®ÉTSëId
A0. 1836.
LEYDSCDE
C O E A N t
WOENSDAG
j£(;-
DEN i3den JULIJ.
nederlanden.
Ley den den i2den Julij.
-Aan onzen Stadgenoot, den Heer Adrianus Albertus KielAsz., Mr. Leer-
leoijeris van vvege de Nederlandsclte Maatschappij tot bevordering van Nij
verheid de tweede gouden Medaille toegewezen, wegens het inzenden van
cenen gelooiden riem, lang 12 ellen, breed 7 duimen, uit één stuk ver
vaardigd.
Gisteren had in de groote Stads Gehoorzaal het jaarlijks examen en de
prijsuitdeeling plaats, onder de Leerlingen van de school voor Oude en
Nieuwe Talen van den Wel-Ed. Zeer Geleerden Heer J. J. de Gelder,
PhilThe or. Mag. Lit. Hum. Doctor. De verdienstelijke jongeling P. J. Cu-
N-ifcus droeg eene door hem zei ven bewerkte declamatio voor, de Pisistrati'
dis Athenarum tyratinisDoctrinarum et bonarum artium fautoribusontving
twee eereprijzenérên voor het Latijn en één voor het Fransch, en werd
vervolgens tot de Akademische lessen bevorderd» Wijders werden den jon
gelieden eenige vragen over de onderscheidene deelen van het onderwijs in
de Oude talen voorgesteld. De plegtigheid werd besloten met het uitrei
ken der volgende eereprijzen: J. Broekhoff ontving de Grieksche prijs der
eerste klasse; R. P. A. Dozy de Grieksche en de Latijnsche prijs der tweede
klasse, en de prijzen voor de Geschiedenis en het Engelsch; A. van Eyk
Byleveld de Grieksche en de Latijnsche prijs der derde klasse en de prij
zen voor de Wiskunde, voor het Duitsch en voor het Hollandsch ;J. C. Hum
mel Jr. de Grieksche en de Latijnsche prijs der vierde klasseN.J. W. Smal-
lenburg eene buitengewone prijs tot aanmoediging voor het Latijn ;J. F. Reitz
de Grieksche prijs der vijfde klassé 'en een getuigschrift voor het teekenen;
J. Zeeman de Latijnsche prijs der vijfde klasse, de prijs voor het teekenen
en een getuigschrift voor het FranschE. F. M. van Gorkum een loffelijk
getuigschrift en de beide Kweekelingen W. H. Tydeman Jr. enj. D. Karn-
spek Reitz, die de lessen te kort hadden bijgewoond om naar eereprijzen
mede re dingen, een getuigschrift tot aanmoediging.
Ziet hier het verslag, hetwelk den 5den dezer, door de Gedeputeerde
Staten van Zuid- en Noord-Holland, aan de Staten der provincie Holland,
in derzelver gewone vergadering, is medegedeeld, en dat aldus aaiivangt:
„Edel Groot Achtbare Heeren
„Er zijn onderwerpen.diehoe vaak behandeld, bij elke nieuwe voorstelling de aan
dacht der menigte boeijenen althans de belangstelling der wcldenkcnclen in eene hoo^e
mate opwekken, zelfs in weerwil van de zoo natuurlijke zucht tot het nieuwe en vreemde,
en van de kracht der gewoonte. Het zijn de zoodanige, waarbij de zorg voor eigen en
algemeen welzijn, de behoefte van natuur- en landgenootende gansche maatschappij,
betrokken is. De behandeling der aangelegenheden moge telkens moeijelijker worden en
meer blootgesteld zijn aan eene vergelijkende beoordeclihg van het algemeen; de blijvende
of toenemende invloed, die daardoor op de denkwijze en het heil des volks wordt uitge
oefend, is de beste schadeloosstelling voor dien arbeid, en het uitzigt op duurzame vruch
ten wordt de eerste, de meest eervolle belooning. In onze schatting behoort tot de hier
bedoelde onderwerpen de jaarlijksche taak, welke ons is opgelegd bij artikel 44 van het
reglement op de uitoefening van het gezag en <ie magt der Stareu. Ter voldoening aan
dat voorschrift, nemen wij de vrijheid, U Edel Groot-Achtbaren aan te bieden een be
knopt maar getrouw overzigt van den toestand der provincie Hollandop dit «ogenblik
«1 een eenvoudig verslag van de administrative verrigtingen Uwer Gedeputeerdenin het
afgeloopen jaar, met een enkel woord over hetgeen, in het belang der Ingezetenen, nog
te^docn blijft, immers nog te beproeven, te verwachten, te hopen is."
