voor, dat Lodewyk Napoleon getracht had, geholpen door eenige gelukzoekers, de trouw der bezetting van Straatsburg aan het wankelen te brengen; de voornaamste deelnemers, waren de Commandant Parquin én'den Colonel van het 4de regiment artilletie. Zij maakten het garnizoen wijs, dat er eene revolutie te Parijs uitgebroken en bonaparte 11 uitgeroepen was. Een gedeelte van de artilleristen voegde zich bij hen, J Iet •grootste gedeelte echter der bezetting hebben zij niet kunnen overhalen. De Luitenant-Generaal Foirol, bevelhebber van den 5de divisie, heeft ook aan liet verleidende aanzoek van Lodewyk Napoleon geen gehoor gegeven, en is daarom in zijne kamer door artilleristen ingesloten geworden, welke hij echter weldra overtuigd heeft, dat men hen verleidde en er van eene voor. gevallene omwenteling te Parijs geen woord waar was. In vrijheid zijnde heeft Kbirol zich dadelijk naar het kasteel begeven, troepen doen aanrukken welke dadelijk ontzag hebben ingeboezemd, zoodat de oproermakers zich terstond hebben stil gehouden en de hoofden gevat zijn. Het rapport ein digt aldus: „Ik ben, mijnheer de Minister, nog derwijze door het voorgevallene ge schokt, dat ik tot een ander oogenblik verschuif de mcdeaeeling van een uitgebreider verslag nopens deze opschudding, waarvan Intusschen mijn Aide- de-Camp de Franqueville u mondeling vele bijzonderheden kan verhalen; hij is het, die Ui deze in overhaasting opgestelde depeclie ter hand stelt, hij vertrekt per post naar Parijs. „Mijn Aide-de-Camp heeft zich bij deze gelegenheid zeer prijzenswaardig gedragen; bezat hij niet reeds vroegere aanspraak op de welwillendheid des Koningsalsdan zoude ik thans de aanspraak doen gelden, welke hij in deze betreurenswaardige gelegenheid heeft verkregen. Bij de loffelijke gedraging, waarvan het gansche garnizoen van Straats burg heden blijken heeft gegeven, is door vele officiers, onder-officiers en! soldaten ware moed betoond; zoowel hunne trouw als hunne geestkracht zijn mij behulpzaam geweest in het bedwingen van den opstand, die bij het 4de regiment artillerie was uitgebarsten. Ik zal de eer hebben u'hunne na men kennelijk .te maken, en voor hen de belooning te verzoeken, waartoe' zij zich waardig hebben getoond. Ik ben met eerbied, mjjnheer de Minister, uw zeer onderdanige en zeer gehoorzame, dienaar. „De Luitenant-Generaal commanderende de 5de divisie voiroi.." Het rapport van den heer Choppin tTArnouville, Prefect van den Nederrijn, bevestigt al deze daadzaken en voegt er bij, dat de bevolking van Straats burg eene diepe verontwaardiging heeft aan den dag gelegd. De bewerkers van den opstand stelden vruchtelooze pogingen in het werk om de ingezete nen aan het oproer te doen deel temen; geen enkel inwoner schaarde'zich bij hen, noch is in hunne onderneming betrokken. De gearresteerde belha- mers zijn acht in getal. Berigten uit Parijs melden, dat de poging tot revolutie te Straatsburg met eene dergelijke poging te Vendóme is vergezeld gegaan, waar men de republiek heeft willen uitroepen. Ook zoude te Grenoble onlusten uitge broken zijn. Beide wiren door de militairen begonnen, het volk had er geen deel aan genomen, en de orde was spoedig hersteld geworden. Het is nog niet beiend of de te Straatsburg gevangen, genpaicii per sonen voor het Hof dér Pairs, den wel voor de gewone regtbankéii iuitéi, gevonijisd worden. De Mcnftèur van hedèn bevat nog: Volgens ordonnantie van dén isien November, is de LuitenRrtt-Generaai Baron loirol tot de waardigheid van Pair van Frankrijk v'erlievch. Bij gelegenheid der gebeurtenissen