A'. 1836. LEYDSCHE N\ 9tf. COURANT, WOENSDAG J. «r J M^S66St> .tTfc DEN iodeti AUGUSTUS. NEDERLANDEN. Le'yden den pden Augustus. Bij besluit van Zijne Maj. den Koning zijn benoemd bij de dienstdoende Schutterij alhier, tot Kapitein, de iste Luitenant A. B. Barkey; tot isten Luitenant, de 2de Luitenant T. Muller-Massis, en tot ïden Luitenant J. L. Cretner van den Bergh. Men meldt uit 's Gravenhage van den Ssten dezer het volgende: In den afgeloopen nacht is thans werkelijk, met depêches van ons Gou vernement, naar Frankfort vertrokken de heer C. E. Stift, geheim-Referen daris voor de Luxemburgsclie zaken. Binnen weinige dagen zal de Generaal-Majoor Verveer van hier ver trekken, om de hem opgedragene zending naar Nieuw-Guinea te vervullen. Hij zal, onder anderen, verschillende geschenken, die Zijne Maj. de Ko ning aan het Opperhoofd der Ashantijnen aanbiedt, overbrengen. Tot deze geschenken behooren ook een kostbaar, met zilver en goud belegd Kurassen- harnas en casque, welke, in de laatste dagen, op het Stadhuis alhier, ter bezigtiging gesteld zijn, en wier fraaiheid door ieder, die dezelve gezien en onderzocht heeft, geprezen wordt. Uit Amsterdam meldt men vin den 7 Augustus: Gisteren avond was het PooLche Kojfijkuis alhier prachtig verlicht. Bené militaire decoratie, prijkende met de woorden Houthalen, Hasselt, Leuven en Tien Dagen Augustus 1831, herinnert onze stadgenooten aan den roemrijken tiendaagsclien veldcogt. Dit uiterlijke vertoon van plegtige herinnering is alzoo beschikt door de Mobiele Sociëteit, welker leden uit die officieren en vrijwilligers onzer" schutterij bestaan, welke gemelden veldtogt bijwoonden, en hunne Sociëteit in bovengenoemd lokaal hebben gevestigd. In de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, werd den 5 Au. gustns het jaarlijksch examen gehouden, de prijzen uitgedeeld vbor vlijt en goed gedrag, en daaronder een fraaije octant en verrekijker,als jaarlijksche gift vin wijlen dêrt Luitenant-Admiraal van Kinsbcrgcndoor zijne Erven voortgezet. Men melde uit Utrecht van den 7 Augustus: Op Donderdag den a3 Julij jt., is alhier geopend gewórden de vergadering Vin lieeren afgevaardigden dei" Waalsclie kerken. Deze vergadering bestond uit 34 leden, en werd voorgezeten door deti Wél-eerwaarden zeer geleerden heer .7. Teissèdre l'Ange, Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw en Predikant te Amsterdam, terwijl het Secretariaat werd waargenomen door den wel-eerwaarden en zeer geleerden heer G. S. de ChaufepiiPredikant te 'sGravenhage, beiden als President eti Secretaris van de Commissie voor de Zaken dér waalsche kerken. De vergadering, die allèzins blijken droeg van broederlijke eenstemmige gezindheid en liefde, en waar Christelijk geloof en gevoel, is in de beste orde voortgezet en afgeloopen; zijnde dezelve op eene allezins gepaste wijze godsdienstig geopend door dén wei-eerwaarden zeer geleerden heer Dompierre de Chaufepié, Predikant te Leeuwardendoor eene zeer schoone en doorwerkte kerkelijke redevoering, des Donderdags voormiddags in de Waalsche kerk gehouden, over 2 Thimot. I. vs. 13 en 14, in dewelke de waardige Leeraar zijne ambtgenootehde afgevaardigden der kerken, zijne toehoorders en zich zeiven opwekte, om onwankelbaar zich vast te houden aan de ware Chris telijke godsdiensten de ondubbelzlhnigste blijken gaf Van zijne kunde en begaafdheden voor den predikstoel. Uit Vlaanderen meldt men, dat mén aldaar in de eerste dagen van Au- gustos begonnen is, de roggen te maaijen. De oogst was voorbééldeloós rijk, en overtrof zelfk dien van 1818. Allé de veldvruchten stonden uitste kend fraai. Alleen de haver scheen minder goed gelukt. De Belgische en Hollandsehe Commissarissen tot de bedijkingen van den Lillo-polder zijn den 6 Augustas daar ter plaatse aangekomen. AFRIKA. Mén schrijft van dé reede van Tanger, aan boord van hét fregat Herminie, van den 12 Julij, het volgende: De heer Delarue is den gden dezer te Tanger, aan boord van de Herminie aangekomen. Hij is door de Consuls van alle natiën, en vooral door dien van Zweden, zeer goed ontvangen. Men weet het doel van zijne