Na het schetsen van den in het gewest heerschenden volksgeest, wordt in het verslag
gezegd, dat het wel onnoodig zal zijn op nieuw te gewagen van de oorzaken der geluk
kige voortduring van rust en orde in deze provincie, en der bestendiging van die edeU
aardige denkwijze, welke de bevolking aldaar vrij algemeen kenmerkt. „Wilden wij
t'rouwens," aldus gaat liet verslag voort, „die denkwijze schetsen, zoo als zij beurte
lings in gehechtheid aan den Koning en Hoogstdeszelfs bemind Stamhuis, in onbekrom-
pene vaderlandsliefde, in-njoed, vertrouwen of geduld, werd opgemerkt; wilden wij haar
waardiglijk en naar waarheid voorstellen, zoo als zij zich in het werkdadige leven en bij
alle standen blijft openbaren, dan zouden wij de, in uwe vergaderingen, in 1835 eii 1834,
en vroeger, gebezigde woorden moeten herhalen, hecgeen voorzeker door U Édel Groot-
Achtbaren niet zal worden verlangd."
Betrekkelijk de Ecredicnst, Onderwys, Kunsten en Wetenschappen, wordt onder an
deren, bij wijze van herinnering, gewaagd zoo van den verliditen Godsdienstzin dei?
over too te meerderheid van de Ingezetenen, als van de eclue verdraagzaamheid en het
vredelievend karakter der Leeraren bij de onderscheidene gezindheden. Voorts wordt re
kennen geneven dat het tot de weldadige zorgen der Hooge Regering behoort, om haar
grondwettig, vrijgevig en gelijkwerkend toezigt op alle Ecredieustcnwaar zulks noodig
wordt, in aller belang aan te wenden; dat de financiële omstandigheden des Rijks geene
buitengewone uitgaven voor kerken en scholen, of voor de aan wetenschap eu kunst, toe
gewijde instellingen hebben kunnen veroorloovendat echter de gewone zamenwerking
van dc algemeene, gewestelijke en plaatselijke Besturen, ter bevordering van die aange
legenheden, geenszins belemmerd is; dat een vrij groot aantal gemeenten begunstigd is
geworden, en eenige zich reeds in eene toezegging van fondsen op volgende diensten
mogten verblijden, en dat de behoeften van alle gezindheden daarbij in aanmerking kwa-
fnen. De Hongescbool te Leyden," aldus vervolgt het verslag, „en het Amsterdamsch
Athenaeum-IUustre bevinden zich voortdurend in eeneii bloeijenden toestand. Met getal
kweekelingen, aan dat Athenaeum verbonden, beloopt 140. 'Ie Leyden zijn thans 771
Studenten ingeschreven, waalvan voor de Re®ten268, voor de Godgeleerdheid 245voor
de Wijsbegeerte en Letteren 37, voor de Wis- en Natuurkunde 12 eu voor de Genees
kunde 209. Het verstrekt der Hoogesciiool tot eer, dat ook Z. K. II. Prins Alexander
tweede Zoon des Prinsen van Oranjeëvén als Hoogstdeszelfs Doorluchtige Broeder, in
de rolle dier school is ingeschreven. Treffend was het overlijden der Hoogleeraren Cas
per Jacob Christiana Heavens en Hendrik Arend Hamakertreffend het verlies, dat in
zonderheid dc Hoogeschool en het gebied der wetenschappen daardoor geleden hebben.
