A0. 1836.
LEYDSCHE
MAANDAG
NEDERLANDEN.'
Leïden den 4den September.
IV0. m*
COURANT,
DEN Sden SEPTEMBER.
T U R K Y E.
Ter vervulling van de vacature, ontstaan door het afsterven van den Wel-
Eerw. Zeer Geleerden Heer L. Egeling, en door het overlijden van den
beroepen Predikant, den Wel-Eerw. Zeer Geleerden Heer D. van Heyst,
Theol. Dr., nog openstaande, zijn op Vrijdag laatstleden, door den Eerw.
Breeden Kerkenraad der Hervormde Gemeente alhier, het volgend twaalf-sa
zestal gemaakt:
Zestal: D. D. H. P. Timmert Verhoeven, Theol. Dr., te Hoorn; B. Ter
Haar, te Arnhem; A. Shotemaker, te Maassluis; D. Pijzei, te Voorburg;
J. E. de Voogt, te Nijmegen; J. A. Anspach, Theol. Dr., te Deventer;
J. P. van Harencarspel, te Voorschoten; A. C. de MeijerTheol. Dr., te
Arnhem T. C. R. HuydécooperTheol. Dr., te Zutphen; N. J. A. Roldanus
Theol. Dr., te Schiedam; .7. G. Betz, te 's Hertogenbosch; P. Boeles, te
Noordijk. Zestal: D. D. H. P. Timmert Verhoeven, Theol. Dr.; B. Ter
Haar, A. Slootemaker, D. Pijzei, J. E. de Voogt, en N. J. A. Roldanus,
Theol. Dr.
Uic 's Gravenhage meldt men van den aden dezer het volgende:
Naar men van het Loo verneemt, is H. K. H. de Hertogin van Glouces
ter en gevolg aldaar aangekomen.
Bij besluit van Zijne Maj., van den 23 Augustus jl., is benoemd tot
Ridder van den Nederlandschen Leeuw de Colonel IValdkiroh, Adjudanc
van Z. K. H. Prins Frcderik der Nederlanden.
Naar men verneemt, heeft het Zijne Maj. behaagd te bepalen, dat na
de opheffing van het kamp van Reijen, welke binnen weinige dagen zal
plaats hebben, de veldposten in het leger zal worden afgeschaft; zullende
de daarbij geplaatste Ambtenaren op wachtgeld worden gesteld.
Naar men verneemt, is de Hoogleeraar .7. Geel, Bibliothecaris van de
Leidsehe Iloogeschooltot lid van de Koninglijke Akademie te Berlijn benoemd.
Zijne Exc.'de Minister van Staat, belast mét de directie der Hervorm
de Kerk, is eergisteren, van een reisje naar Gelderland, in deze Residentie
teruggekeerd.
In dit jaar loopen te Scheveningen, voor de haring of verschebokklng-
vangst 36 schepen uit, zijnde één meer dan in 1835 en 6 meer dan in 1834.
Zijner Majs. brik de Snelheid, waarvan het commandement is opgedra
gen aan den Kapitein-Luitenant ter Zee 77. Ferguson, zal Zijner Majs. fre
gat de Maas vergezellen op den togt naar de Oost-Indiën.
Men schrijft uit den Helder van den isten September:
Z. K. H. de Prins Luitenant ter Zee Willem Fredrik Hendrik, vergezeld
vair den Kapitein ter zee Aniens, vereert heden deze Zeehaven met een
bezoek. Z. K. H. zal'heden avond weder van hier vertrekken.
