W c^0<?N 1 A0. 1836. LEYDSCHE C 0 (1 RANT.' VRIJDAG l5"-V, IE /s foj DEN 3ostcn SEPTEMBER. i«. (a ler lid :n If. NEDERLANDEN. Ley den den 2psten September. Bij besluit van Zijne Majesteit den Koning is benoemd: Tot gewoon Hoog leeraar bij de Hoogeschool alhier, A. H. van der Boon MachProfessor extraordinarius. Men schrijft tiit 's Gravenhage van den 28 September: Zijne Keizerlijke Hoogheid de Grootvorst Michael van Rusland is giste ren avond in deze Residentie aangekomen. De Adjudant van den Koning, de Luitenant-Colonel Bronkhorstdie liet berigt der bevalling van Prinses Freierik naar Berlijn heeft overgebragt, is door Z. M. den Koning van Pruissen begiftigd inet liet ordeteeken van St. Johannes. De Nederlandsche Gezant, de heer Bangeman.Httygens, is met zijn gezin, op den l8den dezer, te Koppenhagen aangekomen. Aan den heer P. E. Freitte Vlissingen, aan wien bij Koningiijk be sluit van den iiden dezer octrooi is verleend op de uitvinding van verbeterde kunstarmen met beweegbare handen, is van wege Hoogstdenzelvetot aan moediging van deze zijne uitvindinguit het fonds der octrooi-regten eene premie van 600 gulden verleend. De Kapitein ter zee J. C. F. van Son is met het einde dezer maand door Z. M. eervol ontslagen als Bevelhebber van Hoogstdeszelfs fregat Bel- Ion abestemd naar de Oost-Indië, en het commandement over dien bodem opgedragen aan den Kapitein ter zee A. de Monyi thans op non-activiteit. I11 het Dagblad van 's Gravenhage van gisteren leest men: Men heett ons doen opmerken, dat het berigt, in sommige couranten ge. plaatst, dat Z. K. H. Prins Fredtrik Hendrik eene reis zal doen naar Oost- Indië, begeleid van vier andere vaartuigen, onjuist is, daar de Prins wel met de BellonaKapitein ter zee titulair Arriens, naar Oost-Indiën zal ver trekken, maar slechts vergezeld zal worden van de brik de Snelheid, Kapi. tein-Luitenant Ferguson, terwijl er twee schepen, de Hippomcncs en een au. der, onder de bevelen van den Kapitein-Luitenant Mol en de Luitenant der iste klasse Baron Rengers, naar de Middellandsche zee gaan, en eene brik naar de West-Indien, terwijl Zr. Ms. fregat de Zaan, met den isten Octo ber aanstaande, in dienst zal gesteld worden, onder het commandement van tien Kapitein ter zee de Monyé; welk schip bestemd is, om in de Oost-In diën bil de aldaar aanwezige scheepsmagt gevoegd te worden. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 29 September: Gisteren middag heeft er groot diner bij Z. K. H. den Prins van Oranje plaats gehad, hetwelk door HH.KK. HH. den Grootvorst Michael van Rus land, de Pruissische Prinsen en alle de leden van het Koningiijk Gezin, is bijgewoond. Heden heeft Z. K. H. Prins Frederik Hendrik, in bijzijn van het Ko ningiijk Gezin, voor den Hofprediker D°. Dermout, zijne geloofsbelijdenis afgelégd. Als lidmaat der Hervormde Kerk wordt Z. K. H., in de Groote Kerk, door den Wel-Eeerwaarden heer D°. Noordink, bevestigd. Heden middag is er weder diner ten Hove, en morgen bij Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden. In deze Residentie zijn aangekomen de Colonel Tolstoy, Aide-de-Camp van 8en Grootvorst Michael van Rusland; Graaf L. Porgals en de Baron J. Evtois, uit Hongarije. Men verneemt "uit Scheveningen, dat de steur-haring-vangst er dit jaar bijzonder gunstig uitvalt. Uit Amsterdam meldt men van den 26 September: Het heeft Zijne Majesteit behaagd, bij kabinetsschrijven van den roden dezer loopende maand,' N°. 34, goed te keuren de verkiezing, door de tweede klasse van het Koninglijk-Nederlandsche Instituut gedaan, van den leer J. Halbertsnia, te Deventer, tot Lid. De tweede klasse voornoemd heeft ook nog tot hare Correspondenten be noemd: de heeren R. H. van Someren, te Rotterdam, en H. Gehle, Leeraar bij de Nederlandsche Hervormde Gemeente, te Londen. Nog meldt men uit Amsterdam van den 27 September: Als een gevolg van vroegere opgaven omtrent den toestand der lijders, ten gevolge van den feilen brand op den Nienwendijk, kunnen wij melden, dat Jan Hendriks genoegzaam hersteld is, en dat de toestand van Evert Kharwater niet is verslimmerd, latende, ondanks het nog blijvend gevaar, hoop toe op behoudenis. Deze