De eerste dier waardige mannen mogt, zoo binnen als buiten 's lands, roem verwerven
door zijne niet gewone bekwaamheden en grondige kennis in het vak der oudheidden
laatste» viel eene Europesche vermaardheid ten deel. De school, door hem gesticht,
getuigt van de uitbreiding van bet vak der Oosterscbe letteren, ep beeft, buiten 'slands,
dc algemeene aandacht tot zich getrokken. Aan bet Athenaeum der Hoofdstad is de reeds
bij een vorig verslag genoemde Hoogleeraar Roorda opgetreden, in plaats van wijlen den
Ilccr IViUmet. De Academische Kabinetten en verzamelingen zijn in een goeden staat.
De Academische tuin, een der sieraden van de stad Leyden en van dc aldaar gevestigde
Hooceschoolpfrijkt met fraaije gewassen en planten, en blijft nuttig voor dc kennis der
kruiden. In 1834 hebben wij den wensch geuit, dat 's lands geldmiddelen spoedig mog
ten gedoogenom het Archaeölogisch Museum te verbeteren, en de keurige verzameling
van vogels, in het Museum van NatUip'lyke Historie, naar eisch te plaatsen. Bij het
bezit toch van zoo vele schattenvan de vroegste oudheid herkomstigontbrak het ren
cenenmale aan eene behoorlijke bergplaats voor dezelve, en het leed, deswege gevoeld
door Ileercn Curatoren en door allen, die de hooge waarde van het Museum van .Oudhe
den beseffen, werd niet weil^i vergroot door het vernemen van het beklag, dat daarover
buiten 's lands door vreemdelingen werd aangeheven. Thans hebben wij liet genoegen,
U Edel Groot-Achtbaren mede te deelen, dat aan onzen wensch is voldaan; alzookrach
tens eene Koninglijke beschikking, een allezins geschikt locaal voor de Archaeölogiscbe
Verzameling is aangekocht, in hetwelk deze wetenschappelijk gerangschikt kan worden,
geheel in het belang van de beoefenaars der studie. Hierdoor zal, zoo wij ons vleijen,
ook voldaan worden aan de hoop van velen op de behoorlijke rangschikking en uiteenstel
ling van de boven bedoelde zeer aanzienlijke vogelen-verzamelingin het Kabinet van
Natuurlijke Historie."
Bij het verslag wordt, nopens het Latijnsche schoolwezen en het middelbaar onderwijs,
gezegd, dat aan het hooge Landsbestuur de beoordeeling der vraag moet worden overge
laten, of en wanneer voor eene algemeene, stellige en duidelijke wetgeving op het onder
wijs een einde zoude kunnen worden gemaakt ann de vele cn veelsoortige voofschHffell
waaruur dit aangelegen vak van Staatsbeheer thans moet worden geregeld, doch dat het
dé Gedcniteerde Staten aangenaam is te kunnen verzekeren, dat, over het algemeen, die
Voorschriften in Holland met den geest der onderscheiding en met billijkheid worden ge
handhaafd en toegepast. f
Ten aanzien der Koninglijke Miiztjkscholén te Amsterdam en 's Gravenhagewordt in
het versla" gezc d, d c zij voortdurend aan hare bestemming beantwoorden; dat het laat
ste examen der kweekelingen de resultaten van het aldaar gegeven onderwijs, in dc bij
zonderheden, heeft doen kennen; en dat het getal dier leerlingen, in de onderscheidene
Muziik-vakkcn, thans bedraagt te Amsterdam 70 cn tè 'S Gravcngage ip8onder welke
laatstén zich 93 jongens en 105 meisjes bevinden. Ook de LcydsclmMiizijkschoolin 1834
opgerigt, worde eervol vermeld.
