Dnitschtand, zijn de landen in Europa, waaraan wij het meeste vèrïcoopen: Portugal, dat in 1835 voor eene waarde van 368,000 genomen heeft; Hol land voor 245,629 Icaiie voor 243,582 Belgie voor 125,727 Rusland tveefc van'onze wollen goederen slechts voor eene waarde van 93,028 ge vraagd. De Staten van Zmd-Araerika beginnen een' goeden uitvoer op te leveren. Brazilië heeft, in 1835, ter waarde van 337*788, en Mexico en de andere Staten voor 355,700 genomen. De uitvoer levert in 1^35, in vergelijking van P834, een vooruitgang van een millioen op; doch, daar de prijs in 1835 hooger was, zou men daar door niet gemakkelijk de vermeerdering van hoeveelheid kunnen bepalen. Onze uitvoeren naar Frankrijk hebben, in 1835, eene waarde van 68,000 beloopen, hetgeen niet de waarde van een' halven stuiver voor eiken persoon van de Fransche bevolking geeft. Om alleen van _onze handelsbelangen te spreken, is het voor ons van veel meer belang in vriends'chaps-betrekkingen te zijn met de verwijderde Staten van Zuid-Amerika, dan met Frankrijk. - Het. standbeeld van Willem Ttl onlangs te Dublin omvergeworpen is öp kosten van de Regering den ïsten Julij weder opgerigt. De tijdingen uit Portugal zijn bevredigend. F R A N K R IJ K. Parijs den 5 Julij. De Hertogen van Orleans en Nemturs zijn dezen mor gen te Neuilly aangekomen. Na de eerste verwelkoming zijn de twee Prinsen naar Parijs vertrokken en eenige uren hunne rust genomen. Zij zijn ten vijf ure mei eene open calèche naar Neuilly terug gekeerd. Bij de beraadslagingen over het budget bij de Pairs, heeft de heer Moroque gezegd, dat de geest van wanorde en regeringloosheid, die overal heerschtte een gevolg was van de uitbundige verlichting, vooral van de clas- sische oefeningenal te veel menschen verstonden het Grieksch en Latijn fcn, putteden uit die auteuren de grondbeginselen van Koningsmoord. De drukpers, de schouwburg, de romans waren de scholen der, zedeloosheid. Bij gelegenheid van de Spaansche zaken heeft de Minister van Buiten. Jandsche Zaken woorden doen hooren, Wélke wij niet verwacht hadden. Hij heeft gezegddat vroeg of iaat de Salische wet in onbrujk zou raken in alle constitutionnele Staten. Alzoo zal Frankrijk niet meer door vrouwen gere geerd worden. Omtrent Alibaud wordt opgemerkt, dat hij nog altijd dezelfde koel bloedigheid en denzelfden wansmaak in het leven behoudt. „ik heb het leven langen tijd geanaliseerd (dit is zijn geliefdkoosd woord), zegt hij, en ik heb in de wereld niets dan schandelijkheid en laagheid gevon den. Dit is het wat mij bewogen heeft om op den Koning te schieten, om dat ik wanhoopte aan het landden troon door ellendige hovelingen om ringd ziende." Hoe meer de tijd van de debatten van het proces van Alibaud nadert, hoe meer men tracht te weten, welke liet systeem zal zijn, door dezen be schuldigde ter verdediging aangenomen. Alibaud verklaart, dat hij zich ten aanzien van de misdaad niet zal regtvaardigen. Eene statistieke opgaaf wegens de zelfmoorden te Parijs doet zien dat zich in het jaar 1835 hebben gedood: door vuurwapenen 24 mansper. sonen en 1 vrouw; snijdende werktuigen 7 mans; nederstorting 4 mans én 6 vrouwen; koolzuurdamp 71 mans en 47 vrouwen; verdrinking 17 mans en 2 vrouwen; wurging 32 mans en 9 vrouwen; minerale vergiften 3 mans en 3 vrouwen; plant-vergiften 1 man en 2 vrouwen, totaal 229. Onder 'deze zelfmoordenaars bevinden zich personen van 15 tot 85 jaren. Den 6 Julij. De Koning heeft van het Zwitsersch Verbond eenen brief van gelukwensching ontvangen, wegenS de bewaring van het leven van Z. M. Deze brief is door den Zaakgelastigde van het Zwitsersch Bondge nootschap aan den Koning overhandigd. De Bisschop van Chartreswelke de som door de Kamers goedge