A". 1836.
L E Y D S C II E
COURANT.
WOENSDAG
V.
DEN aden NOVEMBER.
NEDERLANDEN.
Leyden den isten November.
Eenige Bepalingen omtrent het Hoocer Onderwijs.
Dezer dagen zijn door Zijne Maj. den Koning, met primo Januarij 1837,
eenige tot dus ver vastgestelde bepalingen, ten aanzien van sommige veror
deningen bij het Hooger Onderwijsgewijzigd; vooreerst, met betrekking tot
de inrigting der Akademische jaarboeken, welke van 1837 tot 1838 en ver
volgens, te zamen vereenigd in eenen bundel in kwarto, zullen worden ge
drukt ter 's Lands drukkerij ten tweede, dat het getal, der beurzen wordt
terug gebragt op vijftig, van welke twintig zullen verblijven aan de Hooge-
school van deze stad en vijftien aan elk der Hoogescholen te Utrecht en te
Groningen; ten derde, dat de jaariijksche uitschrijving der prijsvragen voor
taan zal geschieden door ééne Hoogeschool, bij opvolgende beurten, en wel
door de Faculteit der Wis- en Natuurkundige Wetenschappen twee prijs
vragen, door die van Bespiegelende Wijsbegeerte en Letteren insgelijks twee
en door elk der óverige-Faculteiten slechts eenegeen Student zal naar den prijs
mogen dingen dan die bij het uitschrijven der vraag het derde studiejaar is
ingetreden, en in geval van loting, bij gelijke waarde van twee prijs-ver-
handeliugen, zal de verliezende eene zilveren Medaille bekomen, op welke
zal worden vermeld, dat de prijs verdeeld is, terwijl de verdediging der
bekroonde verhandelingen zal moeten geschieden met open deuren en een
geheel uur moeten plaats hebben, en overigens dat zij niet meer op 's Rijks
kosten zuilen worden, gedrukt, maar het eigendom blijven van den schrij
ver; ten vierde, dat de lessen in de Faculteit der Godgeleerdheid bij art. 2
en 4 vau het besluit van den ^November 1820, N°.29, aangewezen, door
de Studenten in de Theologie niet meer gratiszullen kunnen worden bijge
woond, njet uitzondering ecjnser van dezulken, die reeds in die Faculteit
de lessen bijwonen, mitsgaders zij, die bij de tegenwoordige geopende cur
sus als Studenten zijn ingeschreven; ten vijfde, dat met het tijdstip hiervo-
ren vermeld, onverminderd het thans verschuldigde voor inschrijving en
recensie, als Student, in handen van den Secretaris van het Collegie van Cu
ratoren der Hoogeschool, bij welke de inschrijving moet geschieden, voor
regt daarvan telken reize zal moeten wórden voldaan 10 gulden, en voorts
dat de onkosten der- graden met de helft worden verhoogd. De Studenten
met eene Rijks beurs begiftigd, 'zullen echter van deze laatste verhooging
zijn vrijgesteld en desgelijks die, welke voor de dagteekening van het geno.
men besluit aan eene der Hoogescholen of aan de Athenaea reeds hunne stu
diën hebben aangevangen.
Uit Noordwijk meldt men van den 28 October:
Heden morgen, ten 8 ure, is alhier gestrand een schooner, genaamd Eugène,
Kapitein Jean Marie Ie Floch, bestemd van Honfleur naar New-Castle, om
steenkolen te halen. De equipagie bestaat uit 7 man, die door de redding
boot der Noord- en Znjd-Holland'sche Redding-Maatschappij, onder het be
stuur van den heer L. Van der Deijl, gered zijn.
Leopold van Belgie is den 28 October op het kasteel van Laeken
aangekomen.
De Belgische Kamers zullen den 8 November door Leopold in persoon
geopend worden.
T U R K Y E.
Men meldt uit Smyrna het volgende:
Volgens de laatste berigten uit Bairut van 19 September, heeft Ibrahim-
Pacha, ondanks zijne belofte om de'h bekenden firman des Sultans, wegens
de afschaffing van den alleenhandel voor Engeland, Frankrijk en Oostenrijk
te doen uitvoeren, zulks niet gedaan en zelfs onlangs het bevel des Sultans
■stellig overtreden. Onverwachts is namelijk te Jaffa het bevel uitgevaardigd
om de tollen even als vroeger door de Franken te doen betalen, en zelfs-de
achterstallige regten voor reeds verzonden koopwaren in te vorderen. De
vreemde kooplieden hebben daartegen geprotesteerdmaar tot hiertoe te
vergeefs. Bovendien is de handel met dragant verboden geworden, en aan
de handelaars daarin te Damaskus gelast, om alles aan den Pacha af te
leveren. Dit alles schijnt het gevolg daarvan te wezen, dat Ibrahim het ver
trek van den Franschen Admiraal Hugon uit de wateren van Syrië en Aegypte
vernomen had; en men vermoedt, dat hij de Porte daardoor tot het nemen
van ernstiger maatregelen zoekt uit te lokkenwaarschijnlijk zal echter de
mare van de nieuwe overwinning die Resehid-Pacha op de Kurden behaald
heeft, hem weder op andere gedachten brengen.