Wegens het Armwezen en de Gevangenissen wordt in het verslag gezegddat liet arm
wezen0 over bet algemeen, in cenen min gunstigen toestand verkeert; dat échter gè-
liiktijd'i" onderscheidene mensehlicvende inrigtingen, op verschillende wijzen1, zooveel
mogelijk, werkzaam blijven, óm dc armenkassen voor het gehcele of gedeeltelij t:c onder
houd van een aantal personen te vrijwarendat in sommige plaatsende toekomst met
eenige zor" wordt te gemoet geziendat vooral in. de Residentie het getal der armenbij
de vermeerdering der bevolking, aanmerkelijk toeneemt, Cn de aanvragen, 0111 tegemoet
koming uit de stedelijke kassteeds dringender wordendat er nog deliberatie» ie dezer
zake aanban<ri" zijn; dat veelvuldige erfmakingeji en donationten behoeve van ai men-
inrigtin«cn (eïi ook aan sommige kerkelijke genootschappen) in het afgeloopcn jaar,
hebbenöplaats gehad; eii dat onder dezelve eenige vrij 'aanzienlijke geteld worden, met
name in Noord-Holland.
Ten aanzien van de dienst der Gevangenissendie der geneeskunde en de geneeskundige
bediening aan behoeftige»wordt in het verslag gezegddat dezelve geene aanleiding
«even tot belangrijke opmerkingen. De rapporten, omtrent de vaccine, bewijzen, dat
dit behoedmiddel, in het afgeloopen jaar, aan velen, ja, wat Zuid-Holland aangaat, aan
meer personen, dan in liét vorige jaar, is toegediend geworden. De te Amsterdam ge
vestigde Clinische School telt tegenwoordig 122 leerlingen. In Haarlem bedroeg bet getal
der leerlingen, in dergelijke school, 57, te Alkmaar 24 en te Hoorn 31. Het aantal der,
in 18*5 aan de geneeskundige school te Rotterdam onderwijs ontvangende leerlingen bedroeg
reeds*'™, en alzoo 12 meer dan in 1834. Drie der leerlingen op deze school zijn tot
heelmeesters, zes tot vroedmeesterseene tot vroedvrouw en vier tot apothekers toegelaten.
In het hoofdstuk nopens den Waterstaat, Wegen, enz., wordt, onder anderenaan-
dat voor'zoo verre de stormen, die op de Zuid-Hollandsche kusten gewoed hebben, al
schadelijk werkten, zulks meer de duinen van de zeedijken betrof; dat op het eiland
Goedercede en ook eenigerraate bij Ter Heide de duinen zijn afgenomen dat dc schade
die door den storm van 17 February aan een gedeelte van den Waterlandschen zeedijk
beoosten Burgerdam, de Katwouder-, Zuidpólder- en Zeevang-zeedijken is toègebragt^
buitengemeen groot is; dat er niet minder dan f 272,000 tot herstel dier schade zal benoo-
digd zijn; cm de Tesselsche haven aan het Oude Schild eene nieuwe uildieping vordert,
en dat wel te dringerder, vermits deze legplaats, vooral ook uit hooide van de meer cn
meer toenemende visscherij van zoogenaamde panharingen het debiet daarvan naar buiten
'slands, van een algemeen belang is geworden; dat het Noord-Hollandsch Kanaal meer
en meer aan deszelfs bfestemming beantwoordt en gezegd kan wordenniet alleen voor de
schepen van groot charter, maar ook voor die van minderen diepgangwelke het Tesselsche
zeegat binnen vallenden weg over de Zuiderzee geheel vervangen te hebben dat tot
de voorbereidende waarnemingentot voortzetting van het Voornsche Kanaal door het
eiland Flalckée de voorbereidende waarnemingen zijn aangevangenen dat er maatregelen
genomen zijn, om de wijdste der voorhavens van het kanaal door Voorne te vermeerderen
waardoor de diepte in dezelve zal kunnen behouden en de scheepvaart bevoordeeld worsen.