gelegenheid nemen wij waar om de vele goede diensten te vermelden, welke bij den brand ook door het brandwezen in ruime mate zijn bewezen. Uit Rotterdam meldt men van den 28 September: Z. K. H. de Grootvorst Michael van Rusland is eergisteren avond alhier van Frankfort_ aangekomen en in het Grand Hótel des Pays-Bas afgestapt. Giiteren ochtend is H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje hier aan- gekomen, om hare Doorluchtige Broeder te begroeten, waarna Hoogstde. zelve naar 's Hage terug is gekeerd. De Grootvorst is ook naar de Resi dentie vertrokken en zal, naar men verneemt, binnen eenige dagen zich naar Londen begeven. Men schrijft uit Nijmegen van den 26 September: Gisteren avond kwam alhier van Keulen aan Zijne Keizerlijke Hoogheid de Grootvorst Michael van Ruslandreizende onder den naam van Graaf de Romanof, met een aanzienlijk gevolg. Na in het logement de Plaats Royal overnacht te hebben, vertrok Z. K. H. om tien Ure over Rotterdam naar '1 Gravenhage. Uit Franeker wordt van den 21 September gemeld: Heden had alhier de pleecige overdragt plaats van het Rectoraat des Athe naeums. De Hoogleeraar F. de Greve, tot Rector-Magnificus voor de beide volgende jaren benoemd, nam deze waardigheid over uit handen van zijn ambtgenoot T. IV, J. Juijnboll, welke bij deze gelegenheid, als gewoonlijk, een kort verslag gaf van hetgeen aan het Athenaeum gedurende de twee buste jaren wedervaren was, na het honden eener redevoering: de Henrico drentio HamakeroStudii Litterarum O, O, in P'atria nostrd vindice prae- daro. Dat is: Over de verdiensten van H. A. Hamaker, als voortreffelijk handhaver van de studie der Oostersche letteren in ons vaderland. De glorieuse September-dagen zijn in Brussel gevierd geworden. RUSLAND. De laatste herlgten uit het stadje Tschembar, te Berlijn den eisten aan- gebragtmelden de voortgaande verbetering van den Keizer, hij is zeer opgeruimd. In cenen zijner brieven aan de Keizerin schreef hij orfder aifctè- ren, dat hij niet gedacht had, nog op.zijne gevorderde jaren school te moe ten liggen. Hij is namenlijk in het schoolgebouw te Tschembar gehuisvest. De Adjudant des Keizers, Graaf Benkendoif, wiens toestand men eerst als Zeer gevaarlijk had opgegeven, schijnt wel hevig geschokt en gewond te zijn, doch niet zoo, dat er levensgevaar bij was. Ook hij bevond zich mer kelijk beter. In een berigt, in de Nymeegsche courant leest men: Wij vernemen uit eene echte bron, dat het Z. M. den Keizer aller Russen behaagd heeft, te gelasten, dat in alle militaire etablissementen zijns Rijks, het portrait van den Generaal Chassé geplaatst zal worden. D«ic huldiging aan den moéd en het militaire beleid van een onzer landgenooten, kan niet anders dan iederen Nederlander hoogst aangenaam zijn. De Russen zouden op de inwoners van het Kaukasiseh gebergte eene groote overwinning behaald, en eene hunner sterkste vestingen in de nabij heid van Anapaniet zonder veel verliesingenomen hebben. Uit Krakau wordt van 9 September gemeld, dat de Bevelhebber der aldaar nog altijd aanwezende troepen van de drie beschermende Mogendhe- heden, eene publicatie had uitgevaardigd, bij welke aan ieder, die eenen Oostenrijkschen deserteur, zich in Krakau of ommestieken ophoudende, kon aanwijzen, 24 Rhijnsche guldens zouden worden uitbetaald. I11 een zeker Penning Magazijn vindt men eene afbeelding en beschrijving van het verbazende groote kanonhetwelk in het arsenaal teMorham als een reus onder de dwergen staat. Op dit geschut leest men het volgende gegoten opschrift: „Op hóóg bevel van den regtgeloovigen, verheven Czaar Feodor Ivannowitsch, Keizer en zelfheerscher van alle Russen, als ook van Hare Majesteit de verhevene Czaarin en Groot-Vorstin Irinewerd djt kanon in de residentiestad Moskauin het jaar 1586 der wereld, in het derde jaar hunner regering gegoten." Dit geschut weegt 96,000 pond en de kogel 4800 pond. In het vorige jaar plaatste men dit kanon op een evenredig afuit, met brons versierd. Nevens hetzelve staat een-kleiner, overigens geheel aan het ander gelijkend kanon, hetwelk de Czaar Alexei Michailowitsch deed gieten; dit stuk weegt 32,760 pond en de kogel 2640 