keurd, niet genoegzaam rekent tot herstelling van het verlies door de Hoofd, kerk ondervonden, heeft de gëheele Christenheid opgeroepen om bijdiagen t. leveren; hij zelf heeft zich aan het hoofd van de lijst geplaatst en voor 10,000 fr. ingeteekend, op naam van het kapittel is voor 25,000 fr. en in naam. van de fabriek van de hoofdstad voor 10,000 fr. ingeschreven. Men schrijft uit Parijs en andere plaatsen van Frankrijk, dat de hitte bijzonder groot is. In eenige oorden begint men gebrek aan drinkwater te krijgen. Den 7 JuJij. Er worden geene berigten van eènig belang onder deze dagteekening mededeelt}. De Kamer der Pairs heeft het budget aangenomen. Da debatten van het proces van Alibaud. znllen voor het Hof der Pairs thans stellig Vrijdag den<8sten om 10 ure geopend worden. Deze verande ring is aan Alibaud bekend gemaakt, welke nog een onderhoud met zijnen Advocaat Ledru gehad heeft. Heden morgen ten 4 ure is hij naar de gevan genis van het Luxembourg overgebragt. MENGELINGEN. INVLOED VAN HET LICHT op i)E BEWEGINGEN DER WATERWORMEN. Verscheidene dieren, zegt de heer Grant, die geen bepaald zintuig voor het gezigt hebben, schijnen niettemin gevoelig te zijn voor den invloed van het licht, en zelfs gevoelen eenigen, bij welke men geene sporen van ze nuw-stelsel vindtontegenzeggelijk den invloed van deze magtig werkende oorzaak. Ik heb levende actinien, in zeewater geplaatst, zich langzaam langs de wanden van de kom, waarin zij zich bevonden, zien bewegen, tot dat zij den meest beschaduwden kant hadden bereikt, alwaar zij zich stil hielden, en men kan over het algemeen zeggen, dat zij het licht in hun gewoon element schijnen te ontvlugten. Ik heb dikwijls de waarnemingen van Trem-E/ey hernieuwd over de zorg waarmede de waterslangen (hydras) het licht opzoeken. Zoo men dezelve in eene aarden kom met een weinig zuiver water plaatst, vervoegen zij zich spoedig naar de zijde, welke ver licht is, en vereenigen er zich alle. Wanneer zij vrij zijn, toonen zij zich niet minder gretig om van het licht te genieten, en naderen de oppervlakte van het water, alwaar men dezelve gewbonlijk aan de drijvende zeeplanten vindt vastgehecht. Indien wij de bewegingen der medusas nagaan, wanneer Zij in «de zee zijn, merken wij op, dat zij in het algemeen hunnen gang veranderen naar mate zij de oppervlakte naderen, en diep genoeg weder dalen, om hun ligchaam niet in:' aanraking met de lucht te laten komen. Dit verschijnsel zich hebbende zien voordoen, wanneer zelfs het water stil was, heb ik vermeend zulks te knnnen toeschrijven aan de teedere en door schijnende zamenstelling van het diertje dat hen gevoelig doet zijn aan den invloed van het zonnehlicht. Ik heb nog dezelfde opmerking gemaakt met de eiieren der planten-dieren, welke men bijna altoos in de beschaduw de gedeelten der plaatsen, welke zij bewonen, vindt. Te oofdeelen naar de weeke votming van deze wegens, schijnt het natuurlijk te zijn aan te nemen, dat eet* licht, dat zoo snel en sterk Werkt ais het zonlicht, en hen zoo geheel doordringt, hen natuurlijk hevig moet aandoen. Zoo de invloed van het licht op de bewegingen der waterwormen tot hiertoe onopgemerkt is gebleven, moet men dit toeschrijven aan hunne bij zondere kleinte, aan hun kleurloos en doorschijnend ligchaam, en vooral aan, de wijze waarop men dezelve in bet algemeen door middel van ver. groót-ghzeh in gla'sen kommen- gadeslaat. De bewegingen zijn tfrtr ge makkelijk waar te nemen bij degenen, die eene levendige kleur hebbende, groot genoeg zijn om met het bloö'te ot>g te worden gezien -, gelijk 'de f'ur- cocerca vtridis van Ham arkdie eene schitterende groene kleur heeft. Dit diertje, bevindt Zich 's zomers in de Zoete stilstaande wateren; welke liet