zending niet; al wat men weet, is, dat de heer Delarue belast is, om aan Zijne Maj. den Keizer van Marokko eene snuifdoos te overhandigen, welke met onder, scheidene diamanten versierd Is, wier waarde men op 15,000 fr. berekent. De Keizer is thans te Ateqiimez. De heer Delarue vertrekt heden Maandag den i8den dezer met gene talrijke begeleiding, opdat hem niets zou over komen. Hij reist slechts des nachts en zal op de reis acht dagen doorbren gen. Den i jden of 20 Augustus zal hij terug wezen. GRIEKENLAND. Men had te Londen het stellig berigtdat eindelijk bij een besluit van het Gouvernement de leeningen van 1824 en 25 erkend waren, én de dadelijke aflossing bevolen was. Er zou een bankiershuis door eenen Engelschman in Griekenland opgerigt worden. Door de menigte Sprinkhanen, Welke Zich dezen zomer in Syrië ver- roond hebben, heeft IBrahitn-Picha de bevolking van Kaleb In 72 afdeelirt gen tegen dat vernielend gedierte doen aftrekken. Dodr eene van dezelvé was binnen 32 dagen, 20 kameellasten gevangen. Ook de soldaten van het leger móéten óp de jagt. SPANJE. Èerigten over Parijs van den 5 Augustus. In een post Scrfpturh van een blad leest men het vólgende Men verzekert ons. dat eene telegraphische depêche de tijding heeft aan- gebragtdat er bloedige tooneelen te Madrid zijn voorgevallenen dat Ko ningin Christina op de vlugt is. Dadelijk na het ontvangen dier tijding is er te Parijs een ministeriele raad gehouden. Men schrijft dezen avond irt het Journal de Paris: De Slechte toestand van Generaal Cordova's gezondheid heeft hem genood zaakt bepaald zijn ontslag te geven; hetzelve is aangenomen. Het bevelheb berschap van het leger is aan Saarsfield toevertrouwd. Hierover w"ördt uit Madrid van 27 Jillf gemeld: De Oeneraal Saarsfield Zal het Commdndo ovèr de troepen der Koningin in een nijpend oogenblik aanvaarden en het is te vreezen dat hij zich niet Op de hoogte der tegenwoordige omstandigheden bevindt. Die Bevelhebber is een aanzienlijk man een groot krijgskundige voor het opene veld doch hij is weinig gewoon aan de schermutseling-oorlog, aan gevechten die midden in het gebergte moeten geleverd worden. Saarsfield heeft reeds van zijne geringe 1 eestkracht doen blijken toen hij van de grenzen van Portugal geroe pen we d om het hoofd-coramando van het leger in Navarre op zich te ne men. Hij is het, die door zijne onvoorzigtige strenheid de Navarrezeu ver bitterd heefe, welken hij derzelver voorregten heeft ontnomen om hen, we. gens hunne gehechtheid aan Don Carlos, te straffen. Zal hij thans gelukkiger zijn, nu de Carlisten genoegzame strijdkrachten bezitten om in het opene veld slag te leveren? Wij trekken zulks in twijfel, en volslagen gebrek aan Spaansche Hoofd-officieren van verdienste kan alleen deze nieuwe keuze der Koningin verklaren. Hec Journal de Paris bevat nog: Den 28sten heeft G'omes beproefd Oviedo binnen te komenmaar de inwo ners hebben hem teruggedrevenhij heeft zich naarde bergen van Leon gewend. De Generaal Meer heeft de stelling op den weg van Santander ingenomen, om zijnen terugtogt te verhinderen. De Generaal ViBareal heeft mee 15 bataljons en 7 stukken eene poging op Zubiri en Linzoain gewaagd, maar hij is teruggeslagen geworden. De Generaal Bernelle is hem te Puente-la-Reyna tegemoet gekomenen den 1. Au gustus heelt hij alleen met 7 bataljons Villareal aangevallencompleet ge slagen en op Ulzama terug geworpen. De Carlisten hebben in die gevechc 200 man aan dooden, 100 gevangenen en een ontelbaar getal gewonden ge had. Maar de Generaal Bernelle (het is wonderlijk) in alles slechts 40 man hoewel de grond hem zeer ten nadeele wasvooral moet zijne Poolsche ruiterij zich bewonderingswaardig gedragen en veel toegekragt hebben aan dit schitterend gevecht. De Gazette de France Zegt omtrent den togt van Comea: Na Gallicie geheel doorgegaan te zqn, de geestdrift der Asturiers voor Don Carlos te hebben opgewekt, zal hij te Mondonedo, waar hij den 24scen aangekomen is, Zijn verblijf kunnen houden; deze is eene plaats van 7000 zielen, in het midden der bergen gelegen en in eene geschikte ligging om er ai het noodige të