té Straatsburg, kan men niet genoeg betreuren, mannen hunnen rang als Fransch officier te zien vergeten, zelfs zoover, dat zij hnn vaderland, Konipg, vaandelen eed verloochenen. Onderdeze is er een, de Commandant Parquin, Welke bij de municipale garde van Parijs behoorde, een corps zoo braaf, zoo gehecht aan den Koning, en hetwelk, bij zoo vele gelegenheden, gedurende 6 jaren, tegen de regering loosheid geworsteld hééft, om onze instellingen en eendrage te handhaven. Het is goed, dat men wete, dat deze officier, hoewel onder dat corps ge rekend, sfechts daarbij dit jaar in diénst is gekomen, en den raeesteti tijd verlof heeft gehad. Den 3 November. Onderscheiden Gezanten, onder welke de Holland sche, zijn dezen aéónd door HH. MM. ontvangen géwordén. De oladen zijn nog vervuld met berigten over het gebeurde te Straast. burg, welke geene nieuwe daadzaken meidén. Te Vendóme heeft werkelijk eene poging tot opruijing der soldaten plaats gehad. Een zekere Brigacfiér Vaff het 4de éscadrorr, met name Ent. j ant, had den 3osten dezer eene zamenspanning gemaakt met eenige mili tairen om des nachts het garnizoen op de been te brengenzich van de wacht posten meester te maken, de Autoriteiten gevangen te nemen en de republiek uit te roepen. Het plan is echter ontdekt geworden en hij benevens ee.u ,e anderen gearresteerd; door iemand overhoop te schieten, is het hem echter gelukt te ontsnappen; des anderendaags beeft hij evenwel zich zeiven aange geven. Men weet nog. niet, of dit in eenig verband met de gebeurte nissen te Straatsburg stond. Te Grenoble en Lyon is niets voorgevallen. De Minister van Oorlog heeft een dagorde aan het leger bekend ge. maakt, waarin hij het gedrag van hunne spitsbroeders zeer prijst, en hen voortdurend tot het tot nog toe zoo loflijk gehouden gedrag aanspoort. Volgens de officiële dagbladen zouden de oproermakers te Straatsburg voor het Hof van Assises van Colmar te regt staanmaar Louis Napoleon even als in 1832 de Hertogin van Berry, over de grenzen gebragt worden. MENGELINGEN. LETTERKUNDE en DICHTKUNST van BOHEME. C Kervolgj. Eène groote eenvoudigheid onderscheidt de klagende liefde-zangen en viugtige liederen der Bohemers. Nimmer openbaarden zich de gevoelens van eert'verliefd hart met meèr eenvoudigheid V. het is noch de herderlyke lafheid, noch de ruwheid van den opbeschaafden geest: „Jong man, jong man!" zegt de Boheemsche maagd, „waarom gaat gij zoo jnel voorbij, en trekt gij uwen Klobuck over uw aangezigt? Beu ik niet schoon? De wijn, welke in den beker schittert, is minder rood dan mijné wangen; de witheid der sneeuw van onze bergen, evenaart niet die va;i mijn zacht en glad vel? Hebt gij in de velden het donker blaauw van het viooltje opgemerkt, dat zich verbergt? zoo zijn mijne oogen. Wanneer gij op de oevers van het meer wandelt, zaagt gij dart niet véle zwarte le- mge'vischjes in het water spelen? zoo is de vorm mijner wenkbraauwen. Jong! man, jong man! ga zoo spoedig niet voorbij, en trekt uwen Iilobuck met weder over uwe oogen." Hét luchtige rhythmus dezer dichtstukken, dat men in proza niet kan overbrengen, vóegt nog bij dérzèlvér bevalligheid/ Evert zoo zijn de eert- voucige en teedere lierzangen, welke door de vrouwen'in de dorpen en kasteelen gezongen wordende, de herinnering aan de ortdh onafhankelijkheid in Boneme gaande houden. Deze viugtige vfcortbrertg'selen hebben meer invioed op de Zeden, dan de geleérdsce werken: Dé geestelijkheid dïr mtd- dcf-eeuiven trachtte deze inlaudsctie dichtkunst te vernietigen, omtlaroe- zelve nog aan de afgodendienst herinnerde