Uit Haarlem meldt men van den 2 September bet volgende:
Naar men verneemt, is het vraagstuk, betrekkelijk het afstaan van het
toogenaamde waalsche gedeelte van Luxemburg, in ruiling tegen een ge
deelte van Limburg, den i8den der vorige maand te Frankfort door de Bonds
vergadering behandeld. Deze vergadering moet een besluit hebben genomen,
waarbij zij in dat afstaan en in die ruiling, onder zekere voorwaarden, toe
stemt; deze voorwaarden zijn, wat Belgie betreft, van een krijgskundigen
aard. In dezelfde bijeenkomst moet echter van den kant van den Koning
Groot-Hertog eene verklaring zijn medegedeeld, hoofdzakelijk inhoudende,
dat Zijne Maj. de ruiling niet kan toestaan. De Koning Groot-Hertog is be
reid, om te bewilligen in het afstaan van het bedoelde gedeelte van Luxem
burg, maar meent, het Duitsch Verbond geen gedeelte van het aan Oud-
Nederland toegewczene grondgebied, als schadeloosstelling, te kunnen aan
bieden. Daar nu het Verbond, tot dus ver, van het bewuste gedeelte van
Luxemburg niet wil afzien, zonder die schadeloosstelling, schijnt de be
slechting van het Luxemburgscheen in het geheel van het Belgische vraag
stuk, geenszins zoo ver te zijn gevorderd, als sommige bladen zulks hebben
willen doen voorkomen.
Uit Utrecht meldt men van den 31 Augustus:
In de laatste jaren van Noord-Nederlands moed en trouw, werden door
vele dames opofferingen aan het Vaderland gedaan in geideliike geschenken
1 en andere voorwerpen; onze verdienstelijke stadgenoot, de Dichteres Petro-
stella Moens, stortte toen eene gouden Medaille, waarmede men 50 jaren
vroeger een harer dichtwerken had beloond, op het altaar des Vaderlands.
Zijne Maj. de Koning, hiervan onderrigt, heeft haar met eene fraaije gouden
Medaille vereerd, welke haar op 's Konings verjaardag, den «4Sten dezer,
door den Edel-Achtbaren heer Burgemeester der stad, den Staatsraad van
Asch van IVijck, namens Zijne Majesteit, is ter hand gesteld. Op de eene
zijde van dezen gedenkpenning prijkt 's Konings beeldtenis met het opschrift:
Willem I., Koning der Nederlanden, Groot-Hertog van Luxemburg, en aan
de andere zijde leest men de woorden: Aan Petronella Moens van wege
den Koning, mdcccxxxvi.
Uit Nijmegen meldt men van den isten September:
Gisteren kwam alhier aan Zijne Exc. de Baron FagelMinister van Staat,
oud-Minister bij het Hof van Engelandop zijne reis van Parijs naar 's Hage.
Heden morgen passeerde alhier Z. K. H. de Prins van Oranje, komende
van Tilburg en gaande naar het Loo.
Men verzekert, dat het kamp bij Reijen tegen den I2den dezer zal op
breken en de troepen, op weinige uitzondering na, hunne vorige standplaat
sen zullen betrekken.
Uit Groningen meldt men van den 1 September;
Bij den Boekhandelaar J. Oomkens Jz. is thans van de pers gekomen de ca
talogus van de boeken, welke door wijlen den Hooggeleerden heer Mr. J.R.
van Eerde zijn nagelaten, getiteld: Bibliotheca Eerdiana, sive catalogus libro.
rum qui studiis inservierunt viri clarissimi Jani Rudolphi van Eerdeinfacul.
lat, Philos. 1 hear, et Litt. Hum., quae Groningae est, Professoris ordinarii.
Dezelve bevat, met de vele kostbare manucripten, 7060 nummers. Deze
rijke verzameling van de beste en schoonste werken in onderscheidene vak
ken van menschelijke kenniswelke met vele moeite en kosten door genoemde
Hoogleeraar, gedurende zijne meer dan veertigjarige loopbaan, is bijeenge-
•bragt, onderscheidt zich niet alleen door de innerlijke waarde der boeken,
maar ook door de bijzondere zorg, waarmede dezelve steeds door haren be
zitter, die geene kosten tot derzelver verfraaijing spaardebewaard is ge
bleven, en door de fraaiheid en netheid, welke.dezelve ook uiterlijk bezit.