gedeeltelijk als met een dun .vlies overdekt.. Muller heeft waargenomen, dat, Wanneer deze diertjes in eene kom met water geplaatst zijn, zij zich naar de kamen, ivend'enalwaar zij weldra door de uitdamping op droog blijvenen zien nog onder de gedaante van een dun vlies voordoen. Op jien zuidelijken oever van eene kleine vijver nabij Londen, zag ik in den zomer, een groen vlies, hetwelk eene oppervlakte van twintig vierkante voeten aanbood; daar ik, met het bloote oog, meende te erkennen, dac hetzelve niet door eene vereeniging van kleine planten werd te weeg ge- bragt, beschouwde ik er een gedeelte van met eene zak-microsfcóopen zag geheel deze groene zelfstandigheid zich in verschillende kleine levende diertjes afscheiden, die met hunne puntige en aan het einde gespleten staar ten volmaakt met de beschrijving van de cercaria viridis van Muller over een kwamen. Ik deed toen eene kleine hoeveelheid van liet water, dat deze diertjes bevatte, in eene ondiepe glazen kom nabij een venster, om naauwkeurig hunne bewegingen en hunne gedaante met de microscoop gade te slaan. Weldra had ik hunne korrelachtige of liever blaasachtige vorming opgemerkt, maar zij boden mij geene dier vlakken aan, welke Miiller bij eenige andere soorten van hetzelfde geslacht voor oogen hield. Na twee uren tijds zag ik dezelve zoo als boven gezegd is, alle aan eene zijde van de oppervlakte des waters, en wel aan de zijde van waar het licht kwam, vereenigd, het geen ook telkenmale het geval was, wanneer ik de kom omkeerde; twintig malen berhaalde ik deze proefneming en telkenmale verkreeg ik dezelfde uitkomst. Wanneer ik deze omdraaijing van de kom langzaam bewerkstel ligde, kon ik met het vergrootglas de diertjes duidelijk zich van den kant, alwaar zij vastgehecht waren, zien losmaken en naar de zijde van het licht wenden; bij deze beweging volgden zij eene regte lijn, doch werden, toen zij van eikander gescheiden waren, wegens hunne kleinte, bijna geheel on- zigtbaar; de hun eigene groene kleur hebben zij alleen, wanneer zij in grooten getale zijn vereenigd. Men heeft in deze laatste tijden veel gelagchen over de veronderstelling van eenige Natuurkundigen, dat deze kleine wezens oogen zouden hebben, daar de naautvkeurigste waarnemingen dezelve niet hebben kunnen doen ont dekken. Waarschijnlijk zijn de bewegingen der water-wormen (infusoires) louter automatisch. Het gezigt behoort alleen tot de dieren, die het noo- dig hebben, om het licht zoodanig te modifiëren, dat er de verwijderde voorwerpen door worden voorgesteld, om de aanvallen van hunne vijanden te kunnen ontwijken, hun voedsel te zoeken en voor de voortplanting van hun geslacht te kunnen zorgen. Men vindt er zelfs geen schijn van bq de water-wormen, de plant-dieren en anderen. Het is niet te min belangwek kend den blijkbaren en magtigen invloed te zien, welken het licht op de bewegingen des furcocerca viridis, het wezen, dat bijna de eenvoudigste vormen der dierlijke organisatie aanbiedt, uitoefent. MILITAIRE SCHOOL IN DE VEREENIGDE STATEN. t)e Veréenigde Staten zijn trots op huhne militairë achool van West-Point,- en niet reden. Deze instelling wordt in den Staat van New-York, op ongè- veer 60 Engèlsche mijlen (20 uren) der stad van dien naam, en op den wes telijken oever van de Hudson's rivier, gevonden. Het terrein, waarop de oefeningen plaats grijpen, is nagenoeg vlak, en beslaat verscheidene hon- derde akers land; hetzelve ligt omstreeks 200 voeren boven de oppervlakte der rivier, wier oevers zeer stijl zijn. Deze vlakte wordt aan twee kanten door de rivier omgeven, ten westèn éii ten zuiden omsluiten haar rotsen van twaalf tot vijftien honderd voeten hoogte. Van het noord-oosten gezien levert de vlakte zelve een