GRIEKENLAND.
Uit Munchen schrijft men van den 26 October, dat een renbode uit Grie
kenland over Ancona was aangekomen, en zeer geruststellende berigten had
aangebragt. Die Staat verheugde zich in de diepste rust, er was in geene
provincie meer spraak van rooverijen, en de krachtdadige maatregelen,
welke de Gouverneur van Thessalie genomen had, lieten geenen twijfel over,
of weldra zouden alle ongelegenheden van het land weggenomen zijn en
Griekenland niet meer het toevlugtsoord voor alle misdadigers wezen.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 28 October.
Het Fransch Gouvernement heeft van Bayonneper telegraaphde vol-
gende tijding ontvangen.
23 October, 7 ure des avonds.
De operatien van de Carlisten voor Bilbao zijn begonnen. Eguya voert
•er bevel over; hij was den 22sten met de artillerie te Durango, en FUlareal
te Zormosa met drie afdeelingenom de operatien te beschermen.
Niets nieuws in het leger. De voorloopige berigten van Alaix over Es-
tramadura aangekomen, melden, dat de divisien van Cadix en Seville zich
te Carmona vereenigd hebbenGomez had door Andujar willen ontsnappen,
maar vreezende door Alaix vooruit gehaald te zullen worden, is hij op Cor.
do va teruggetrokken, dezen Generaal eene dagreize achter zich hebbende,
t De Kapitein-Generaal van Estramadura bedrogen door het valsch berigt,
is den i3den te Badajoz wedergekeerd. Hij was er nog den i5den, men heeft
geene berigten van Rodil.
Het leger van het Noorden, ten minste dat, hetwelk nog dien naam
draagt, is volstrekt werkeloos. Slecht gekleed, zonder soldij sedert zes maan
den, en dikwijls op een quart ration gesteld, durft men het niet voorwaarts
brengen.
Het Journal des Dèbats geeft nog het volgend berigt:
De lieden ontvangene tijdingen leveren nog een betreurenswaardig voor.
beeld van gemis aan krijgstucht onder de grondwetsgezinde soldaten op. De
legerafdeeling, die den Carlistischen Brigadier Sanz vervolgde, is tegen ha
ren Generaal in opstand geraakt en heeft eenen anderen benoemd. Het hier
bedoelde soldaten-oproer heeft den ïyden in de stad Leon plaats gehad. De
manschappen der legerafdeeling van Generaal l'eon, welke zich toen aldaar
bevond, hebben in den vroegen ochtend van genoemden dag verklaard, dat
zij de Carlisten niet langer wilden vervolgen, ten zij men hen van schoenen
voorzag en de achterstallige soldij uitbetaalde. Te gelijk lieten de soldaten
moordkreeten tegen Peon hoorendie zich te naauwernood aan de woede
zijner onderhoorigen onttiok. De troepen hebben daarop den Generaal Don
F. Castanon tot hunnen Bevelhebber verkozen, die door beloften van schoe
nen en geld te zullen uitdeelenhet zoo ver had gebragtdat zij beloofd
hadden van den i8den zich op marsch te zullen begeven. De Baron das
AntasBevelhebber van het Portugesche hulplegioen, hetwelk, blijkens de
jongste tijdingen uit Lissabon, weder naar Portugal geroepen is, heeft tot
bevrediging dezer Spaansche krijgslieden bijgedragen. In dien tusschentijd
doorkruist Sanz, die, na de gebergten van Asturie overgetrokken te zijn,
in het Koningrijk Leon is afgedaald, dat land, zonder eenigen hinderpaal te
ontmoeten. Den I7den wist men te Leon niet meer, welken weg hjj had
ingeslagen.
Volgens berigten uit Perpignan, van den 21 October, begonnen de
Carlistische benden in Catalonie toen weder veel werkzaamheid aan den dag
te leggen, en hadden zij den Generaal Gurrea gedwongen, om tot het erlan
gen van versterking naar Barcelona terug te keeren.
Men heeft in Engeland berigten uit Cadix van den i8den. Gomez r
die de geheele vrijheid zijner operatien schijnt behouden te hebben, had
zich den I3den voor Malaga vertoond met oogmerk om zich van die stad
meester te maken. Intusschen had hij haar niet aangetast en had er zich
den i4<ien des morgens van verwijderd. Zijn aftogt wordt toegeschreven
aan de vrees, welke hij voedde, dat twee oorlogschepen, dén Engelsch
en één Fransch, zich tegen zijn ontwerp zouden verzetten. Te Malaga was
de schrik zoo groot, dat vele bewoners reeds gevlugt waren aan boord der
genoemde schepen alsook op een Amerikaner, die insgelijk in de haven
voor anker lag. De martiale wet was te Malaga afgekondigd, en schier
alle ingezetenen, die in staat zijn een geweer te dragen, zijn onder de wa
pens geroepen. Men verwachtte een nieuw bezoek van Gomez.