Bij de met veel naauwkettrigheid opmaakte en doelmatig ingerigte catalogus
is, tot groot gemak van de gadingmakenden, een conspectus gevoegd, een
nverzigt behelzende van het geheel. Deze boekverzameling zal den 24 CXc.
tober 1836 en volgende dagen alhier verkocht wotden.
m
Men schrijft uit de provincie Zeeland van den isten September:
Heden had te' Vlissingen aan de Directie der Marine, de publieke aanbe-
«t«Kne plaats van de verder te verrigten werkzaamheden, beheijingen en
metselwerk, aan het nieuwe drooge dok aldaar, en is deze aanneming voor-
u iVen onder nadere approbatie van het Departement van Marine, toege,
kend aan den heer van Uye. Aannemer te Middelburg, voor eene som van
vijftig duizend negen honderd gulden.
OP Donderdag den 22 September aanstaande zal aldaar by genoemde Di
rectie publiek worden verkocht de voor 's Rijks dienst algekeurde korvet
de Komeet, liggende in het maritime dok.
Men verneemt, dateerlang in die vesting eene groote nieuwe kazerne
van infanterie zal worden gebouwd en dat voor de plaatsing derzelve, het
Plein waar het stadhuis, dat in het beleg van 1809, in den brand gescho
len en vernield is, heeft gestaan, in aanmerking zal komen.
Uit het verslag van de provinciale Staten van Zeelandgedaan in der
zelver aewone bijeenkomst, nemen wij de volgende zinsneden over:
Tn het afiteloopen jaar troffen geene rampen den te velde staanden oogst,
■reene besmettelijke ziekten bedreigden het leven der ingezetenen, geene bui-
tenuewone stormen, die zoo vaak onze eigendommen bedreigen en schade
aanrieten welker herstelling aanzienlijke uitgaven vercischen, heerschtenop
onze kusten of teisterden onze waterkeenngen.
ru rampen welke de heillooze opstand der Belgen, voornamelijk over
het Ide en 5dl district, heeft gebragt, door het met zeewater overstroomen
van eene groote uitgestrektheid kostbare akkers, welke daardoor voor bebou
wing onvatbaar werden, worden minder gevoeld, omdat de gevolgen dier
overstrooming langzamerhand verdwijnen.
ne vroeger door U Ed. Gr. Achtb. verzochte schadevergoeding voor de
daardoor geledene verliezen werd wel niet verleend, maarniet te min ont-
ainaen dezelve 's Konings bezorgdheid niet, en daar waar zulks mogelijk is
ceoordeeld, werden de lasten der ingezetenen van die districten zoo veel
doenlijk verligt, en de hoop op verdere te gemoetkoaung niet geheel en al
afOnzedbemoeiji!!gen met het lager onderwijs blijven niet zonder gewenschte
gevolgendaar de menigvuldige aanvragen om hulp tot verbetering der school
lokalen en de voordragten tot vermeerdering der jaarwedden van onderwij-
of tot verhooging der toelagen voor het onderwijs van onvermogenden be
wijzen dat de belangstelling in het onderwijs vermeerdert; dat deszelfs groot
beiang naar waarde wordt geschatdat besturen en ingezetenen voor de ver
betering van hetzelve gaarne geldelijke bijdragen doenalsmede dat de deel
neming aan hetzelve, als een voorregt wordt beschouwd, hetwelk op prijs
W<Na hen;een bereids te dezen in de laatste jaren is gedaan, is dan ook het
tijdstip niet ver meer af, dat in al de gemeenten, welker uitgestrekheid de-
behoefte aan eene school doet ontstaan, goede, luchtige, voor het geven
van het verbeterd onderwijs geschikte schoollokalen, voorzien van wel in
gerigte schoolmeubelen en hulpmiddelen zullen bezitten, en bekwame on-
derwijzers aan het hoofd zullen hebben, daardoor het successivelijk afster
ven of pensionneren der oude, voor de tegenwoordige leerwijze minder ge
schikte onderwijzers, die geen rang hebben, derzelver getal op 17 is ver
minderd, van welke sommige niet te min hunne betrekking met ijver en be
langstelling waarnemen en andere, door bekwame ondermeesters geholpen,
door deze hetgeen hun ontbreekt, aanvullen.