ovèfheeriijk schouwspel op. Vooreerst ziet men de rivier tusschen twee rijen zeer hooge rótsen als ingesloten, hoewel de zelve op die plaats eene breedte van meer dan duizend roeden heeft, en voor de grootste schepen bevaarbaar is. Verder loopende, verkrijgt dezelve eene veel aanzienlijker breedre. Daarna ontdekt men de oevers der baai met volk rijke dorpen en vruchtbare bouwlanden omgevenwelke door eene onafge- broitene reeks van boschrijke hoogten worden overschaduwd, terwij! het ge zigt verder op de verwijderde toppen des bergketens van Shavengeark en nog verder bp de bergen van Caatskill stuit. De rivier wordt gedurig dóór stoom schepen bevaren. Schepen van alle gróótte doorklieven hare waterenjn alle rigtingen. Indien, zooals men algemeen gelooft, de verstandelijke vermogens, gedu rende de kindsheid, eenen levendigen indruk van de omringende voorwerpen omvangen, ep dat deze indruk later deszelfs invloed op het karakter der menschen uitoefentdan is er geen vóordeeliger ligging uit te denken dan die van West-Point- om het doel eener militaire school te bereiken. Bij tie voordeden van eene zuivere lucht en een zeer gezond klimaat, voegen zich zedelijke betrekkingen die niet kunnen nalaten eenen grooten invloed op de geest der kweèkelingen uit te oefenen. West-Point is vermaard in de jaar boeken van den onafhankelijkheid-oorlog, Dahr is het geliefkoosd plan varf het Britschc Ministerie om namelijk door bewegingen te gelijker tijd in de Staten van Kanada en New-York teweeggebragt. de Stiten van het oosten van de zuidelijke Staten te scheiden verijdeld. Het is te West-Point alwaar Arnold het bevel voerde toen zijn verraad op bet punt was van dit plan te doen gelukken. Het Is ,in een der kazematten van deszelfs sterkten, alwaar de ongelukkige Majoor Andrew in afwachting van zijn doodvonnis werd op gesloten. Het is nog te West-Point alwaar Koscitisko iang woondedie de vrilheid met niet minder moed in Amerika dan in Polen verdedigde. Men wiist er nog zijne woning aan, welke boven eenen afgrond tusschen de vlakte en de rivier gelegen is. De voornaamste gebouwen van deze instèiiing zijn, ten zuiden, eene eetzaal, eene woning voorde vreemdelingen, zalen voor de verschillende lessen, en twee groote kazernes, tot woning der kadettenten westen de huizen van den opperintendanr, van de professoren en officieren van het in. stituut, en ten noorden, eene groote kazerne, voor eene kómpagnie gere gelde troepen, Welke gedurig tè West-Point garnlzoefi houdt, voor de werk lieden en de imizijkSnten. Bij het oprigten heeft men de regefs der bouw-< kunde niet het minst in het oog gehoudën. De particuliere buizen zijn van gebakken steen, maar zeer gemakkelijk ingertgt. De kazerne welke door de soldaten wordt bewoond, is van hout, en hoewel dezelve van alle versiering ontbloot is, biedt zij echter nog het regelmatigste gezigt aan. De instelling telt 450 kadetten, die ten koste van den Staat worden on derhouden. In den beginne, vóór dat men alle de voordeden van dit insti tuut kon waarderen, en vóór dat de wijze van opvoeding tot die volmaakt, heid was gebragt, waartoe dezelve nu is gekomen, was het getal veel klei ner, en volgde men geenen regel bij het aannemen der kweekelingen. Maar sedert eenigen tijd zfln de kadetsplaatsen zeer gezocht, en neemt men et slechts een bepaald getal uit de verschillende Staten, naar mate van derzel- ver vertegenwoordigers aan: zoodat elk district, hetwelk eenen vertegen woordiger op het congres heeft, regtens ook eenen kweekelmg op de schoot kan hebben. De kadetten zijn in vier klassen verdeeldwaarvan ééne jaar lijks aftreedt en wdker plaats door nieuwe leerlingen wordt aangevuld, di«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 3