De Gaceta van Madrid van den 20 October, behelst het volgende:
Zijne Excellentie de Graaf de Latour-MaubourgGezant van Z. M. den
Koning der Franschen, is gisteren aan H. M. de Koningin voorgesteld. Hij
heeft tot H. M. de volgende aanspraak gerigt:
„Mevrouw, de Koning zendt mij in hoedanigheid van Gezant tot U. M.
om bij herhaling haar de gevoelens van opregte genegenheid te betuigen,
welke hij voor U. M. en Hoogstderzelver Doorluchtige Dochter, de Koningin
Isabelle II, koestert; als ook om aan U. M. een openbaar blijk te geven van
die gevoelens en van de belangstelling, welke het lot der Spaansche natie
bij voortduring hein inboezemt. De zending, welke Z. M. inij wel heeft
willen opdragen zoude mij met vreugde overladen, indien ik niet een diep
leedwezen gevoelde wegens het vroeger afsterven van mijnen beroemden
voorganger, wiens verlies evenzeer door Spanje als door Frankrijk is ge
voeld geworden.
„L:at het mij vergund zijn te hopen, dat U. M. mij wel zal willen ver-
ccren met hetzelfde gunstig onthaalhetwelk inijn voorganger van haar ver
kreeg; ik zal mij beijveren mij hetzelve waardig temaken. Ik verzoek U. M.
niet te twijfelen aan den ijver, welken ik zal ontwikkelen om mij zelven te
stellen tot getrouwen tolk der wenschen van Frankrijk en van den Koning,
voor het persoonlijk geluk van U. M. en dat van hare Doorluchtige Doch
ter, eu voor Spanjes welvaart."
II. M. heeft geantwoord:
Mijnheer de Ambassadeur, het is mij zeer aangenaam u aan. het hof mij
ner Dochter te zien, en met het grootst genoegen heb ik uit eenen zoo
waardigen mond de gevoelens gehoord, welke gij mij van wege mijnen Door-
luchtigen Oom, den Koning der Franschen, betuigt. Ik zal steeds gereed
zijn om mijne pogingen te voegen bij die van Z. M.om ten voordeele der
beide natiënde banden van bondgenootschap en vriendschap meer en meer
digt te snoerenwelke haar zoo gelukkig vereenigen."
De. gematigde ingezetenen te Madrid vreezen, dat de revolutionnaire
partij in de Cortes al dadelijk er op zal aandringenom ten aanzien van het
Regentschap de bepalingen der staatsregeling van 1812 naauwkeurig na te
komen en dus aan de Koningin Maria Christina drie of vijf door de Cortes
te benoemen Staatslieden als mede-Regenten gedurende de minderjarigheid
van Donna Isabella zal toevoegen. De Madridsche Espanol heeft reeds,, in
een breedvoerig vertoog opmerkzaam gemaakt op de tweespalt en verdere
gevaren, welke uit zulk eenen maatregel waarschijnlijk zouden voortvloeijen,
en bij die gelegenheid de deugden der Koningin-Regentes zeer hoog geroemd.
Berigten over Parijs van den 29 October.
Het Fransch Gouvernement heeft van Bayonne de volgende tijding ontvangen
27 October9 ure des avonds.
Den 24sten hadden de Carlisten Bilbao op drie punten omsingeld en twee
batterijen opgerigt. Eene sterke kanonnade werd den 25sten gehoord.
De aanval op Bilbao iszoo men zegtberaamd in de bijeenkomst van
Carlistische Generaals, die onlangs te Durango heeft plaats gehad. Men
heeft daarin het plan van eenen genie-officier, Sjlvestre genaamd, overwo
gen, die de middelen had aangewezen, om zich binnen vier dagen van Bil.
bao meester te maken. Van de zijde der Carlisten beweert men, dat bet tot
het plan der belegeraars behoort, om dadelijk op Bilbao storm te doen loo-
pen en dat dien ten gevolge aan de bataljons van Biscaye is gevraagd
welk daarvan dezen storm wilde ondernemen. Alle de bataljons hadden zich
aangeboden waarop door het lot beslist was, dat het tweede bataljon Biscayers
voor deze bestorming zou worden gebruikt.
Eene particuliere correspondentie hangt een treurig tooneel op van den
toestand en werkeloosheid van het Christinos-leger, tegenover dat van Gomez
en andere partijgangers. Men beklaagt zich in dezelvedat Gomez en de
ziinen de zoogenaamde waakzaamheid der Christinos zoo zeer kunnen mis
leiden, dat, als men wel meent, dat zij moeten verslagen zijn, zij zich
reeds wederom geheel in veiligheid bevinden.
De dood van den bekenden Cabrera wordt wederom gemeldhij zou te
Cordova, bij liet eerste vuren der nationale garde nedergeschoten wezen.