en alzoo gevaarlijk scheen. Slechte legenden kwamen iri de plaats dér balladen en lyrische zangen van Slavonië. De twaalfde en dertiende'eeuw zagen eene menigte godvruchtige wérken te voorschijn komen, waarin de lompheid der denkbeelden zich 'aan het diepzinnigste mysticismus paarde. De hobge klassen dér maatschappij vergaten hun natuurlijk idioma; het volk alleen, getrouw aan de taal zijner vaderen, zong nog irt het oud Boheemscb deszeifs liefde en gevechten; Toen deze vloed van klooster-voortbrengselen een weinig bedaard was, kwaui men trapsgewijze'tór die genietingen des-gééSéek terug', Welke met de rienk- beeklen en zeden van het oude Boheme overeen-/kwamen. Verscheidene voortbrengselen van dien tijd zijnopmerkenswaardigvoyral eenige dicht stukken, waarin de betrekkingen van Boheme met Turkije beschreven, en de zeden, gewoonten en Godsdienst der Turken beoordeeld woorden.' Wij gaan stilzwijgend de talrijke dichtstukken van dien tijd voorbij en haasten ons het tijdstip te naderen; toen deze letterkunde met dén meesteu glans schitterde. Hetzelve kan beschouwd worden met den jar.e 1^26 te beginnen, terwijl liet in 1620, toen de Boheeiiische onafhaiïkeTijklildten gevolge des veldslags van dein weissen bergeduor de magt van Oostenrijk werd vernietigd. Wij verwonderen ons over die menigte :voornanie- mannen in hun vak, die, overal elders onbekend, eenen voornamen rang in de let terkundige jaarboeken van hun land bekleeden, en die de aandacht der ge letterden en ce achting der wijsgeeren.dubbel: waardig zijnde, ïjimmer tot ons zijn gekomen. Het zijn niet eenige verspreide schrijvers, liet is .eene geheele, oorspronkelijke 'en dikwijls 'siériijke le'ttérküniféwélke hét weste lijk. Europa, niet kent. Tot dat tijdstip behooren Lomnicky, dichter, met'vinding'en vtjur begaafd, maar van eene buitengewoone langwijligheid en wiens wï'rkén twfntig-dcelen beslaan; Streyc, Voorzitter der Moravische broeders, dré dé -Psitimén-Aec kracht vertaalde; Zanrosky, schrijver van Godsdiefttigei lieSéTénWaarvan de zoetvloeijende verzen veei bekoorlijks hebbeneindelijk een letterkundige, die bij alle geletterden bekend is, de schrijver van de Poort der taiestvJnnua linguarum reserata, Komenski, genaamd Consensus, naar het geleerde gebjniic van dien tijd, toen men op eene zoo koddige wijhe aan de litqerators het Romeinsch bnrgerregt gaf, toen Chartier, Quadrigaritts, en Dubois/DAahaye, page van Mnrgaretha van Navarra, Sylvius Sepes heette,; Comenius (daar hij zoo heeten moet), een man van uitgebreide kennis'en zonderlinge verbeeldingskracht, bestuurde- gedurende twf/uigjjasen de- ont wikkeling der studiën in Boheme. Hij bezocht het meerendee! der, landen van Europa, bestudeerde derzelver zeden, en gaf, in zijne taal, de be sclirijving zijner reizen uit, welke in verscheidene andere talen werd over- gebragt. Door staatkundige stormen geslingerd', in 163e 'tot I}i,ssclï«'p der Moraviërs benoemd, werd hij in 1648 opperhoofd der Uuitarlsten vér) Polen; en was in zijnen ouderdom genoodzaakt eene schuilplaats in Hojlauti te zoe ken, alwaar hij in 1671, negen en zeventig jareh oud zijnde,' stièrf. Een zuivere stijl, vol zinnebeelden, schitterende vatt dichtkunst-, onderscheidt hem van alle schrijvers van hetzelfde land. Mogelijk zal et-hs een of ander vertaler, in de studie der Slavische dialecten ervaren, aan Europa dé Alle gorische Satyre doen kennen, waarin hij onder den zeldzamen titel van Dol. hof der wereld en Paradijs va» ket hartde buitensporigheden van hét f'Sna-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 3