In 1835 zijn door dit kanaal binnengekomen 1129 en uitgevaren 675 zeeschepen. In het
voorjaar van 1Ü36 was dc vaart zeer levendig; met i° Mei 11. waren reeds 57.; zcesche: 1
door gezegd kanaal gepasseerd. Wegens de droogmaking van den Zuidplas 111 Schte!'* d
wordt aangevoerd, dat men met het begin der maand April met de bemaling heeft aange
vangen; dat de nieuw .gebouwde molens, benevens dc reeds bestaan hebbende aan den
Korten Oord, tot ontlcdiging van den pias in werking gesteld zijn; dat het gebouw vo t"
liet stoomwerktuig in dezen zomer in gereedheid zal komen cn het werktuig in liétzeLu
zal kunnen geplaatst wordendat men dus spoedig hoopt met het stoom-gemaal te kunnen
aanvangen; dat de tot hiertoe gebouwde molens slechts een gedeelte uitmaken van dc
benoodïgde, om het gemaal volkomen te maken; dat in het jongste voorjaar, derhalve nog
verschillende molens zijn aanbesteed; dat men met vlijt aan het bouwen dezer molos
bezig is; en dat de hoop bestaat, om in het aanstaande najaar, of in den winter, me Pet
gèhéelc gemaal van den zeeplas te kunnen aanvangen. Het slot van dit hoofdstuk- iuidt a'.dus
13e over het algemeen zeer goede gesteldheid der wegen en vaarten in. II"Hand het
uitzigt op de verkrijging van spoorwegen, en de uitbreiding van het stelsel der nuddeb u
van vervoer, dient voorzeker tot bevordering van de nijverheid, en kan niet rvdcr* dm
welgevallig zijn aan den handelaar en iabrijkant. Het mag echter geenzins ontkend worden
dat de niet altijd berispelijke naijver, die wel eens tusschcn deze beide laatteen, en ze!I's
tussclicn dc aanzienlijkste'koopsteden bestond, de uitvoering van sbmini.-c plannen tijdelijk
heeft tegengewerkt; doch het is den man, die zuiver gevoel aan juist oordeel '.aar,
hoogst aangenaam wnar te nemen dat de Koninglijke tussch^nkomst, in verbot ding tot
dc voortgaande ontwikkeling der nienschclijke vermogens, doorgaans vldoei-dc is, om
de nndceli 'C gevolgen van dien naijver voor tekomch, en om aan alle met den eest
des tijds onbestaanbare tegenwerking een einde tc niakèn.
(Het vervolg Hierna.')
Mfeïi meldt uit 's Gravenhage van den ii Jtili.i het volgende:
Men verneemt, dat de terugkomst vin Z. K. II. den Prins van Oranjeen
Hoogstdeszelfs beide oudste Zonen, uit Londen, tot de volgende week is
verschoven.
Door de Provinciale Staten van Zeeland isin hunne bijeenkomst van
den ?den dezer, als lid van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal herkozen
het aftredend lid de heer Ml*. J. G. Hinlópen.
Door de Staten van Vriesland is, mede op den jrden dezer, in plaats van
het aftredend lid den heer Mr. G. N. Muiier, tot lid der Tweede Kamer be
noemd de Heer ühri stoffel Binkeslid der Staten van de provincie en Secie-
taris der Grietenij Wonseradeel.
Niar men verneemt is dezer dagen wederom een vrouwspersoon gearres
teerd, beticht van voorbedachtelijk de hand te hebben verleend, tot de uit
gifte en hec in omloop brengen van onlangs gesnoeide muntspeciënen welke
vrouw behoord heefr tot diegenen, welke in het afgeloopene najaar, wegens
ditzelfde wanbedrijf in staat van beschuldiging zijn gestelddoch destijds door
het Hof van Assises dezer provincie zijn vrijgesproken.
SPANJE.
Beriglen over Parijs van den 8 Juliij,
In het Journal de Paris leest men:
Het vreemde legioen is op de grenslinie Vervangen door twee Spaansche
regimenten, en hetzelve was den aden te Triarte gecantonneerd. Den 4den
hebben onderscheidene Carlistische bataljons deze linie naar Zubiri aangetast
en eenen versterkten wachtpost verbrand. Zij hebben vervolgens twee batal.
jons Christinos te Znbiri aangetast. Maar de Generaal Berntllc is dezelve te
hulp gekomen met 3 bataljons van zijn legioen; hij heeft met die 3, 11 ba
taljons Carlisten geheel verslagen, hun 200 man gedood of genomen,
en 3 of 400 gekwesten gemaakt.
Cordova is bij het eind van het gevecht aangekomen.
De aanaomst van de divisie Ribero te Vittoria heeft Pillarcal te Alegria
doen terug trekken.