doen bezorgen. Het zal eene krijgsplaars van belang wezen. Van hier zal de Carlistische Generaal Gallieie en de Asturien goéd kunnen In orde brengen, en de guerillas van Leon kunnen afwachcen. De expeditie is overal met de grootste geestdrift ontvangenmen heeft dezelve van veel geld enz. voorzien. Berigten over Parijs van den 6 Augustus, Men leest in het Journal ie Paris slechts het volgende: Men meldt, dat zware onlusten :e Malaga, den 26 Julijuitgebroken zijn. Men weet nog geene bijzondheden. Bij deze droevige tijding van het Journal de Parisvoegt menzegt het Journal des Débatseenige bijzonderheden. Het blijkt, dat de revolution- naire partij der heethoofden zich van de stad heeft meester gemaaktdat de Gouverneur en de militaire Bevelhebber zijn vermoorden dit liet overigens gering in getil zijnde garnizoenzich aan den kant der revolutionnaïren geschaard heèft; Men verzekert nog, dat te Saragossa de constitutie vaii t8i2 to u zijd uitgeroepen en niemand er zich tégen verzet bad. ITALIË. Bassano den 21 Julij. Gisteren bespeurden wij hier Hvee schokken van aardbeving til tëgen 10 ure des avonds nog eeflen. De sterkste wérd om streeks den midden gevoeld. Hoe onbeduidend deze schokken óók waren, baarden echter de volgende steeds toenemende bezorgdheid, défvijt de ge bouwen daardoo' beschadigd werden en scheuren verkregen, die gevaar drei gen. Naar den kant van Posagno was de schade veel aartmerkelijker. Diar storten huizen in en verloken menschel! hét léVfeti. Het huis van den heer Cdnovd te Posagtto werd beschadigd. De inwoners van CieSpano vlöaènmét hntrtie kostbaarheden eh bedden naar de opene pléirieil én kéldeh eh bfagten daar den gatisCliëh nacht door. ZWITSERLAND. De Palisseltike Nuntius bil hét Eedgenootschap, die reeds bij de afzoti- derliike kantons geprotesteerd had tegen de maatregelen genomen ten opzigte der kloostergoederen, heeft thans een gelijk protest bij den Landdag Inge diend, wiens aandacht réeds op deze zaak ge vestig wai, door één adrès daarover van de Kachólrjken in Aargau. Inttisschen wotde van den anderéh kant eenige bijzonderheid bijgebragt ten bewijze der doelmatigheid van het besluit, om de administratie der kloostergoederen aan die corporatien zelve te ontnemen en aan het burgerlijk bêstoar op te dragén. Zoo is, bij gele genheid eener protéstatie van hèt klooster tlheinau in Ziirlchtegen de aan stelling van burgerlijke administrateurs, bekend geworden, dat dit klooster, welks vermogen meer dan eén milioen bedraagten welks inkbmaten dus bij een goed beheer meer dan voldoende konden geacht worden voor bét onder houd van 20 of 24 mannen, die de gelofte van armoede gedaan hebben, dei- niettemin aanzienlijke grondstukken heeft moeten verkóopétiom in de be- hoeften te voorzien. Ook in Aargau hebben de nieuwe administrateurs Inde meeste kloosters de kassen ledig, maar daarentegen velé schulden gévónden, DUITSCHLAND. y* (Jit Berlijn adh rijft men aan het Journal de la Haye, van den 2 Augustus: Men begint weder in onze salons over de Hollandsehe en Belgiscné aan gelegenheden te spreken. Sedert lang had men geloofd, dat deze geschil len eerst op elk ver verwijderd tijdstip zouden wórden geregeld; dóch het schijnt, dat de Mogendheden, die met Holland op een vriendschappeluken voet staan, onder de gewigdge vraagstukken, waarméde zij zjéft bezig hou den, ook dat betrekkelijk uw Vaderland, niet uit het oog bêbben verloren. Naar het schijnt is Duirschland, hetwelk van al uwe Bondgenóóten weiligt het meeste belang bij eene regeling der zaak, ai zij het dén ook slechts tijdelijk, heefc, ook bestemd om de bemiddelaar daarvan te worden. Dier wint de meening veld, dat de verstandige staatkunde van de Hooge Bonds vergadering te Frankfort er in slagen zal, om voor Luxemburg éene andere schadeloosstelling te verkrijgen dan die, welke men tot hier toe, tot dat einde in de provincie Limburg had aangewezen, een gewest, hetwelk, uit het gezigtsptint des Nationaliteits, nooit van de andere Hollandsehe gewes ten moét worden afgescheiden. Welke ook de uitkómst dezer r.iik zij,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1