pond. Twee aldaar geplaatste mortieren, die gegoten zijn onder de regering der Czaarin Iwanan Ivannovna, en '20,000 pond wegen, hebben de gedaante eener opene vaas; de daartoe behoorende bom weegt 2600 pond. SPANJE. Berigten over Parijs van den 26 September. De Fransehe Moniteur vermeldt de volgende tijdingen: Het Gouvernement heeft van den 23sten de volgende tijdingen uit Perpig- nan ontvangen. Het Spaansche Gouvernement heeft den Generaal Aldama van zijn Bevel hebberschap ontzet. Hij is door den Generaal Gurea vervangen, voor de militaire operatien, en door den Veldmaarschalk Sirranovoor het staatkun dig bevel. De gemeenschap in Catalonie is altijd zeer moeijelijk. Uit Madrid wordt van den I7den geschreven, dat bijna alle posten door het garnizoen ontruimd en door de nationale garde was ingenomen. De troe pen waren, op eenige honderde manschappen na, naar Guadalaxara getrok ken, om zich daar tegerf Gomez te stellen. De Phare de Bayonnf bevat: Men maakt voorbereidselen om de Koningin naarBadajoz over te brengen, Ingeval Rodil door het Carlistisch leger geslagen werd. Men berigtte, Tn de laatste tijdingen, als zeker, dat Gomez aan het hoofd van 20,000 man, zich naar Valencia begeven en die stad geblokkeerd had; dezelve werd slechts door 400 nationale garden verdedigd. Hét Carlis. tisch Opperhoofd had te kennen gegeven, niet op Madrid te zullen marche ren, dan na het innemen dier plaats. Wij vernemen op het oogenblik, zegt een blad, dat de Christinos-Ge- neraal AlaixGomez aangevallen onder en Valencia geslagen had. Voor het overige blijk't het niet, dat het gevecht beslissend is geweest. Don Garlos heeft thans zijn hoofdkwartier te Estella gevestigd. Men verzekert meer en meer, dat hij het voornemen heeft, de Ebro over te trekken. In onze vorige deelden wij het besluit mede van de Koningin tot het in beslagnemen van de goederon der uitgewekenen. De gezamenlijke Ministers hadden vooraf de volgende nota aan de Koningin aangeboden. „Mevrouw! „De Ministers hebben de eer, om eene zaak, die in onderscheidene op- zigrcn van het hoogste belang is, aan de aandacht Uwer Majesteit te onder, werpen. In den laatsten tijd zijn een groot aantal personen, die eenen hoo- gen maatschappelijken rang bekleedden, uit hun vaderland uitgewekenen dat wel onder omstandigheden en op eene wijzedie omtrent de gevoelens en oogmerken waardoor zij daarbij geleid zijn, weinig twijfel overlaten. Sommigen zijn vertrokken, zonder eenige magtiging van de Regering fe vragen anderen niettegenstaande die magtiging hun was geweigerd; de meesten zon der eenige passen; terwijl ook enkelen zich onder eenen verdichten naam passen hebben verschaft, of wel niet geschroomd hebben, om passen te ver- valschen. Door zoodanig te haj^kn, juist op het oogenblik dat de natie en Uwe Majesteit de grondwet h^j^HThersteld, bewijst men sohneklaar, dat men zich in eenen staat van vyfflBschap jegens de Regering plaatst. De personen, van wie wij spreken, hebben over het algemeen geene gunstige vroegere loopbaan gehad, en het is zeker, dat zij de banden, die hen aan hun vaderland hechten, verscheurd hebben. Dit gedrag, Mevrouw, vordert reeds nu eenen kraehtdadigen maatregel van de ziide der Regering, en de Ministers aarzelen niet, om U dieu voor te stellen. Ofschoon het regt erkennende, dat ieder burger bezit om, bij gewone omstandighedenzich op zoodanig eene plaats te vestigen ais hem het best behaagt, is het toch aan de Ministers niet onbekend, dat er een regt bestaat, boven dat der bijzondere personen verheven: het is het regt, dat iedere natie bezit, om voor haar bestaan te waken en zich tegen hare vijanden te beveiligen. Misschien zal de aan Uwe Majesteit voorgesrelde maatregel het gevolg hebbèn van het aantal der vijanden van het vaderland te verminderen, en van vele personen te beletten van zich op den weg der trouweloosheid en des verraads te begeven. „Dit zou reeds een groot voordeel zijn. Intnsschen stellen wij geenszins de verbeurdverklaring voor, die uit het wetboek van alle beschaafde natiën is uitgewischt; want het is mogelijk, om de beginselen van regt vaardigheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1