De kustvisscherij welke voornamelijk te Arnemuiden wordt uitgeoefend, en
het eenige middel van bestaan dier armoedige plaats uitmaakt, lijdt, door de
gestremde communicatie met Belgie, en zijn de aldaar bestaande visschuiten
van 21 op 16 verminderd, welke met moeite in de vaart worden gehouden.
De eigenaren dier vaartuigedhebben hunnen nood en de volslagene armoe
de waarmede de ingezetenen dier voormaals bloeijende stad bedreigd wor
den. bij den verderen achteruitgang der visscherij aan Z. M. kenbaar ge
maakt, en verzocht dat aan hen eene gelijke premie mogt worden toege
kend, als voor de hoekwantvisscherij in de provincie Holland, bij Zr. Ms.
besluit van den 15 November 1825 {Staatsblad N°. 75), is bepaald. Of
schoon de hoekwantvisscherij Arnemuiden, uit hoofde der gesteldheid van de
stroomen langs de Zeeuwsche kusten, niet wordt uitgeoefend, hebben wij
bij het omtrent geuield adres van ons gevfaagd advijs te kennen gegeven,
dat, behalve de noodzakelijkheid van tot in standhouding der Arnemuidsche
visscherij aan dezelve eenige ondersteuning te geven, het ons voorkwam
dat de aldaar uitgeoefend wordende visscherij, met uitzondering van het ge
bruik van hoekwant, hetgeen door lokale omstandigheden onmogelijk is, zoo
veel overeenkomst heeft met die welke in Holland wordt gedreven, dat er
alle termen bestonden om aan gene dezelfde te gemoetkoming te verleenen,
als aan deze, volgens gemeld besluit, sedert jaren is toegekend. Bij eene
daarop gevolgde aanschrijving van den Admistrateur voor de nationale nijver
heid zijn wij dienvolgens uitgenoodigd om een voorstel te doen, omtrent
den 'voet en de Arnemuidsche visschers eene jaarlijksche te gemoetkoming
zoude kunnen worden verstrekt, omtrent welk voorstel de deliberation bij
ons, in afwachting van nader gevraagde berigten en coilsideratien, nog niet
zijn afgeloopen, vleijende wij ons nogtans dat dezelvaf'tot den gewenschten
uitslag zal mogen leiden en dat dit voor vele ingezetenen onmisbaar middel
van bestaan door 's Konings gunstige beschikking op het voorzeid-adres voor
ëene geheele vernietiging zal bewaard blijven, welke Zonder de ingeroepen*
hulp van het Gouvernement^ is te gemoet gezien.
De Allgemeine Zeitung deelt nu onder dagteekening van den I4den uit
Konstantinopelvan den in onze vorige gemelden brand, het volgende mede:
Berigten van de Dardanellen melden, dat den 4den een brand is uitgebar-
ten, welke acht uur geduurd en het grootste gedeelte der stad benevens alle
F.uropesche Consulaat-gebouwen, behalve het Russische, in de asch gelegd
heeft. Er zullen hiervan nog nadere bijzonderheden worden medegedeeld.
Een berigt uit Alexandria van het einde van Janij deelt het volgende
mede omtrent het lot der 21 Saint-Simonistendie in der tijd roet vader En-
fantin, nadat zij in Frankrijk geen opgang meer konden maken, naar Aiexan-
drie gekomen zijn. Zes dezer lieden zijn gestorven, waarvan een aan eene
gewone ziekte en vijf aan de pest. Vier hebben het'Christelijk geloof open
lijk afgezworen en zijn Mohammedanen geworden. .Een is verdwenen, en
drie hebben Aegysre verlaten, om zich naar andere landen van het Oosten
te begeven. Eeti dezerTaatscen heefthoewei hy geen woord Arabisch vet»